FEUILLETON.
ZIJN NICHTJE.
r>
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
3
ONDERMIJNT DE S. D. A. P. DEN
GODSDIENST?
Het bestuur van de S. D. A. P. afd. Heemstede
zendt ons ter opname een afschrift van een
brief, gericht aan den heer Com. L. Kwak.
Dit schrijven luidt:
Edelachtbare Heer.
In antwoord op uw schrijven van 26 Februari
j.l. deelen wij U mede, dat wij met groote ver
wondering kennis hebben genomen van uw
schrijven,
Onder gehoor van de voltallige Heemsteedsche
Raad hebt U beweerd,
..dat de S. D. A. P. den Godsdienst ondermijnt.
Dat ondermijnen van den Godsdienst nu maakt,
dat de rechtsche partijen zich aaneensnoeren."
U verklaarde U bereid met ons raadslid Mevr.
Bigot in het openbaar te debatteeren. Zoo heeft
zich de zaak toegedragen en niet anders.
Wij hebben U bij schrijven van 13 Februari j.l.
een debatavond aangeboden, die geheel op onze
kosten zou plaats hebben en waarbij U over de
helft van de beschikbai-e plaatsen zoudt kunnen
beschikken.
In uw schrijven van 26 Februari j.l. schrijft
UIk heb mij niet bereid verklaard over dit punt
een openbaar debat te houden.
Uw houding kan geen anderen indruk wekken,
dan, dat U zich met eenige niets zeggende frasen
van een mondeling debat wenscht af te maken.
U vraagt ons raadslid Mevr. Bigot nu, haar
denkbeelden in de A. R. Heemsteder uiteen te
zetten, .waarna gij dan van antwoord zult willen
dienen.
Hiermede plaatst gij de zaak onderstboven.
Gij hebt aangevallen, niet wij!
Gij hebt beschuldigd, niet wij
Nu het er op aankomt uw beschuldiging met
kracht van argumenten in het opepbaar te be
wijzen, onttrekt gij U.
Wij laten het oordeel over Uw handelwijze
gaarne aan belangstellenden over!
LEGER DES HEILS.
Openluchtsamenkomst in Groenendaal.
Op den Tweeden Paaschdag zal door het Leger
des Heils een openluchtsamenkomst worden ge
houden bij de muziektent in Groenendaal, met
medewerking van het muziekcorps en het zang
koor. De samenkomst vangt aan om 5 uur des
middags.
EEN GECOMPLICEERDE AANRIJDING.
Zaterdagmiddag had op den Heerenweg hoek
Van Merlenlaan een nogal gecompliceerde aan
rijding plaats. Een Brockwaybus kwam uit de
richting Bennebroek en een luxe auto, bestuurd
door den heer E. uit de richting Haarlem. De
heer E. vermeende dat de Brockwaybus wel
voor de Van Merlenlaan zou stoppen en wilde
de Van Merlenlaan inrijden met het gevolg dat
zijn auto door die Brockwaybus werd aan
gereden. De auto van den heer E. werd daardoor
naar de overzijde van den weg gedrukt. Ook de
Brockwaybus kwam daardoor dwars over den
weg te rijden en reed tegen een andere even
eens uit de richting Haarlem komende autobus
welke bijna stilstond, doch door den schok
achteruit werd gedrukt en terecht kwam tegen
een stilstaande vrachtauto. Alleen de heer E.
had eenige verwondingen aan het hoofd be
komen, welke door Dr. T. voorloopig werden
verbonden, waarna hij zich naar de Maria-
stichting te Haarlem heeft begeven. De motor
rijtuigen werden allen ,de een meer en de ander
minder beschadigd. De politie onderzoekt deze
zaak.
Naar het Engelsch.
9)
„Ik had graag, dat U mij een kort onderhoud
gunde," begon Hugh, toen Mr. Revill heel koud
was in zijn begroeting.
„Betreffende het huwelijk van mijn nichtje?"
„Ja, Sir."
