OUD- EN NIEUWJ
10
DE'EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
Er is voor de huisvrouw (vooral in een groot
gezin!) altijd iets genoegelijks in, als ze voor de
feestdagen de extraatjes zelf kan bereiden.
Nog afgezien van het feit, dat moeder het best
rekening weet te houden met ieders smaak,
brengt dit bereiden in huis ook het voordeel mee,
dat de porties minder naar „mondjesmaat" be
hoeven te worden berekend dan met de duurdere
gerechten van den kok of den banketbakker het
geval zal zijn.
Zal de oudejaarsavond besloten worden met
een gezelligen maaltijd? Dan valt er b.v. eer te
behalen met een zelf klaar gemaakten schotel
haringsla of huzarensla.
Al naarmate dit het best uitkomt in ver
band b.v. met het beschikbare semes kunnen
we dergelijke „slaatjes" opdienen als één groot
geheel, waarvan ieder een gedeelte afneemt of
wel als afzonderlijk gegarneerde portietjes, die
elk op een klein bordje, een glazen schaaltje
of een schelp worden rondgegeven.
De laatste methode is misschien wat bewerke
lijker, maar ze voldoet dan ook des te meer,
vooral ook, omdat ze ons in de gelegenheid stelt
om desnoods ieder portietje weer anders te gar-
neeren.
Is het de lunch op Nieuwjaarsdag, die er wat
feestelijker moet uitzien?
Ook in dat geval kan de huisvrouw in haar
eigen keuken wel een smakelijk extraatje be
reiden, dat niet al te veel tijd in beslag neemt.
Ansjovisbroodjes zouden b.v. een aardige in
leiding van den koffietafel kunnen vormen,
vooral, omdat misschien voor den Oudejaars
avond-haringsla een potje ansjovis en een
fleschje capertjes is aangebroken en we daarvan
nog een groot gedeelte over hebben gehouden.
De recepten zijn berekend voor 6 personen.
Ansjovisbroodjes.
6 sneetjes casinobrood
50 Gr. (21/2 afgestreken eetlepel) boter
2 harde eieren
1 eetlepel slaolie
1 eetlepel azijn (bij voorkeur kruiden-
azijn)
(4 theelepeltje mosterd
1 theelepeltje Maggi's Aroma
1 eetlepel fijngehakte peterselie
1 eetlepel capertjes
12 ansjovissen.
Snijd het brood als voor sandwiches, neem er
rondom de korstjes af en verdeel elk sneetje
precies in tweeën (maak er, in plaats van vier
kante, desverkiezende ook driehoeken of reepen
van, desnoods zelfs ronde plakjes, mits ze alle
van ongeveer dezelfde groote zijn). Bak de
stukjes brood in een koekenpan met de boter aan
weerskanten goudbruin.
Wrjjf de dooiers van de hardgekookte eieren
fijn, vermeng ze met den mosterd, de Maggi's
Aroma, de olie en den azijn tot een zalfachtig
papje en besmeer daarmee de broodjes aan één
kant.
Maak de van te voren geweekte ansjovissen
schoon, splijt ze doormidden en leg op elk broodje
twee helften (liefst op ieder broodje verschillend,
PADDENSTOELEN.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat men
begonnen is met de studie van de Nederlandsche
paddenstoelen. Ruim veertig jaar geleden zijn
een drietal goede vrienden er met groote vlijt
aan begonnen; drie mannen, die altijd nog met
eere bekend staan bij de Nederlandsche plant
kundigen: Prof. Oudemans, Kok Ankersmit en
Abeleven. Sedert dien zijn al meer en meer wan
delaars zich met onze Nederlandsche padden
stoelen gaan bezig houden. Wie er eenmaal aan
begint, laat ze niet spoedig meer schieten, en
zoo werd het aantal liefhebbers aldra zoo groot,
dat een vereeniging kon worden gesticht. Deze
vereeniging is beroemd geworden, doordat zij
door het geheele land jaar op jaar tentoonstel
lingen heeft georganiseerd van paddenstoelen.
