Leidsche Wollen Dekens.
GELUKSKANTOOR
B. A. CASSEE ZONEN
VERTEGENWOORDIGERS
mr STAATSLOTERIJ ~3M
Heden Ontvangen:
DEKENS,
VAN HUIS JANSEN
V
SPORT.
zR. f. rooijers,Getlipl. particulier verpleegster.
Zijlstraat 83. Ostadestraat 3.
Tevens voorhanden:
DONZEN-, WOLSA- EN GEWATTEERDE
Gemengd Nieuws.
92, WAGENWEG 92, heeft wederom in voorraad:
1/20, 1/io, 1/4, 1/2 en heele loten der Unie Mij. voor de 449e TREKKING.
Wij vragen voor Haarlem en Omstreken nog eenige actieve
NED. STAATSLOTERIJ.
„ALRO", Raadhuisstraat 90, Heemstede.
aannemers
beeed.
makelaars.
Nieuwbouw, Verbouwingen
Onderhoudswerken.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT.
VOETBAL.
Uit het H. B. C.-kamp.
H. B. C. I heeft haar ouden vorm blijkbaar
weer terug. In een goedgespeelde match wist zij
Excelsior met niet minder dan 51 te kloppen.
Dat Excelsior slechts eenmaal wist te scoren
dankte H. B. C. aan haar hechte verdediging,
terwijl de voorhoede vrij productief was.
Niet minder belangrijk was de strijd tusschen
T. Y. B. B. II en H. B. C. II. Dit werd op het
kantje af een 43 overwinning voor H. B. C.
H. B. C. III kwam onvolledig uit en moest
hierdoor de puntjes aan D. S. S. II laten, die
met 31 won. H. B. C. IV weet goals te maken.
Nu werd T. Z. B. III met maar even 110 in
gemaakt. H. B. C. V ging naar Hillegom, waar
zij Concordia III een 20 nederlaag toebracht.
De 5 wedstrijden brachten dus 8 punten op,
zoodat het een succesdag voor H. B. C. genoemd
mag worden.
Op het Sportpark een minder belangrijk
program.
Geel Wit IITeylingen II deelden de puntjes
22.
Geel Wit IV en R. K. V. Z. IV moesten in
Onze Gezellen II en Alliance IV hun meerdere
erkennen, door resp. met 2—0 en 62 te ver
liezen.
DAMMEN.
Groepenwedstrijden bij St. Bavo.
Uitslag van de deze week gespeelde partijen.
Groep I: B. Stevens 20 J. Drayer; J.
Stevens xx P. Veen (afgebroken).
Groep II: J. v. d. Zwai 20 T. Broekman.
Groep III: H. v. d. Erf 02 J. A. Prins; H.
v. d. Erf 20 A. Broekman.
Stand. Groep IB. Stevens 6 puntenJ.
Drayer 2 punten; P. Veen 0 punten; J. Stevens
0 punten.
Groep II: J. v. d. Zwan 4 punten; T. Broek
man en Jac. Warmerdam 0 punten.
Groep III: J. Prins 3 punten; H. v. d. Erf
2 punten; A. Broekman 1 punt.
PÉDICURE, MANICURE, MASSAGE.
BRONSTEÊWEG 52 HEEMSTEDE.
Om den St. Bavobeker.
Voor den wisselbeker, uitgeloofd door de
damclub „St. Bavo" alhier, wordt hedenavond
in het R.K. Vereenigingsgebouw gespeeld tus
schen St. Bavo en T.E.P.
Dinsdag 23 October zal gespeeld worden
tusschen Gezellig Samenzijn en S.D.O., welke
wedstrijd eveneens gespeeld wordt te Heemstede.
Vermoedelijk zal Vrijdag 26 October de finale
gesneeld worden. - i
Telefoon 11307
een pracht-collectie
in prima kwaliteiten.
DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN
ROTTERDAM EN DE HOUDING VAN DEN
ROTTERDAMSCHEN GEMEENTERAAD.
