Van de Spanjaardsberglaan
tot De Veenen
Joost Veer
De zeespiegel stijgt, het land verdrinkt
Wie een beetje op de straatnamen let, leert al snel heel
wat over de geschiedenis van Santpoort. Vooral de bui
tenplaatsen en hun eigenaren zijn goed vertegenwoor
digd in ons straatbeeld. Natuurlijk ontbreken ook de
nodige burgemeesters en wethouders die hun sporen
hebben nagelaten voor ons dorp, niet. In deze Zandpoort
kunt u er volop over lezen.
Er zijn echter maar een paar straatnamen die wijzen op
de veel oudere historie van Santpoort, namelijk de geolo
gische ontstaansgeschiedenis, zoals Spanjaardsberglaan
en De Veenen. Wat onder onze voeten ligt, is eigenlijk net
zo zeer een interessant verhaal over ons dorp. Dus tijd
om daar eens in te duiken.
Het geologische verhaal begint duizenden jaren geleden
en bepaalt tot vandaag de dag onze omgeving en het
landschap. Juist dit oude landschap met allerlei elemen
ten erin is uniek en is het beschermen waard. Recent is
het daarom door de provincie benoemd tot ‘Bijzonder
Provinciaal Landschap’. De provincie omschrijft het als
de restanten van het strandwallen- en strandvlakte-
landschap tussen de duinen en de bebouwde gebieden
van Santpoort, Haarlem en Heemstede. Het ‘Bijzondere
Landschap’ bestaat uit een reeks van noord-zuid geori-
enteerde (versnipperde) open gebieden, voornamelijk
bestaand uit graslanden en bollenvelden. Het gebied
kent een groot aantal buitenplaatsen die, gebruikma
kend van landschappelijke overgangen aan de voet van
de duinen, het groene karakter van het huidige land
schap mede hebben bepaald.
Herkenbaar, maar hoe is het ontstaan? En welke restan
ten zien we dan nu nog? Om daar een goed beeld van te
krijgen moeten we even kijken naar heel Zuid-Kennemer-
land en beginnen we enkele duizenden jaren terug.
Aan het einde van de laatste ijstijd, ruim 10.000 jaar ge
leden, lag de Noordzee nog droog en was hier eigenlijk
een soort steppe en toendragebied. Het landschap zal er
ongeveer zo uitgezien hebben als de zandgronden die we
nu in zuid- en oost-Nederland nog zien: glooiend, met lo
kaal kleine hoogteverschillen.
Elders in Europa lagen nog enorme ijskappen en gletsjers
waarin veel water opgeslagen was in de vorm van ijs.
Toen dat ijs aan het eind van de ijstijd, ging smelten steeg
de zeespiegel, en snel ook. Dit had nogal wat gevolgen
voor het landschap in Zuid-Kennemerland.
Wat er gebeurde kun je je het beste als volgt voorstellen.
De oprukkende nieuwe zee was niet zomaar een bak
water die het oude landschap simpelweg onder water
zette. Nee, het was meer een soort van waddengebied
dat steeds verder het oude land op schoof. Het ontstond
bovenop het oude land, meegroeiend met de stijgende
zee. In de huidige situatie in het noorden van ons land ligt
op de grens van land en zee een rij mooie groene, bebos
te eilanden tussen de Waddenzee en de Noordzee, maar
Het hoge duin genaamd ‘’de Blauwe Trappen” achter
Velserend rond 1800. Een weinig subtiele overgang in het
landschap van het duin naar de vlakke graslanden.
L ItWa
Irn’i-j'
|11 I
-
-
najaar 2022 Stichting Santpoort
18