HOLLANDSCH ZW1TSERSCHE REEPEN Eerste Heemsteedsche Courant. De eerste zeewater turbine. Denemarken en de Eskimo's. PREDIKBEURT FN. Uit de Amerikaansche Misdadigerswereld. door Kapitein C. L. DOORMAN. Keil geslaagde proef met weinig practische waarde. George Claube de Fransche uitvinder die uit de Oceaan energie wil halen Aan de kust van Havana heeft de Fransche natuurkundige George Claude niet zijn collega Paul Boucherot sinds jaar en dag gewerkt aan een merkwaardige en kostbare proef. Na veel tegenslag is die proef eindelijk gelukt en kan hij de warmte van het zeewater benutten om een stoomturbine aan te drijven; deze stoom turbine drijft een generator aan en de genera tor levert die stroom voor 40 gloeilampen, elk van 500 Watt. Hiermede is een utopie tot werkelijkheid geworden. Het spreekt dus vanzelf, dat het pu- oliek geestdriftig is en dadelijk plannen maakt, b.v. dat reusachtige oceaancentrales de heele wereld kosteloos van electrisch licht zullen voorzien. Die fantasie is werkelijk te mooi, om waar te zijn. Claude heeft zeer zeker een hoog3t belangrijke proef gedaan, doch er zullen nog wel verscheidene tientallen jaren verloopen voordat ook de practische toepassing mogelijk wordt. Hoe werkt nu deze oceaancentrale? Door de warmte van den Golfstroom om te zetten in electrische energie en wel als volgt: Aan de oppervlakte der zee heerscht een temperatuur van ongeveer 30 graden Celsius; op een paar honderd meter diepte bedraagt deze temperatuur slechts 10 a 15 graden. Clau de heeft nu een ijzeren huis van 2 K.M. lengte dwars op de kust in zee laten vallen; de buis komt tot ongeveer 200 M. diepte Deze buis en de Oceaan vormen nu „communiceerende va ten" en door den druk, die op de dieper gelegen waterlaag wordt uitgeoefend, wordt het koude water door de buis naar de oppervlakte gedre ven. Claude kan dus in elke gewenschte hoe veelheid beschikken over twee soorten water, die onderling 15 a 20 graden in temperatuur verschillen. De twee bassins met koud en warm water worden nu overdekt door twee luchtdichte hal ve bollen, die door een buis met elkaar in ver binding staan. Deze halve bollen worden lucht ledig gemaakt. De natuurkunde leert ons. dat het kookpunt van een vloeistof afhankelijk is van temperatuur en luchtdruk .Bij normalen luchtdruk kookt water bij 100 graden Celsius, bij lageren luchtdruk echter bij 80 graden of nog minder. Op een bepaald oogenblik zullen de halve bollen zoover luchtledig zijn gemaakt, dat het warme water begint te koken, waarbij het koude water als condensator werkt, m.a.w. den van het andere bassin afkomenden stroom aantrekt en weer vloeibaar maakt. Daardoor begint de stoom zich in de huis tschen de hal ve bollen voort te bewegen en wel van het war me naar het koude bassin. De druk van dezen stoom bedraagt uit den aard der zaak slechts een fractie van een atmosfeer. In de verbin dingsbuis heeft Claude een turbine voor lagen druk ingebouwd^ die door den stoom in bewe ging wordt gezet en op haar beurt een dynamo drijft. De nadeelen van het proces liggen voor de hand. De resultaten staan in geen verhouding tot de onkosten. Claude heeft miliioenen francs uitgegeven aan zijn experimenten en een toe passing op groote schaal zou kapitalen koster, die men nooit zou terug zien. Het tempera tuursverschil, dat als krachtbron optreedt, is te gering, om er een winstgevend bedrijf op te kunnen baseeren. De gewone electrische centra les leveren bij lagere kosten veel meer ener gie en zelfs daarbij heeft men dikwijls be twijfeld of de onkosten goedgemaakt worden. Een Duitsclie uitvinder, Brauer genaamd heeft ook een ontwerp, dat op temperatuurs verschil gebaseerd is. Hij wil, inplaats van het warme zeewater van Claude, vloeibaar kool zuur laten verdampen. Het kookpunt van kool zuur ligt bij 25 graden Celsius en bij die tem peratuur ontwikkelt