Blekerij en wasserij Hoek en Vaart Jan Morren Inleiding De blekerij Hoek en Vaart lag in de binnenbocht van de huidige Bloemendaalse Straatweg bij de kruising met de van Dalenlaan. Aan de ligging in deze hoek heeft de ble kerij zijn naam te danken. De blekerij is bekend vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw en behoorde tot de grotere blekerijen in de Leckbuurt, globaal het huidige Santpoort-Zuid. De blekerij veranderde in de negentien de eeuw in een wasserij die tot 1994 in bedrijf is geweest. In het begin van zijn bestaan werd de blekerij nog niet bij naam genoemd, gemakshalve noemen we de blekerij ook in die tijd Hoek en Vaart. De blekerij wordt in de zeventiende eeuw gesticht op de gronden van een zanderij aan de Jan Gijsenvaart. Het gebied was het laatste gebied dat hier afgezand werd. In 1641 liggen er vier blekerijen aan de Jan Gijsenvaart, de blekerij Hoek en Vaart was hier niet bij. De blekerij zal in het midden van de zeventiende eeuw gesticht zijn, mogelijk door Cornelissoon van Al. Dit is af te leiden uit de oudste bekende akte van de blekerij Velsereijnde uit 1666, die ten zuiden van Hoek en Vaart ligt. Hierin wordt vermeld dat Cornelissoon van Al ten noorden van Velse reijnde bezittingen heeft. In 1667 is de blekerij in bezit van de diaconie van Bloemendaal. Jan Willemse en Jan Dirck- se “diaconen” van Bloemendaal verkopen de blekerij in 1676 voor 370 gulden aan Cornelisje Gerrits van Al. De blekerij wordt dan omschreven als opstal van een bleek die staat op de grond van de Vrouwe van Alblasserdam bij de Jan Gijsenvaart. De Vrouwe is een van de eigena ren van de zanderijgronden aan de Jan Gijsenvaart. In het zuiden ligt de blekerij Velsereijnde en in het westen de blekerij Middenvaart. In het oosten ligt de Buerweg, een andere benaming voor de toenmalige Heerenwech, nu de Bloemendaalsestraatweg. Als we de geschiedenis van de blekerij Middenvaart vol gen, lezen we in 1680 en 1686 dat de blekerij Hoek en Vaart in bezit is van de erfgenamen van Cornelisse Ger rits. Het zal hier gaan om de erfgenamen van de hiervoor De blekerij in de zeventiende en achttiende eeuw genoemde Cornelisje Gerrits van Al, namen werden in die tijd nogal eens verschreven. Eén van de erfgenamen verkoopt in 1687 de blekerij aan Elisabeth Machielse van der Knoocke, weduwe van Huijbert Straaten en haar zoon Abraham. De zanderijgrond waarop de blekerij gevestigd is, is intussen verkocht aan de stad Haarlem. In het westen ligt de blekerij Middenvaart en het zuiden Velsereijnde. De weduwe wordt eigenares van de ble- kerij, die ze verpacht zal hebben aan Gerrit Witsenburg die daar gaat wonen. Met Gerrit gaat het financieel niet goed, in 1701 ging hij failliet. Elisabeth, toen Lijsbeth Ver- straate genoemd, geeft opdracht om de inboedel van de blekerij te inventariseren ten behoeve van een openbare verkoop. De boedel bestaat uit een keuken, een spint, een looghuis met daar in een ovenkuil, het melkhuis, de zolder op het huis, een wagenhuis, een hoekhuisje en een kookhuisje. Kort voor of in begin van 1706 kwam Elisabeth te overlijden. De executeurs van haar testa ment verkopen de blekerij aan Pieter Willemse van der Linden voor 900 gulden. Hij verandert de garenblekerij in een kleerblekerij. Na het overlijden van Pieter Willemse gaat de blekerij over naar zijn weduwe Heijltie Dircx. In 1729 besluit zij de kleerblekerij te verkopen aan Jan Kluiskens, een kleerble- ker uit Overveen. Deze verkoopt de blekerij in 1749 aan Faas Pieterzoon Berkman uit Velsen, voor 1200 gulden. Faas Pieterzoon kan niet in contanten betalen, de totale koopsom moet hij lenen bij Jan Kluiskens. Hierbij dient de blekerij Hoek en Vaart als onderpand. Faas Pieterzoon komt halverwege de achttiende eeuw in de gelegenheid om de grond waarop de opstallen van de blekerij staan, te kopen van de burgemeesters en regeerders van de stad Haarlem. In die tijd verslechtert het toch al wankele economische klimaat voor de blekerijen. Ook Faas Pieter zoon kon zijn hoofd niet boven water houden en gaat in 1776 failliet. Jacobus van Kalker, schout en secretaris van de heerlijkheid Velsen en Pieter Van Eeken, schepen van Velsen verkopen als gecommitteerde en curatoren de failliete boedel van Faas Pieterzoon aan Pieter Jacobszoon Koppen uit Haarlem. Door deze transactie komen we veel te weten over de blekerij die hierbij voor het eerst met de naam Hoek en Vaart wordt aangeduid. De blekerij wordt als volgt omschreven: najaar 2021 Stichting Santpoort 26

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2021 | | pagina 27