Het dagelijks leven op een
Santpoortse blekerij/wasserij
Ira
ft I
Wim van Hooff
Van garenbleek naar klerenbleek
najaar 2020 Stichting Santpoort
Vanaf de zeventiende eeuw was in het gebied van het
huidige Santpoort-Zuid een aantal blekerijen gevestigd.
Een daarvan was Garenvreugd. In de negentiende eeuw
vonden er grote veranderingen plaats, van garenbleek
ging men over naar klerenbleek, van ambachtelijke bleek
naar het gebruik van stoomkracht. Dit artikel over hoe dit
proces verliep bij blekerij ‘Garenvreugd’ en hoe het da
gelijkse leven op een blekerij/wasserij eruit zag, had niet
kunnen worden geschreven zonder het bestaan van het
verslag “Twee eeuwen Garenvreugd” (1963), door mijn
oudoom Leo van Hooff (1891-1969). Dit verslag is een
prachtig stukje historie, waaraan ik - en anderen - een
goed beeld van onze omgeving kunnen ontlenen.
De klassieke bleekmethode om vlasproducten (grijs van
kleur) wit te maken (logen, uitkoken, wassen, spoelen,
drogen op de bleek, wassen, spoelen, drogen, witten,
stijven, controleren, verpakken) was een proces van eni
ge maanden. Rond 1760 werd een chemisch middel uit
gevonden, dat dit bleekproces overbodig maakte: chloor.
Verdund chloor ofwel bleekwater gaf textielfabrikanten
de mogelijkheid om op de productielocaties de grond
stoffen te reinigen, waardoor fabrikanten in Frankrijk,
België, Duitsland en Groot Brittannië besloten om het
bleekproces niet meer uit te besteden. De afbouw van de
Haarlemse Bleek zou ongeveer honderd jaar - tot rond
1860 - duren.
In de zeventiende en achttiende eeuw waren er vele
blekerijen rond Haarlem actief met het bleken van lin
nen, garens of de kleerbleek. Drijvende factor achter de
blekerijen was de linnenindustrie, die zich in Haarlem
gevestigd had. In 1537 liet Jan Gijzen, burgemeester van
Haarlem, een zandvaart graven naar de locatie van het
huidige Santpoort-Zuid. Na afzanding van de duingron-
den was het gebied geschikt voor het vestigen van bleke-
rijen. Rond 1660 vinden we Garenvreugd te midden van
een tiental blekerijen in de buurtschap (zie de kaart op
bladzijde pagina 23)
Zo ook de eigenaren van de garenblekerij Garenvreugd,
van wie wij de ontwikkelingen vanaf 1830 zullen beschrij
ven. Garenvreugd is als blekerij in 1658 kadastraal inge
schreven. In de achttiende eeuw nam Garenvreugd de
blekerij In de Bogt over.
In 1830 was Garenvreugd eigendom van Simon Kluijs-
kens, die ziekelijk was. Hij stond al langere tijd in contact
met de Brabantse blekersfamilie Van Hooff. Henricus van
Hooff (geboren 1771 te Leende) was rond 1800 al bleker in
Bloemendaal. Henricus kende de familie Kluijskens goed.
In 1830 kwam zijn zoon Jan (geboren in 1809 in Maarhee-
ze) Simon Kluijskens als bleker op Garenvreugd assiste
ren. Naast de leiding van het bedrijf was hij ook belast
met de klantcontacten en reisde hij daartoe naar Engelse
fabrikanten in Leeds en Manchester. Garenvreugd bleek
te vooral Engelse garens. In 1835 overleed Simon Kluijs-
kens en nam Jan van Hooff het bedrijf over. In dit tijds
gewricht zag Jan dat het noodzakelijk was om zich aan
te passen aan de veranderde omstandigheden. In 1840
Tegen die tijd waren veel blekerijen verdwenen of waren
ze door de eigenaren veranderd in ‘Pleisante Hofste
den’, later vaak verbouwd tot buitenplaatsen. De blekers
moesten een ander beroep kiezen en een aantal schakel
de over op het wasserijbedrijf.
Garenblekerij Garenvreugd, aquarel doorJ. Scheepers 1946.
12
Familiearchief van Hooff
2RLST