Samen naar de kerk De St. Bavokerk en kosterswoning (1903) in ca. 1910, gezien vanaf de Meerlenboschweg. Stichting Santpoort najaar 2022 29 In 1537 was de basis gelegd voor samenwerking tussen de dorpen en rond 1850 kwam daar nog een belangrij ke vervolgstap bij. Hierbij speelde ‘het geloof’ een grote rol. De boeren in Schoten waren overwegend katholiek, net als de blekers op Jan Gijzenvaart, die veelal uit het katholieke Brabant afkomstig waren. In die tijd was er op Jan Gijzenvaart geen kerk en op Schoten stond er aan het Santpoorter Voetpad een noodkerk, die onder de En- gelmunduskerk in Driehuis viel. Zowel Schotenaren als ‘Vaarters’ kerkten in die noodkerk. Rond 1845 werd het plan opgevat om een nieuwe kerk in Schoten te bouwen, maar het zou nog tot 1857 duren voordat de Sint Bavokerk aan de Rijksstraatweg werd ge opend. In de tussenliggende jaren brachten de bewoners van de twee dorpen geld bijeen door collecten, pinken en bollenveilingen, jaarmarkten en donaties van rijke Schotense boeren en Santpoortse blekers. Lange tijd had de Bavokerk vier kerkmeesters: twee uit Schoten en twee uit Jan Gijzenvaart. In het noordportaal van de huidige Mariakerk, gebouwd in 1937, zit nog een gedenksteen waarin de namen van de pastoor en de kerkmeesters van de eerst gebouwde kerk staan vermeld (na de annexatie van Schoten door Haarlem in 1927 werd de St. Bavo om gedoopt naar O.L. Vrouw van Zeven Smarten, de latere Mariakerk). vaart de vaarroute gebruikten. Via de Vaart en de Delft kon men ook Santpoort Dorp over water bereiken, waar ter hoogte van boerderij De Rode Paal een haven en een draaikom was (ligging bij het huidige Delftplein). Ook buitenplaatsen als Spaarnberg waren zo via het water bereikbaar, onder andere veel bouwmaterialen werden zo aangevoerd. De waterroute nam zelfs in belangrijkheid toe op het mo ment dat de zanderij stopte en op de afgegraven grond rond 1650 de blekerijen op Jan Gijzenvaart verschenen. De blekerijen betrokken de bleekgoederen uit de wijde omtrek (Vlaanderen, Duitsland, Frankrijk, Silezië, Enge land) en na bewerking ging de waar weer retour. Scho tenaren waren al bij de aanleg van Vaart en havenkom betrokken geweest, maar zagen ook brood in het vervoer van (bleek)goederen over water en weg. Omdat de be volking van Jan Gijzenvaart (270 zielen) zich in het seizoen (bleken is seizoensarbeid, april-oktober) verdrievou digde en in omvang de Schotense populatie oversteeg (meer dan 400 zielen in 1840), konden Schotense boe ren en tuinders hun producten en diensten prima aan de blekers kwijt. Bedenk daarbij ook dat de ambachtelijke blekerij karnemelk gebruikte voor het logen en witten van Haarlems Linnen. De Schotense boeren waren vooral melkveehouders, die extra omzet konden maken door melkverkoop aan de blekers en de tuinders leverden groenten en fruit. Beeldbank Noord-Hollands Archief

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2022 | | pagina 31