Vervolgens wordt in 1937 de wasserij ondergebracht in
de NV. Jan Klauwers en zoon; de naam is gekozen als
herinnering aan de oud-eigenaar. In het kapitaal van de
vennootschap wordt deelgenomen door de weduwe.
De wasserij wordt nog vele malen verbouwd en uitge
breid Er verschijnen onder andere bedrijfshallen waarin
het wasgoed verwerkt wordt en garages voor de vracht
wagens die het wasgoed vervoeren. Er wordt sterk ge
mechaniseerd; grote geavanceerde mangels, drogers en
vouwmachines worden in het bedrijf geplaatst. Er wordt
veel hotelwas gedaan, wat vooral in de zomermaanden
grote drukte geeft. Daarnaast wordt ook gewassen voor
ziekenhuizen. De naam Jan Klauwers en zoon wordt in
1971 gewijzigd in NV. Hoek en Vaart en in 1974 in BV. Hoek
en Vaart. In 1985 volgt opnieuw een naamswijziging; het
bedrijf, wordt ondergebracht bij de BV. Wilhelmina Be
leggingen, gevestigd te Santpoort. Maar ook dit duurt
niet lang. In 1987 wordt het bedrijf gekocht door heer J.W.
Klein Heerenbrink, eigenaar van het wereldwijde concern
Hokatex en kijgt ook die naam. De eeuwenoude naam
Hoek en vaart verdwijnt daarmee definitief. Op zijn hoog
tepunt werken op de wasserij 160 personeelsleden.
In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw is de
blekerij deels ingesloten door woonbebouwing. Tevens
worden door de jaren heen de eisen ten aanzien van mili
eu en hinder steeds strenger en de burgers mondiger. Zij
trokken bij stank of hinder bij het gemeentebestuur aan
de bel.
In 1977 werd in het stadhuis van Velsen een hoorzitting
gehouden over een Hinderwetvergunning voor de was
serij Hoek en Vaart. Twaalf bewoners van de Kluysken-
slaan, de toegangsweg tot de achterzijde van de wasserij,
zijn naar het Velsense stadhuis gekomen om hun hart te
luchten.
Zij betogen dat zo’n bedrijf niet in een woonwijk thuis
hoort. Waarom was het bedrijf niet weggekocht voordat
de uitbreiding werd goedgekeurd? De wasserij stinkt,
maakt herrie, ontneemt huizen het licht en trekt vracht
wagens aan, die door de smalle straten rijden met gevaar
voor spelende kinderen. Trillende huizen, herrie van
laadliften en autoradio’s.
Directeur J.W. Klein Heerenbrink is het eigenlijk volkomen
met de omwonenden eens en merkt quasi vrolijk op:
“Ik ben natuurlijk een boef geweest om die wasserij zo
te laten groeien, maar aan de andere kant klopt Econo
mische Zaken mij op de schouders. Ik ben met iedereen
eens, dat er op de plaats van de wasserij een parkje voor
kinderen had moeten zijn”. De directeur vertelt, dat hij
voor de uitbreiding van het bedrijf bij de gemeente heeft
geïnformeerd naar de mogelijkheden om het bedrijf naar
een industrieterrein te verplaatsen, maar volgens de
toenmalige wethouder C. Oekeloen had Velsen daarvoor
geen ruimte. Inmiddels zijn in het bedrijf dermate grote
investeringen gedaan dat uitkopen nu tot de onmoge
lijkheden behoort. Van gemeentezijde wordt gezegd dat
autoradio’s op het terrein van de wasserij niet aan mogen
staan. De bedrijfsleiding heeft de chauffeurs daar regel
matig op gewezen. De laadliften van de vrachtauto’s zijn
de beste en meest geluidsarme die momenteel op de
markt zijn. Klein Heerenbrink brengt naar voren dat er
niets meer aan het gebouw gewijzigd zal worden. Intern
zijn er grote verbouwingen geweest, mede om aan een
aantal milieuklachten tegemoet te komen. Daarnaast
kostbare maatregelen om geluids- en stankoverlast te
voorkomen. Tijdens de hoorzitting blijkt de verstand-
De wasserij Hoek en Vaart in I960. TekeningJ. Morren, naar
een kadastrale kaart beschikbaar gesteld door mevrouw
G.J.M. Boekraad uit Santpoort-Zuid.
najaar 2021 Stichting Santpoort
32
I
I CT
I I
I I
I I
L
7 KZjt