„Nu, dan heb ik U niets meer te zeggen. Sinds
ons laatste onderhoud ben ik noch van plan,
nóch van opvatting veranderd."
De oude heer stond op met een vastberaden
heid, die enkel door die van Hugh werd geëven
aard, toen die met verpletterende kalmte
antwoordde
„Maar ik heb wel iets te zeggenName
lijk, dat Vida niet Uw nichtje is; niét de
dochter van Uw broer."
Nauwelijks waren de woorden hem van de
lippen, of Mr. Revill viel bezwijmd terneer.
Ontsteltenis heerschte in het groote, deftige
huis. De bedienden spraken slechts tot elkaar op
fluisterenden toon.
Vida was in Londen met Miss Bunney, om
haar trouwjapon te kiezen.
Het was Hugh haast een verlichting, dat zij
er niet was. In de grootste spanning wachtte
hij het resultaat af van het onderzoek van den
dokter, die onmiddellijk gekomen was en zich
even later vertoonde in het vertrek, waar Lorri-
mer zat.
„Mr. Revill is weer bijgekomen," zei hij„dat
wil zeggen, de attaque, dien ik duchtte, is niet
doorgegaantóch kan het eind niet ver meer af
zjjn. Hij verlangt U te spreken. Opwinding is
natuurlijk slecht voor hem, maar het zou hem
oneindig veel meer kwaad doen, om hem dit
onderhoud te verbieden, dan om hem vrij-uit te
laten spreken, zooals hij dit verlangt."
Hugh vond Reynold Revill in bed opzitten, met
doodsbleek gelaat.
„Ik kan U niet zeggen, Sir, hoezeer het mij
VERGADERING TUINLIEDENVEREENIGING
AARDENHOÜT EN O
Bovengenoemde Vereeniging hield Woensdag
avond hare maande'ijksche vergadering in lokaal
voor Chr. belangen.
Ter keuring waren ingezonden door den heer
B. Nieuwenhuis een collectie Primula's „Cinne-
raria's" en door den lieer Nobbe een kist Narcissen
..dubbele Sion".
Elke inzending verwierf 10 punten.
Hierna hield de lieer G. Boting eene inleiding
met lichtbeelden, betreffende vaste planten, een
vervolg op de vorige inleiding van den heer v. d.
Ham.
Als slot werden door den lieer Nieuwenhuis
wederom Lathyrus-planten aan de leden uit
gereikt voor een in den zomer te_ houden Lath vris-
avond.
Hierna rondvraag en sluiting.
VERGADERING PERSONEEL IN DE WASCH-
INDUSTRIE.
Woensdagavond werd in het R.K. Vereenigings-
gebouw een bijeenkomst gehouden van arbeiders
en arbeidsters uit de Waschindustrie, welke ver
gadering uitging van den R.K. Fabrieksarbeiders-
bond St. Willebrordus. om te trachten ook in
Heemstede een afdeeling te stichten.
Deze vergadering stond onder leiding van het
bestuur van den R.K. Volksbond en werd geopend
door den heer W. Groenland, die in zijn inleiding
het zeer betreurde, dat zoo weinigen aan den
oproep gehoor hadden gegeven, en waarin hij
betreurt dat belanghebbenden den moed blijkbaar
missen voor zichzelf te zorgen, wat misschien
een gevolg is van vrees tegenover de werkgevers,
die er toch ook belang bij hebben, met georgani
seerd personeel te arbeiden.
Hierna werd het woord gevoerd door den heer
Kleyn, lid van het hoofdbestuur, die in een
uitvoerig betoog de belangen van georganiseerd
zijn, uiteenzette. Door de organisaties zijn ook
in dit bedrijf reeds vele misstanden uit den weg
geruimd. Waar goede organisaties zijn, is door
contracten veel verbeterd en door middel van
het scheidsgerecht zijn de werknemers niet steeds
overgeleverd aan den willekeur van den patroon.
Uitvoerig schetst spr. wat de bond reeds heeft
gedaan en wat nog te wachten staat, ook al zou
het nog maar alleen wezen den strijd tegen ver
slechtering van arbeidsvoorwaarden, wat alleen
mogelijk is, door middel van eene organisatie.
