s-ÉËiA A. HUISKAMP's Manufacturenhandel BIJZONDERE UITVERKOOP wegens verplaatsing der zaak. j Ruime keuze KERSTGESCHENKEN BOEKHANDEL B. D. GIMBEL. I OP ALLE ARTIKELEN 20 °L KORTING VOOR DE VROUW. SIGARENMAGAZIJN FRED. ROT, BRONSTEEWEG 4A. - TELEF. 28321. i j3&: DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT. ONS KERSTIDEAAL. Wederom is het feest aan gebroken, dat de Christen heid over de gansche wereld steeds als hoogtepunt van haar vierdagen heeft be schouwd. Alom valt men in aanbidding voor het Licht, dat ruim negentien eeuwen geleden opging over de wereld. En alom leeft de zelfde gedachte, hetzelfde verlangen, dezelfde hoop en dezelfde bedehet vredesideaal. Het Kerstideaal De wereld ziet en voelt haar idealen; zij ver langt, zij hijgt er naar. Wij weten, dat een ideaal niét gemakkelijk werkelijkheid kan worden. Ook ons Kerstideaal, dat den in- en uitwendigen vrede tot inhoud heeft, kan nimmer ten volle worden verwezenlijkt. Maar toch, als het Kerst mis is, staan we weer even stil, slaan we weer den blik omhoog waarin een bede van geloof en vertrouwen in ons ideaal. Het Kerstideaal reikt veel verder, veel dieper dan de volkerenstrijd alleen. Want zou de ge wapende oorlog inderdaad al tot het verleden behooren, die andere strijd: de economische, blijft voortbestaan. Burgers van denzelfden staat blijven, zuiver om materieele motieven, vijandig tegenover elkander staan. Wanneer de Schepper aller dingen zijn blik laat rondwaren over de aarde, hoe bedroefd moet het Hem dan stemmen, dat al die menschen, die ieder op zichzelf o zoo gaarne het goede, het schoone zouden willen nastreven, in strijd naast elkander blijven voortleven. Daarom is het zoo moeilijk te gelooven, dat op aarde nogeens algeheele vrede zal heerschen, waardoor de Goddelijke gedachte in ons aardsch bestaan tot volledige ontplooiing kan komen. Met Kerstmis echter koestert het verlossings mysterie van Christus' geboorte onze harten, en verkwikt het onze gedachten. Dan overpeinzen we weer den weliswaar zoo uiterst langzamen vooruitgang van het vredesideaal, maar spreken toch ons geloof uit: ééns zal het komen. Want de wereld, waarin zoo ontzaglijk veel stroomin gen woelen en bruisen, zoekt naar verlossing. Er is een geweldige worsteling om te komen tot een nieuwen tijd, tot een betere samenleving, maar alles wat de wereld hunkerend zoekt is tenslotte: vrede. Vrede tusschen de volkeren, vrede tusschen de menschen, vrede op staat kundig, politiek en economisch terrein, vrede ook voor de eigen ziel. Het Kerstideaal! De aloude Kerstgedachte doet weer onzen blik hopend verwijlen in een verre toekomst. Onze huizen zijn weer vervuld van de oude vreugde en de oude zangen, onze harten zijn opnieuw vol van de woorden van Nicolaas Beets: Daar is uit 's werelds duist're wolken Een licht der lichten opgegaan. Komt tot zijn schijnsel, alle volken! Het komt de schaduwen beschijnen, De zwarte schaduw van den dood; De nacht der zonde zal verdwijnen, Genade spreidt haar morgenrood. SPOTKOOPJES IN VERSCHILLENDE ARTIKELEN. ZIET ONZE ETALAGE EN DOET UW VOORDEEL. KERSTVERSIERINGEN. INGEZONDtN. WINTERLEZINGEN TE HEEMSTEDE. 't Is niet mijn bedoeling te trachten een ver slag te geven van de op Vrijdag 14 Dec. j.l. door Prof. Aalders gehouden lezing, nog minder daarop critiek uit te oefenen: het eerste laat ik gaarne over aan hem, die daarvoor is aange wezen, het laatste aan dengene, die er zich toe geroepen gevoelt. Ik wenschte slechts de Commissie, wier streven, uitstekende sprekers met zeer belangrijke onderwerpen voor ons te doen optreden, ik met vele anderen ten zeerste waardeer, beleefd te wijzen op een omstandig heid, die op den duur zeer zeker van ongunstigen invloed op het bezoek zou moeten zijn, n.l. de onvoldoende verwarming van het kerkgebouw. Ik besef volkomen, dat een Commissie, die dergelijke lezingen organiseert, met verschil lende moeilijkheden heeft te kampen, ook met financieele, waardoor ze niet altijd kan wat ze gaarne zou willen. Maar ik meen toch, dat ze ernstig dient te overwegen, op welke wijze voor het vervolg in het genoemde bezwaar kan worden voorzien. Verhooging