ABONNEERT U OP DIT BLAD.
TOONEEL.
Gemengd Nieuws.
POPULAIRE RUBRIEK.
DE TRUC.
6
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
TOONEELVEREENIGING ,.TOT NUT EN
GENOEGEN".
Zaterdagavond gaf de tooneelvereeniging „Tot
Nut en Genoegen" voor een goed bezette zaal
haar eerste seizoenvoorstelling. Opgevoerd werd
„Strijd", levensspel in vier bedrijven door S. A.
Het stuk speelt in dezen tijd. De bankier Van
Rossum beleeft niet veel plezier van zijn zoon
Albert. Deze is een boemelaar en als hij aan
zijn ouders schrijft, is het alleen om geld te
vragen, waarover Van Rossum, zeer gehecht aan
zijn geld, telkenmale in woede ontsteekt.
Zijn pleegzoon Willem daarentegen is als boek
houder op zijn kantoor zijn „rechterhand".
Willem is de zoon van een soldaat, die in Indië
tijdens een gevecht Van Rossum's leven redde,
doch daarbij zelf doodelijk werd gewond. Uit
dankbaarheid nam Van Rossum den jongen tot
zich. Als hij echter merkt, dat zijn dochter
Louise en Willem elkander liefhebben, verzet hij
er zich ten sterkste tegen. Zijn hart is „nog
harder dan zijn rijksdaalders". Dit alles maakt
de toon in huis er niet prettiger op, zoodat het
bezoek van luitenant Horsten en zijn vrouw een
welkome afleiding is, niet echter voor Louise,
die de verhalen van den luitenant over zijn
campagne-jaren verafschuwt. Een brief van
Albert, die zich opnieuw in buitengewone moei
lijkheden heeft gestoken, waarover zijn vader in
toorn ontsteekt, maakt aan de visite een einde.
Luitenant Horsten en zijn vrouw hebben uit
enkele uitlatingen van Van Rossum de situatie
begrepen en, permanent op zwart zaad, probeeren
zij er munt uit te slaan, door Albert in hun huis
te lokken en hem over te halen, zich de benoo-
digde gelden te verschaffen. Met drank en drog
redenen bereiken zij hun doel: Albert „leent"
een groot bedrag uit de kas van zijn vader tijdens
diens afwezigheid.
De diefstal wordt ontdekt en het kantoor
personeel, waaronder ook Willem, wordt ver
dacht. De schijn is tegen hem, doch de ware toe
dracht van de zaak wordt uitgebracht door de
dienstbode van den luitenant, die het plan heeft
afgeluisterd. Als de onschuld van Willem is ge
bleken, verzet de bankier zich ook niet meer
tegen een huwelijk van zijn pleegzoon met zijn
dochter, zoodat dit levensspel met een bevredi
gend slot eindigt.
Het stuk was* door de vereeniging reeds
vroeger opgevoerd, wat de vertooning ten goede
kwam. Het .werd vlot gespeeld en hoofd- zoowel
als bijrollen waren in goede handen. Een enkele
kleine regiefout kon dan ook aan het geheel geen
afbreuk doen. Alleen was het luisteren van de
dienstbode Betty naar het gesprek van Horsten
en Albert, "als de een den ander tot den diefstal
aanzet, wel wat al te opvallend, en kan zij dit
bij een eventueele latere opvoering gerust véél
en véél bescheidener doen.
Het publiek toonde na afloop door luid applaus
zijn ingenomenheid met de vertooning. Een ge
zellig bal, als gewoonlijk onder leiding van den
heer J. C. Booms en met medewerking van het
bekende Accordeon-gezelschap „The Happy
Band", besloot den gezelligen avond, die de
vereeniging als een zeer goed begin van het
seizoen kan noteeren.
„KERSTFEEST OP ZEE".
Men zendt ons het volgende ter opname:
Mevr. F. J. Jongemanv. d. Stroom p.a.
