We gaan naar Santpoort
F
Annette Koster
De opkomst van het toerisme in Nederland
Wie kent niet het liedje “We gaan naar Zandvoort, al aan
de zee” uit 1915, gezongen door Louis Davids? Zo populair
als Zandvoort zou Santpoort niet worden, maar ook ons
dorp probeerde in het begin van de twintigste eeuw een
graantje mee te pikken van de toename van het toerisme.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw nam de
welvaart in Nederland toe en vooral vanaf het begin van
de twintigste eeuw kregen grotere groepen van de be
volking beschikking over meer vrije tijd. Dit gold nog niet
voor de lagere klassen, maar voor de middenklasse en de
maatschappelijke bovenlaag. In 1919 werd de vrije zater
dagmiddag ingevoerd. Families gingen vaker op reis of
maakten uitstapjes waarbij gewandeld of gefietst werd.
Ook kwamen er meer buitenlandse toeristen, vooral na
de Wereldtentoonstelling van 1883 die Nederland voor
mensen uit de hele wereld op de kaart zette.
Heel belangrijk was natuurlijk de enorme uitbreiding van
mogelijkheden om te reizen door de komst van stoom
schepen, de trein en de tram.
Ook de fiets raakte in hoog tempo ingeburgerd. In
1883 werd de Algemene Nederlandse Wielrijders Bond
(A.N.W.B.) opgericht. De ANWB stimuleerde niet alleen
het recreatief fietsen, maar richtte zich ook op het verbe
teren van voorzieningen voor wandelaars en automobi
listen.
Verenigingen voor bevordering van het vreem
delingenverkeer
In veel dorpen en steden zagen vooral de horeca en de
lokale middenstand hoe zij profijt zouden kunnen heb
ben van de toename van het bezoek aan hun regio. Zij
richtten verenigingen op die zich bezighielden met het
zo aantrekkelijk mogelijk maken van stad of dorp om zo
meer bezoekers te trekken. Men sprak in die tijd niet over
het stimuleren van ‘toerisme’ maar over het bevorderen
van ‘het vreemdelingenverkeer’.
In 1885 werd in Valkenburg de ‘Vereeniging het Geuldal’
opgericht, de eerste ‘VVV’-achtige vereniging in Neder
land. De naam VVV ging men pas jaren later gebruiken.
In Haarlem werd in 1891 ‘de Vereniging tot verfraaiing
van Haarlem en omliggende gemeenten en tot bevor
dering van het vreemdelingenverkeer’ opgericht. Be
gin twintigste eeuw kwamen er in Beverwijk, IJmuiden,
Bloemendaal en Heemstede dergelijke verenigingen tot
stand. Ook Santpoort was er vroeg bij. In oktober 1905
organiseerden Frans Netscher en G.J.Groenewegen een
bijeenkomst in café De Wijman1 “om plannen te bera
men teneinde de welvaart in de gemeente Santpoort tot
hoogeren bloei te brengen door vermeerdering van het
vreemdelingenverkeer”, aldus het verslag in het Haar
lem’s Dagblad. Er waren maar liefst veertig aanwezigen,
onder wie een vertegenwoordiger van de stoomtram
Haarlem-Alkmaar en een lid van de gemeenteraad van
Velsen. Op deze bijeenkomst werd besloten tot de op
richting van een vereniging. Opvallend is dat het niet
alleen over het bevorderen van het toerisme ging, maar
vooral ook om het aantrekken van forensen. Er moesten
huizen gebouwd worden en daarnaast moesten er ‘dege
lijke pensions’ komen en hotels. Deze dubbele doelstel
ling komt men ook bij de andere verenigingen voor be
vordering van het vreemdelingenverkeer tegen. Naar het
voorbeeld van Haarlem stelden de initiatiefnemers voor
een gids samen te stellen waarin alles wat Santpoort
aantrekkelijk maakte aan bod moest komen.
De trotse bezitters van een auto voor hotel Velserend in 1921.
Voor de auto wellicht de kelner van het restaurant.
De bevordering van het vreemdelingenverkeer naar Santpoort in het eerste kwart van de twintigste eeuw
ËëWST
Stichting Santpoort najaar 2020
3
Beeldbank Noord Hollands Archief
1 We komen de naam ook tegen als De Weijman, de Weiman en de
Wijman.