De tweede stad des lands heeft weder een
burgervader gekregen tengevolge van de be
noeming van Mr. P. Droogleever Fortuyn tot
Burgemeester van Rotterdam.. Waar de be
noemde heeft getoond bijzondere bestuurs-
capaciteiten te bezitten, en waar hij beschikt
over een bijzonderen tact die hem in de leiders
functie in den Gemeenteraad wel zal te stade
komen, is er alle reden om Rotterdam met deze
benoeming geluk te wenschen.
Intusschen, de Gemeenteraad van Rotterdam
staat bekend als een heel zonderling college,
waar nu eenmaal alles mogelijk schijnt; men
denke slechts aan de grollen van den communist
van Burink. De Raad stond dan ook aan een
der politieke fracties, die gaarne een der Wet
houders tot Burgemeester benoemd had gezien,
toe om een interpellatie te houden, en zoo waar,
de Raad liet zich zelfs verleiden moties aan te
nemen, waarin twee grieven werden uitge
sproken: Ten eerste dat er geen overleg was
gepleegd met het College van B. en W. of Tijffr
zijn afzonderlijke leden, en ten tweede dat "He
benoeming niet zou zijn in overeenstemming
met de politieke verhoudingen in den Raad.
Hiermede is de Rotterdamsche Raad wel heel
erg gederailleerd, en veel pleizier heeft hij dan
ook van de zaak niet gehad. Want Minister Kan
heeft tot den Raad een open brief gericht, waar
over gansch Nederland nog gnuift. De Minister
begint met de mededeeling, dat nimmer zoodanig
overleg wordt geopend: hij wijst er op, dat het
natuurlijk B. en W. vrij stond om zich tijdig tot
de Regeering te wenden, maar dat zij in dit op
zicht in gebreke zijn gebleven. Immers de
vacature heeft twee maanden bestaan zonder
dat zij van dit recht gebruik hadden gemaakt.
Voorts merkt de Minister op, dat waar het de
bezetting van een zoo uiterst zwaren en belang
rijken post geldt als het burgemeesterschap van
Rotterdam, de politiek moet achterstaan bij de
geschiktheid (men denke aan de benoeming
van Burgemeester De Vlugt te Amsterdam)En
tenslotte verklaart de Minister, dat hij in de
uitspraak van den Gemeenteraad slechts een
poging kan zien van dit college om zich een
bevoegdheid aan te matigen in strijd met ons
grondwettig en wettelijk bestel.
Waar hiertegen weinig in te brengen is, is
het geen wonder, dat de houding van den Rotter-
damschen Raad algemeen als een blamage wordt
gekenschetst, en terecht merkte een blad als
„De Nederlander" op, dat het aanvragen van
deze interpellatie een vergissing is geweest,
welke h.i. niet te poedig ongedaan kan worden
gemaakt. Intusschen, de interpellatie is gehou
den, en men is nog verder op het verkeerde pad
afgegleden door een uitspraak, die niet des
Raads is en bovendien het gezag van de verant
woordelijke Overheid aantast.
DE OORSPRONG VAN DE DAHLIA.
Nu de Dahlia's bloeien, zullen wellicht velen
de groote regelmatige bloemen in hun tuin be
wonderen, zonder zich af te vragen, hoe wij
eigenlijk aan deze fraaie plant komen. Het is
niet van algemeene bekendheid, dat de Dahlia,
die thans in den herfst een sieraad onzer tuinen
is, niet enkel om haar schoonheid in Europa is
ingevoerd.
Het was de Zweedsche botanicus Andreas
Dahl, die haar in 1788 in Mexico vond. In
Europa teruggekeerd, toonde hij zijn vondst in
Fransche en Duitsche kweekerijen, waar de
plant de belangstelling der kweekers trok, niet
echter door haar bloemen, doch voornamelijk
door haar knollen.
Het was in de dagen toen men vooral naar
nuttige planten en voedingsmiddelen zocht, de
tijd van Parmentier en de aardappelen. Men
vond de bloemen der plant, die toen nog enkel
waren, vrij aardig; de eene variëteit had roode,
de andere een weinig kleinere gele bloem
bladeren, maar haar groote knollen hield men
voor een uitmuntend voedingsmiddel, dat de
„parmentière" overtreffen zou. De bladeren
zouden ook, zooals men meende, met voordeel de
spinazie kunnen vervangen. Weldra betwistte
men, als aan Columbus, ook aan Andraes Dahl
den naam zijner uitvinding. Zoo heeft men be
weerd dat de bloem haar naam zou ontleenen
aan een Russisch landschapschilder, Wladimir
Dahl, die een werk over botanie schreef. De
Heemstede f8.12 9.53
Haarlem fa8.17 9.58
Amsterdam f8.34
HALTE HEEMSTEDE—AERDENHOUT.
