AUT0-GARAGE VAN LENT, HEEMSTEDE
VAN BREEMEN'S Brandstolfenhandei
enorme voorraad WOL,
WIM TEEUWEN - HEEMSTEDE
Aanzegshuizen
SPECIALE AANBIEDING
VOOR DE VROUW.
COACH f 2300 -
SEDAN f 2475.-
CABRIOLET f 2700.-
AUTOMOBIELEN
MOTOREN
RIJWIELEN
„Het Hoofd"-
RECEPT.
99
RAADHUISSTRAAT 21 TELEFOON 28037
Reparatie-Inrichting voor Rijwielen, Motoren en Automobielen
6
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT.
De menschen vonden hem een
raren sinjeur en lachten zoo'n beetje
om hem. Hij was een schriel man
netje met korte beentjes en een te
groot hoofd, dat steeds wiebelend
scheen te balanceeren op zijn hoog
boord. Hij droeg altijd een te klein
deukhoedje van een grauwige klein
en op zijn voorhoofd was steeds
een viezig lokje van zijn sprietig
haar.
Pieterson heette hij, maar de
menschen noemden hem „Het
Hoofd" en dat klonk dan nog al
spottend. Maar het deerde Pieterson
weinig, hoe de menschen over hem spraken en dachten.
Hij kwam heel weinig met de menschen in aanraking,
alleen op de schaakavonden zag men hem. Dan kwam
hij heel parmantig, met zijn dikke beentjes haastig voort-
dribbelend, en met iets als een vergenoegd lachje om zijn
mond, aangestapt, het groote schaakbord stevig onder
zijn armpjes geklemd. En dan was hij altijd over-beleefd
tegen de andere leden van de schaakclub.
„Dag meneer de president
De president heette Dommers en was een robuste kerel
met een vervaarlijke snor, waarvan de punten steeds naar
boven staken. Hij kon heel hard lachen, zoo hard, dat
het daverde in het kleine zaaltje van het koffiehuis, maar
die lach was niet erg hartelijk of oprecht. Er trilde een
vreemde, een valsche klank in door, en dat valsche was
er ook in zijn groote oogen, waarmee hij erg vorschend
kijken kon. Hij hield van deftigheid en als „Het Hoofd"
hem „Meneer de President" noemde, voelde hij zich wel
eenigszins gevleid, al was degene, die het zei, nu niet
bepaald erg getapt in de club.
„Wel Pietersonknikte de president dan joviaal,
„hoe is 't?Een nieuwe combinatie gevonden?"
„Ja, meneer de presidentik geloof 't wel."
Pieterson was de beste schaker van de club. Veel beter
dan al de anderen bij mekaar had eens de secretaris,
meneer Withoek, gezegd. En mijnheer Withoek was een
respectabel man met een onpartijdig oordeel, die het
groote schaak-tournooi in St. Petersburg had bijgewoond.
Maar de andere leden en vooral de president
vonden het niet te pas komen, dat Withoek hun capaci
teiten zoo kleineerde. Liever zagen zij „Het Hoofd" be
lachelijk gemaakt, zooals de president 't wel eens deed.
„Het Hoofd" met zijn phantastische combinaties!
Zij lachten er allemaal omDaar was geen aardig
heid aan... Pieterson maakte veel te veel een droge studie
van het edele schaakspel. Hij berekende alles van te
voren, drong zijn tegenstanders in posities en stellingen,
die hij tot in de fijnste bijzonderheden had uitgeplozen...
Zij geloofden heelemaal niet aan eenige genialiteit' van
de zijde van Pieterson.
Maar Pieterson zelf speelde niet voor de menschen. Het
liet hem koud, of hij met den president speelde of met
het kantoorklerkje, dat pas schaken geleerd had. Het
schaakspel was het eenige, wat hij op de wereld bezat
en hij beschouwde het veel meer als een kunst dan als
een studieHij speelde ook niet om te winnen, al
gebeurde het uiterst zelden, dat hij een partij verloor.
Hij bezigde elke maal een andere opening. Zijn manier
ran spelen was enthousiast en vol overtuiging, véél meer
dan een spel van droge, wiskundig-zuivere berekening.
Pieterson was niet getrouwd. Booze tongen beweerden,
dat hij vroeger een naaistertje had liefgehad, dat naast
hem woonde. En een enkele wist te vertellen, hoe „Het
Hoofd" haar nageloopen had met complimentjes en mooie
cadeautjes, en hoe zij hem onverwachts den bons ge
geven had. Na dien tijd moest hij erg veranderd zijn, veel
stiller en vreemder en nu keek hij nooit meer om naar
een vrouw.