van den prijs der kaarten, ver mindering van het aantal lezingen tot vier, zijn wellicht middelen om te geraken tot een betere verhouding tusschen inkomsten en uitgaven. In elk geval dient iets te worden gedaan, wil men op een talrijk bezoek kunnen blijven rekenen. Bij een temperatuur, zooals die op den bewusten avond in de kerk was, gevoelt men zich zóó on behaaglijk, dat het moeite koste zijn aandacht van het begin tot het einde bij den spreker te bepalen. Zelfs komt men tot de vraag, of een verblijf van een paar uur in zulk een koude omgeving wel zonder gevaar is voor de ge zondheid. U, geachte Redactie, mijn dank voor de opname. EEN TOEHOORDER. EN NU: EEN BALJAPONNETJE! Welk jong meisje gaat er in den wintertijd, al is het misschien ook maar één enkel keertje, niet eens naar een feestje, een bal, een uit voering, een dansavondje? Daarom geven we dezen keer een eenvoudig model voor een dans- japonnetje, terwijl het patroon vrij duidelijk aangeeft, hoe het gemaakt moet worden. Voord voor de baljaponnetjes is op het oogenblik de ongelijk hangende rand van den rok „mode"'. Baljaponnetjes moeten om modieus te zijn bovendien heel ruim zijn. De rechte, gladde jurken zijn bepaald uitgebannen. Ruim, soepel, van een soepele stof, als crêpe georgette, mousseline, tulle zelfs, moeten ze wezen. Tulle ziet men heel veel, vooral de zoogenaamde zijd® tulle. Het op de teekening aangegeven model was feitelijk bedoeld om gemaakt te worden van tulle, maar dan natuurlijk met twee, drie of vier dikten voor den rok. We hebben zelfs een model- japon van een groot mode-huis gezien, waarbij de rok uit 6 „lagen" tulle, over elkander, bestond. Neemt men maar één „laag" tulle, dan moet er een rok van crêpe onder gemaakt worden, die precies de lijn van den tullen rok volgt, en waar mee deze dus als het ware gevoerd is. Het lijf je is glad, met van voren aan de taille twee ronde stiksels, en van achteren één. Op het patroon staat maar één dikte voor den rok aangegeven. Neemt men er verschillende op elkaar, dan is voor elke „dikte" 8.10 M. stof van 1 M. breedte noodig. Voor één rok alleen en het lijfje is maar 4.15 M. stof van 1 M. breed noodig, voor een maat 44. Met 10 M. stof maakt men dus 3 „dik ten" rok. De onderste rok moet iets korter zijn, dan de rok die er onmiddellijk bovenop gedragen wordt, enzoovoort. De langste bedekt ze ten slotte allemaal. Onder de tulle moet steeds een dessous van dezelfde kleur als de tulle gedragen worden. Indien mogelijk, make men het lijfje ook van dubbele tulle, omdat dit sterker is en men een beter verzorgd model krijgt daardoor. Hals en armgaten zijn afgezet met een dubbele bies van tulle. De tulle rok is van onderen niet gezoomd nog geboord, alleen maar heel gewoon afgeknipt, dat is al! Loes. RECEPTEN. Een bijzonder smakelijk schoteltje is: eieren met kerry-saus. Op 4 eieren neemt men 14 liter water, 1 eetlepel boter, 1 lepel bloem, 1 thee lepeltje kerry, 1 uitje en 1 maggi-bouillonblokje. Men kookt de eieren hard. Intusschen bereidt men de saus door de boter met de bloem, de kerry en het fijngesnipperde uitje samen op een zacht vuur te roeren, tot het mengsel lichtbruin is. Dan langzamerhand den bouillon (water met blokje) er bij gieten, onder voortdurend roeren. Het sausje even laten doorkoken en de eieren pellen. De saus door een zeef gieten op een ver warmd schaaltje, waarna men er de door midden gesneden eieren in legt, met den witten kant naar boven. Ommelette met kaas maakt men van 4 eieren, '/2 lepeltje zout, 1 theelepeltje maggi's aroma, 2 eetlepels melk, 4 eetlepels geraspte kaas, 1 platte eetlepel boter. De eieren worden met zout en aroma goed geklopt en dan met de melk en Kerstmis staat voor de deur en allerwege bereidt men zich voor het feest van vrede en liefde op waardige wijze te vieren. De Kerst- potten van het Leger des Heils, die op uw gave wachtten, de mooie Kerst-étalages in de winkels, het vriendelijk zacht-roodeschijnsel der lampen, dit alles heeft ons reeds een week lang in de Kerststemming gebracht, en in tallooze huizen zijn vader of moeder ijverig bezig den Kerst boom te versieren, die straks de