Waterschoutskantoor, Nieuwe Vaart 2, Amster
dam, en Jonkvr. Miani Orth, Tehuis voor Zee
lieden, Veerhaven 17, Rotterdam, hebben wedqr
een volgend kort ingezonden stukje in verschil
lende grooten bladen geplaatst onder het motto:
„Kerstfeest op Zee," aldus luidende:
„Mogen wij evenals andere jaren weer
„rekenen op de hulp van velen, die iets zenden
„willen voor de Kerstkisten der Ned. schepen,
„welke in Nov. en Dec. vertrokken van Amster
dam, Rotterdam, Zaandam, Schiedam en Vlaar-
„dingen en vóór Kerstmis niet thuis kunnen zijn
„Behalve allerlei handwerken als: kussens,
„dassen, lampekapjes, kooigordijntjes, wanten,
„enz., enz., vallen mooie Holl. boeken versnape
ringen, spelen, pijpen en tabak zeer in den
„smaak. Wilt gij uw pakje liefst vóór 1 Nov.
„zenden? Tot Kerstmis toe is alles nog welkom.
„Nadere inlichtingen kunt ge aan bovengenoem
de adressen met het grootste genoegen be-
komen."
Ondergeteekende hoopt ten zeerste, dat vele
lezers en lezeressen van dit blad aan bovenstaand
verzoek zullen voldoen en voegt er nog aan toe,
dat voor Haarlem en omstreken Mej. Hakvoort,
Schotersingel 137, zich weder bereid verklaard
heeft de pakken en pakjes in ontvangst te nemen
en door te zenden, alsook dat in de kerkgemeente
van Heemstede zich insgelijks daarvoor beschik
baar gesteld hebben de dames: Mevr. Korff,
Achterweg 11, Mevr. Boeké, Princessestraat 2,
Mevr. v. d. Burgh, Leidschevaartweg 154 en
Mevr. Vossers, Asterkade 28.
Ook wil ondergeteekende belangstellenden
voor deze zaak nog zeer gaarne toezenden het
Jan.- en Febr.-nummer van den jongsten jaar
gang van het Maandblad: „Zeewaarts", waarin
zeer uitvoerig een verslag van dezen arbeid is
opgenomen met tal van uittreksels uit brieven
van dankbare zeelieden, en waarin u tevens kunt
zien dat van uit Amsterdam aan 61 schepen een
Kerstkist is medegegeven met gezamenlijk 2166
pakjes en eveneens van uit Rotterdam aan 81
schepen met 2412 pakjes.
Helaas! moesten het vorig jaar misschien nog
wel meer dan de helft schepen in genoemde
maanden vertrekken zonder Kerstkist aan boord
bij gebrek aan voorraad, wat toch niet had be
hoeven te geschieden, als iedere vrouw en
meisje en iedere man of jongen iets tijdig genoeg
gezonden had van de vele dingen die ze zelf wel
hadden kunnen bedenken of maken. Bovendien
zou op deze wijze aan zieke Hollandsche zeelui
in buitenlandsche ziekenhuizen, aan tehuizen
voor zeelieden in het buitenland, aan schepen,
die al vele maanden vóór Kerstmis uitvaren en
toch pas né Kerstmis terugkomen ,een Kerst
verrassing bereid kunnen worden en een deel
nemende groet in hunne eenzaamheid van uit
het vaderlad kunnen gezonden worden, wat hun
onuitsprekelijk goed zou kunnen doen. In af
wachting, dat dit nog eens zal geschieden.
Aanbevelend E. Vossers, em.-pred., Asterkade
28, Heemstede.
Burennuijver: „Onze boontjes staan
gelukkig 3 c.M. hooger dan die
van de lui hiernaast."
HET GOUDEN JUBILEUM VAN DE EERSTE
GLOEILAMP.
De lichtweek te Amsterdam.
Vijftig jaar geleden werd de eerste gloeilamp
door Thomas Alva Edison uitgevonden. De
„New York Herald" vermeldde indertijd het
groote nieuws het allereerst, maar zoo schrijft
de Telegraaf men vertrouwde het uitvoerige
bericht, voorzien van echt-Amerikaansche „head
lines" of koppen, zooals wij hier zeggen, zóó
weinig, dat de hoofdredacteur van het blad bijna
den reporter ontslag gaf
Intusschen, op deze primeur" van „Edison's
mirakel" volgde nu eens geen dementi, en de
kop van het bericht, dat er een licht was uit
gevonden, zonder gas of vlam en dat goedkooper
was dan petroleum, was juist. Het ontslag van
WEGEN- EN WEEGBELASTING.