11.47 13.07 16.52 18.18 19.18 20.23
11.52 13.12 16.57 18.23 19.23 20.28
17.13
Amsterdam
Haarlem f7.38 9.43 12.42
Heemstede f7.43 9.48 12.47
AMSTERDAM—HAARLEM—HEEMSTEDE.
f9.27 f 17.27
14.04lpr 16.20 Z16.38 17.43 18.40
14.09^ 16.25 Z16.43 17.48 18.45
Heemstede f7.43 9.48
Leiden f8.13 10.17
Den Haag f8.29
Rotterdam
HEEMSTEDE—DEN HAAG—ROTTERDAM.
12.47 14.09 16.25 16.43 17.48 18.45
13.18 14.39 Naar 17.14 18.17 19.15
*13.35 14.56 Noord- 17 30 19 30
*14.01
Noord-
wijker-
hout
20.11
20.16
20.16
20.46
21.01
23.50
23.55
22.05
22.10
22.10
22.40
22.55
23.20
23.36
23.41
23.41
23.59
0.15
0.38
ROTTERDAM—DEN HAAG—HEEMSTEDE.
Rotterdam
Den Haag z9.08 11.02
Leiden f7.43 9.24 11.18
i Heemstede f8.12 9.53 11.47
Van
Noord-
wijker-
hout
13.07
f 17.08
17.33
16.22 17.49
16.52 18.18
t Niet op Zon- en feestdagen. Zaterdags, z A'.leen Zondags.
18.32 19.37 23.05
18.49 19.54 23.21
19.18 20.23 23.50
a Stopt alleen tot het uitlaten van reizigers.
Duitsche naam Georgine werd haar gegeven
door von Wildenow, ter eere van J. G. Georgi,
hoogleeraar te St. Petersburg; een ander vond
den naam Trieocladus poëtischer. Toch triom
feerde eindelijk de naam Dahlia, niet echter het
nuttig gebruik. Het minst kieskeurige van onze
TREKKING 19 NOVEMBER A.S.
Wederom verkrijgbaar: „ALRO" Oblig.
Certificaten met Ongev. Yerz. uitloting a
pari volgens aanwijzing der
Overal verkrijgbaar en in het Ass. Kantoor
Solide AGENTEN gevraagd tegen
hooge provisie.
huisdieren haalt voor de knollen knorrig den
snuit op. In het begin der 19de eeuw geraakte
de dahlia een tiental jaren uit de mode; haar
plaats werd ingenomen door de hortensia, die
juist uit Japan was ingevoerd en aldus genoemd
werd naar de koningin van Holland, Hortense de
Beauharnais. In 1814 echter kwamen nieuwe
variëteiten van de dahlia; men vond de kunst
uit haar te verdubbelen, haar in allerlei kleuren
te verkrijgen, van het zuiverste wit tot een
purper dat op zwart gelijkt, alle kleuren, behalve
het veelbesproken en veelgezochte blauw, en tot
heden heeft zij zich in haar hoogen rang als
herfstbloem weten staande te houden. Ge
kweekte en uitheemsche planten worden veelal
genoemd naar den eersten kweeker of naar den
importeur. De fuchsia, het eerst door Plumier
beschreven, ontleent haar naam aan Leonard
von Fuchs (15011565), een kruidkundige te
Tübingen, die haar in 1542 naar Europa over
bracht. Zoo heet de begonia naar den Franschen
natuurkenner Begon, en de camelia naar den
zendeling Camellus of Kamel, apotheker der
Moravische broederschap op Manilla, die in 1731
de eerste prachtsoorten dezer bloemen uit Japan
in Frankrijk importeerde. Hij zelf noemde ze
Japansche rozen, maar zijn vrienden herdoopten
ze in camelia's. De naam van Frangois Magnol
(f 171-5), professor in de kruidkunde te Mont-
pellier, leeft voort in de magnolia-soorten, door
hem uit Amerika en Azië naar Frankrijk over
gebracht.