juichende kleinen met zijn lichtjes en geschitter in ver rukking zal brengen. En daarbij blijft het niet, want Kerstmis is bij uitstek het feest der huise lijke gezelligheid en deze gezelligheid wordt verhoogd, door in de geheele kamer passende versieringen aan te brengen. Kwistig wordt met hulst, rood papier en kaarsen gewerkt om niet alleen den hoek waar de Kerstboom staat, maar de geheele woonkamer een feestelijk aanzien te geven en ook de Kerstdisch krijgt zijn aandeel in de versieringen, tot vreugde van jong en oud. Wie over weinig fantasie, maar een ruime beurs beschikt, gaat naar den winkel, en koopt allerlei Kerstversieringen kant en klaar. Wie minder goed bij kas is, kan ze ook zelf maken. De kosten zijn dan gering en bovendien geven deze zelfvervaardigde Kerstversieringen nog meer voldoening, temeer nog, daar zij kunnen worden gemaakt van dingen, die gewoonlijk in den vuilnisbak terechtkomen. Het is verwonderlijk, wat in dit opzicht te bereiken is. Een vindingrijke geest en handige vingers kunnen van ledige garenklosjes, stukjes carton, waar garen of zijde op gewonden zit, en al dergelijke totaal waardelooze dingen met behulp van wat lijm en wat „Ripolin" tot aller aardigste en smaakvolle Kerstversieringen wor den gemaakt. Van enkele garenklosjes en een paar dunne latjes of stevige strookjes bord papier kunnen b.v. alleraardigste kandelaars voor drie en zelfs meer kaarsen gemaakt worden, die als tafelversiering zeker hun effect niet zullen missen. Een kleurtje geeft er natuurlijk de „finishing touch" aan. Voor de kinderen is het alleraardigst, houten kegels door middel van een papieren jurkje en mutsje in snoezige pop petjes te veranderen, waar zij veel pleizier in hebben; ja als men hen daarin aanmoedigt, doen zij veelal zelf dergelijke werkjes met groot pleizier. En welk een voldoening is het niet voor de kleinen, als hun Kerstversieringen, die zij zelf hebben vervaardigd al is het dan ook met hulp van vader of moeder op tafel prijken en het aanzien van den Kerstdisch ver- hoogen kaas vermengd. De boter in de koekenpan heet maken (niet bruin) en het eiermengsel erin gie ten. Roeren, totdat de eieren volkomen gestold zijn. Elk gaatje telkens laten volloopen. Is alles goed gestold, dan natuurlijk niet meer roeren. Bij het opdoen rolt men de ommelette op als een pannekoek. ONZE KERST-ETALAGE IS GEREED. 'O WEGENS BOEDELVEREFFENING. FEUILLETON. HET DINER. 5) „Nee, Verschoor, wat anders. Ik heb morgen avond een rijtuig noodig, dat er drie minuten voor zeven moet zijn, om me naar den Burge meester te brengen." „Zal niet gaan, meneer." Verschoor keek een beetje bedremmeld, want hij deed Bas niet graag ongenoegen. „Waarom niet?" vroeg deze verbaasd. „Ik heb maar één paard," bekende Verschoor. Trui heeft kou gevat en een gezwollen lijf van den haver. We hebben der al afgedraafd, maar 't stomme dier heeft 't erg te pakken." „Maar dat andere paard kan toch wel rijden?" „Dat is wel zoo," beaamde Verschoor, „maar die is al besteld. Net vijf minuten geleden is meneer Knop hier geweest en die moest ook met alle geweld een rijtuig hebben om drie minuten voor zevenHangt die ouwe heer zoo aan de klok?" Bas antwoordde niet, Knop was hem vóór geweest. Hij zou om zeven uur precies arriveeren en zeker tien minuten over tijd zou hij, Bas, er eerst kunnen zijn. Wat doen? Zeggen, dat zijn paard onderweg gestruikeld was? Of dat de koetsier hem in den steek had gelaten? Dun netjes, erg dunnetjes „Dus meneer," zei Verschoor, zelf verlegen met het geval, „het spijt me wel, maar u be grijpt I Maar Bas kreeg ineens een heerlijk denkbeeld, j een idee, dat hem deed grijnzen van genoegen en 't kostte hem moeite, niet te juichen van plezier; hij bedwong zich echter en zeide on- verschillig: „Nu Verschoor, dat is nog geen man over boord. Dan haal je mij om tien minuten voor zeven, hè? Dan kan je nog makkelijk om drie minuten voor zeven bij meneer Knop zijn!" „Als dat goed iszei Verschoor verheugd. „Welzeker," glimlachte Bas. „Wie rijdt er? Kobus zeker? Ja? Nu, tien minuten voor zeven I dan." Hij verliet de stal en maakte op straat nog even een praatje met Verschoor's knecht, die hem morgenavond zou rijden. Eerst over het mooie weer, toen over het feest van den vorigen dagen toenover iets, waarover slechts fluisterend gesproken werd en besloten werd met een knipoogje van weerskanten. I Precies zoo'n knipoogje van verstandhouding was den volgenden avond gewisseld, toen Bas, keurig in avondtoilet gestoken, uit zijn woning kwam en 't rijtuig inwipte. 