Na een geanimeerde gedachtenwisseling gaven
een 12-tal arbeiders en arbeidsters zich als lid op.
Door de afd. Heemstede van den Ned. R.K.
Volksbond en hare propagandisten zal in de
komende dagen door huisbezoek als anderszins
getracht worden meerdere leden aan te werven,
waarna eene vergadering zal gehouden worden
tot definitieve stichting der afdeeling.
VERGADERING R.K. PROPAGANDAC'LUB.
Maandagavond vergaderde de R.K. Propaganda-
club in het R.K. Vereenigingsgebouw.
Dé belangstelling was vrij groot.
In zijn openingswoord wees de Voorz. op het
groote belang van het bezoek aan de groote
Actie-vergadering op 7 April a.s. te Amsterdam.
A's spreker trad op de heer v. d. Akker, lid
van het Centraal prop. district, met het doel,
de leden propagandawijsheid bij te brengen.
Wat wij over het algemeen van propagandisten
verwachten, zegt spr., is, altijd gereed te staan
om aan onze actie kracht bij te zetten om onze
organisatie vooruit te brengen en leden aan te
werven. Daarvoor is noodig, dat zij de verschillende
vraagstukken meer bezien, er in doorkneed worden,
en zoo worden de stuwkracht der plaatselijke
organisaties.
leed deed, dat deze flauwte U overviel
„Ik kan deze opvatting niet met U deelen,"
antwoordde Revill. „Ik heb al een waarschuwing
gehad, dat dit te eeniger tijd zoo komen zou;
en het oogenblik kon wel haast niet gunstiger
zijn geweest. Maar nu had ik graag, dat U aller
eerst naar mij luisterde. Val mij niet in de rede,
want ik heb maar kort den tijd en ik moet U
nog iets vertellen, eer ik ga.
U hadt gelijk, toen U zei, dat Vida niet het
dochtertje van mijn broer is. Ik had gemeend,
haar de geschiedenis te vertellen, als ik zoo
nabij mijn einde was, als nu. In plaats van aan
haar, vertel ik ze nu dus aan Ten tijde van
den dood van mijn vader had een slapte in den
handel en een ongelukkige speculatie ons eens
zoo bloeiend handelshuis heel nabij den onder
gang gebracht. Ik was toen nog jong, voort
varend en trotsch en wilde met al wat in mij
was, de zaken er weer bovenop helpen.
Toen mijn broer David stierf en ik naar Oost-
Afrika was gegaan, om de zaken daar zelve te
onderzoeken, eer ik die branche in andere han
den gaf, zag ik nog niets, dan een bedreiging
van den ondergang. Ik maakte daar kennis met
een man, met wien mijn broer innige vriend
schap had gesloten. Henley Ellersley heette hij
hjj was een Engelschman van goede familie en
in het bezit van eigen middelen. Hij was weduw
naar met een dochtertje van nog geen drie jaar.
Oorspronkelijk was hij betrokken geweest in
een mijn-exploitatie, daar in de buurt, maar hij
verkeerde in het laatste stadium van een ziekte,
die hem noodwendig ten grave moest sleepen.
Verreweg de meesten zouden in zijn geval naar
Engeland zijn teruggekeerd, maar hij wilde
daar sterven en naast zijn vrouw begraven
worden. Daar hij, noch zijn vrouw, in het
vaderland na familie bezaten, had zijn vriend
schap met mijn broer hem geruimen tijd daar
gehouden. Zijn dochtertje heette Vida en mijn
broer had beloofd, dat hij voogd over haar zou
worden, als haar vader er eens niet meer was.
Maar het Lot wilde het anders en David, die
altijd flink en gezond was geweest, stierf aan
een heftige koorts, terwijl zijn vriend nog altijd
kwijnde.
Of dit noodig is, behandeldt spr. daarna, en
dan wijst hij op de liberale vrijheidsleer, die
ter wille van geld verdienen niet vraagt of daardoor
de arbeider geestelijk en maatschappelijk ten
onder gaat.
