hH
O
«Si
ÊaH
Logen
Voorspoelen
Voor het bereiken van dit doel waren achtereenvolgens
de volgende handelingen noodzakelijk.
Het aangeleverde linnen was doorgaans vuil door de
smeer en roet van de weefgetouwen, natuurlijke vetten
en kleurstoffen en door voorafgaande bewerkingen.
Daarom werd het uit elkaar gehaalde linnen in losse
plooien in grote houten kuipen gelegd en met blote voe
ten door blekersknechten ingetrapt in lauw water met
zemelen of reeds gebruikte en daardoor verdunde loog.
Daarna werd het uitgespoeld in stromend water.
Vervolgens werd het lijnwaad uitgewrongen en ge
droogd om het hiernavolgende loogbad niet te zeer te
verdunnen.
om de 75 cm afstand aan de zelfkant aan. Hiermee kon
straks het lijnwaad op het land worden vastgezet met
behulp van stekken (houten pinnen van ca 45 cm lengte).
Het logen was het belangrijkste onderdeel van het bleek
proces, maar ook de behandelingsfase met het grootste
risico: door te sterk, te lang of te heet logen kon de vlasve
zel worden aangetast. De bleker of zijn loogmeester hield
hier dan ook zelf het toezicht op. Als grondstof voor het
loogbad werd as gebruikt: het enige fabrieksgeheim van
de bleker. Erg vuil linnen kon door het logen wel een der
de aan gewicht verliezen.
De koperen ketel om loog in te bereiden had een inhoud
van ca. 800 liter en was ingemetseld in het blekersfor-
nuis met een paar kleinere ketels. In deze fornuizen werd
voornamelijk lange turf gestookt. Het loogmengsel werd
hierin aan de kook gebracht.
Dit fornuis werd alleen gebruikt voor het bereiden van
loog, niet voor het logen van het lijnwaad zelf. Dat ge
beurde in de loogkuipen, meestal vier in getal. Een loog-
kuip was ongeveer 1.80 meter in doorsnee en even hoog.
Er konden 180 stuks linnen van ca. 30 meter lengte in. De
kuipen waren van naaldhout.
Gezicht op bleekvelden in de duinen van Haarlem. Op de voorgrond wordt het linnen uitgelegd en gebleekt. Duidelijk zijn de stek
ken te zien, die door de lussen zijn gestoken om het lijnwaad strak op het bleekveld te houden.
Beeldbank Noord-Hollands Archief
Stichting Santpoort najaar 2021
13