Tevoren gingen dan de getrouwen op zoek;
ieder die iets vond dat van belang leek, stuurde
het in, en tal van uitmuntende kenners zorgden
en zorgen nog steeds ervoor, dat iedere padden
stoel behoorlijk met naam en toenaam wordt ver
toond en meestal nog met een bewijs van goed
of kwaad gedrag: het toevoegsel „eetbaar", of
„vergiftig", of „niet eetbaar, maar onschadelijk"
en meer dergelijke uitspraken. Ook vindt men
er altijd mooie afbeeldingen en foto's, door
kunstenaars en liefhebbers gemaakt, en allerlei
boekwerken. Kortom, op zoo'n tentoonstelling
wordt men op de aangenaamste wjjze ingeleid
tot de studie der paddenstoelen, en zoo men er
reeds eenige vorderingen in gemaakt heeft, dan
vindt men er toch altijd weer iets nieuws naast
al de oude kennissen. Ook is er meestal een
paddenstoelkeuken, waar huiverige nieuwe
lingen hun eerste hapje nuttigen van een of
ander smakelijk paddenstoelgerecht. De vereeni
ging stelde in verschillende deelen van het land
„consuls" aan, bij wie ieder om hulp en raad
kan aankloppen, en die consuls hebben weer de
aardige gewoonte om soms met elkander op stap
te gaan naar één of ander bijzonder padden-
stoelerig hoekje van Nederland, waar zij allerlei
pleizierige ontdekkingen doen. Overal waar loof
hout en naaldhout, akker en weide gezamenlijk
voorkomen, bestaat de grootste kans op over
vloed van verschillende paddenstoelen. De con
suls en hun trawanten vinden nog slag op slag
paddenstoelen, die nimmer tevoren in ons land
waren opgemerkt, en een wakker Amer'sfoorter
heeft zelfs een paddenstoel gevonden, die nog
nooit tevoren in de geheele wereld was gezien.
In ons land worden paddenstoelen nog niet
veel gegeten. De mensehen zij er huiverig van
en terecht, want onvoorzichtigheid in dezen kan
den dood aandoen. Alleen bepaalde soorten zijn
eetbaar, en die moet men op en top kennen, met
n.l. recht, gekruisd, rondgebogen, opgerold, enz.,
enz.). Garneer de broodjes verder ook weer
zoo verschillend mogelijk met de capertjes, de
gehakte peterselie en het fijngehakte eiwit.
Schik de broodjes op een schotel, waarover
eerst een vingerdoekje is gespreid.
Haringsla.
3 gemarineerde haringen
8 koude aardappelen
1 kleine gekookte biet (of een flink stuk
in azijn ingemaakte biet)
1 zure appel
2 harde eieren
wat ingemaakte uitjes, augurken en
capertjes
2 struiken krulandijvie of 100 Gr. (1 ons)
veldsla
2 lepels slaolie
2 lepels azijn
4 a 5 lepels mayonnaise.
Ontdoe de gemarineerde haringen van hun
graat en snijd ze in blokjes.
Maak de aardappelen fijn (liefst door den
molen)hak de biet in stukjes (op eenige plakjes
na, die voor versiering moeten dienen)snipper
den geschilden appel, snijd de uitjes en de
augurken fijn (ook weer met uitzondering van
eenige voor de gameering)maak de sla schoon
of snipper de andijvie; wrijf van de harde eieren
het wit en de dooiers afzonderlijk fijn.
Meng nu alles behalve de eieren, de terug
gehouden bieten, capertjes, uitjes en augurken
en een derde van de sla met de olie en den
azijn door elkaar. Schik het mengsel eenigszins
kussenvormig op een platten schotel, strijk het
glad en bedek het met een dun laagje mayon
naise. Garneer den schotel met een randje van
de overgehouden sla, met vakjes van fijnge
wreven ei, met boogjes van doormidden gesneden
bietenplakjes, met een paar waaiervormig inge
sneden augurken en met wat overal rond
gestrooide capertjes.