Pieterson had geen vrienden. Hij was tegen iedereen
even beleefd en voorkomend, durfde nooit iemand te
tutoyeeren, al noemde de heele schaakclub hem bij zijn
naam of bijnaam.
Dit alles had Pieterson bij zijn stadgenooten voor goed
een beetje belachelijk gemaakt.
De dagen gleden troosteloos en egaal voorbij.
Maar toen kwam ook eindelijk „de" dag voor Pieterson.
De schaakclub was voortvarend en had een groot
meester uitgenoodigd, om in het stadje een simultaan-
séance te geven, welke uitnoodiging minzaam werd aan
genomen. En een algemeene vergadering werd er belegd,
waarin de president een gloedvolle rede uitsprak en de
leden aanspoorde, om de laatste dagen nog eens flink te
oefenen, en vooral de theorie te bestudeeren.
En toen ook had de president den naam Pieterson
genoemdhij vooral moest zorgen met eenige nieuwe
combinaties voor den dag te komen, ten einde den
meester te kunnen verschalken't was de eerste maal
geweest, dat de leden niet hadden gelachen om „de
combinaties van Het Hoofd". Want iedereen begreep het
wel: „Het Hoofd"dat was degene, die de eer van
de schaakclub zou kunnen ophouden.
Pieterson zei niets in de vergadering. Hij zat heel stil
inééngedoken, de handen over de borst gevouwen, naar
het gepraat van den president te luisteren. Maar in hem
was een vage blijdschap.
Toen hij naar huis liep, héél alleen in de donkere
straat, toen pas zag hij de op komst zijnde gebeurtenis
duidelijk voor zichEr zou een beroemdheid op
schaakgebied komen. En daar zou hij tegen mogen
spelen!'t Was of er iets opensprong in zijn lichaam.
Een blijheid doortintelde hemEn thuis zette hij
dadelijk het schaakbord voor zich neer, begon de stukken
op te zettenHij zou dus met zwart spelende
meester met wit
Pieterson tuurde voor zich op de wèlbekende stukken...
Als hij hiermede opende, danja, dan zou .hij, die
verdediging kiezen. En als daarnaMaar wamf-eï-r ril]
dat deedO, hij wist heel mooie voortzettingen, bij
zondere aanvallen, die hij nog nooit ergens in een boek
of tijdschrift gelezen had
In een stille, zich langzaam uitzettende verheugenis
bleef Pieterson die dagen thuis en speelde in zichzelf
schaak. In zijn verbeelding zag hij diten dat
Een ongekende voldoening gaf het hem. En een enkel
oogenblik slechts werd hij geplaagd door gevoelens van
zenuwachtig en onrustig verlangen naar dien grooten dag,
dat hij spelen zou tegen een schaakmeester.
Heel deftig stond het, al die tafeltjes met schaakborden
er op, keurig gericht naast elkaar. En ook de leden
waren bijzonder deftig in gloed-nieuwe jassen en mooi
gestrikte dassen. Vooral de president, die een roos in
zijn knoopsgat droeg en een donker-gestreepten broek
aan had. Alleen „Het Hoofd" had zijn dagelijksche jasje
aan, waarvoor hij een aanmerking kreeg van den presi
dent en enkele andere leden. Maar overigens was iedereen
te veel vervuld van den belangrijken avond, om erg op
de kleeding van Pieterson te letten.
Eindelijk kwam de schaakmeester voorgereden in een
deftige auto. Hij werd erg officieel door het bestuur
begroet en iedereen deed zoo beminnelijk mogelijk. De
schaakmeester was een lange, magere man, die tegen de
vijftig liep en reeds grijze haren had. Hij deed erg non
chalant, liep met de handen in de zakken en lachte.
Pieterson keek lang naar hem. Hij keek vooral naar
zijn gezicht en naar zijn oogen. Die zagen heel
scherp en intelligent de wereld in. Pieterson voelde zich
kleintjes en verlegen. Voor het eerst eigenlijk in zijn
leven bedacht hij, dat hij er misschien belachelijk uitzag
met zijn korte beentjes en zijn vergoord jasje. Hij streek
een beetje zenuwachtig met de handen door zijn haar.