Verder wijst spr. op het werk der communisten
die, beginnende met hun cellenbouw steeds meer
invloed trachten te krijgen, welk gevaar voor den
R.K. arbeider grooter is. dan men oogensehijnlijk
zou vermoeden.
Wij, R.K. propagandisten aldus spr.
moeten er van doordrongen raken, dat groote
machten er op uit zijn onzen ondergang te be
werken wij echter moeten daardoor meer door
drongen worden, dat wij door uitbouw onzer
Roomsche arbeidersbeweging een dam dienen op
te werpen om deze gevaren te bezweren.
Na eene gedachtenwisseling tussehen inleider
en leden, waarbij tot uiting kwam de noodzakelijk
heid van eigen ontwikkeling in de komende zomer
maanden om straks bij de wintercampagne beter
beslagen ten ijs te komen. Besloten werd om de
vier weken een ontwikkelingscursus te houden,
waarbij de' leden onderling inleidingen zullen
houden.
Besloten werd in den loop der volgende week
door huisbezoek de leden aan te sporen tot deel
name aan de Actie-vergadering op 7 April en do
ledenvergadering op 10 April.
HET PLATTELAND EN DE TELEFOON.
Nieuwe vooruitzichten: de telefoon dag en nacht
onder ieders bereik.
De tijd ligt nog niet zoover achter ons, dat
het platteland in de voornaamste plaats bekend
was omzijn isolement. Een enkel lokaal-
spoortje en een niet te dikwijls rijdende stoóm-
tram vormden veelal de eenige verbinding met
de groote stad. De kleinere plaatsjes en dorpjes
en de verder verspreid liggende woningen bleven
ver van het stadsverkeer, leefden hun eigen
leven en slechts in bijzondere gevallen onder
namen de inwoners de tijdroovende reis naar de
stad.
Vooral in de laatste jaren is in dezen toestand
wel snel en belangrijk wijziging gekomen. Het
vervoermiddel van dezen tijd, de auto, heeft ook
het platteland gegrepen in zijn rustelooze snel-
heidsjacht, het heeft de bevolkingen van stadjes
en dorpjes opgejaagd uit hun woningen, de eene
verbinding na de andere tot stand gebracht, zoo
dat reeds thans een net van autobuslijnen schier
alle, langs behoorlijke wegen bereikbare, plaatsen
en dorpjes verbindt, in snelle en veelvuldige
dagelijksche vervoergelegenheid.
Waar de locomotief niet komen kan, is de auto
bus verschenen. Dit alles heeft zijn vóór en zijn
tegen, al kan men in het algemeen voor het
belang van de bevolking, voor de ontwikkeling
van haar levenspeil en haar levensinzicht
slechts, toejuichen, dat er een verhoogde aan
raking is ontstaan met die voor velen onbekende
„andere wereld", de groote stad.
Die stad leert in haar vele verkeersmogelijk-
heden vooral hoe spoedig menschen elkander
kunnen bereiken, niet alleen persoonlijk, maar
ook met hun stemmen. De telefoon is een on
misbaar instrument geworden voor den stede
ling. Schier alle winkels, zaken, openbare ge
bouwen en tal van particuliere personen zijn in
het bezit van een telefoon, spreken dagelijks met
elkander en met personen in andere plaatsen,
terwijl zij daarvoor geen stap behoeven te ver
zetten. Men zou zoo zeggen, dat juist de meer
afgelegen plaatsen en streken nog meer be
hoefte hebben aan dit onzichtbare verkeer en
dat van elk middel om in gemeenschap te komen
Het was niet meer dan natuurlijk, dat Henley
Ellersley mij nu verzocht, om in plaats van mijn
broer, voogd te worden over zijn dochtertje.
David had zijn volle vertrouwen genoten en dit
droeg hij nu over op mij. Hij stierf, terwijl ik
nog in Afrika was en zijn fortuin ging dus in
mijn handen over, om dit te gebruiken ten bate
van zijn kind.