Geef als ge wilt aan de ééne zijde het jaartal
aan van het afgeloopen jaar en aan de andere
zijde dat van het komende jaar, met behulp van
in vieren verdeelde, geweekte ansjovissen, die
zich gemakkelijk in den vorm van cijfers laten
neerleggen, is dit heel goed te doen.
Mayonnaise.
1 eierdooier
1 eetlepel azijn
1 theelepeltje zout
1/2 theelepeltje mosterd
1 theelepeltje Maggi's Aroma
21/2 d-L. slaolie.
Klop in een stevig op tafel staande kom den
eierdooier met het zout, den mosterd, de Maggi's
Aroma en den azijn door elkaar. Giet er, steeds
goed kloppende, met een uiterst fijn straaltje
langzamerhand de olie bij, tot tenslotte de
mayonnaise glanzend en dik is (na een minuut
of tien). Verdun, wanneer de saus te dik dreigt
te worden, het mengsel nog met een paar drup
pels azijn.
al hun kenmerken, eer men het waagt, de tanden
erin te zetten. Er bestaat geen enkel algemeen
kenmerk om vergiftige paddenstoelen te onder
scheiden van de eetbare. Men hoort wel eens van
dergelijke huisregeltjes, b.v. dat een zilveren
lepel zwart zou worden in vergiftige padden
stoelen en blank zou blijven in de goede. Daar
is niets van waar; de lepels blijven blank in de
allergiftigste soorten. Verkleurend vleesch zou
ook een kenmerk zijn voor giftigheid; heelemaal
niet waar, want verschillende van die verkleur-
paddenstoelen zijn heel goed om te eten. Padden
stoelen, waar slakken van eten, zouden goed
zijn: volmaakt onjuist, want men ziet dikwijls
slakken smullen van soorten, die voor ons giftig
zijn. Neen, wie paddenstoelen wil eten, kan er
niet buiten om de soorten die hij eten wil, goed
te leeren kennen aan hun uiterlijk, en meteen
make hij kennis met de giftige soorten, die, hoe
wel vaak oppervlakkig, gelijken op de goede.
Het aantal soorten, waarvan bekend is, dat ze
eetbaar zjjn, is al zeer groot; in ons land wel
over de honderd.
Een keurige beschrijving van een 132-tal
paddenstoelen kan men. vinden in het fraaie
boekwerk „Paddenstoelenvan de hand van
Dr. Jac. D. Thijsse, waaraan deze bijzonder
heden zijn ontleend. Het is tevens een album,
dat een schat van schoonheid en kennis in deze
plantengroep openbaart. Het verscheen in de
bekende serie, uitgegeven door Verkade's Fa
brieken te Zaandam; op de bekende wijze wordt
de verzamelaar in staat gesteld, door middel
van plaatjes den tekst te illustreeren. Het is
inderdaad een fraaie uitgave, welke uitmunt
door haar opvoedkundig karakter en met de
volledige serie plaatjes een aardig bezit vormt.
NIEUWE REGELING VAN DE PACHT.
Dit jaar zijn bij de Tweede Kamer twee wets
ontwerpen ingediend, houdende nieuwe regeling
van pacht en instelling van pachtcommissies.
Het is nog niet bekend of de nieuwe Regee
ring de wetsontwerpen onveranderd zal hand
haven. Slechts de hoofdbeginselen, waarvan de
ontwerpen uitgaan, worden daarom hier ver
meld.