het denzelfden druk als stoom van 10O graden. Briiuer wil nu een vat vloeibaar koolzuur door de golven laten om spoelen. waardoor het natuurlijk gaat verdam pen. De opstijgende koolzuurdampen worden door een buis naar de turbine geleid en kun nen daarna in een ander vat weer vloeibaar gemaakt worden. De onkosten zijn ongeveer gelijk als bij het experiment van Claude, doch <le voortgebrachte energie zou belangrijk groo- ter zijn. Door gebrek aan geld is Brauer ech ter niet in de gelegenheid, de practische bruik baarheid van zijn idee te bewijzen, terwijl de onkosten in geen geval door de geleverde ener gie worden goedgemaakt. Beide experimenten hebben bovendien het nadeel, dat zij in tropische zeeën worden toege past, dus op grooten afstand van de landen, die het meeste behoefte aan electriciteit hebben. Toch is het te hopen, dat op de eene of andere wijze electriciteit zal kunnen worden gevormd uit de onuitputtelijke energiebronnen, waar over wij feitelijk beschikken (wind, zon. eb en vloed), want de tegenwoordige bereidingsmet hode uit olie of steenkool is een roofbouw, die op een bepaald tjjdstip niet verder voortgezet kan worden door de uitputting der vind plaatsen. (Nadruk verboden.) Het buizensysleem, waarvan Claude bij zijn proeven op Cuba gebruik maakte. EEN REIS NAAR GROENLAND. door TH. STAUNING. Minister-President van Denemarken. In het volgende drukken wij een artikel af, dat de Deenscho pre mier Th. Stauning, over het l?y ons nog tamelijk weinig bekende Groenland schreef. (Red.) Jen reis naar Groenland is iets bijzonders, vooral voor hen, die door de vragen van den dag in beslag genomen worden. Voor zoo'n reis heeft men 6 a 7 weken noodig, wanneer men n.i. Denemaken als uitgangspunt neemt en zooveel van Groenland wil zien, dat men zich een oor deel erover kan vormen. Zooals bekend behoort Groenland -sinds 200 jaar tot Denemarken. De bevolking bestaat uit Eskimo's, hoewel de 300 ambtenaren bijna allen Denen zijn. Meestal denkt men dat Groenland in het hooge noorden ligt. Voor Noord-Groenland gaat dat op. doch de Zuidpunt ligt op dezelfde breedte als Denemarken. De onderlinge afstand tusschen beide landen is zeer groot. Groenland is zestigmaal zoo groot als Dene marken en op zijn oppervlakte zou men Spanje, Frankrijk, Duitschland en Hongarije naast elkaar kunnen leggen. Groenland is een eiland, dat van noord naar zuid 2650 K.M. meet en van oost naar west over de grootste breedte 1050 K.M.; deze laatste afstand komt ongeveer overeen met den afstand KopenhagenParijs. Van Kopenhagen naar Upernivik de meest Noordelijke Groenlandsche kolonie onder Deensch bestuur vaart men over een afstand van brjna 3000 zeemijlen of 5500 K.M. Met een snelvarende stoomboot 12 etmalen. Hier komen dan nog enkele dagen bij voor het innemen van water en kolen. Bovendien wordt de snelheid dikwijls verminderd door stormen, nevels en ijsbergen. Groenland heeft een eigenaardig karakter. Het is omgeven door een bevroren zee. Slechts een smalle kuststrook wordt bewoonbaar ge maakt door den golfstroom. Het binnenland is bedekt door eeuwig ys. Niet door een ijslaag, zooals wij het ons zouden voorstellen, doch door een geweldige ijsmassa, het z.g. landdjs. De dikte van dat landijs wordt op ongeveer 1000 M. geschat. Dit kan men zich inderdaad niet voor stellen. Tydens rayn verblijf aldaar vernam ik zelfs, dat de dikte van het landys in den winter 1200 M. bedraagt. In den loop van duizenden jaren hebben deze geweldige bergen en berg ketens van ys zich gevormd. 