Telefoon 15468
Meesterlottelaan 12.
Pensionhoudster: „Het spijt
me, maar alles is vol. Zelfs
de waschlijn is verhuurd aan
een koorddanser."
(Passing Show.)
ARBEIDSTHERAPIE OP MEER-EN-BOSCH.
Wat de verpleegden er doen.
In „De Macht van het Kleine", het driemaan
delij ksch orgaan van de Halve-Stuiversvereeni-
ging, vertelt Br. J. A. Hoekendijk onder het
hoofd: „De zeven resultaten" een en ander over
de werkzaamheden van de verpleegden op Meer-
en-Bosch, waaruit ten duidelijkste blijkt, welk
een weldadigen invloed het verblijf in dergelijke
stichtingen heeft op het moreel der toevallijders.
Aan dit interessant artikel is het volgende
ontleend
„Stel u voor" aldus Br. H„ die ons eerst de
kranken wil laten zien buiten de Inrichtingen, in
een maatschappij die hen niet accepteertin een
omgeving, waarin ze niet begeerd wordenin een
kring van menschen, die hen veelal buitensluit,
of, wat nog erger is, hen met een pijnlijk aan
doend medelijden beziet en behandelt „stel u
voor een kind, dat tot de ontdekking komt de
zorg van, de druk op het heele gezin te zijn. Daar
moet altijd iemand thuis blijven, omdat de jeug
dige toevallijder niet mee kan op visite of naar
familie waar hij gevreesd wordt, en omdat hij
toch ook niet alleen thuis kan blijven, want er
moest eens „iets" met hem gebeuren. Moeder zou
b.v. uit werken kunnen gaan en nog wat bij ver
dienen als vaders loon te klein, of de man des
huizes zonder werk, ziek of dood is, maar dat
gaat nu niet, want waar moet ze met haar onge-
lukkigen jongen naar toe? Het heele gezin zou in
welvaren toenemen als er niet één was, die niets
verdiende en die juist zooveel aan al dat ge-
dokter kost. Moeder zou haar hoofd straks rustig
kunnen neerleggen, want zij is zoo moe van het
zware leven, nu zijn haar kinderen bezorgd op
één na, als zij niet met angst dacht aan wat er
van haar armen jongen worden moet als zij er
niet meer is. Op een kwaden dag wordt het den
lijder duidelijk, soms zoo heel liefdeloos duidelijk
gemaakt, dat hij het is, die den vrede in huis, het
welvaren van het gezin, de rust van moeder be
let, en dan groeit er in dat hart een bitterheid,
een wrok tegen God en de menschen.
Stel u voor een werkman, die om zijn toevallen
zijn betrekking is kwijt geraakt en nu overal
tevergeefs aanklopt om werk. Hij kan en mag
niet verbergen wat de reden was van zijn ontslag
elders, en daardoor komt hij nu ook nergens
klaar. Hij kan een bekwaam vakman zijn, maar
men durft het niet met hem te wagen en men
ziet hem ook niet voor vol aan. Daar zijn wel an
dere, volle krachten te bekomen, waarom zou
men dan een man nemen, die elk oogenblik gevaar
loopt een toeval te krijgen! Wie weet, wat men
daarmee zou te stellen hebben! Bovendien, hij
blijft altijd een kracht waarop men niet kan
rekenen, want juist op het oogenblik als men
hem noodig heeft kan hij onwel worden. Het is
wel hard, maar als toch iemand het met hem
wagen moet, laat dat dan maar een ander zijn.
Op meer of minder vriendelijke, vreesachtige
wijze wordt hem dat duidelijk gemaakt. De man
moest toch begrijpen, dat hij in onze veeleischen-
de maatschappij niet thuis behoortEn dat gaat
hij dan ook wel begrijpen, daar zorgen de lieve
menschen wel voor. Is het wonder, dat hij zich
tegen deze samenleving keert en vloekt op allen
en alles?"