Een der belangrijkste nieuwigheden, die het
eerste ontwerp inhoudt, is de instelling van een
beperkt conti nuatierecht voor de pachters. In
een nieuw artikel 1636 van het Burgerlijk Wet
boek wordt bepaald, dat in geval van opzegging
van een pachtovereenkomst, aangegaan voor be
paalden tijd, langer dan een jaar, of voor onbe-
paalden tijd betreffende los land van meer dan
1 H.A. oppervlakte, waarvan de pachtprijs hoo-
ger is dan 300.per jaar, of een hoeve, de
pachter zich binnen een maand na de opzegging
tot den kantonrechter kan wenden met het ver
zoek de overeenkomst te verlengen. (Bij alge-
meenen maatregel van bestuur kunnen ten aan
zien van daartoe aangewezen streken de grenzen
van 1 H.A. en ƒ300.worden verlaagd). Op
dit verzoek beschikt de kantonrechter niet dan
na verhoor of behoorlijke oproeping der par
tijen en 11a het advies der betrokken pachtcom-
missie te hebben ingewonnen. Dit verzoek
wordt niet ingewilligd, indien de pachter zijn
verplichtingen niet behoorlijk is nagekomen, of
indien blijkt van eenige andere omstandigheid,
welke ten gevolge heeft, dat van den pachter
redelijkerwijze niet kan worden gevergd de
pachtovereenkomst te doen voortduren.
De overeenkomst kan nimmer voor langeren
tijd worden verlengd dan de overeenkomst zon
der verlenging zou hebben geduurd. (Deze be
paling is niet zeer duidelijk).
Dezelfde overeenkomst mag op die wijze niet
meer dan tweemaal en in het geheel niet langer
dan 10 jaren worden verlengd.
Een tweede nieuwigheid is, dat de pachter bij
het einde der pachtovereenkomst tegenover den
verpachter een recht krijgt op een billijke ver
goeding voor verbeteringen, in de laatste ver-
loopen 10 jaren onverplicht door hem aange
bracht, tenzij de verpachter zich duidelijk tegen
voorgenomen verbeteringen heeft verzet. Bij
éénj aarlij ksche en seizoenverpachtingen is dit
vergoedingsrecht uitgesloten.
Vervolgens is de regeling van het remissie-
recht (vermindering van den pachtprijs bij aan
zienlijk mindere opbrengst van het bedrijf ten
gevolge van buitengewone omstandigheden),
waarvan thans bij overeenkomst kan worden
afgeweken, tot een regeling van dwingend recht
gemaakt. Daartegenover wordt den verpachter
recht op verhooging van den pachtprijs gegeven,
wanneer gedurende een pachttermijn of een
pachtseizoen de lasten, den verpachter door
publiekrechtelijke lichamen opgelegd wegens
buitengewone werken, aanzienlijk hooger zijn
geweest dan bij het aangaan der overeenkomst
te verwachten was.
Ziehier de hoofdpunten. Thans nog een enkel
woord over het tweede wetsontwerp, dat pacht
commissies instelt. Voor elke provincie komen er
een of twee pachtcommissies, elk bestaande uit
een jurist als voorzitter en ten minste vier leden,
voor de helft pachters, voor de andere helft ver
pachters, benevens een secretaris (en eventueel
een voorzitter-plaatsvervanger en leden-plaats
vervangers)
Haar taak is vijfledig:
a. het geven van scheidsrechterlijke uitspra
ken over pachtovereenkomsten;
b. het vaststellen en wijzigen van de voor
waarden van pacht overeenkomsten;
c. het geven van adviezen in zaken van pacht
d. het ontwerpen van model-pachtovereen
komsten
e. het geven van voorlichting aan den rechter.
Verder is de pachtcommissie bevoegd uit eigen
beweging in het belang van de verbetering der
pachtverhoudingen, haar gemotiveerde meening
over een bestaande pachtovereenkomst aan den
pachter en den verpachter kenbaar te maken.
Tegen den wil der partijen kan de pacht
commissie echter de pachtovereenkomst niet
wijzigen. Art. 9 bepaalt uitdrukkelijkDe pacht
commissie stelt geen voorwaarden voor een
pachtovereenkomst vast, noch brengt zij daarin
wijziging, dan wanneer partijen bij voorbaat
schriftelijk zich aan de door de pachtcommissie
vast te stellen regeling onderworpen hebben. Het
beginsel der contractvrijheid blijft dus gehand
haafd, hetgeen inderdaad valt toe te juichen.
Hechter van instrtjitte (tot getuige): „U
was erbij tegenwoordig toen beklaagde zijn
vrouw sloeg?"
