OUDEJAARSAVOND Speciale artikelen voor den ,,'T WIJNHUIS VAN HEEMSTEDE" 6de Jaargang 30 December 1929. Derde Blad N°. 52 Gemengd Nieuws. PUNCH: Citroen - Rum en Arak f 2.20 f 2.70 van ,,'t Beertje" f 3.20 Fockink f 4.40 Bols .f3.60 4.40 COGNAC: Prima kwaliteit, eigen import f 2.50 per V] fl. - f 1.30 per 1/2 fl. J. P. A. STAPHORST Fa. Steenvoorden Co. PQPÜLAIKE RUBKIEK. EEN ECHT NIEUWJAAR. Het flikkerend haardvuur verlichtte de vroo- lijke kinderkamer en wierp zijn grillige licht effecten over het alleraardigst blond kinder kopje. In de verte werd af en toe klokgelui ver nomen, want het was Oudejaarsavond. Ergens sloeg het elf uur en een onderdrukt snikken werd vernomen van het vrouwtje, dat zich telkens vol teederheid over het bedje boog. „Peggy, mijn lieve, kleine Peg!" fluisterde zij tot het slapende kind. „Over een half uur ben ik weg; dan heb je geen moeder meer, lieveling. Ze zullen je zeker zeggen, dat ik dood ben; maar eigenlijk ben ik erger dan dood!" Aarzelend trad de jonge vrouw van het bedje terug en staarde naar buiten, waar het land schap lag in vreedzame tegenstelling met den storm in haar gemoed. Valerie Travers was een alleraardigst meisje geweest, toen Dick Reydon liefde voor haar had opgevat en als jong vrouwtje was ze nóg be koorlijker. Ze had een kinderlijk gezichtje, prachtig goudblond haar en droomerige, grijze oogen, die den laatsten tijd een vreemd-droeve uitdrukking hadden gekregen. Hoe gelukkig was zij geweest in die eerste jaren van hun huwelijk! Zij en Dick hadden elkaar aanbeden; en, toen Peggy kwam, scheen hun geluk volmaakt. Zoo langzamerhand rezen er moeilijkheden tusschen hen en dit ging eindelijk zóó ver, dat zelfs buitenstaanders konden mer ken, hoe er iets niet in orde was tusschen die twee. In het eerst had Dick al trachten uit te vinden, wat de eigenlijke oorzaak van hun oneenigheid wasmaar dit. mocht hem niet lukken. Zoo werd het al erger, tot Carol Pierce, Dick's oudste en beste vriend, van zijn zwerftochten uit Amerika terugkeerde. Hij was een oprecht bewonderaar van vrouwelijk schoon, meende waarlijk zelve, dat hij liefde voelde voor Valerie en wist haar te overreden, dat dit gevoelen wederkeerig was. Op dit oogenblik was zij aan het bij elkaar pakken van enkele benoodigdheden voor haar vlucht van dien avond met Carol. Door eenige spitsvondig-gekozen opmerkingen had hij bij haar den indruk weten te voorschijn te roepen, dat haai' echtgenoot haar moe was; dat hij zijn vrijheid verlangde; en zoo was zij van liever lede in de listig-gespannen strik geloopen. Met trillende vingers zette zij een briefje op den schoorsteenmantel, waar Dick het wel vinden moest, als hij Peggy zijn nachtzoen kwam bren gen. Valerie sloeg een dikken doek om, wierp nog een laatsten blik door het vertrek en sloot de deur. Eéns kraakte de trap, maar toch bereikte ze ongestoord de benedengang, waar Dick's studeerkamer wasZij hoorde daar de stem van Carol, den man, die, eer het een half uur verder zou wezen, zijn vrouwtje aan hem ont voeren zouZe kon de verzoeking niet weer staan, om even aan de deur te luisteren en hoorde haar naam noemen. „Ik ben niets gerust óp Valerie," zei Dick. „Ze ziet er bleek en vermoeid uit; ik denk, dat ik Peggy en haar een tijdje er uit stuur." „Zou je dat nu wel verstandig achten, Dick, om je vrouwtje zoo alleen weg te zenden. Het is een drommels aardig wijfje! Hoe durfde Carol zoo iets zeggen, dacht zij. Maar neen, zoo ooit iemand, dan had hij er wel het recht toe. „Maar Pierce," viel Dick uit, „bedenk, dat je tot