OU DEI AARS AVON DB ABB EL DE RAADHUISLEEUWEN 6 DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT van FELIX FELICE Dramatis personae: De Raadhuisleeuwen. Plaats van handeling: Het Balcon boven den Ingang. Tijd: Oudejaarsavond, 23.30 uur. De Raadhuisklok slaat half txoaalf. Felix en Felice laten hun starre onbeweeglijkheid varen, om hun jaarlijksch praat-halfuurtje te houden. Felix (rekt zich uit en kijkt op de klok): Half twaalf! Het Oude Jaar loopt op zijn laatste beenen, En 't duurt niet lang meer of het nieuwe is verschenen. Wat is het stil op straat! Geen mensch die ons bespiedt. Felice, zeg eens wat! Komaan, geneer je niet! Felice Wel, ik ben waarlijk om een praatje niet verlegen; Heel 't afgeloopen jaar heb ik versteend gezwegen. Felix: Het is een lange tijd en toch, wat gaat het snel! 't Is omgevlogen, niet? 'k Herinner mij nog wel, Hoe wij een jaar geleên hier zaten te bevriezen. Wat was de winter streng. Zeg, weet je 't nog, Felice Felice Nou, 't was maar bitter slecht voor vele arme menschen, Je zou daarom alleen een zachten winter wenschen. Felix: Voor d' ijssport was het goed! Die maakte 'n tijdje mee! In Maart liep men nog dwars over de Zuiderzee! Felice Ja, er is wel terdeeg van 't ijsvermaak genoten. 't Was ouderwetsche pret voor kleinen en voor grooten. Wat was 't een vrooljjkheid op de Van Merlenvaart; Die ligt zoo mooi beschut en dat is heel wat waard. Felix Maar hoe de ligging ook een ieder mag bekoren, Het duurt te lang, eer dat die baan is toegevroren. Wanneer 't maar even vriest, dan lees je in de krant: Ze rijden hier en daar: Felice Ja, op verdronken land! Felix Natuurlijk! Onze baan is wel een heele mooie, Maar ligt meestal pas dicht, als 't weer begint te dooien Felice Nu, dit jaar dan toch niet. Nu was er prachtig ijs, En in denzelfden tijd een bloemenparadijs Van V. v. B. B. C. die in die dagen vierde Haar gouden jubilé, terwijl de rijders zwierden. Felix Ja, 't was een groot contrast. Hier bloemen, die ontloken; Daar buiten strenge vorst! Felice Van jubilé's gesproken, 'k Denk aan het Koop'ren Feest van onzen Burgervaêr. Dat viel ook in 't begin van 't afgeloopen jaar. 't Was wat je noemt uniek! 'k Hoor weer die jeugdcantate, Die blijde feestmuziek nog schallen door de straten. Het was een drukte, hoor; receptie en geschenken! Ik wed, hij zal nog vaak aan deze dagen denken, Toen hem zoo duid'lijk bleek, wat in de harten leeft: Dat hij de sympathie van Heemsteê's burgers heeft. Felix Ja, dat mocht hier in 't dorp een ander ook ervaren; Ik meen heer IJzermans, pastoor sinds vijftig jaren. Zijn gouden priesterfeest heeft hem dit wel geleerd: Hoog wordt de herder door zijn schaapkens gewaardeerd. Felice Ja, alles goed beschouwd was 't wel een jaar van vreugde. Daar valt mij nog iets in, dat mij het hart verheugde 't Concours St. Michaël, wat is dat mooi geweest. Dat was nu wat je noemt, een kleurig, fleurig feest! Die marschwedstrijd was leuk. Wat is daarvan genoten! 't Publiek stond rijen dik en dicht aaneengesloten. Felix Maar 't feestterrein bleef leeg, want Heemsteê (dat 's bekend) Zit graag op 't eersten rang voor anderhalven cent! Felice Nu ja, daar kun je toch de lui niet hard om vallen Ze waren, goed beschouwd, nog wel het slimst van allen. Ze hoorden 't op den weg ook goed voor niemendal, En hielden dus hun geld op zak, dat 's niet zoo mal! Felix 'k Herinner mij opeens nog zoo'n goedkoop pleiziertje: We zaten eerste rang en 't kostte ons geen ziertje! 