f 3.80 per Meter
B. A. CASSEÉ,
Schouwtjeslaan 23,
Sterk en duurzaam
Bestelt Uw AUTO
VAN HUIS JANSEN
A. A. MOOREN
de eerste;heemsteedsche courant.
Burgerlijke Stand.
EEN KRASSE TACHTIGJARIGE.
2 Meter breed
DE ONT- WAPENINGSCOMMISSIE
AAN HET WERK!
PREDIKBEURTEN.
„BOSCH EN VAART"
DAMES!
Nieuwbouw, Verbouwingen
Onderhoudswerken.
lepenlaan 8 - Heemstede
FEUILLETON.
DE POP IN HET ROOD-ZIJDEN KLEEDJE.
2
GESTOLEN KUSSEN.
Bij de politie alhier is door een loopknecht
kennis gegeven van het vermissen van een gekleurd
kussen, hetwelk hij, terwijl hij op een bovenhuis
iets afleverde, in een fauteuil had gelegd du
in de .Valkenburgerstraat op het trottoir stond.
GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE
HEEMSTEDE.
Opgave van 23 April 1929.
H. M. America, Roemer Visscherplein 25.
J. van der Leden, Madoerastraat 6. J. C. A.
Jansse, Oudemanslaan 2. J. F. Th. van Erpers
Royaards, Jb. van Ruisdaellaan 17. M. Admi
raal, Zandvoortschelaan 157. A. van Bakel,
Kadijk 35. S. J. Buré, Lanckhorstlaan 32.
J. den Duik, Rhododendronplein 1. J. C.
Houtzager, Glipperweg 7. J. C. Lokhorst,
Laan van Rozenburg 6. A. Pouw, Drieheeren-
laan 6. H. R. J. Ysselsteyn, Heerenweg 6.
BADHUIS HEEMSTEDE.
In het badhuis aan de Postlaan werden in de
week van 15 tot en met 20 April, 562 douche-
baden en 41 kuipbaden genomen.
Aan 44 kinderen werd een gratis schoolbad
verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur
Van de gelegenheid tot kosteloos baden o|
Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd dooi
2 volwassenetf gebruik gemaakt.
Agenda van den Stadsschouwburg te Haarlem.
Zaterdag 27 en Zondag 28 April, 8 uur: Het
Nieuwe Nederlandsch Tooneel. Artistiek Lei
der Louis SaalbornShakespeare's ,,De ge
temde feeks".
Maandag 29 April, 8 uur: Laatste Volksvoorstel
ling door het Ver. Rotterd. Hofstad Tooneel
„Minna von Barnhelm", Blijspel in 5 bedr.
door Lessing.
Woensdag 1 Mei, 8 uur: Ver. Rotterd. Hofstad
Tooneel: „Schoon schip", Zedenkomedie in
3 bedr., door Fred. Lonsdale.
Vrijdag 3 Mei, 8 uur: Fritz Hirsch Operette: „Ich
küsse ihre hand Madame".
Zaterdag 4 Mei, 8 uurDe Wereld Revue-Operette
„No, no, Nanette."
Getrouwd: J. Kooyman met H. M. A. Raams-
veld; C. L. H. Zabel met C. W. C. M. Vogels;
R. v. Akkeren met M. C. Paris.
BevallenH. VerzijlbergenGouka d.C. M.
VermikWarmerdam d.A. II. A. Visser
Molenaar d.
Overleden: E. Sevens, 9 jaren.
Het stoomgemaal .Qruquius", dat buiten dienst zal worden gesteld,
maar als monument behouden blijft.
Heer des huizes: „Gooi jes;garettenasch
niet op den grond lieveling? Ik heb net
gewreven."
Verkrijgbaar bij'de Firma
ZIJLSTRAAT 83
Tel. 11307
Rustig, doch onverzettelijk in hun gelijkmatige
beweging door het luchtruim drijven de lood
grijze wolken over den wijden Haarlemmeimeer
en doen het water van de Ringvaart donker
afsteken tegen de glasgroene oevers. Soms glipt
even een zonnestraal tusschen de massieve wolken
massa's door en deze afwisselende belichting doet
het landschap ieder oogenblik van aspect ver
anderen. Een straffe Westenwind drijft de kleine
witgekuifde golven tegen den oever met regelmatig
geklak, als knabbelen zij zachtjes aan den een
zamen, verlaten dijk, die zich beschermend heen-
buigt omj/len grooten polder. Met zijn grijzen
horizon en donkere rijen boomen, waaraan nog
geen knopje zwelt, ligt de Meer daar in afwachting
van de Lente, die toch wel ééns zal komen. Nu
echter doet de gansehe natuur meer aan een
guren herfstdag denken, dan aan het veelgepre
zen en veel teleurstelling brengende jaar-
j getijde.