mij spreekt over mijn vrouw. Je bent hier in Engeland, niet meer in Zuid-Amerika en hier eerbiedigen wij den goeden naam van onze vrouwen." „Nu, niet zoo driftig, man! Ik wilde alleen maar zeggen, dat alle aardige vrouwtjes flirten zjjn. En waarom zou jouw Valerie nu een uit zondering wezen op dien regel?" Met een verstikkend gevoel hoorde zij Dick's antwoord „Omdat ze mijn vrouwtje is; het trouwste, reinste schepseltje, dat er ter wereld bestaat. Overal om mij heen zie ik leugen en bedrog, maar van haar ben ik zéker! En dan Peggy, dat lieve ding," ging Dick voort, met van ontroering tril lende stem. „Al zou Valerie nu ook niets geven om mij, dan zou ze mij nog trouw blijven om de baby. Neen, Carol, als je nog eens zoo iets beweert, dan zou je daarmee onze jarenlange vriendschap vergooien." Even later hoorde zij beide vrienden elkaar de hand drukken en tegelijkertijd herinnerde het slaan van de klok er haar aan, dat dit het afge sproken uur was voor haar vlucht. Als een wervelwind schoot zjj nu naar boven, terug naar de kinderkamer, waar zij voor het bedje op de knieën viel, al juichend tusschen haar snikken door: „Peggy! Mijn lieve, kleine Peg! O, den Hemel zij dank!" „Mammie," klonk het slaperig. Hoe lang zij daar zoo in die houding liggen bleef, vast zij zelve niet. Maar ineens voelde zij een hand op haar schouder en klonk het achter haar: „Valerie, kind!Wat scheelt er aan? Stil, toch, dwaas vrouwtje!" „O, Dick," fluisterde zij, terwijl het harts tochtelijk snikken langzamerhand bedaarde. „Heb je mij dan toch nog lief, net als eerst?" „Maar, kind!Met iederen dag krijg ik je immers meer lief!" „O, Dick, ik ben den laatsten tijd zoo slecht geweest; zoo vreeselijk slecht in mijn ge dachten Hij greep haar beide handen, keek haar diep in de oogen en sprak in-ernstig: „Laat ons dan nu met recht een Nieuw Jaar beginnen, Valerie, en een, dat steeds door dezelfde gelukskringen gevolgd wordt!" Toen sloot hij haar in de armen en voor goed hadden ze elkaar weergevonden. EDISON EN DE BEDWELMENDE DRANK. Edison, de man wiens naam in de laatste weken op zooveler lippen is geweest, is van jongs af afkeerig geweest van het gebruik van bedwel mende dranken. In een persgesprek dat door Mr. G. R. Lothrop in het Engl. 111 Magazine werd geplaatst, heeft hij eens de volgende verwachting uitgesproken: „Over vierhonderd jaren zullen er, practisch gesproken, geen bedwelmende dranken meer op aarde gevonden worden. De menschen zullen er een tegenzin in gekregen hebben en ze ver afschuwen. Ze zullen nog wel bestaan, maar ze zullen worden gebruikt als middelen om de ergste misdadigers te straffen. Gelijk men in onze dagen iemand veroordeelt tot zoo-en-zooveel dagen water en brood, zoo zal men over vier honderd jaren een misdadiger straffen met een gelijk aantal dagen cognac, whisky, of cham pagne. De samenleving zal deze straf beschou wen als de vreeselijkste van alle straffen, en die zal zelden worden toegepast." Uit zulk een overlevering blijkt wel dat Edison geen vriend van den alcohol is. En zeer positief heeft hij verklaard: „ik heb van mijn jeugd af aan mijn hersens te goed geacht om ze met alcohol te drenken." DE BESTE BODE IS DE MAN ZELF. Tilden Smith, eigenaar van een steenkolenmijn te Kent (Engeland), had in verband met groeiende communistische denkbeelden onder zijn arbeiders aangeboden dat op zjjn kosten twee mijnwerkers een bezoek aaii Rusland zouden brengen om een studie te maken van de toestanden aldaar. Als voorwaarde stelde hij, dat zij b(j hun terugkeer in een