X
beider besturen. Hierin doen zij verslag van uitgebreid
onderzoek naar de juiste ligging van de landscheiding
(de grens).
Al snel wordt duidelijk dat dat het terugvinden van de
oude landscheiding moeizaam verliep. Op papier waren
onderhoud en inspectie beter geregeld dan in de praktijk.
Tot aan het midden van de 19e eeuw was het normaal
om de grens te markeren met (eiken)houten palen. Deze
waren roodgeverfd met daarop in wit de beginletters van
de betreffende hoogheemraadschappen: R aan de Rijn
landzijde en H aan de Hondsbosschezijde. Het nadeel
van houten palen was de beperkte levensduur. Door ach
terstallig onderhoud was het uiteindelijk erg lastig om de
grens in de duinen nog terug te vinden. Dit werd nog in
de hand gewerkt, doordat de grens niet regelmatig ge-
inspecteerd werd en er in het duingebied ook nog ver
stuivingen waren. En juist in het duingebied ontbreekt
het vaak aan andere herkenningspunten, zodat gericht
zoeken erg lastig was.
Ook de grenspalen van de gemeente op dat traject bie
den geen soelaas. Deze waren namelijk ook van hout met
hetzelfde euvel.
Kros en Latenstein hadden uiteindelijk wel de grens van
de hoogheemraadschappen goed in beeld. Helaas voor
hen waren ook nieuwe gemeentegrenzen vastgesteld.
Deze liepen nu niet meer volgens de drie mooie rechte
lijnen maar zigzagden tussen de blekerijen en buiten
plaatsen door. Op de kadastrale kaarten uit de periode
1811-1835 zijn de nieuwe gemeentegrenzen al weergege
ven. De landmeters gingen voortvarend met deze extra
uitdaging aan de slag. Zij hebben ook deze nieuwe be
grenzingen overgenomen op hun kaarten.
de IjCtlhiiu rf
De twee opties voor de ligging van de grens van de Hoogheemraadschappen in 1830 in de omgeving van Santpoort-Zuid tussen de
hofstedes Zinneveld en Jaglust.
najaar 2019 Stichting Santpoort
r i
Uitsnede uit kaart A-3504, NL-LdnHHR, Collectie kaarten
26