II
Bedrijfspersoneel
Naast de eigenaar en zijn vrouw zelf kwamen ook de zo
nen na hun schoolopleiding in de zaak. De kinderen (jon
gens en meisjes) waren sowieso gewend om van jongs af
aan mee te helpen.
Willem was vooral betrokken bij het deel van verkoop en
financiën. Zijn vrouw Jeanette stuurde het operationele
deel van het wasserijbedrijf aan. Direct onder hen was er
de wasbaas en het hoofd van de linnenkamer/strijkerij.
Beide functionarissen hadden een huis op het terrein
(ze konden dus vroeg beginnen en lang blijven!). Ga
renvreugd had drie koetsiers in dienst, waarvan er een,
Piet van den Berg, met vrouw en kinderen op het terrein
woonde. Zij bewoonden het huis meest westelijk op het
terrein, vlak tegen de brede spoelsloot die nu nog achter
lijks de olielampen in de huizen en werkruimten verzorgd
moesten worden: schoonmaken, pitten snuiten en olie
bijvullen, aansteken en doven. Een meisje was hiermee
belast en had daar de hele dag werk aan.
de tuinen van de Schaepmanlaan te zien is. Pas rond 1920
kwamen er vrachtwagens in het bedrijf.
De mannen deden het zware werk: het sjouwen van het
wasgoed van machines naar de droogschuur, het laden
en lossen van de wagens en/of spoorwagons. Het was
goed werd meestal in grote rieten manden vervoerd. Ook
werkten de mannen in de zeepziederij voor de productie
van de eigen zeep (waarvan het recept zorgvuldig geheim
werd gehouden). De vrouwen sorteerden en merkten de
was. De was ging in netten met een nummer dat bij de
klant hoorde. Witte was, bonte was, fijne was enzovoort.
Fijne was werd vaak apart door de vrouwen behandeld.
Na het wasproces werd de was gedroogd in de droog
schuur. Daarna werd alle vlakke was gemangeld (een
grote zware machine met zes verwarmde mangelrollen).
Vervolgens waren er de plat-, hoofd-, overhemd- en fijn-
strijksters (van stukken met plooien, ruches en strikken).
Dan volgde de eindcontrole, het vouwen en de verpak
king. Tot in de twintigste eeuw konden klanten vragen
om aanlevering van de was ‘vochtig en toegeslagen’ of
om aanlevering ‘droog, gestreken en op kastmaat’. In
Woonhuis van de heer Vis, Bloemendaalsestraatweg 31, rechts nr. 33. Gebouwd in 1870 en rond 1900 verbouwd tot winkel. In 1987
is bij een verbouwing de erker weggehaald. De foto is gemaakt ca. 1905-1910.
1 - 1
-
Stichting Santpoort najaar 2020
15
Beeldbank Noord Hollands Archief
I J-Tc