openbare bijeen komst verslag zouden uitbrengen over het resultaat van hun bezoek; zouden zij rappor teeren, dat de toestanden in Rusland beter waren dan te Kent, dan zouden zij op zijn kosten met hun gezinnen naar Rusland mogen verhuizen. Twee mijnwerkers hadden de uitnoodiging aanvaard en waren, met een onderwijzer als tolk, naar Rusland gegaan. Na hun terugkeer deelden zij mee, dat alles zeer duur was en dat zij ge troffen waren door het groote aantal bedelaars. Het eten, dat men hun voorzette, konden zij ondanks hun grooten honger bijkans niet nut tigen. De huisvesting bleek zeer slecht, ook van de mijnwerkers, en bij de mijn die zij bezochten waren de toestanden zoodanig, dat Britsche mijnwerkers er geen drie uren zouden willen werken. Zij hadden dan ook genoeg van Rusland, en waren blij weer in „Old England" terug te zijn! Verder alle bekende merken COGNAC JENEVERS: f 3.- en f 2.70 per Liter BISSCHOPWIJN: f 0.90 - f 1.- Bisscliopessenee f 0.50 per flacon HC Volledige prijscourant op aanvraag. ANNO 1810 BINNENWEG 82 TELEFOON 28071 HET WINKELWERKTIJDEN BESLUIT. I. Op 1 Januari a.s. treedt het Koninklijk Besluit van 13 Juni 1929, Staatsblad 313, het z.g. Werktijdenbesluit voor winkels, in werking. Onder „winkels" verstaat de Arbeidswet alle open of besloten ruimten, waar voor werpen of stoffen aan het publiek in het klein plegen verkocht te worden. Ook z.g. „vliegende winkels" zijn aan de bepalingen van het Winkelwerktijdenbesluit onder worpen, voor zoover zij langer dan een week worden gedreven of worden gehouden in een pand, dat reeds vroeger als winkel in gebruik was. Met den winkel worden geacht een geheel uit te maken de in hetzelfde gebouw of op het bijbehoorende terrein zich bevindende ruimten, waar voorwerpen of stoffen worden bewaaxxl voor verkoop in den winkel. De hoofd inhoud der bepalingen, waarmede de winkeliers niet ingang van 1 Januari a.s. rekening hebben te houden, is als volgt: WERKTIJDEN. Werktijd per week. De werktijdbepalingen zijn niet van toepassing op winkels in de eigen woning van het hoofd of den be stuurder der onderneming, die zijn bedrijf uitoefent zonder hulp van anderen dan zijn echtgenoote en bloed of aanverwanten tot den derden graad inbegrepen, die bij- hem inwonen. Hierop bestaat één uitzondering, n.l. dat jeugdige personen in een kapperswinkel ook in een familiezaak niet tusschen 20 en 8 uur mogen werken. De werktijden der winkelbedienden, door de wet „arbeiders" geheeten, mag per week normaal niet langer dan 53 uur bedragen. Alleen bij overwerk of in bijzondere perioden (zie hieronder onder feestdagen) kan daarvan worden afgeweken. Werktijd per dag. De dagelijksche werktijd is gesteld op hoogstens 9% uur per dag en moet liggen: a. voor personen beneden 18 jaar tusschen voormid dags 8 en namiddags 8 uur, b. voor personen van 18 jaar en ouder tusschen voor middags 6 en namiddags 10% uur (nachtarbeid is ver boden). Indien echter bij gemeentelijke verordening een be paald sluitingsuur geldt, wordt voor personen van 18 jaar en ouder het einde van den werktijd gesteld op een half uur na dat sluitingsuur, doch niet later dan tot 11 uur des .avonds. Werktijd op Zaterdag. De werktijd des Zaterdags mag voor mannelijke kap persbedienden boven 18 jaar 12 uur, voor alle andere bedrijven 11 uur per bediende (alleen personen boven 18 jaar) bedragen, met inachtneming van het week- maximum. Uit het vorenstaande vloeit voort, dat de 53-urige werkweek bijv. als volgt kan worden verdeeld: 4 dagen a 9 uur per dag, 1 dag 5 6 uur per dag, 1 