Een hevige kletterbui doet mij ijlings een
schuilplaats zoeken in het machinegebouw van
het oude stoomgemaal de „Qruquius", waarvan
de deur gastvrij openstaat. Zoo op het oog is
hier niemand aanwezig, doch ergens klinkt het
regelmatig tikken van een hamer op ijzer. Nieuws
gierig loop ik verder langs de acht groote stoom
ketels, die nu blijkbaar buiten dienst zijn gesteld.
Uit één daarvan klinkt het liamerkloppen.
Nu ik hier toch eenmaal ben bekruipt mij de
lust, het inwendige van den Qruquius wat grondiger
te leeren kennen. Teneinde hiertoe behoorlijk
verlof te vragen open ik de deur van den ketel,
die blijkens het geklop een menschelijk wezen
moet herbergen. Niets te zien een lage ruimte
waarboven het hameren nu duidelijk klinkt, zóó
duidelijk, dat ik mij niet verstaanbaar kan maken
aan den ijverigen ketelbikker. Op goed geluk
ga ik dus maar verder, een ijzeren ladder op,
een half openstaande deur en een gangetje door
en daar sta ik in de machinekamer, liet cylinder-
vormige gebouw, van waaruit de geweldige pompen
wier zwengels door den muur steken, in beweging
worden gebracht.
„Wat is dat allemaal groot en zwaar," is de
eerste indruk die je als leek krijgt. Van buiten
gezien lijken de balansen, die de zuigerstangen
der pompen op en neer bewegen niet zoo bijzonder
groot, maar van dichtbij is dat anders!
Het bovendeel van den cylinder met een middel
lijn van eenige meters verheft zich even boven
den vloer van de machinekamer. In het midden
verheft zich rechtstandig de machtige zuigerstang,
met geen vier handen te omspannen. Alles blinkt
van het vet en nergens is een roestvlekje te
bespeuren. De tachtig jaar oude machine wordt
blijkbaar uitstekend geconserveerd.
Door de op schietgaten gelijkende openingen
in den muur steken de zware balansen naar buiten.
Buiten het gebouw brengen zij de pompen in
bewegingmet het andere einde zijn ze beweegbaar
verhonden aan het massale boveneinde van den
dikken zuigerstang. De werking van een en ander
is, niet moeilijk te begrijpen, zelfs al staat de
machine stil.
Een wenteltrap voert naar het platte dak.
Wie die opklimt vindt zijn moeite beloont door
het prachtige uitzicht, dat men er heeft over den
Haarlemmermeer.
Als ik daar kalmpjes sta rond te kijken de
regen is inmiddels opgehouden voegt zich de
hulpmachinist bij mij, die het lieelemaal niet erg
vindt, dat ik mij ongevraagd toegang tot zijn
heiligdom heb verschaft.
„U moet eens terugkomen, als de machine
werkt," zegt hij. „Dat gebeurt wel niet vaak,
want de Qruquius wordt alleen in 't werk gesteld,
als de Leeghwater en de Lijnden liet niet af
kunnen, en nu met die droogte is daar voorloopig
nog geen kans op. Maar hij zal nog wel een paar
maal moeten werken, voordat-ie gepensionneerd
wordt. En dan zal ik u wel eens waarschuwen,
want een machine moet je in werking zien; dat
is aardiger dan zoo'n dooie boel!"
Dat is ongetwijfeld waar. Maar toch heb ik
geen spijt van mijn bezoek aan den ouden Qruquius,
al was het er dan ook een „dooie boel".
J AC. J. J
MOTTO: „In Genève gaat 't niet goed,
Vordert men geen enkel stapje,
Houdt men met een stalen snoet
Héél de wereld voor het lapje
De Voorzitter van de Ontwape
ningscommissie: „Mijne heeren, we zijn
het er dus over eens, dat in den volgenden oorlog
een lustig gebruik mag worden gemaakt van
gifgassen en bacteriën. Thans is aan de orde
het voorstel van Graaf Bernstorff, betreffende
een totaal verbod van bommen werpen uit de
lucht. Wie van de heeren wenscht daarover het
woord
Massigli (Frankrijk): „Ik ben er tegen!"
Sok al (Polen): „Ik ook. Het is niet de taak
van de commissie daarover te beslissen."
Lord Cushenstun (Engeland)„Inder
daad. Dit behoort niet tot de bevoegdheid van
de ontwapeningscommissie.'