84 pCt. van het land is door ijs bedekt, slechts 16 pCt. ervan zyn bewoonbaar, en wel een kuststrook van 100 a 180 K.M. lengte aan de westkust en 300 K.M. aan de Oostkust bij Skoresbysund. Wat er nu van het land te zien is, blykt een wilde rotsstreek te zijn. De rotsen zyn meestal van graniet, doch ook van andere gesteenten of van lava; deze moeten dus van vulkanischen oorsprong zyn. Op deze rotsen is natuurlijk elk leven onmogelijk. Daarom is de plantengroei zeer schraal. Er zijn geen boomen: deze kunnen er ook niet in leven blyven, vooral niet op de hoogere plaatsen. In Zuid-Groenland vindt men echter een soort weide met een paar berken, die echter over den grond kruipen en als voedsel dienen voor de schapen. De tuin bouw is weinig ontwikkeld, hoewel enkele oenlanders zicli er individueel op hebben toe gelegd. De Denen hebben over het algemeen wel kleine tuimjes aangelegd, waarin zij aard appelen, knollen, radijsjes, kooien en rhabar- ber-planten. Wanneer het niet te vroeg vriest, is de oogst tamelijk bevredigend. Toen ik einde Augustus te Julianehaab. de zuidelijke kolonie kwam. was de oogst reeds door nachtvorst ver nietigd. De Eskimo's zijn een oude volksstam, die in aard en karaktereigenschappen veel overkomst vertoonen met de Indianen. Zij tellen 15000 zielen, die verspreid wonen over het bewoonbare gebied, dat toch nog zeer uitgestrekt is. Na een reis van 9 dagen en 10.nachten voeren wy om Kaap Farewell, de zuidpunt van Groen land. De eerste indruk was ruwheid, koude en storm. De kusten zien er uit als ruïnes na een aardbeving. Men ziet rotsen en rotsspleten, waarin de branding onophoudelijk raast. Dich ter bij de kust gekomen, maakten wy kennis met liet groote gevaar voor de scheepvaart, de ijsbergen nog altijd wel zoo groot als een huis. 1/9 van de ijsbergen steekt slechts boven water uit. zoo dat het grootste deel onzichtbaar is. Gedurende eenigen tijd wierden wij bovendien overvallen door een dichten nevel, zoodat wij stil moesten liggen met het oog op de ijsbergen. Wij bereik ten daardoor pas den elfden dag Julianehaab. Wy voeren de fjord binnen en kruisten geduren de eenige uren zeer langzaam tusschen ijsrotsen en ijsklompen door. Van de storm hadden wy tusschen de fjordwanden tenminste geen last. Voordat ik verder spreek over mijn eerste in drukken van de kolonie, die in 1775 door den Noor Anders Olsen werd gesticht, wensch ik een overzicht te geven van de wijze, waarop op dit eiland het bestuur is georganiseerd. Groenland wordt bestuurd door een derDeen- sche ministeries. Op het oogenblik is deze por tefeuille aan mij toevertrouwd, evenals die voor scheepvaart en visscherrj, terwijl ik tevens mi nister-president ben. Rechtsstreeks onder mij staat een directeur voor Groenlandsche Zaken, die de hoogste chef is van alle op Groenland werkzame ambtenaren. Het kleine district Oost-Groenland staat rechtstreeks onder dezen directeur, terwijl de groote districten Noord en Zuid-Groenland ter plaatse worden bestuurd door landvoogden. De koloniën bestaan uit een afgesloten kern met een dunner bevolkte omgeving, waarin dik- wyls z.g. filialen zijn opgericht. Deze indeeling heeft niet alleen betrekking op bestuur, ge zondheidsdienst, school en kerk, ^ïoch ook op organisatie van den handel. Toen in 1721 de kolonisatie begonnen werd. kreeg een handels compagnie het monopolie. Na eenigen tijd werd dit overgenomen en de laa tste 50 jaar wordt het door het Groenlandsche bestuur gehouden. Toch is het niet zoozeer een monopolie in den eigen lijken zin van het woord», doch meer een coöpe ratieve organisatie. De handelaars koopen de producten op, die de bevolking leyert. Deze pro ducten waren vroeger voornamelijk robbenspek voor de traanbereiding, vossen- en berenvellen en eiderdons. Tegenwoordig heeft men het ver zamelen van dons noodgedwongen onder toe zicht gesteld ter voorkoming van het uitroeien der eiders. Door verschillende oorzaken is het aantal robben sterk verminderd, terwijl de vischrijkdom aan de kusten is toegenomen, waardoor de bevolking een nieuw middel van bestaan heef; gekr^en. Het inkoopen der producten geschiedt tegen vastgestelde prijzen, die onafhankelijk zyn van den