dag 5 11 uur per dag, Zondagsarbeid. Zondagsarbeid is verboden voor jeugdige personen, t.w. winkelbedienden beneden den leeftijd van 18 jaar. Uitzonderingen op dit verbod zijn (behalve voor Israë lieten, Sabbathisten en dergeljjken) niet toegelaten. Voor winkelpersoneel, ouder dan 18 jaar, geldt het verbod niet. (Zie daaromtrent hieronder: Wekelijksche rustdag.) Kegeling voor algemeene feestdagen. Wanneer in een winkel op Hemelvaartsdag, op 15 Augustus en 1 November geen arbeid wordt verricht, is toegestaan, dat door personen van 18 jaar en ouder, op den dag, voorafgaande aan Hemelvaartsdag, op 14 Augustus en 31 October gedurende ten hoogste 11 uur wordt gewerkt. Voor personen van 18 jaar en ouder mag bovendien de werktijd in die week 62 uur bedragen. Voor bloemenwinkels, brood-, koek- en banketbakkerijen bestaan eenige afwijkende bepalingen met het oog op St. Nicolaas en Kerstmis, welke echter nog voor eind 1930 eenigszins zullen worden herzien; o.a. ligt het ook in het voornemen, voor vischwinkels op Vrijdag een langeren werktijd toe te staan, mits het week-maximum niet wordt overschreden en voor slagerswinkels en winkels van vleeschwaren een 11-urigen werkdag op 31 December. DE VERGISSING. Kleine oorzaken hebben groote gevolgen. Folker stond, met een donker gezicht, op het perron te wachten. Hij was gekomen om een meisje af te halen en hij had 't land. „Loop naar de maan!" had hij geprotesteerd, toen Henk Comet, zijn compagnon, die door een telegram elders ontboden was, hem verzocht om, in zijn plaats, z'n schoonzuster af te gaan halen. „Ik ken het meisje immers niet!" „Ik zelf heb haar immers ook nooit gezien," herinnerde hem zijn vriend. „Zij was in 't buiten land, toen Agnes en ik trouwden." „Als Agnes met me mee gaat, vind ik 't best," verklaarde Folker. Hij hield van de vrouw van zijn compagnon, deels omdat zij zooveel van haar man hield. Tegenover andere vrouwen beneden de zestig jaar voelde hij zich nooit bijzonder op zijn gemak. „Als Agnes de b3by alleen durfde te laten, hoefde ik jou niet te derangeeren," verklaarde Henk. „Maar de kleine heeft 'n beetje kou gevat 't is wel niet erg, maar Agnes is niet te bewegen 't huis uit te gaan. En je zult Diantha gemakkelijk genoeg vinden. Ze lijkt op Agnes. En van dat soort zullen er zeker geen twee in een trein zitten jongen!" En daar stond Folker nu, in een keurig grijs pak, en met een wanhopig gezicht keek hij naar den zwerm van reizigers, die den trein verliet. M'n hemel wat 'n massa vrouwen! Folker begon met de verkeerde aan te spreken en werd afgesnauwd. Opeens trok een groot meisje elegant gekleed, zijn aandacht. Ja, zij leek op Agnes, maar ze was grooter. Met den hoed in de hand liep hij op haar toe. „Heb ik het genoegen? juffrouw Vogels?" Het meisje bleef staan en keek hem oplettend aan. Hij had geen tijd voo explicaties. Twee keurig gehandschoende handjes lagen op zijn schouders, hij ademde even den geur va.i een licht parfum in en een paar zachte lippen raakten zijn wang aan!" „Ja, juffrouw Vogels!" Zij lachte. „Jij bent m'n eerste en eenige broer jonge man, en ik verzeker je, dat ik daarvan profi- teeren zal!" Zij stak haar arm door den zijnen en als werktuigelijk liep hij naast haar voort, achter den portier aan, die haar koffers droeg, luiste rend naar den vloed van woorden, die gelukkig geen antwoord behoefden! De heele geschiedenis was hem als een nacht merrie. Dit meisje hield hem voor haar zwager, dien ze nog nooit gezien had, en ten aanschouwe van een aantal menschen had ze hem gekust. En