CtETUIge: „Ja, meneer."
Rechter van instructie: ..En wat weet
U hiervan te vertellen?"
C4etuige „Wel, het was een fijne knokpartij
met goed beenenwerk "van beide kanten,
maai- als U 't mij vraagt, dan zeg ik dat
de juffrouw het op punten gewonnen
heeft." (H.)
HUISARBEID.
Gelijk bekend, is op het oogenblik aanhangig
een voorontwerp van wet tot regeling van de
huisindustrie. Overheidsbemoeiing om de mis
standen in de huisindustrie-kinderarbeid, langen
arbeidsduur, onhygiënische werklokalen, etc., te
bestrijden, is gewenscht te achten, ook al heeft
de huisindustrie in Nederland geen grooten
omvang meer. De moeilijkheid is daarbij, dat
deze bedrijfsvorm voor eiken tak van nijverheid
zijn eigenaardigheden heeft; in het kleermakers-
bedrijf verdienen de huisarbeiders goede loonen
en vele arbeiders in deze branche geven er de
voorkeur aan thuis hun arbeid te verrichten.
Hier is feitelijk geen reden voor ingrijpen.
Anders is het b.v. bij het garnalenpellen, dat een
hoogst onhygiënisch bedrijf is. Ook in het
meubelmakers- en behangersvak wordt onder
bedenkelijke omstandigheden gewerkt. De wijze,
waarop de Regeering hier wil ingrijpen, kan
echter niet worden toegejuicht. De nadruk in het
voorontwerp ligt n.l. op de loonbepalingen. Hier
mede kan men echter onhygiënische toestanden
niet bestrijden. Bij sommige takken van huis
industrie als garnalenpellen en het verpakken
van suikergoed zou verhooging der loonen nood
zakelijk werkloosheid met zich medebrengen.
Hoe men hier de kool en de geit zou willen
sparen is niet duidelijk. De fout is trouwens in
het wetsontwerp, dat niet gesproken wordt van
een minimum-loon, en geen enkele norm wordt
aangegeven, waarnaar het loon moet worden
bepaald. De tekst van de wet biedt geen waar
borg, dat er geen zeer hooge loonbepalingen
zullen gemaakt worden. Hier schuilt dus een
gevaar voor opdrijven van de loonen ook voor de
fabrieksarbeiders. De reglementeering van den
huisarbeid, welke in de wet wordt voorgesteld,
valt toe te juichen, doch gewaarschuwd dient te
worden om de verantwoordelijkheid voor de na
leving der bepalingen, zooals in het ontwerp
geschiedt, op den werkgever te leggen. Deze kan
in redelijkheid geen toezicht houden op al zijn
huisarbeiders, en de erkenning van deze onrede
lijkheid door den rechter zal tot straffeloosheid
leiden, zoodat de huisindustrie toch niet is
gebaat. De Staat zal zelf de controle ter hand
moeten nemen en de arbeidsinspectie zal moeten
worden uitgebreid. Als dit financieele bezwaren
met zich brengt, moet men beperking van haar
bemoeiing op ander gebied in overweging nemen.
In het ontwerp wordt de mogelijkheid ge
opend om voor speciale, bedrijfstakken een
absoluut verbod uit te vaardigen voor het ver
richten van huisindustrie. Het betreft hier het
kleine zelfstandige bedrijf, waarin de producent
rechtstreeks aan den verkooper verkoopt, en
men heeft hier blijkens de Memorie van Toe
lichting niet alleen het belang van den huis
arbeider zelf op het oog, maar ook de nadeelen,
die dit soort arbeid voor de fabrieksarbeiders
oplevert. Tegen dit motief moet ten sterkste
worden opgekomen. Ieder heeft het recht te
trachten met eerlijke middelen zijn bestaan te
verbeteren. Hier kan volstaan worden met het
geven van regels en behoeft men niet over te
gaan tot een absoluut verbod.
EEN INTERESSANTE REIS.
