^5» Stichting Santpoort najaar 2019
- Zijn/haar medewerking wordt verwacht bij eredienst
en/of bezinningsbijeenkomsten en bij stervensbege
leiding en rouwdienst bij begrafenis of crematie.
- Hij/zij werkt desgewenst mee aan opleiding, vorming
en voorlichting die vanwege het ziekenhuis wordt ge
geven aan medewerkers.
- De 40 uren waarover de 4 pastores samen op dit
ogenblik kunnen beschikken, zijn in geen enkel op
zicht voldoende om zich op bevredigende wijze te
kwijten van de taken waartoe zij zich nu beperken.
Derhalve zal het aantal worden uitgebreid tot 120
uren, hetgeen neerkomt op een uitbreiding van 2 full
time krachten (waarschijnlijk 1 pastor en 1 humanis
tisch raadsman).
- Dat houdt in, dat de pastorale zorger geacht wordt
aanwezig te zijn bij de teambesprekingen, wat indi
rect betekent, dat hij/zij deel uitmaakt van het be
handelteam en dus in eenzelfde dienstverband moet
werken als de andere leden van het team.
Een enorme vooruitgang.
Een van de pastores schrijft n.a.v. dit advies: "Ik zie er
naar uit dat dit advies al is het maar voor een deel gerea
liseerd wordt. Ik voel sterk de behoefte aan concentratie
en verdieping in mijn werk, dat niet structureel is inge
kaderd. Het draagt nu te veel het karakter van een soort
"eerste hulp", vluchtig en zonder vervolg."
Hoewel het voorgestelde beleid nog niet definitief is
doorgevoerd, anticiperen sommige afdelingen al op de
aanbevelingen. Zo merkt een pastor in concreto al klei
ne veranderingen. Zo ontvangt hij een eigen "knip" met
informatie en rapporten van de psm. Ook blijken er dui
delijke plannen om zijn gespreksgroep in een program
ma van "culturele activiteiten" een vaste plaats te geven.
Tevens wordt elke nieuwe patiënt meegedeeld dat er
een pastor is en hoe je met hem contact kunt opnemen.
Daarnaast worden op de betrokken afdelingen de ge
spreksgroepen gepubliceerd.
Helaas blijkt in bijna elk bericht van opname of overplaat
sing bij de aanduiding van kerkelijke gezindte "geen" te
staan, terwijl een aantal van de patiënten kerkelijk mee
levend lid blijkt te zijn.
Opmerkelijk is dan, dat in de notulen van februari 1979
weer wordt gesproken over "onduidelijkheid die er is
door het ontbreken van een PZ-beleid...". Maar die on
duidelijkheid zou ook veroorzaakt kunnen worden door
de sceptische houding van enkele afdelingen t.a.v. de
pastorale zorg.
Een van de pastores verwoordt het netjes: "De beleids
voorstellen zijn in dit verslagjaar achtergrond en per
spectief bij besprekingen in allerlei verband geweest; in
elk geval gaf het rapport veel gespreksstof en heeft daar
mee bijgedragen aan een bredere bezinning op taak en
plaats van de geestelijke verzorging binnen het zieken
huis."
Verbouwingen en nieuwbouw (West-Friesland en Beem-
sterland) veroorzaken trouwens ook de nodige drukte,
onrust en onduidelijkheid.
Een veilige plek
De te houden individuele gesprekken met een patiënt
kunnen niet op alle afdelingen gehouden worden in een
aparte spreekkamer, wat vertrouwen en gevoel van vei
ligheid wel zou bevorderen. Een van de pastores meldt
in zijn jaarverslag:
"Op beide afdelingen van Gooiland heb ik een veilig plek
je gevonden, waar ik in alle rust met de patiënt een ogen
blik alleen kan zijn. Op Wieringerland is dit anders. Daar
worden de gesprekken meestal gevoerd in ruimtes die
voor iedereen toegankelijk zijn, zoals de gang, de huiska
mer, een overloop of de eetzaal."
Daardoor kan het voorkomen, dat de pastor met de pa
tiënt maar een wandeling gaat maken om zo rustig te
kunnen praten.
Soms vinden ontmoetingen plaats in sociëteit "Meer
zicht", de voormalige directeurswoning bij de vijver, een
caféachtige ambiance, waar patiënten ontspanning vin
den en aan activiteiten kunnen deelnemen. Dat wordt
niet op prijs gesteld. Want wat voltrekt zich daar, wat ge
spreksstof betreft, buiten het zicht van de afdeling? Het
geeft een gevoel van controleverlies en de angst dat de
gesprekken het behandeltraject van de patiënt mogelijk
in gevaar zouden kunnen brengen. Gesprekken moesten
plaatsvinden op de betreffende afdeling en vooraf ge
meld aan de staf. Dat wantrouwen was voelbaar bij de
pastorale werkers, die zich over deze gevoelde tegenwer
king weer beklaagden bij de leiding.
39