Gobian (Spanje): „Als verdedigingsmaat
regel kun Spanje liet bommen werpen niet missen."
Moacheur (België): ..Zeer juist. Daarom
ben ik er ook tegen."
Wilson (Amerika): „Wel geef ik toe, dut
de oorlog buiten de wet is gesteld, maar toch
zou ik het bommenwerpen niet graag verbieden.
De voorzitter: „We zijn het er dus
over eens, dat er in den volgenden oorlog weer
met bommen mag worden gegooid. Of is soms
een van de andere heeren voor afschaffing van
de bommen
De afgevaardigden van Duitschland, Nederland.
Zweden. China en Sowjet-Rusland in koor: ..Ik'
|v D evoorzitter: „Vijf stemmen voor. Alzoo
is liet voorstel van Graaf Bernstorff met groote
meerderheid verworpen, en heeft de ontwapenings
commissie het bommen werpen als wettig strijd
middel in den onwettigen oorlog aanvaard.'
En dat noemt zich een ONT-wapeningscom
missie
Zondag 28 April.
NED. HERV. KERK (Wilhelminaplein).
Voorm. 10 uur: Ds. Korff.
Bediening van den Doop.
KAPEL NIEUW-VREDENHOF
(Johan van Oldenbarneveldtlaan).
Voorm. 101/, uur: Ds. Briët.
In beider diensten zal bij het uitgaan gecollec
teerd ^woi den voor den Centr. Bond Inwendige
zending.
GEREFORMEERDE KERK
aan de Koediefslaan.
Voorm. 10 uur: Ds. J. L. Schouten.
van Amsterdam.
Nam. 5 uur: Dezelfde.
Collecte voor de armen.
jauiuiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu
1 BIJ DE TAXI-ONDERNEMING
(voorheen Standplaats „Bosch en Vaart")
Telefoonnummer 14665.
Aanbevelend, J. R. GRAAL,
w Nette Wagens en coulante bediening.
Het bekemle ADRES voor permanent wave f 7.50,
Watergolf f 0.00. Onduleeren f 0.50, Knippen
5 f 0.40 IS THANS
BAAN 43, Dameskapsalon „GALLIA".
f Aanbevelend, H. HUYBENS, Daineskapper.
AANNEMERS
BEEED. MAKELAARS.
Meest erlottclaau 12. Telefoon 16468
Onder Rijkstnezlcbt cedipl. SCHOEXHERSTELLER
Bekroond op de Vaktcntoonstelling 1027
te Rotterdam
ZR. F. R00IJERS,Gedipt, particulier verpleegster.
PÉDICURE, MANICURE, MASSAGE.
BRONSTEÊWEG 52 HEEMSTEDE.
Naar het Engelsch
van
LEONARD MERRICK.
1)
Hoe kon ik nu de vierde acte schrijven met
dit dwaze ding tusschen mijn papieren? Wat
voor een ding dan?Een pop in een rood
zijden kleedje; een kunstig-vervaardigde pop, die
loopt en praat en opera-liederen zingt. Een massa
heeft ze gekost. Hoe komt nu zoo'n ouwe tooneel-
speler ook aan zoo'n pop op zijn schrijftafel. Ze
werd mij toegezonden van de boulevards nu een
uur geleden en toen ik ze zoo even uit haar
doosje had genomen om haar nog eens te be
wonderen, herinnerde ze er mij op eens aan,
welke vreemde schepsels vrouwen toch zijn.
Ja, vrouwen zijn vreemd; en dit stuk speelgoed
herinnert me weer hoofdzakelijk aan één vrouw
die mij bad en smeekte om mijn hulp; en toen
het er op aankwamMaar, ik zal u alles
omstandig vertellen.
Het was in 1898 toen heel Parijs uitliep om
mijn stukken te zien, en Paul de Varenne een
naam was, die klonk als een klok. Tegenwoordig
ben ik niet meer zoo in trek. Jongere krachten
zijn mij over het hoofd gegroeid. Maar in die
dagen kon ik wel zeggen, dat ik het tooneel
beheerschte.
LuisterHet was een Lentemorgen, en ik stond
wat uit te kijken voor het venster van mijn
studeerkamer, genietend van den heerlijken geur
der seringen. Maximim, mijn secretaris, kwam
binnen met de boodschap:
„Mijnheer, mademoiselle Jeanne Laurent
vi-aagt, of ze u een oogenblik kan spreken."
„Wie is mademoiselle Laurent?" vroeg ik.
„Een actrice, die u om een engagement komt
vragen, mijnheer."