verkoopsprijs van het oogenblik. Aan den anderen kant moeten de handelaars ook weer verschillende artikelen tegen een vasten prys aan de bevolking leveren. Deze vaste in- en uit- verkoopspryzen zyn zoodanig vastgesteld, dat de bevolking juist rond kan komen van de op brengst van haar producten. Om dit mogelijk te maken, moet de schatkist jaarlijks een groote som bijpassen. De visscherij, die thans in op komst is, geeft de bevolking wel het nooddge middel van bestaan, doch ook daarbij blijkt, dat de ambtelijke handelaars by het opkoopen een prijs moeten betalen, die hooger is dan de marktwaarde van de visch. De Deensche staat heeft altijd gewaakt tegen uitbuiting der Groenlandsche bevolking en de bestaande bestuursvorm zoowel als het handels- monopolie zijn ingesteld met het oog op de pri mitieve Eskimo's. Wij hebben hun willen be waren voor de slechte gevolgen, die het door dringen der beschaving gewoonlijk heeft: alco holisme, geslachtsziekten, uitbuiting en ar moede. Tot nu toe zijn wij daar zeer goed in geslaagd. De bevolking ontwikkelt zich zoowel moreel en economisch als cultureel op bevredi gende wyze. Ik begon mijn inspectiereis in de zuidelijkste kolonie, Julianehaab en eindigde haar drie weken later in de noordelijkste, Upernivik, die op 73 graden N.B. ligt. In Zuid-Groenland zijn de typisch-Groenlandsche toestanden en de be volking sterk beïnvloed door den modernen tijd, de drukkere verbindingen en den langeren zomer. Zoo vindt men er bijna uitsluitend kleurig beschilderde, tamelijk nieuwe houten huisjes. De oude huisjes van zoden en plaggen zijn verdwenen en daarmee de voornaamste be dreiging der volksgezondheid. Wanneer men van de storm- en nevelachtige zee komt, waar de thermometer bijna doorioonend ro vriesuunt staat, ondervindt men de zachtere temperatuur in de fjord als zeer behaaglijk. De groene berg hellingen en de dalen zijn vanuit de fjordi ook zichtbaar, al zijn zy slechts spaarzaam be groeid. In de omgeving van Julianehaab woon den reeds voor het jaar 1000 de oude noor mannen. Toen werd cr reeds zeer veel veeteelt gedreven. Ik heb o.a. de ruïne van Brathalid be zocht, de burcht van Erik de Roode en de oude bisschopsstad Garda, aie nu Igalike heet. Daar heeft men weiden gezocht voor de schapen teelt en 15 jaar geleden is er onder leiding van het Groenlandsch bestuur een schapenfokkerij opgericht met 200 IJslandsche schapen. Deze schapenfokkerij heeft boerderijen doen ont staan, die ook vornamelijk van de schapenteelt moeten bestaan. Een bijzonder belang heeft de schapenteelt ook als bijverdienste voor de schip pers en de aanmoediging der schapenteelt door de regeering heeft veel succes gehad. Nu zijn er reeds 5000 schapen in de omgeving van Julia nehaab terwijl men kort geleden de schapen teelt heeft uitgebreid tot het aangrenzende Godhaals, waar er eveneens mogelijkheden voor zijn, hoewel in mindere mate. De ontwikkeling van het land kan op deze wijze zeer zeker voortgezet worden. Een van de moeilijkste vraagstukken, die men nog niet heeft kunnen oplossen, is echter de aanvoer der wintervoorraden. Zoo moet hooi dikwijls van kilometers ver aangevoerd worden met booten. Eenigszins grootere boerderijen zijn dus onmo gelijk. Van een noemenswaardigen korenoogst kan ook geen sprake zijn in den korten zomer. Het voornaamste middel van bestaan, <1? rob benvangst, gaat sterk achteruit door het f- nemend aantal robben. De voornaamste reden hiervan hebben de Gr eiJ-- danken; zij zochten de robben n.l. op in hun teelplaatsen en doodden ze op grooten schaal. Daarom vermijden de robben de Groenlandsche kust. De zeehonden leverden vellen voor kleeren en Kajaks kleine, zeer sne'le bootjes Vleesch om te eten en .