Het 123e Régiment de Infanterie de Ligne
Het einde
daarvan uit Santpoort of Jan Gijzen komen is onbekend.
De meeste Velsenaren waren dienstplichtige soldaten en
dienden vaak in een van de ‘Régiments de Infanterie de
Ligne’. Het 123e tot 126e Regiment de Infanterie de Ligne
waren ‘Hollandse’ regimenten.
Onder de 43 militairen waren ook beroepssoldaten, die
waarschijnlijk al gediend hadden in het Koninklijke Hol-
landsche Leger van Lodewijk Napoleon. Vier waren bij
voorbeeld lid van het 11e Régiment Huzaren en drie van
het 2e Régiment Lanciers van de Garde. Het grootste deel
van de militairen moet deelgenomen hebben aan de
tocht naar Rusland. Hoe dat is afgelopen, weten we niet,
maar het gegeven dat van de 15.000 tot 25.000 militairen
uit Hollandse departementen maar 2 tot 3 procent de
tocht overleefd hebben, stemt niet optimistisch.
Voor de ‘Grande Armée’ waren heel veel soldaten nodig.
In 1811 vaardigde Napoleon een decreet uit: 6000 kin
deren boven de 15 jaar, die in door de overheid gesub
sidieerde godshuizen woonden, moesten opgenomen
worden in het ‘Corps Kweekelingen van de Keizerlijke
Gardes te Versailles’. Het departement Zuiderzee, waar
Velsen/Santpoort toebehoorde, moest 505 kinderen le
veren. In 1803 was een pand aan de Brederoodseweg in
Santpoort ingericht als Rooms-Katholiek Armenhuis. Dit
huis werd voor een deel bekostigd door de gemeentelij
ke overheid. Vier weesjongens uit dit armenhuis werden
verordonneerd om zich voor de keuring voor het Corps
in Amsterdam te melden. Ze werden goedgekeurd. Het
is onbekend hoe het hen verder vergaan is, maar de kans
dat ze het overleefd hebben, is heel klein.
Door de berichten over de rampspoed van Napoleon in
Rusland nam de onrust toe. Ook in Santpoort en om
geving. De politie werd opgedragen om toe te zien of er
in de kerken van Velsen geen opruiende dingen gezegd
werden. Op 15 augustus 1813 was Napoleon jarig. Deze
verjaardag moest gevierd worden met vlaggen, klokgelui
en versiering. De prefect van het departement vroeg aan
het gemeentebestuur om een rapportage van de viering.
Op dat moment was het steeds duidelijker, dat een ne
derlaag van Napoleon dichtbij was. De ‘Maire’ van Velsen
Santpoortse weesjongens soldaten van Napo
leon.
Leonard Hoogland was een van de drie inwoners van
Velsen die terecht kwamen werden in het 123e Régiment
de Infanterie de Ligne. Van hem is meer bekend dan van
Henry Jean Stoop. Hij was geboren in 1788 en 23 jaar oud
toen hij in 1811 in het Napoleontische leger terecht kwam.
Zijn beroep was Jardinier’, tuinman. Hij was rempla^ant
(vervanger) voor een zekere Pierre van Gilst. Bij de
dienstplicht werd geloot; als iemand ingeloot was, kon
hij zich laten vervangen door iemand anders. Dit ge
beurde tegen betaling, alleen lotelingen uit de hogere
inkomensklasse konden zich dat permitteren.
Het 123e regiment vertrok in April 1812 uit Boulogne en
stak op 24 juni de Njemen over. Enkele bataljons bleven in
Stettin achter. Elke infanterist droeg circa 28 kilo aan
bewapening en uitrusting mee. Het 123e regiment trok
niet helemaal naar Moskou, zij bleven bij de stad Polotsk
(nu gelegen in het uiterste noordoosten van Wit-Rus-
land) waar zij bij een slag veel soldaten verloren hadden.
Toen het hoofdleger van Napoleon zich terugtrok, sloten
zij zich eind november aan en slaagden er, ondanks de
voortdurende aanvallen van Russische legereenheden,
in de bittere kou, de Berezina te passeren. Bij de terug
tocht stierven uiteindelijk zoveel soldaten, dat het 123e
Regiment werd opgeheven.
En Leonard Hoogland? Achter zijn naam staat dat hij
vanaf 22 november in het 126e regiment gediend heeft.
Dat was nog vóór de overtocht over de Berezina. Het is
ook mogelijk dat hij in Stettin achtergebleven is, daar
zaten enkele bataljons van het 123e - 126e Regiment. De
soldaten daar hebben het nog zwaar te verduren gehad,
van februari tot november 1813 werd de stad belegerd.
Nadat de paarden opgegeten waren, waren de honden
en katten aan de beurt. 1400 Nederlanders hebben dit
beleg overleefd, of Leonard Hoogland daarbij was weten
we niet.
najaar 2021 Stichting Santpoort
46