De werktijden Huispersoneel Mooi is overigens het verhaal waarin we lezen hoe lastig het voor de jonge Willem was om ‘s avonds zijn verkering te bezoeken. Met de stoomtram kon je op een avond niet heen en terug naar Santpoort komen en de paarden had den al een werkdag achter de rug. Op een avond mocht Willem het paard van bakker Dillewijn van de Bloemen- daalsestraatweg (later de zaak van Bruinooge) lenen. Toen Willem gezellig in Heemstede bij zijn geliefde zat, rukte het paard zich los en kwam zelfstandig en heel huids terug in Santpoort. Willem volgde pas de volgende ochtend...! het wat kalmer aan gaan doen. Daarbij stond het bedrijf voor de keuze om over te schakelen naar stoomwasserij en Jan vond dat meer iets voor de volgende generatie. In die tijd had Willem verkering met Jeannette Visser van wasserij Visser van de Blekersvaartweg in Heemstede. Leendert Visser was één van de eerste blekers die was overgeschakeld op stoom. Rond 1865 had hij een kleinere stoommachine in bedrijf gesteld en hij was daar enthou siast over. Op advies van schoonpapa werd in 1872 een stoomma chine gekocht die zowel de nieuwe wasmachines aan dreef, als voor warm water zorgde. Voor de stoomma chine werd bij het oude werkgebouw een ketelhuis met schoorsteen gebouwd. De machines kregen een plek in de bestaande gebouwen. De nieuwe machines verbeter den het productieproces en de bedrijfsefficiency. Zo kon concurrerend worden gewerkt en werden nieuwe klan ten aangetrokken. Iedereen dus tevreden? Nee, niet echt. De buurwasserij- en bleekten nog ambachtelijk en zij klaagden over schade aan hun goederen door de neerslaande vettige rook van de steenkool. De zaak liep op tot de Hoge Raad, die uit eindelijk oordeelde dat Garenvreugd moest stoppen met het stoken van steenkool. Een voorstel om alleen te sto ken met oostenwind haalde het niet: dit zou aanleiding geven ‘tot vele kwestiën’. Een jaar lang werd gestookt met de duurdere turf en cokes. Toen besloten ook de collega’s om op stoom en steenkool over te schakelen en was het pleit beslecht. Als regel werd er rond 1870 zes dagen per week gewerkt, van zes uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds. Gedurende de intensieve werkdag werden op gezette tijden pau zes gehouden en maaltijden verzorgd. In de tijd van de wasbleek waren er ongeveer zestig mensen in dienst. De wasserij had later rond de veertig werknemers. Vanuit de tijd van de seizoenarbeid - toen de arbeiders intern verbleven - was men gewend om de maaltijden voor het personeel te verzorgen. Als er om 6.00 uur werd begon nen, werd om 9.00 uur gestopt voor koffie en brood en om 13.00 uur werd een warme maaltijd geserveerd. Op de woonhuizen van de blekerijen stond een luidklok, die het personeel van het land en de werkgebouwen naar het woonhuis riep. In de grote eetkeuken werd gegeten. Om die maaltijden te bereiden waren er een kokkin en een keukenmeisje in dienst. Ook de eigen dochters wer den voor het keukenwerk ingeschakeld. De producten voor de maaltijden kwamen zoveel mogelijk van de eigen grond. Hiertoe waren er een grote moestuin en aard appelvelden aan de kant van de Johan Verhulstweg. Op grasland in de buurt hield men eigen vee. In de negentiende eeuw waren er voor de verlichting nog vooral olielampen in gebruik. Voor een bedrijf met woon verblijven op hetzelfde terrein betekende dit dat dage- De eerste stoomketel rond 1875geplaatst op Garenvreugd. najaar 2020 Stichting Santpoort 14 Familiearchief Visser

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2020 | | pagina 15