Toen noodigde de president de spelers uit, aan hun
tafeltjes te gaan zitten. Pieterson zat in den versten hoek
van het zaaltje en tuurde op zijn bordNu zou 't
beginnende partij met dien langen man, die een
mééster was
Er heerschte opeens een vreemde stilte in de zaal.
Iedereen was gaan zitten, alleen enkele belangstellenden
stonden hier en daar achter de tafeltjes. Ook achter
den rug van Pieterson stonden er een paar. Toen liep
de schaakmeester de tafels langs en deed overal zijn
eersten zet. Pieterson, in spanning, zag hem komen, maar
hij keek niet naar de spelers, zijn oogen schenen gericht
op een vèr verwijderd punt.
De eerste zetten verliepen snel, maar daarna ging het
wat bedaarder. Voor ieder tafeltje stond de meester een
wijle stil, keek naar de stukken en sloot dan kort de
oogen. Plotseling opende hij ze dan weer, en deed een zet.
Pieterson dacht ernstig na en speelde een heel fijn
spel. Hij was nu kalm geworden, overwoog alle mogelijk
heden, bedacht een verrassende combinatie. Hij merkte
wel op, dat de schaakmeester bij zijn tafel wat langer
stilstond dan bij de anderen. Maar hij zag ook, hoe de
meester hem doorzag, iederen zet beantwoordde met den
besten tegen-zet.
Pieterson genoot er van. Dat was een heerlijk, fijn
spel. Bewondering vervulde hem voor diep langen,
mageren manZóó had nog nooit iemand tegen hem
gespeeld... Het prikkelde hem tot uiterst scherp denken...
Weer beproefde hij wat en weer werd hij doorzien,
kwam zelfs iets in het nadeel. Hij kreeg even een gevoel
van onrust, zijn zelfvertrouwen minderde. Enkele par
tijen waren reeds geëindigd, verloren door de leden. Ook
de president was mat gezet en hij ging toen dadelijk
naar het tafeltje van Pieterson, om te zien, hoe 't er
mee stond. Daarbij draaide hij heel gewichtig aan zijn
snorpunten.
Daar stond de simultaan-speler weer. Hij streek even
met de hand over zijn oogen heen en dacht. Toen deed
hij snel een zet. Pieterson was verbaasd. Hij begreep
dien zet niet. Wat was er de bedoeling van? De meeste/
gaf een paard prijs, het stuk stond ongedektEen
offer? Of een fout?Pieterson ging alles precies na...
Een foutieve zet concludeerde hij e^n vergissing
door te vlug spel. Hij zou het paard gerust kunnen
nemenWéér keek hij, peinsdeAls daar zijn pion
eens niet gestaan haddanAllemachtig, dan was
hij verloren geweestDat was mooiheel mooi.
Een zeer bijzondere zet, als daar niet die pion stond
i
I De meester had dit over het hoofd gezien, te véél op-
gaande in zijn combinatie.
Pieterson hoorde gemompel achter zich van den pre-
sidentZouden zij 't begrijpen? Zij dachten natuurlijk
alleen aan een verkeerden zet, zagen niet de bedoeling,
het mooie er van
Inééns, fel-duidelijk kwam er een besluit in hem op
gerezenHij zou het paard niet nemenHij speelde
toch niet om te winnenHij zocht naar een anderen
zet, een verdediging tegen het heel bijzondere aanvals-
plan van zijn tegenstander. Slechts enkele minuten restten
hem. De meester was nog maar twee tafeltjes van hem
j verwijderd.
Toen Pieterson zijn zet gedaan had, ging er een zacht
j afkeurend gemompel op achter hem„Verdomme!"
hoorde hij den president voor zich heen vloeken. Maar
Pieterson bleef onbewogen. Hij lette alleen scherp op het
I gezicht van den schaakmeester. Daar zag hij verwonde-
ring en daarna een vreemd lichten in de oogenHad
I hij hem begrepen?
i Pieterson speelde remise. Al de anderen hadden hun
j partijen verloren. De president trok hem aan een mouw.
„Verdomme „Hoofd", je had 't kunnen winnen."
„Welnéé," weersprak hij.
„Natuurlijkals je dat paard genomen had."
Maar „Het Hoofd" antwoordde niet. Hij glimlachte stil
voor zich heen.
En niemand van de schaakclub wist zijn blijdschap en
trots. Want toen hij naar huis wilde gaan, had de
schaakmeester hem ongemerkt terzijde genomen en hem
gecomplimenteerd over zijn spel.