Daar ik op dat oogenblik zoo dringend geld in
de zaak gebruiken kon, bezweek ik voor de ver
leiding, om het zoo lang aan te wenden voor
speculaties, tot wij over de moeilijkheden heen
zouden zijn.
Dit was en blééf een ongeoorloofd, gewaagd
iets; want, was het niet gelukt, dan zou het
fortuin van het kind verdwenen zijn als een
druppel in den emmer.
Ik converteerde alle geldbeleggingen van
Ellersley in contanten en gebruikte het geld, als
het mijne, terwijl ik het kind meenam naar
Engeland, als het dochtertje van mijn broer,
zoodat, ingeval het ergste geschiedde, de waar
heid, wat dit betrof, toch niet zou uitkomen.
Maar er kwam een gunstige wending in de
zaken; èn, om kort te gaan: bij mijn dood komt
Vida in het bezit van een fortuin, dat vele malen
zoo groot is, als het zou zijn geweest, als ik het
voorzichtig had belegd.
Toch werd op het laatst mijn goede naam
nog bedreigd. Toen namelijk Henley Ellersley in
Britsch-Indië met zijn vrouwtje was getrouwd,
namen zij van daar mee naar Afrika, een Hindoe
man en vrouw: broer en zuster, die al in dienst
waren geweest van den vader van het Engelsche
vrouwtje. De Hindoesche was later kindermeid
geweest van Vida en ik nam haar mee naar
Engeland, maar betaalde haar overtocht terug;
zij overleed echter aan boord en kwam dus nooit
in haar vaderland wéér. Haar broer, Jehan
Young, die veel geld heeft verdiend in den
handel, kwam later ook in Engeland en herkende
Vida aan de sprekende gelijkenis met haar
moeder. Hij had indertijd zeker al eenig ver
moeden, dat ik haar geld had willen gebruiken.
Maar op dat oogenblik had hij er geen acht op
geslagen. Nu hij Vida herkende, had nieuws
gierigheid hem gedreven, onderzoek te doen
met de vele hulpmiddelen, welke de groote
steden nu eenmaal op alle gebied bezitten, bij
zonder gebruik zou worden gemaakt.
Met de telefoon is zulks evenwel nog niet het
geval. Zeer waarschijnlijk hebben de kosten voor
een telefoonabonnement hierin altijd een groote
i'ol gespeeld. Van verschillende kanten is er reeds
vroeger op aangedrongen om de telefoonaanslui
tingen voor het platteland en in het algemeen
voor de groote groep van hen, die dit verkeers
middel willen bezitten, maar voor wier gebruik
de kosten te hoog zijn, gemakkelijker te maken.
Het ligt in de bedoeling deze tarieven in den
loop van dit jaar belangrijk te herzien en wel
door invoering van een zoogenaamd gesprekken-
tarief, hetgeen hierop neerkomt, dat men be
halve een vast grondbedrag per jaar (van
24.tot 48.al naar gelang van het aantal
aansluitingen aan het net) een bepaald bedrag
(ten hoogste 3 cent) voor elk gesprek met een
aangeslotene van hetzelfde net betaalt. Het
bedrag ineens als bijdrage in de kosten van
aansluiting wordt afgeschaft in de netten met
niet meer dan 100 aansluitingen en tot 25.
verminderd in de overige netten.
De toestand zal dan deze worden, dat men in
netten van niet meer dan 100 aangeslotenen
reeds voor ƒ24.per jaar telefoonbezitter is.
De verdere kosten worden dus uitsluitend be
paald door de hoeveelheid gesprekken welke
men voert. Wil men spreken met een aange
slotene in een ander net dan betaalt men een
hoogere vergoeding per gesprek, al naar gelang
van den afstand.