Een zeer belangwekkende studiereis door Rus
land werd eenigen tijd geleden ondernomen door
Prof. Mr. H. Frijda, een man die op zichzelf
zeker niet onwelwillend tegenover dit land staat.
Van zjjn indrukken en bevindingen heeft hij een
verslag gegeven in het Utr. Dbl., waaraan de
volgende interessante passages mogen worden
ontleend
„In Moskou gekomen is men in het hart van
het roode land. Daar zijn de groote betoogingen
van jeugd, vrouwen en mannen en deze zijn
niet zelden gewapend. Daar is de strijd tegen
het kapitalisme en heerscht het alleenzaligma
kend communisme.
Er heerscht in Rusland een ontzettende
armoede, in alle klassen van de bevolking. Ja, in
sommige kringen wordt zelfs gebrek geleden.
Wat verder treft is het feit, dat alle luxe ar
tikelen ontbreken. Zoo vroeg b.v. een journalist
aan spreker of hij zijn vulpen niet wilde ver-
koopen, omdat een deagelijk voorwerp eenvou
dig ontbreekt. Ook als men fotografeert gebeurt
het herhaalde malen, dat men tracht duidelijk
te maken, dat men het toestel wil koopen.
Het aantal bedelaars, ook al is dit een Oos-
tersch verschijnsel, is bijzonder groot, evenals
dat der verwaarloosde kinderen, 's Morgens
vroeg kan men op straat groote groepen vinden.
Hierbij komt, dat het een sterk gedegenereerd
geslacht is, dat zoo spoedig mogelijk uit inrich
tingen, waar zij onder worden gebracht, tracht
te ontsnappen. Toch doet men alles om den toe
stand te verbeteren.
Deze menschen zijn de slachtoffers der revo
lutie. De steden zien er slecht uit, wat ook geen
wonder is als men nagaat, dat de loonen in ver
band met de prijzen laag zijn. De verdienste
bedraagt plm. 1/3 van een arbeider in het
Westen. Maar voor de revolutie heeft de sociale
positie van den arbeider mogelijkheden en
maatschappelijke waarden gekregen. De be
ambten echter en vooral de kleine ambtenaren
zijn achteruit gegaan.
Er is geen land waar zoo'n vrijheid van cri-
tiek mogelijk is als in Rusland, mits men.maar
niet raakt aan de fundamenten van het stelsel.
Er zijn jaren geweest, dat er in Rusland, een
chaos heerschte. In 1921 is men gekomen tot een
nieuwe economische politiek, die weer een en
ander van het kapitalisme heeft binnengehaald.
De buitenlandsche handel is een monopolie
van den staat en ook de groothandel is voor een
aanzienlijk deel in handen van den staat, even
als de groot-industrie. Het bestaan voor de
groot-industrie in private handen wordt steeds
moeilijker.
De landbouw is het zwarte schaap in Rus
land, ze is voor 97 in private handen. Wel was
de boer de bondgenoot van het proletariaat,
maar hij was het om het groot-grondbezit te
vernietigen.
De landbouwproductie is sterk achteruit ge
gaan. Rusland, dat eens de korenschuur van
Europa was, heeft niets kunnen uitvoeren,
maar moest zelfs graan van buiten invoeren.
Op het land is de rijke boer weer langzaam
opgekomen. Men streeft nu collectiviseering van
den landbouw na, en wekt de arme boeren op
gemeenschappelijk hun land te bebouwen. De
boer is echter individualist, die van het com
munisme niet wil weten, vooral ook omdat het
den godsdienst bestrijdt.
Het groote gevaar is, dat de Rus het tempo
van de industrie niet te pakken heeft. Ook de
medezeggenschap dreigt een gevaar te worden,
daar zij de dicipline bemoeilijkt. De leiding is
zich dit in Rusland wel bewust en het volk wordt
dan ook duidelijk gemaakt, dat ze slechts advi-
seerend is. Men tracht nu de arbeiders te prik
kelen de productie van een concurreerende
fabriek te overtreffen. Lukt dit, dan krijgen ze
een premie. Aan die propaganda zit dus wel
een kapitalistisch tintje.