-pek om traan uit :e koken. Daarmee verdiende men dan weer geld zeehondenvangst is eveneens sterk achteruit gegaan en is nog slechts een middel van be staan in de noordelijkste kolonies, Upernivik er» Umanak. Het gevolg daarvan is een grondige verande ring der levensomstandigheden, die aan de kleederdracht en aan vele andere dingen is te zien. Gelukkig werd tegeiyk met het verd.wynen der robben een groote ermeerdering v<rn het aantal kabeljauwen ontdekt. Men weet niet. of dit verschijnsel van blijvenden aard zal zyn, doch voor voorloopig hebben de Groenlanders er tenminste een middel van bestaan door ge kregen. De visschery wordt beoefend met de reeds genoemde Kajaks en met primitieve lootjes, voornamelijk in de fjorden en tusschen de duizenden eilandjes, die de kust van den Atlantischen Oceaan afsluiten. De visscnen worden aar. .'add gebracht en dadelijk door de handelaars opgekocht, gekookt en bewerkt, waarna zü als Klipvisoh op r.e markt gebracht worden. Voorloopig betalen de handelaars een prijs, die hooger is dan den marktprijs, om dc animo voor het nieuwe beroep te verhoogen en het vervaardigen van andere kleeren en wonin gen financieel mogelijk te maken. Behalve kabeljauw wordt vooral bij Holtzen- borg ook Heilbot gevangen. Daar bevindt zich trouwens het eerste industrieële bedryf van Groenland, n.l. een kook installatie, die geheel electrisch gedreven wordt en waar al, naar de behoefte, 50 tot 100 ar baiders bezig zijn met het reinigen, stuksnyden, koken en verpakken der visschen. Te Jakobshavn is een belangryke zalmvisschery in opkomst; de zalmen worden gezouten of gekookt en komen als IJszee- zalm" op de markt. De nieuwe tijd met zyn moderne booten en toestellen wint langzaam veld. Enkele Groen landers kunnen zelfs motoren bedienen. Op ver schillende plaatsen zyn ervaren visschers aan gesteld tot leiders van 't bedryf. Sommige vis- schersvloten bestaan reeds uit motorbooten. Deze moderniseering zal ook in de volgende jaren worden voortgezet. Deze verandering in de beroepswerkzaamheden der bevolking maakt het noodig, dat zy voorgelicht wordt en de af zonderlijke kolonies, zoowel als het ministerie voor Groenland wijden dan ook groote aandacht aan deze voorlichting. Met dit voor ouderen bedoeld onderricht, behoort echter ook het schoolwezen te worden uitgebreid. Algemeen verlangt men onderwijs in het Deensch en de mogelijkheid, om zich verder te ontwikkelen Daarom zyn den laatsten tijd ook eenige scholen voor voortgezet onderwijs opgericht, waar de jeugd zich na het afloopen der lagere school verder kan bekwamen. Daarnaast wordt veel lectuur verspreid en voorlichting gegeven op het gebied van beroep en hygiëne. Zoo wordt overal gestreden tegen de tuberculose, die een groote uitbreiding had aangenomen door de oude, primitieve huizen. Daarom worden ook overal woningen gebouwd, terwijl de rioleering en de drinkwatervoorziening verbeterd worden. In Noord-Groenland ziet men nog de oude toestanden; daar is de robbenvangst ook nog het hoofdmiddel van bestaan. Het klimaat is er ook veel ongunstiger dan in het Zuiden, om dat land, fjorden, en zee negen maanden van het jaar door ijs zijn bedekt. In den langen, donkeren winter leeft men van de jacht op Poolvossen en zeehonden buiten op het ijs. Het verkeer wordt tiitsluitend onderhouden door hondensleden. De levensvoorwaarden zijn uiterst moeilijk. Groenland is een merkwaardig land en ver schilt volkomen van de Europeesche landen. De natuur is schoon, doch ruw. Meer dan 200 jaar lang heeft Denemarken de ontwikkeling ervan op zeer humane wijze geleid. Ik hoop, dat die leiding ook in de toekomst op dezelfde zegen rijke wijze zal voortgaan. (Nadruk verboden). Gert formeerde Kerk te Heemstede. V.m. 10 uur: Ds. A. Dondorp. N.m. 5 uur: Ds. A. Dondorp. Evangelie-Prediking. Lunchroom Valkenburgerplein P. Heemstede. Zondag a.s. om 7 uur n.m. en Woensdag om 8 uur n.m. Ned. Herv. Kerk. Wil hel mina plein. V.m. 10 uur: Ds. Briët. Kapel Nieuw Vredenhof. V.m. 10% uur: Dr. Korff. Extra collecte voor de Byz. Prot. School. Vrydag 31 Oct., 8 uur; Zendingsavond, Geref. Kerk, Koedieflaan. N ede rlPro testa n ten bond. Afdeeling HeemstedeBennebroek. V.m. 1012 uur: Ds. G. Westmyse, van Drachten. Met medewerking van het dameskoor. Onderwerp: Asfaltstraten, asfaltharten (de Klokhuislaan Vrijdag 81 October. 