Van landbouwbedrijf tot Mellonahof
(lees verder op pagina 30)
Gezicht op de Bijenstand Mellona en de waterlopen de voormalige blekerij Uitvlugt.
Stichting Santpoort najaar 2020
niet lang in bezit; in 1879 verkopen zij de voormalige ble
kerij aan de bloemenkweker Adrianus Koelemij.
Na het overlijden van Jacobus verkopen zijn erfgenamen
het voormalige Uitvlugt en de bijbehorende percelen in
de Moolenduinen in 1865 aan Marie Prosper Theodore
Prevenaire. Hij voegt een gedeelte van het bouwland bij
een stuk bos dat bij het oorspronkelijke Watervloed be
hoort.
In 1877 komt hij in financiële moeilijkheden en moet hij
Duinlust inclusief het voormalige Uitvlugt verkopen op
een openbare veiling. Het voormalige Uitvlugt met een
stuk van het voormalige Watervloed en een deel van de
percelen in de Moolenduinen worden verkocht aan Ge
rardus Wilhelmus Wesselman en Jacob Nijssen. De ande
re delen van de percelen in de Moolenduinen, waaronder
de vinkenbaan worden verkocht aan George Philip Rust,
een restaurateur uit Amsterdam. Hij laat de vinkenbaan
met het huisje verwijderen en verkoopt de percelen enige
jaren later aan een Amsterdamse firma.
Gerardus Wilhelmus en Jacob laten in 1877 het bos op
perceel 322 rooien. De vrijgekomen grond wordt omge
vormd tot weiland. Zij houden het voormalige Uitvlugt
Het bedrijf werd voortgezet. In 1895 wordt het huis voor
de tweede keer vergroot, het plantsoen omgezet in berm
en uitrit, het weiland en bouwland worden tot bloembol
lenland en de schuur wordt een bloembollenschuur. Ook
een klein deel in de Moolenduinen verandert in bloem
bollenland. Het overige deel van het perceel wordt be
bost door aanplant of op natuurlijke wijze. Adrianus gaat
zich dus geheel richten op de bloembollenteelt.
Na het overlijden van Adrianus wordt zijn bezitting door
zijn kinderen en zijn kleinkinderen verkocht aan Nicolaas
Hendrikus Roozen Hendrikszoon uit Bloemendaal. Een
deel van de bloembollengrond wordt verhuurd.
De percelen in de Moolenduinen blijven in verschillende
handen en raken steeds meer bebost.
Foto:J. Morren, 1990
27