Onder dit hoofd lezen we in de „Telegraaf"
Geheel auto- en motorrijdend Nederland, voor
genoegen, zaken, transport, dan wel snelle ver
plaatsing, wordt op het oogenblik gewogen.
En steeds te licht bevonden, wat de vroegere
eerlijke opgaven betreft.
Want ineens is men tot de conclusie gekomen,
dat als men naar de letter van de wet berekent,
de wegenbelastingschroef voor auto's nog eens
met gemiddeld 5 a 6 procent kan worden aan
gedraaid.
Die schrijft namelijk voor, dat berekend wordt
het gewicht van den wagen, zooals die op den
weg rijdt. Dus het zuivere gewicht, plus 't water
van den radiator, en de benzine in de tank. Een
bureaucratische spitsvondigheid, die even krank
zinnig is, als wanneer een dokter een patiënt
toegenomen vindt in gewicht wanneer die een
liter water gedronken en een stevig hutspot op
heeft.
Gevolg... zoo goed als heel Nederland valt in
den vervolge in een hoogere klasse der wegen
belasting. Wagens die 840 wogen, wegen nu 860,
die van 1530 ineens 1560, wat telkens zes gulden
scheelt.
Bureaucratisch moge dit zeer zuiver en zelfs
democratisch klinken... in de practijk is het dit
niet. Het beteekent voor grootere luxe-wagens
vaak niet meer dan 4 a 5 procent toename.
voor de kleinere wagens een toename van 6 en 8
procent op de oude belasting. En dus vooral voor
den kleineren man fnuikend. Over het algemeen
is de auto in Nederland in vergelijking met
andere landen als Amerika reeds veel te zwaar
belast. Het aandraaien van de belastingschroef
weer met gemiddeld 6 procent, is een nieuwe
domper op den kooplust en op den durf zich een
auto aan te schaffen. Wij behoeven niet meer
aan te voeren van welk enorm economisch belang
motortractie voor een land is, vooral niet sinds
het paard zoo goed als verdween. Hoe meer
auto's in een land, hoe sneller zijn opbloei is, al
was het alleen al door tijdsbesparing, en doordat
de man met den motor als hulp, of hij groente
boer, slager dan wel notaris of dokter is, zijn
tijd verdubbelt.
Maar de wetgevers, die nog altijd uitgaan van
het principe, dat de auto een luxe voorwerp is,
smoren iets gewichtigs in de kiem. Duizenden
nieuwe auto's worden per jaar ingevoerd, duizen
den geruild, en weer verkocht die nog uitstekend
een vijf of tiental jaren dienst kunnen doen en
die overgaan in de handen van den minder
den journalist werd ingetrokken en de lamp
vond haar weg over de geheele wereld.
En zoo vieren wij nu het vijftigjarig bestaan
en organiseert Amsterdam van 2126 October
een lichtweek, die in waarheid „schitterend be
looft te worden. Een buitengewone verlichting
van straten, auto's en vaartuigen is in voor
bereiding.
Aan den tocht van verlichte schepen zullen o.a.
deelnemen booten van de Draad- en Kabel-
fabriek, n.l. vuurroode draken (Draka)dan is
de Amsterdamsche Droogdok Mij. van plan, een
schip buiten het dok op het IJ te verlichten, en
er vóór een verlichte zwaan, welke Lohengrin-
herinneringen opwekt; de drijvende bok wordt
namelijk in een witten zwaan veranderd.
Wat de straatverlichting betreft, kan in aan
sluiting op het reeds medegedeelde worden ver
teld, dat op het Frederiksplein om de verlichte
fontein zoeklichten zullen worden opgesteld van
leger en marine, welke hun bundels door de lucht
zullen zwaaien en ook de vliegmachines van
Soesterberg en van de K.L.M. zullen beschijnen.
Om de aandacht op de lichtweek te vestigen
zijn affiches verschenen. Een er van vertoont
Edison's kop, de ander van den teekenaar Walter
is zeer goed uitgevallen. Op een donkerblauw
veld, dat de omtrekken van Nederland weergeeft,
is op de plaats van Amsterdam een groote ge-
styleerde ster te zien.