's Avonds 8 uur: Hervormingsdag-herdenking. Spreker: Ds. Mr. W. F. C. M. Boenders, van Utrecht. Uit het noorden drijven ons heele bergen en groote klompen rjs tegemoet. De kleinere zijn*om in de overige levnsbehoeften te voorzien. De OMKOOFERIJ EN CORRUPTIE VAN DE rOLITIE. Invloedrijke bandieten. In een Hollandsche krant lezen w(j, dat „Scarface" Al Capone, koning of wellicht kei zer der misdadigers in Chicago, met de andere bandieten-leiders een verbond heeft gesticht, waarbij verschillende stadsgedeelten aan ver schillende bandieten-gezelschappen werden toe gewezen, etc. etc. De diverse leiders van de onderafdeelingen zijn eveneens aan de politie bekend. Volgens de Hollandsche krant zal dit wel niet waar z(jn, aangezien de taak der politie in dat geval te gemakkelijk zou zijn en de be trokken heeren wel direct gearresteerd zouden worden. Niets is echter minder waar. De ge heele troep leiders met trawanten z(jn bekend, bij naam en adres evenals in New York een 20.000 speakeasies bekend zijn en de syndicaten die ze besturen. De politie doet echter niets enj kan trouwens niets doen. De bandieten zijn machtiger dan de politie. Dat komt, omdat de leiders van de troepen geld hebben. Zij hebben miliioenen dollars achter zich en dat rechters en hooge politieambtenaren zich laten omkoo- pen, wordt eiken dag bewezen. Is dit niet zoo juist gebleken in een ander schandaal in New York, dat verscheidene rechters groote sommen gelds uitgaven om hun baantje als rechter te bemachtigen? En waarom zijn zij zoo angst vallig om het baantje te krrjgen? Vast en zeker niet voor het salaris dat er aan verbonden is. De reden is, dat zij duizenden en duizenden dol lars kunnen verdienen door zich te laten om- koopen. Dat zulks geschiedt, is met dit schan daal tevens aan het licht gekomen. En wat zulr len arme agenten met een loon van 50 dollars per week nu beginnen? Zij arresteeren een klei nen dief, die voor zichzelf werkt en niet aan een troep verbonden is. De man wordt voor den rechter gebracht, na eerst het beruchte „derde graad"-verhoor te hebben doorstaan op het politiebureau. Om hem te doen bekennen, wordt den man een vreesel(ik pak slaag toegebracht, in vele gevallen wordt zijn neus gebroken en soms wordt zijn hersenpan ingeslagen. De detectives brengen hem aan het spreken met een eind rubberslang en de man bekent, schuldig of niet. Dit systeem heeft al heel wat menschen in beroering gebracht en-vele, vele woorden zijn er voor verspild. Het is natuurlijk onmensclieiyk en behoort in een andere eeuw thuis, doch het zijn politie-methoden, die over de geheele wereld worden toegepast en fatsoenliikë menschen hebben er een last vun. De misdadigers, groot en klein, - en dit speciaal in Amerika geven niets om gevangenisstraf, doch een lichamelijke» afstraffing doet wonderen. Soms is het werke lijk de eenigste manier om de boeven te doen bekennen en per slot van rekening, is het zoo erg niet, dat een man, die een winkel of iemand op straat aanrandt en desnoods van zijn revol ver gebruikt maakt, met gelijke munt betaald wordt. Als je wel eens op straat beroofd bent van je weekloon, door een man die een revolver in je ribben duwt e nzegt: „Geef me het geld. dat je bij je hebt of je krijgt een stuk lood tusschen je nieren!', dan vindt je het zoo erg niet meer, als diezelfde bandiet later op een bureau minus een paar tanden en met een ge broken neus in een cel gesmeten wordt. Doch wat gebeurt er met de bandieten, die aan een groote en invloedrijke troep verbonden