„U heeft de partij gewonnen," had hij gezegd.
En Pieterson wist, dat de meester hem begrepen had.
OVER BLOEZEN EN NOG IETS.
Bloezen? Wie spreekt er eigenlijk
nog over bloezen? Een leider van een
groot mode-bedrijf zei dezer dagen,
dat er geen bloezen meer bestonden.
Er waren alleen nog maar casaques.
Het kan waar zijn, de bloezen, zooals
we die tien jaar geleden kenden, die
werkelijk ter hoogte van het middel
„bloesden" en daarna niets meer, die
zien we heel weinig meer. De bloes
is uitgerekt, tot ver beneden het
middel, waarna men het casaque ging
noemen in navolging van onze Fran-
sche zusteren. Ofschoon, den laatsten
tijd zien we toch veel meer de „bloe
zende" of beter nog, de „overbloezende" lijn in
onzecasaques te voorschijn komen. Welnu i
dan, hier zijn op de teekening een viertal der j
nieuwste modellen bloezen (en het lijfje van een
geheele japon, namelijk nummer 2 van links)
weergegeven. Nummer één van links is een bloes
van witte toile de laine, gegarneerd met een
galon, dat met een blauwe kruissteek gebor
duurd is. Er is 2.25 M. stof van 80 c.M. breedte
voor noodig. Het volgende lijfje is van zilver
grijze crepella, waaronder een plastron van heel
fijn geplisseerde rose crêpe. 2.25 M. stof van
1 M. breed is voldoende. Daarnaast een leuke
bloes van shantung naturel, versierd met een
monogram, dat in rood geborduurd is. Het
plastron is evenals de kraag en de manchetjes,
geschulpt en afgezet met een rood lintje. 2.75 M.
stof van 1 M. breed is voldoende. Ten slotte een
heel leuke bloes van rose shantung. Deze is
heelemaal recht, met een ceintuurtje van zwart
gemsleer en is verder afgezet met zwart lint.
En weet u, wat nu als het modernste sieraad
wordt beschouwd? Een drievoudig paarlen hals
snoer. Dat moet het allernieuwste zijn. Dus nu
weet u meteen, wat u op uw verlanglijst voor
jaardag of dergelijke kunt zetten.
Loes.
Een voedzaam en lekker nagerecht is rijst met
appelen. Op 2 ons rijst neemt men 1 K.G. zure
appelen, 1 ons suiker, 1/2 citroenschil en ruim
L. water. Snuifje zout. De gewasschen rijst
zet men met het water, zout en citroenschil op
flink vuur. Als het kookt, de geschilde, ge
vierendeelde en van klokhuis ontdane appelen er
bij. Op een zacht vuur gaar laten worden. Dan
de citroenschil er uit halen en er met een houten
lepel vlug de suiker door roeren, zonder de
korrels fijn te wrijven.
CHEVROLET
met haar krachtigen motor,
vierwielremmen enz., is in
alle modellen en diverse
kleuren uit voorraad lever
baar.
PRIJZEN:
BAKENESSERGRACHT 78
TEL. 10070.
SCHOUWTJESLAAN 23
TEL. 10848.
Vraagt onze Zomerprijzen
GEN. CRONJËSTRAAT 28 HAARLEM (Noord.)
ZANDVOORTSCHELAAN 34 HEE3ISTEDE. Tel. 26156.
Evenals ieder jaar, voorzagen wij ons tijdig van een
dewelke wij trots alle stijgende prijzen, ZEER VOORDEELIG kunnen
offreeren.
Evenals vorige jaren zijn ook de kwaliteiten der respectieve
lijke wolsoorten PRIMA.
Voor onze dames afneemsters nog een extra attractie waaraan
verder een ieder mee kan doen. Zie daartoe onze étalage.
Minzaam aanbevelend, J. H. J. PENDERS, BINNENWEG 30, HEEMSTEDE.
FORD TOURING '27, keurig in lakf 550.—
OAKLAND TWO SEATER met dicky seat 290.
RUDGE WHITWORD sportmod. H. D. 7/9 olijfgroen f 240.
als nieuwf 550.— INDIAN SCOUT 235.—
H.D. 7/9 groen 275.Alle motoren electr. met duo.
TOURIST Heérenr., dubb. remmen, V. T. lamp f 30.
W.K.C. Heerenr. remnaaf Bullilamp25.
UNITY motorlamp 25.—
Heerenrijwiel met bandrem, Bercolamp17.50