't Was toen „Graf Zeppelin" 'n bezoek aan Neêrland bracht. Wat was dat machtig mooiDat luchtschip was een pracht, En oud en jong liep uit en stond den hals te rekken En tuurde in de lucht tot 't kraakte in hun nekken! (Alg.) Vereen, voor Bloembollencultuur. Felice Juist neigde 't met zijn kop Felix Dat was een groet aan jou, Als Heemsteê's schoonste vrouw Felice Toe, wees nou niet zoo flauw! „Miss Heemsteê" zal vooreerst wel ongekozen blijven. Felix Wel, vraag eens aan de krant, een wedstrijd uit te schrijven! Felice Nee, nee, we dwalen af. Kijk eens hoe laat het is? Felix Het is al kwart voor twaalf, als ik mij niet vergis. Felice Zóó laat al, en ik wou nog over zooveel praten, Al wat hier is gebeurd, gèdaan en nagelaten In 't afgeloopen jaar. Felix Zoo heb je al den tijd Dat j' aan het babb'len bent, geen enkel woord gewijd Aan een belangrijk werk. Je weet, ze zijn nu bezig Aan 't maken van de Dreef. Felice Daar 's weinig van aanwezig; Het schiet maar langzaam op. Felix Nee, nee, dat is niet waar: Er is een mooie brug over de Zandvaart klaar; Maar d' eig'naars van den grond zijn 't plan niet zeer genegen. Die houden, dat is vast, het werk een beetje tegen. Felice Zoo is er nog een zaak, die al te lang traineert; Een oude kwestie sinds we zijn geannexeerd: 't Wordt tijd dat Haarlem gaat betalen al zijn schulden; Je ziet van heel 't bedrag geen riks, ja zelfs geen gulden! Wel wordt de schijn gewekt, dat Heemsteê overvraagt, Opdat het eindbedrag wat minder straks bedraagt. Felix 't Zal mij benieuwen, wat het resultaat zal wezen. Felice Dat weet ik al vooruit! Felix Kun j' in de toekomst lezen? Felice Dat is zoo moeilijk niet. Felix Zeg op dan, als je wil. Felice Wel, dit is 't eind van 't lied: ze deelen saam 't verschil, Zoo wordt besloten door Gedeputeerde Staten, Met gratis goeden raad, 't nu hierbij maar te laten. Dan duurt het nog een poos, eer 't mopp'ren is gedaan, En daarna is de zaak voorgoed dan van de baan. Felix; Nu, laat dat dan maar met bekwamen spoed gebeuren. Al valt het ook niet mee, men kan niet blijven treuren. Daarom wat anders, zeg! Wat was dat voor een grap? Laatst zag 'k de hoogste klas van ied're school op stap Ze gingen naar een straat om boomen daar te planten. Kan nou „Plantsoenen" dat niet beter dan die klanten? Felice Het zou je duid'lijk zijn, wanneer je maar eens zag, Hoe vreemdelingen doen op tweeden Pinksterdag In 't mooie Groenendaal, zoo keurig onderhouden, Het laatste overschot van uitgestrekte wouden. Wij zijn met reden trotsch op 't heerlijk wandelbosch Maar eenmaal in het jaar is daar de duivel los! Men rukt aan tak en twijg van ljsterbes en sleedoorn, Gooit steenen naar het nest van sijs en musch en eekhoorn, Vervult het stille bosch met ruw en luid getier, Bezaait het groene mos met schillen en papier, Plonst in de Waterdel, waar juist de goudvisch kuitschiet, En 't is een groot schandaal, zooals dan 't bosch er uitziet! Was ik politieman, ik zette ze op de bon! Felix: Zeg, hou je wat bedaard; straks val je van 't balcon! Felice Geen nood! Ik zeg maar zoo, dat daarmee is gebleken, Dat men de liefde voor 't natuurschoon aan moet kweeken, En daartoe helpt zoo'n dag van boomen planten meê. Felix Ja, waarlijk, zoo beschouwd is 't wel een goed idee. Maar kijk eens naar de klok je hebt nog tien seconden, Dan wordt het oude jaar voorgoed naar huis gezonden. Felice Dan zal 'k mij haasten, want ik ben nog lang niet klaar, 'k Wensch allen veel geluk en vreugd in 't nieuwe jaar, Gezondheid, voorspoed in hun zaken en bedrjven, Dat Heemsteê 't volgend jaar in groei en bloei mag bijven; En voorts Felix Daar slaat de klok! het oude jaar is heen, Het nieuwe staat gereed en komt reeds aangetreên. Felice Dan eindig ik en wensch tot slot aan alle menschen Al wat z' in 't nieuwe jaar zichzelven zullen wenschen! Wel, hiermee stem ik ook van ganscher harte in Een zalig uiteind, lezer, en een goed begin.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1929 | | pagina 6