het leek hem een brutaliteit haar te zeggen, hoe zij zich vergiste. Als ze het wist, zou ze hem niet meer durven aanzien. Beter dat ze er pas van hoorde, als ze goed en wel thuis was!" Pas toen ze samen in de taxi zaten stelde ze hem een directe vraag. Gelukkig, want Folker zou niet eerder in staat zijn geweest haar behoorlijk te antwoorden. „Hoe gaat het met de baby „De kleine heeft een beetje kou gevat," hei- haalde Folker de woorden van zijn vriend, terwijl hij bloosde tot achter zijn ooren. „De schat!" zei het meisje. „Hoe veel tanden heeft ze al?" „Tanden? O ik zoo 't gewone aantal denk ik!" „OJa, zeg Henk 't is eigenlijk een i schande," maar ik weet heusch niet hoeveel tanden 'n kind van een half jaar gewoonlijk heeft!" j Maar ze wachtte tevergeefs op naderen uitleg. Folker lachte verlegen en bad in stilte dat ze ergens anders over zou beginnen. „Hoe gaat het met Joopie?" „M at blieft u?" Folker bloosde weer. Hij heette Johan en intieme vrienden noemden hem Joop. „Nou meneer Folker. Ik noem hem liever Joopie. Ileb jij ook zooveel met hem op als Agnes? Dan zal ik mijn tegenzin moeten over winnen, terwille van de vrede." „Tegenzin „Ja, zeker, ik kan hem niet uitstaan zoo'n model van 'n man!" „O nee," haastte Folker zich te zeggen, „dat is hij heelemaal niet! Hij is van de gewone soort." „Dus denk je, dat hij me bevallen zal?" De onschuldige vraag bracht hem in verwar ring. „Neen," zei hij, na een lange pauze. Hij voelde nu, dat ieder oogenblik, dat hij haar om haar gevoelens te sparen, langer in de waan liet, haar gerechtvaardigde boosheid nog zou doen toenemen. En hij verbaasde zich over het verdriet daarover. „Hij moet een eigenaardig mensch zjjn?" meende het meisje, „Agnes zweert bij z'n vol maaktheid en jij zegt dat hij een gewoon men- schelijk wezen is, maar dat hij mij niet bevallen zal." „Of is dat omdat ik je zoo onverstandig l«k." „O, juffrouw Vogels." Hij dacht dat ze hem weer een kus zou geven, want ze boog zich over hem heen. Maar ze gaf hem alleen een klap op de hand!" „Zeg eens, ik ben geen juffrouw Vogels voor m'n eenigen broer! Zeg Diantha!" „Diantha!" Toen stond de taxi stil. „Zijn we er al?" informeerde het meisje. En ja, het was ongelooflijk, maar ze stonden reeds voor Henk's deur. Wacht even," beval hij den chauffeur, terwijl hij Diantha uit den wagen hielp. „Ga jë niet mee naar binnen?" vroeg het meisje verbaasd. „Neen, nu niet," stamelde hij, zich dwingend tot een glimlach. „Tot ziens dan!" Zijn verwachting, dat haar zusterlijke ge negenheid haar verder zou doen gaan dan tot een handdruk werd teleurgesteld en zij ver dween achter de deur. Den volgenden dag ontving hij een briefje van Agnes. „Kom je bij ons dineeren? We hebben ons kostelijk geamuseerd over Diantha's vergissing. Tot ziens. Agnes Cornet. Drie weken later vroeg Joop Diantha ten huwelijk. Maar zij keek langs hem heen en zei: „Ik kan geen ja zeggen, eer ik je een bekentenis heb gedaan en dan zal je niets meer van me willen weten." „Diantha!" schreeuwde hij ontzet. Zij keek hem aan. „Ik wist dat jij het was!" „Wat bedoel je ik begrijp niet „Toen je me afhaalde Agnes had me een kiekje gestuurd van jou en Henk. Ik herkende je dadelijk maar ik was tegen je ingenomen, omdat Agnes je altijd zoo ophemelde en je zag er zoo norsch uit en toen besloot ik je beet te nemen en ik weet nu, dat 't erg on vrouwelijk van me was en en 't spijt me." Toen werd haar mond gesloten door zijn eersten kus. CAREL BRENSA.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1929 | | pagina 9