Er wordt veel belangstelling in de lichtweek
verwacht en excursies naar Amsterdam zijn in
voorbereiding. Op allerlei wijze ondervindt net
comité bewijzen van medeleven. Zoo zal om
maar iets te noemen, de carillonneur Vincent op
21 October van 121 uur de lichtweek openen
met een carillonbespeling, aanvangende met het
„Zonnelied" van Cath. van Rennes en eindigen
de met het lied van de Avondster van Wagner...
Verder zal de Edison-film worden vertoond,
opdat de schooljeugd de beteekenis van de uit
vinding zal begrijpen. In één woord: het wordt
een grootsch programma, dat naar wij hopen
ook in zijn geheel zal kunnen worden uitge
voerd, maar daarvoor zijn nog belangrijke be
dragen noodig, al heeft men reeds een basis
fonds.
In allerlei landen wordt Edison herdacht, o.a.
in Frankrijk, Italië, Ned.-Iridië en Japan. In
Amerika wordt het natuurlijk zeer groot-
scheepsch. Zoo heeft Ford, een goede vriend van
Thomas Alva, diens oorspronkelijk laboratorium
in zijn geheel laten overbrengen van het Manlo-
park naar Dearborn bij Detroit, waar het een
onderdeel zal vormen van een museum.
kapitaalkrachtigen man, van den kleineren man,
die evengoed recht heeft de kracht van een motor
voor zijn zaken en welvaart te spannen, als de
grootere. Er staan duizenden op „de grens" om
dit te kunnen doen. Ze aarzelen alleen nog voor
de kosten. Niet van aanschaffing, die ineens vol
daan worden, maar vooral van belastingen zoo
wel wegen- als personeele, die telkens terug
komen. Door die nieuwe wetstoepassing worden
vooral kleine automobielen getroffen. Duizenden
zouden een tweedehands- en soms derdehands
wagens kunnen koopen voor bedragen, die reeds
beginnen met 200.waarvoor al heel bruik
bare oude wagens te krijgen zijnDaarvoor
moet vaak honderd gulden gezamenlijke be
lastingen worden betaald. Het eerste, de aankoop,
zou gaan, het tweede (ieder jaar) niet. Dus is
men verplicht zich verder af te matten met bak
fietsen, handwagens, langzame trammetjes of
arme magere paarden.
Opnieuw is de populariseering van de auto een
stuk teruggezet.
Kan in Amerika juist door de lage belastingen
elke werkman zich reeds zijn eigen wagen ver
oorloven, hier heeft men er den werkman en den
man met het klein inkomen, maar toch even
groote behoefte aan wat levensgeluk en verdub
beling van capaciteit, weer een stuk van weg
gezet.
Om niet te spreken van den autohandel, wiens
toestand al niet zeer rooskleurig is, en die hier
weer een nieuwen knak krijgt, door de verhoo
ging der belastingen, en de daardoor nog weer
tragere kooplust.
Men vraagt zich af, of Nederland dan een
eiland is, waar men niet uitziet naar de moderne
stroomingen daarbuiten, of men hier nog altijd
niet wil inzien, dat de auto tegenwoordig reeds
veel meer een nuts- dan een luxe voorwerp is...
ja men vraagt zich af of deze kortzichtigheid
die aan blindheid grenst... niet...
Neen, beter, men vrage zich niets af in Neder
land, en ondergaat gedwee en als goed Neder
lander, wat in dezen modernen tijd aan Nederlan
ders is opgelegd. Den kleineren mensch komt
persé geen auto toe!
Voor overreding vatbaar.
Trots had ze hem gezegd, dat ze niet eerder
met hem trouwen zou vóór hij 1000 gulden ge
spaard had. Na drie maanden ontmoette ze hem
weer en vroeg, hoeveel hij had.
Drie en veertig gulden, zei hij.
Ach, antwoordde ze kleurend, ik denk,
dat het bijna genoeg is.
Het nieuwe blijspel in het kleine voorstad
theater van San Francisco trok geen publiek,
niettegenstaande er de meest bedenkelijke soort
nonsens in opgestapeld was, het van echt- en
beenbreuken wemelde, honden, katten en wat
voor tuig meer er in meespeelden. Het trok niet.
I Wat een blijspel meermalen overkomt.