't Was tien minuten voor zeven. Als Kobus zich nu maar aan de afspraak hield Bas hield zijn hart vast. Daar was 't Post kantoor al. Nu de Markt over en dan zou hij zóó de Voorstraat inrijden. Maar neen, juist voor 't Postkantoor begon Bruin minder vlug te loopen. Kobus hield in, sprong van den bok en rommelde aan de strengen. Bas stak zijn hoofd buiten 't raampje. „Wat is er, Kobus?" Meewarig schudde deze 't hoofd, ,,'t Kraakt zoo leelijk, meneer," zei hij, flink luid, omdat de Postdirecteur aan de deur stond. „Ik ben bang, dat die ééne boom gek gaat doen." „Zal 'k gaan loopen vroeg Bas, erg onrustig. ,,'n Oogenblikkiekalmeerde Kobus. „Eerst even kijken, misschien, dat 't nog gaat..." Zijn inspectie nam vijf minuten in beslag. Het bleek nogal mee te loopen, want hij sprong op zijn verheven zitplaats en Trui zette zich in beweging in een tempo, dat juist voldoende was, om te arriveeren klokslag zeven uur voor's Burge meesters woning. In de hall stond baron van Voorthuyzen. Hij keek op zijn polshorloge, kwam op Bas toe en zeide, vriendelijk lachend: „Ah, meneer Boes. U is een man van uw tijd. 't Slaat daar buiten juist zeven uur." „Ja, burgemeester," lispte Bas, „een ambte naar dient een man van de klok te zijn. Daar heb ik me altijd wèl bij bevonden." „Ik ook, jongen, ik ook," sprak de burge meester, en ging hem voor naar de „kleine zaal", waar de anderen reeds zaten of stonden. „Hier is onze veel belovende volontair, heeren," sprak hij. „We zijn nu bijna compleet, I nietwaar Laten we in afwachting van den heer Knop 't ons gezellig maken. Gerrit, jongen, vraag eens wat meneer Boes gebruiken zal. Meneer van Staveren, nog een port je! Niet? Wat een matig man is u toch. Verbeeld u heeren, 'k heb 't eens meegemaakt, dat we familair ergens zouden eten en daar komt meenfin, ik zal geen namen noemen en de man is boven dien al tot de vaderen vergaderd, nu, daar komt dan die meneer Dinges met een hoogroode kleur, zoodat ik dadelijk denk: die is eenigszins ge monteerd Bas had de grootste moeite om met belang stelling naar het verhaal van den gastheer te luisteren, want ieder oogenblik dacht hij, het rijtuig, dat hij zoo heerlijk lang had opgehouden, te hooren stilhouden voor het huis. Dan zou Kees binnenkomen, bleek of erg rood en hij zou excuus stamelen en zeggenenfin, 't zou een mooi figuur zijn, dat hij zou slaan na gisteren... Maar 't werd kwart over zeven en nog was Kees niet komen opdagen. De Burgemeester keek voor den derden keer op de klok, keek tersluiks eens door de ruiten en zei dan: „Meneeren, ik geloof, dat we ons 't genoegen moeten ontzeggen, den heer Knop vanavond in ons midden te zien. Ik stel u dus voor, onze teleurstelling in ons laatste glas je te verdrinken en dan onze troost in de eetzaal te zoeken." Bas gnuifde. Hoe zou 't afloopen? Nog ver diepte hij zich in allerlei gissingen, toen hij de fraaie versierde tafel in 't oog kreeg en be merkte, dat hij tegenover den Burgemeester was geplaatst. „U houdt van een oestertje?" vroeg deze toen men gezeten was. jemmw En gij, mijn ziele, bidt het aan! BINNENWEG 157 HEEMSTEDE. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopie den inzender niet teruggegeven Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. BELEEFD AANBEVELEND: RAADHUISSTRAAT 88 TELEFOON 28587. ^IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllliggilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ ZEGT HET VOORT. ZEGT HET VOORT. VINDT GIJ BIJ 5 ZEGT HET VOORT. ZEGT HET VOORT. .lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllligilllllllllllllllllllllllllllillllllllllllillllllllimillllllllllllimilllllllllllllllllllllllllllllllliiiiiirc (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1928 | | pagina 4