„Het spijt me, maar ik heb het vreeseljjk
druk. Zeg haar, dat ze me maar moet schrijven."
„Ze heeft u al honderden malen geschreven,...
Jeanne Laurent hoort tot degenen, die voort
durend den inhoud van de prullemand verrijken,"
antwoordde de secretaris.
„Zeg haar dan maar, dat ik tot mijn spijt niets
voor haar zal kunnen doen. Lieve Hemel, ik heb
toch wel wat anders te doen, dan voortdurend
die onbeduidende grootheden te woord te staan.
Hoe kom jij er toe om mij nog met die menschen
lastig te vallen Ze ziet er zeker aardig uit, hé
„Ja, mijnheer."
„En jong?"
„Ja, mijnheer."
Ik weifelde. Laat ik maar zeggen dat mijn
belangstelling was opgewekt. Misschien was het
mede de schuld van den seringenboom. Een
sering en een jong meisje, die behooren zoo
ongeveer bij elkaar als een kopje koffie en een
sigaret.
„Nu, laat haar dan maar binnen," zei ik.
Ik ging aan mijn schrijftafel zitten met een pen
in de hand.
„Monsieur de Varenne
Zenuwachtig bleef ze op den drempel staan.
Ik was het heelemaal niet eens met Maximim.
Ik vond haar wel degelijk mooi, en als ze geen
actrice was geweest, die mij weer was komen
lastig vallen om een rol, dan zou ik een aange
naam kwartiertje voorzien hebben.
„Heel vriendelijk van u mij even te willen
ontvangen."
Haar stem beviel me.
„Gaat u zitten," zei ik.
„Mijnheer, ik ben tot u gekomen om u te
smeeken, mij een dienst te willen doen. Ik kan
heusch niet buiten uw hulp. Zoudt u nu niet zoo
goed willen wezen, om mij een kansje te geven?"
„Maar, mademoiselle Laurent zoo heet
u immers? het spijt me dat u in moeilijkheden
verkeert, maar ik kan u geen engagement be
zorgen. Ik ben geen tooneeldirecteur, moet u
denken." Ze glimlachte bitter.
„U is „De Varenne" antwoordde ze; „één
woord van u zou voldoende wezen."
Ik vroeg me af, hoe oud ze zou zijn. Ik schatte
haar op acht-en-twintig, maar het eene oogen
blik zag ze er veel jonger uit dan het andere.
„U stelt zich mijn invloed veel te groot voor,"
zei ik. „Dit doen alle artisten. Honderden hebben
daar al in dien stoel gezeten en verkondigd, dat
ik ze met één enkel woord zou kunnen helpen."
„U kunt mij een rol bezorgen in Parijs. U is
wel geen directeur, maar iedere directeur zal de
actrice engageeren die u aanbeveelt. Ik weet wel,
dat honderden op dergelijke wijze een beroep op
u doen, dat ik er maar één uit velen ben, maar
zonder hulp moet ik steeds aan de tooneeldeuren
van Parijs blijven kloppen, zonder ooit kans te
zien om binnen gelaten te worden. Zonder
hulp zal ik mij tot mijn dood moeten tevreden
blijven stellen met nietswaardige rollen op een
vierde rangs-tooneel
Natuurlijk had ik dat zelfde praatje tallooze
malen gehoord; maar ik gevoelde mjj dit keer
getroffen door den ernst, waarmede deze vrouw
sprak. Als ik nog meer een klein rolletje tot mjjn
beschikking had gehad, dan zou ik het haar ge
gund hebben.
„Als tooneelschrijver begrijp ik zeer goed de
moeilijkheden verbonden aan uw loopbaan," her
nam ik; „maar als actrice, is mogelijk on
kundig van de bezwaren aan mijn beroep ver
bonden. Op het oogenblik wordt er geen stuk
van mjj ingestudeerd, dus in eigen werk kan ik
u onmogelijk een plaats aanbieden en u kunt
toch ook niet van mjj vergen, dat ik een direc
teur of collega een aanbeveling zou schrijven,
zelfs voor de kleinste rol, voor iemand die mjj
geheel onbekend is. Ik kan immers niet in het
minst beoordeelen, of u talent bezit?"
„Maar ik vraag niet om een ondergeschikte
rol," antwoordde ze rustig. „Ik moet een hoofd
rol hebben."
Ik staarde haar verbijsterd aan, verbluft door
die vermetele woorden.
„Is u gek?" vroeg ik meer oprecht dan beleefd.
„Ik dacht wel, dat u iets dergelijks zou zeg
gen," hernam ze, even rustig als tevoren.
(Wordt vervolgd.)