Na meer dergelijke voorbeelden te hebben ge
geven, vervolgt de schrijver:
„Ziedaar de epilepticus, zonder levensbestem
ming, zonder doel, zonder vooruitzicht, omdat
j zijn leven zonder inhoud is. Hem wordt zelfs
geen kans gegeven er iets van te maken. En een
ander kan er niets van maken. Waar moet dat
heen
Op deze vraag antwoordt Br. Hoekendijk:
„Daar wordt tegenwoordig zooveel nadruk ge
legd op de noodzakelijkheid van arbeidstherapie
bij de verpleging van toevallijders en alle zenuw
patiënten. Maar vóór meer dan 40 jaren werd
daarover hier nu wel niet zooveel gesproken,
doch ze werd beoefend. Van den aanvang af heb
ben we gevoeld: arbeid, beteekenende arbeid,
waarvoor een mensch zich graag inspant, dat
hebben onze kranken noodig. En die arbeid werd
gezocht en gevonden, niet zoozeer uit econo
mische overwegingen, maar met het oog op de
intense behoeften onzer kranken. Daarom is
wellicht die arbeid niet zoo voordeelig geweest
als misschien mogelijk was, maar de heilzame
werking er van hebben we ervaren.
Zoolang en zooveel maar eenigszins mogelijk
moeten al onze patiënten werken. Voor de
vrouwen vond men dien arbeid in de huishouding,
naai- en linnenkamer, waschhuis en keuken.
Daarin kreeg ieder een taak, en zelfs zij, die
geloofden niet meer te kunnen werken, kwamen
tot de ervaring, dat ze best nog wat nuttigs
konden doen. En het werd en wordt met dat
werk ernstig genomen, zoodat er bepaalde werk
tijden en rusturen zijn. Daar wordt werk
gedaan, waarvan ieder weet, dat het op bepaalde
uren of dagen gereed moet zijn. Daar hangt van
dat nauwgezet werken veel af, dat moet ieder
verstaan zou zij haar taak als een beteekenende
zien.
Maar nu de mannen? Dat was een grootere
vraag. Een deel van hen kon ook aan huisarbeid
wennen en bracht het daarin zelfs zoover, dat
hun werk voor dat der vrouwen niet behoeft
onder te doen. Nog nooit hebben wjj b.v. ge
hoord, dat de gebouwen en zalen der Inrichting
te Haarlem zindelijker of gezelliger zijn dan die
te Heemstede waar de mannen werken, of dat
daar de aardappelen zuiniger geschild of de
groenten beter schoongemaakt wordt. Men kome
maar eens zien. Dan was en is daar voor de
mannen de tuin, waaruit groenten en bloemen
moeten komen. Het zou wel veel wijsheid en
geduld vergen hun daarin te werk te stellen,
maar ook dat ging, en velen der kranken ge
voelen zich verantwoordelijk voor wat de tuin
en de kassen opleveren. Maar niet ieder kan of
wil tuinieren. Langzamerhand kwamen de werk
plaatsen: Kleermakerij, timmerwinkel, matras
makerij, schilderswinkel, mattenvlechterij, boek
binderij, en andere z.g.n. stille bedrijven. Zoo
ontstond voor ieder een gelegenheid naar aanleg,
wensch, behoefte en vermogen. En ook hier
moest alles stipt en ernstig gedaanonder werk
tijd moet er ook met het gansche hart gewerkt
worden. Zeker, daar hapert wel eens wat aan,
daar wordt wel eens wat vergeten en verzuimd.
Vandaag wordt door één toeval wel eens vernield
wat gisteren of vorige week met moeite werd
geplant. Daar zijn schaduwzijden, ik weet het
ook wel. Maar daar gaat het nu niet om. Het
is hier niet de vraag of de Zusters en Broeders,
die bij dezen arbeid leiding hebben te geven het
soms moeilijk hebben en teveel zien gevergd van
hun geduld. 'Ook niet of de financieele resultaten
wel zoodanig zijn als men van zulk een groot
aantal arbeiders mocht verwachten. De hoofd
zaak is, de levensinhoud, de taak, die velen
daarin vinden, zoodat ze zichzelf niet meer als
onbruikbare menschen hebben te zien. Zóó, dat
ze wel eens over hun werk en het welslagen
daarvan tevredep kunnen zijn. En dat doel wordt
bereikt."