Vaarters en Schotenaars
Wim van Hooff
De Jan Gijzenvaart
Als inwoners van Santpoort(-Zuid) naar Haarlem-Noord
fietsen of wandelen, nemen ze vaak het Schoterkerkpad,
dat langs de Jan Gijzenvaart loopt. De vaart kruist de Delft
en gaat dan prominent verder door Haarlem-Noord. Die
Delft is overigens een dertiende-eeuwse wetering!
Als er in de begin jaren dertig van de vorige eeuw in Haar
lem geen werklozenproject geweest was, waarbij de Jan
Gijzenvaart verbreed en verdiept werd, dan had de Jan
Gijzenvaart aan de Spaarne-kant er nog net zo uitgezien,
als het deel vanaf de Delft naar Santpoort: een ongeveer
zes meter brede zandvaart met daarlangs een jaagpad, in
1537 gegraven in opdracht van Jan Gijzen, burgemeester
van Haarlem.
Vooraf wat uitleg over plaatsnamen in de onderstaande tekst:
Schoten was, tot de annexatie door Haarlem in 1927, een zelfstandige gemeente, nu Haarlem-Noord.
Santpoort-Noord, heette eeuwenlang alleen Santpoort. Santpoort-Zuid begon ooit als de buurtschap Jan Gijzenvaart;
de inwoners heetten Vaarters.
In 1867 kwam aan de spoorlijn Haarlem-Beverwijk een stopplaats voor het Provinciaal Ziekenhuis in Bloemendaal. ‘Sta
tion Jan Gijzenvaart’ vond men niet klinken en het werd Santpoort Station. Op dat moment waren er ineens twee ‘Sant
poorten’: ter onderscheid werd dat toen Santpoort Dorp en Santpoort Station. In 1956 werd in Santpoort Dorp óók een
station geopend; toen is gekozen voor de benaming Santpoort-Noord en Santpoort-Zuid. (Dat was in 1921 al formeel
door de gemeenteraad beslist, maar de ‘volksmond’ hield hardnekkig vast aan de oude namen).
Vroegste vermeldingen: Schoten 866, Santpoort 1350, Jan Gijzenvaart 1550.
Deze Jan Gijzen, (verschillende schrijfwijzen: Gijzen, Gij-
sen, Ghijssen, of met een y; zijn familienaam was voluit
Johan van Gijzen van Blanckeroort), had van de verant
woordelijke landheer van Kennemerland, Reinoud III van
Brederode, de concessie gekregen om ‘in de wildernis
van Brederode’ het duin af te zanden, een zanderij dus.
Het zand werd via de Jan Gijzen Zandvaart met platbo
dems afgevoerd naar het Spaarne en daar overgeladen
op grotere schepen, die het zand vooral naar Amsterdam
vervoerden voor het ophogen van de natte veengrond.
Dit ten behoeve van de stadsuitleg.
Tussen haakjes: er is nog een bekend kinderliedje:
En daar was ereis een vrouw, die koeken bakken wou.
En het deeg dat wou niet rijzen. En de pan viel om en de
koeken waren krom. En haar man heette Jan van Gijzen.
Hoewel het Jan Gijzen van Blanckeroort ook wel eens te
genzat (een te duur trouwfeest van zijn zoon, deed hem
omzien naar nieuwe inkomsten: zandwinning), verwijst
dit lied uit rond 1720 naar een andere Jan van Gijzen, een
Haarlemse wever en amateurdichter (geb. 1668).
Overigens vinden we langs de binnenduinen in Ken-
nemerland veel oude zandafgravingen; denk aan de
Heussensvaart (vanuit Bloemendaal) of de Brouwers- of
Houtvaart en de Rampevaart (beide in Overveen). De
Overveense Zanderijvaart in Nationaal Park Zuid-Kenne-
merland is van rond 1920. Aan het eind van deze vaart
is het principe van afzanden goed zichtbaar in het land
schap. In Santpoort-Zuid kan je aan de Bloemendaalse-
straatweg bij de Dekamarkt en ’t Brederode Huys - met
Jan Gijzenvaart met Schoterkerkpad, 1935. Op de achter
grond links de oude baanwachterswoning.
Stichting Santpoort najaar 2022
27
Beeldbank Noord-Hollands Archief