Het is begrijpelijk dat de Nederlandsche
telefoondienst veel tegenkanting tegen deze
plannen ondervindt van de zijde van hen die
druk van de telefoon gebruik maken, omdat deze
bij betaling per gesprek méér zullen moeten
betalen dan thans, nu zij, voor een vast bedrag,
in hetzelfde net zooveel kunnen spreken als zij
zélf willen. Maar even duidelijk is het, dat deze
„veelsprekers" eigenlijk telefoneeren op kosten
van hen die thans hetzelfde tarief moeten be
talen, doch van de telefoon weinig of een spaar
zaam gebruik maken.
Dit nu is niet billijk, de Rijkstelefoondienst
erkent met de nieuwe tariefsvoorstellen terecht,
dat hij aller belangen moet behartigen, en deze
voorstellen hebben de groote verdienste, dat zij
in belangrijke mate zullen bijdragen om het
platteland uit zijn isolement te verlossen, terwijl
overigens de telefoon overal onder het bereik
van meer gegadigden zal komen. Immers
practisch zullen de kosten voor een telefoon
aansluiting op zichzelf niet langer meer een
bezwaar tegen de aanschaffing daarvan be
hoeven te vormen en men heeft het verder zelf
in de hand het gebruik naar financieele draag
kracht en behoefte te regelen. Vermelden we
hier nu nog bij, dat het in de bedoeling ligt
geleidelijk over te gaan tot automatiseering van
den telefoondienst, in de eerste plaats op het
platteland, waarmede zal worden bereikt, dat
men zelf, automatisch, dus zonder tusschen-
komst van een telefoonjuffrouw dengene kan
oproepen met wien men spreken wil en dit
te allen tijde, bij dag en bij nacht dan ge-
looven wij met recht te kunnen zeggen, dat er
nieuwe en groote vooruitzichten komende zijn
op telefoongebied in Nederland.
Narigheden.
Vrouw (over haar gast sprekend)Ik vind
hem wel een interessanten man. Is hij getrouwd
Man: Ik weet het niet. Hij is nogal een stil
man, die alle narigheden voor zich houdt.
naar het een en ander. Toen hij eenmaal zoover
gekomen was, dat hij wel degelijk begreep, hoe
ik Vida had laten doorgaan voor het dochtertje
van mijn broer en dat ik haar geld in mijn zaken
had gebruikt, vatte hij het eerzuchtige plan op,
om voor zijn zoon een huwelijk te begeeren met
Vida.
In het eerst wilde ik er niets van wetenmaar
ten slotte bezweek ik toch, uit vrees voor
mijn goeden naamWat het mij kostte, om
tegenover het kind zoo te handelen, is iets, dat
mij zei ven alleen bekend is."
Reynold Revill kon nog slechts fluisteren en
Hugh moest zich over hem heenbuigen, om de
woorden op te vangen.
„Zeg aan Vida, dat er nooit eenige smet
kleefde aan den naam van haar vader, noch
aan dien van den man, wiens naam zij heeft
gedragen. Ik zag alleen, wat ik er bij winnen kon,
door haar in dien waan te brengen. Tracht alles
weer goed te maken, Lorrimer; mogelijk, dat zij
het mij vergeeft."
„Daarvan kunt U wel zeker zijn," sprak Hugh
met grooten nadruk.
Het einde was nu zeer nabij voor Reynold
Revill, die door deze bekentenis natuurlijk geheel
uitgeput was.
Jehan Young, die er het hopelooze van inzag,
om het jonge meisje gebonden te achten aan
een belofte, die voor haar werd gedaan, door
iemand, die niet langer in leven was, gaf alle
verdere aanspraken op haar hand voor zijn zoon
op, en verdween uit Vida's en Hugh's leven als
een verschijning uit een boozen droom.
Het gerucht van het aanstaande huwelijk van
den vreemdeling met het nichtje van Reynold
Revill werd geheel ter zijde geschoven door het
feit, dat Vida het volgend voorjaar in het huwe
lijk trad met Hugh Lorrimer. In aanmerking ge
nomen de omstandigheden, werd de plechtigheid
in alle stilte voltrokkenmaar, dat dit een huwe
lijk uit liefde was, daar hoefde niemand aan te
twijfelen.
EINDE.