Een experiment in Santpoort
Meteen na de ingang van het Nationaal Park Zuid- Ken-
nemerland vanaf de Duin en Kruidbergerweg staat aan
de rechterkant een betonnen schutting, waarachter zich
het terrein van de voormalige kwekerij bevindt. Vóór 1912
zijn op dit deel van de buitenplaats een tuin, kassen en
de oranjerie. In de oranjerie teelt men fruit voor het "kas
teel".
In 1912 wordt het terrein anders ingericht en is de oranje
rie waarschijnlijk gesloopt. Het pand, dat na 1990 is ge
transformeerd tot een woning en nu de oranjerie wordt
genoemd, is de schuur die tegen de oorspronkelijke
oranjerie was aangebouwd. Deze schuur is gedurende
de zaadkwekerijperiode in gebruik als werkruimte.
Het gaat in Santpoort niet om de tabaksbladeren. Er wor
den uitsluitend planten gekweekt voor de ontwikkeling
van nieuwe sterkere zaden. Van de kennis en ervaring die
is opgedaan in het voormalige Nederlands- Indië, wordt
dankbaar gebruikgemaakt.
Bij de zaadkwekerij gaat het om grammen. Een enkele
plant levert ongeveer 100 zaadbolletjes. Elk zaadbolle
tje bevat zo'n 3000 zaadjes. De zaadopbrengst van één
"boom", zoals kenners de plant noemen, varieert tussen
de vijf en twintig gram. Tien gram is voldoende om een
hectare tabaksplanten te laten groeien. Om meer plan
ten in bloei te brengen, worden ook delen van het jaar
kassen gehuurd bij de kwekerij J. Nijssen aan het Kerk-
pad, een zijweggetje van de Santpoortse Dreef.
De stimulans tot de oprichting van het bedrijf is de ta
bakscatastrofe in Italië, waar in 1960 de Blue Mold, een
beruchte blauwe schimmel, de kop opsteekt. Tot dan
was deze ziekte nog niet voorgekomen in Europa. Be
strijdingsmiddelen, zoals in Amerika worden toegepast,
brengen geen redding. Er moet dus een nieuw zaad wor
den ontwikkeld met weerstand tegen deze gevreesde
ziekte. In Santpoort begint men met experimenteren en
het lukt een nieuwe sterke zaadsoort te ontwikkelen. Als
eerste gaat het zaad naar de tabaksplantages van de Deli
in Italië en de tweede grote afnemer is Griekenland.
Na deze succesvolle start gaat men verder met het ont
wikkelen van nieuwe sterkere soorten tabak door krui
sing en veredeling voor de producenten van de Deli
Tabak. De zaadteelt gaat in nauw overleg met de tabaks
kwekers; de plantages liggen namelijk over de hele we
reld verspreid en elke plek heeft zijn eigen grondsoort en
specifieke klimaat. De Deli staat wereldwijd bekend om
de kwaliteit van haar tabak.
Het bedrijf houdt altijd zaad in reserve voor het geval
dat, vanwege slecht weer of andere oorzaken, de planten
onvoldoende groeien en weinig zaad vormen. Het zaad
kan zonder problemen twee jaar in een koelcel worden
bewaard.
Harmen van Roozendaai, bedrijfsleider van de Santpoortse vestiging Deii-Atjeh maatschappij.
najaar 2019 Stichting Santpoort
Bron:Archief fam. van Roozendaai
46