De troostelooze toestand scheen tenslotte in
den bol van den directeur geslagen te zijn, want
op een avond riep hij, zonder dat er de minste
reden toe was, zoo maar van de planken naar het
schellinkje:
Bliksems Pat O'Bryan, jij bent zoo'n rijke
schurk, waarom zit jij daarboven op het schel
linkje voor dertig cent. Kun jij niet naar beneden
komen en een rijksdaalder betalen!
Vanzelfsprekend bracht deze interruptie heel
wat opschudding teweeg, er werd hartelijk ge
lachen, want het was best mogelijk, dat ér een
Ier op de galerij zou kunnen zitten, die zoo heette,
want de naam Pat O'Bryan komt ginds net zoo
veel voor als hier Meier of Jansen.
Pat kwam echter niet naar beneden, betaalde
ook geen rijksdaalder, de recettes stegen niet, er
gebeurde niets. Tenminste voorloopig niets.
Enkele dagen later verscheen er in de bladen
van San Francisco evenwel een zeer merkwaar
dig bericht. Volgens dit bericht zou op den
bewusten avond in dat voorstad-theatertje
werkelijk een Ier van dien naam gezeten hebben
en wat nog merkwaardiger was, heette het in
deze krantennotitie verder, deze Ier voelde zich
door deze openlijke toespraak beleedigd en had
reeds en klacht ingediend tegen den directeur.
Stel je voor!
Ondertusschen was de naam van den theater
directeur en die van het theater bij een ieder
over de tong gegaan. De ontvangsten stegen
reeds belangrijk, wat voor den directeur nu niet
heelemaal zoo onaangenaam was. Plotseling was
hij zeer rustig en verstandig geworden.
Er verliep een week voor er weer een kranten
bericht verscheen, dat een volkomen bevestiging
van het voorgaande was.
Er had een rechtsgeding plaats gevonden,
waarin de theaterdirecteur als beklaagde was
opgetreden en onze Pat O'Bryan als getuige en
beleedigde. In zijn kwaliteit als vrije burger van
een vrijen staat, eerzaam schoenmaker en vader
van elf kinderen,, was hij aangevallen en in zijn
eer aangetast. Dit naar beneden sleuren van zijn
goeden naam kon slechts vergoed worden met
een schadeloosstelling van duizend gulden. Zeer
merkwaardig was echter, dat dit bedrag hem a
bout portant werd uitbetaald zonder verweer of
wat ook.
Het voorstad-theater kwam in opspraak. Als
men de Amerikaansche toestanden eenigszins
van nabij kent, begrijpt men, dat iedereen de
plaats van handeling persoonlijk in oogenschouw
wilde nemen. Ieder wilde zelf met eigen oogen
den directeur aanschouwen, die zich zulke kost
bare en uitmuntende grapjes kon veroorloven,
en ieder hoopte ook zeker in stilte, dat daar in
dat kleine theater zich zulke grapjes nog eens
herhalen zouden.
Waar men ook op gerekend had, niets ge
schiedde er van dat alles. Het theater kwam er
evenwel heelemaal bovenop en het niet nieuwe
stuk liep ontzettend.
Eenige maanden later, toen bijna iedereen het
begin van de geschiedenis met „Damn it, Pat
O'Bryan, why don 't you come down and pay
a dollar" vergeten had verscheen er nogmaals
in een pers van San Francisco een bericht, dat
ook merkwaardig, doch bovendien zeer geloof
waardig was.
Volgens dit bericht" zou de beleedigde Ier reeds
verscheidene jaren stille compagnon zijn geweest
van den directeur van het kleine theater in de
voorstad.
Zeg Van Pummelen, vandaag hoef je Troelie
niet uit te laten. Ik ga zelf met hem een
wandeling maken. Maar tiaar je toch
lichaamsbeweging noodig hebt, lijkt het me
wel verstandig, als je met de schilpad eens
uitging." (L. O.)
Huisknecht (die in allerijl komt (binnen
stormen): „Oh, Mijnheer, ik heb daarnet
een hoofdloos spook gezien in do gang."
Kleine jongen (nu niet bepaald oen brave
Hendrik)„Ik hoop Janson, dat je nu niet
denkt, dat ik er het hoofd heb afgeslagen."
(F. 3.)