off
Melken
Wassen
Stichting Santpoort najaar 2021
van dezelfde lengte. Deze was rood geverfd. Met de hoos
kon een geoefend knecht het water uit de gietsloten ca
15 m. ver werpen. Omdat aan weerszijden van een bleek
veld gietsloten waren gegraven, was dit dus ongeveer de
halve breedte van een bleekveld. Maar het was wel een
werk dat nauw luisterde. Te veel water (regen!) zou de
loog te vlug uitspoelen, met te weinig water zou de loog
in het linnen inbranden. De beste methode was daarom:
de eerste 6 uur voortdurend nathouden en daarna eerst
dan gieten wanneer er droge plekken te zien waren. Tel
kens tussen de diverse loogbaden lag het lijnwaad gedu
rende twee dagen, ook ‘s nachts, op de bleek, waarbij het
nu en dan gekeerd werd.
Aan het eind van het veld stond een wachthuisje waar
het lijnwaad door een blekersmeid bewaakt werd. Dat zij
niet altijd de nacht hier alleen doorbracht, bleek uit de
vele vaderschapsprocessen die zijn aangespannen.
De bleekvelden waren vlak en gelijkmatig met gras be
groeid. Het gras moest niet te kort zijn, omdat het lijn
waad dan de grond raakte en van onderen geen lucht
kon toe treden, en niet te lang, want dan werd door het
doorbuigen van de halm de luchtcirculatie eveneens
onmogelijk gemaakt. Een zandige bovenlaag was aan te
bevelen om aflopend water op te nemen, zonder modde
rig te worden. Tegen te sterke wind of ongewenst bezoek
waren de velden omzoomd door elzen- of wilgenstrui
ken, die door snoeien op een bepaalde hoogte en breedte
gehouden werden. Via welsloten, meestal uit de duinen,
Werkzaamheden op een blekerij omstreeks 1640
Rechts en links: vrouwen die het lijnwaad uitspoelen.
Links: werkman die met een hoos water over het lijnwaad
uitwerpt om het vochtig te houden.
In het midden vouwen twee werklieden het lijnwaad. Achter
deze twee een man die het lijnwaad strak trekt en van
stekken voorziet.
kwam het water in de gietsloten. De sloten werden uiter
aard zeer schoongehouden. De kanten van de gietsloten
werden beplagd en van een beschoeiing voorzien. De
blekerijen kenden een stelsel van sloten voor schoon en
vuil water die zorgvuldig van elkaar gescheiden waren.
Met melk, karnemelk of wei werden de kalkresten - in het
bijzonder van het loog- opgelost. Tevens verbeterde de
kleur. In het melkhuis werd de melk verzuurd in melkto-
rens. Een hogere temperatuur bevorderde het verzuren.
Het droge linnen werd in gelijkmatige lagen in de melk-
kuipen van ca 1000 liter gelegd, de zure melk werd daar
na op elke laag uitgegoten en de laag werd vastgestampt
door twee of drie blekersknechten op blote voeten.
Als alle linnen onder de melk was gezet, bleef het gedu
rende 5 tot 7 dagen in gisting, totdat het schuim zakte
ten teken dat het gistingsproces ten einde was. Het lin
nen moest dan onmiddellijk uit de kuip om rotting van
de vezel en weer vastzetten van het vuil te voorkomen.
Bleken is dus iets anders dan wassen. Het belangrijkste
verschil is, dat bij het bleken de natuurlijke vetten en
kleurstoffen uit de vezels worden verwijderd. Ook moe-
Een blekersknecht aan het werk met een hoos.
R I - -
7 «Mi
Beeldbank Noord-Hollands Archief
15
Beeldbank Noord-Hollands Archief
Jr