zijn? Er worden een paar gearresteerd laten we aannemen op heeterdaad. Zij worden per „patrol-wagen" naar het bureau gebracht en door den agent, die ze arresteerde, wordt een formeele aanklacht ingediend. De aangeklaagde belt den advocaat van zjjn troep op, die direct naar het bureau komt en de gevraagde borg stelling stort van enkele honderden of wellicht duizenden dollars. De misdadiger wordt dan op vrije voeten gesteld tot aan zjjn rechtszitting. Tegen dien tjjd is de advocaat in de weer ge weest en iedereen is „fixed". De politieke partij leider van het district heeft inmiddels met offi- cieele personen „gesproken", en als het noodig mocht blijken, is de een of andere hooge oom uit Washington, een senator of zoo iemand reeds gekabeld, met het verzoek om bijstand te verleenen. Dozijnen en doornen gevallen hebben er zich voorgedaan, waarbij de arrestant werke lijk schuldig was en er gedurende het verhoor in de rechtzaal duidelijk bleek, dat de politie ongelijk had. In deze gevallen wordt de agent dan nog gestraft door naar een andere en min dere wijk te worden overgeplaatst. De politie bedenkt zich derhalve wel tweemaal, voordat zij iemand aanklaagt. Hiln broodwinning hangt er nauw mee samen. Verbod aan de politio om een inval te doen. De vroegere chef van de geheelonthoudings- politie, Campbell, heeft zijn baantje er aan ge geven, omdat hij geen medewerking, ja zelfs tegenwerking van Washington ondervond. Nu. dat hij dat baantje overgedaan heeft, schreef Campbell een reeks artikelen in de krant hier, waarbij hij bewijzen aanbrengt, waaruit ten dui delijkste blijkt, dat hem verboden wa,s daar c-n daar een inval te doen, en waarbij tevens blijkt, dat na een inval in een speak-easü hij officieel bevel kreeg om de zaak te laten rusten, etc. Po litici, groot bedrijf en de bandieten hanger nauw te samen. De dranksmokkelarij wordt op zulk een grooten schaal gedreven, dat zij slechts bestaan kan, als zij door een groote kapitaalkrachtige firma gedreven wordt. Firma's, die een drie dozijn groot vrachtauto's laten rijden met ge smokkelde drank van uit Canada, moeten wel enkele reserves hebben. Om een vrachtauto van Montreal naar New York te laten rijden op klaar lichten dag. is het noodzakelijk, dat een leger van autoriteiten wordt omgekocht. Van dc douanen tot de politie, van vrachtrijders tot straatvegers, zij allen krijgen hun aandeel in de winst Het feit, dat er in New York duizenden en duizenden speack-easies zijn, waar je zonder moeite kunt binnen komen en drinken wat je wilt, is daar wel het bewijs van. Iedereen kent die gelegenheden en de politie natuurlijk even eens. Waarom worden zij dan niet gesloten, aangezien het toch tegen de wet is? Waarom worden de acht of negen groote bierbrouwerijen in New York niet op slot ge daan? Wie zal het doen? De drankpolitie natuurlijk. Jawel, Verleden week probeerden zii het weer eens in New Yersey. Er werd een inval gedaan in een groote bierbrouwerij (waar trouwens reeds een regeeringsambtênaar de wacht hield). De bierbrouwerijen mogen wel bier brouwen, doch 't mag geen alcohol bevat ten. Daarom heeft de regiering er een specialen beambte, die hieraan de hand moet houden. Die man met zijn vijftig dollar per week bezwijkt natuurlijk voor een wekelrjksch fooitje van drie 4 vijf bonderd dollar en laat ze brouwen wat ze willen. i De inval wordt derhalve gedaan, een gevecht ontstaat en één van de agenten der drank politie wordt doodgeschoten. Wat zal hiervan het gevolg zjjn? Niets natuurlijk. Hoewel er een dertig getuigen waren, weet niemand wie er geschoten heeft. Iemand die klikt, wordt overmorgen begraven. Iedereen houdt derhalve zijn mond. De brouwerij wordt wellicht ge sloten. doch een andere zal volgende week enkele huizen verder geopend worden. De geheelonthouding krijgt voor een groot gedeelte de schuld aan. Er is echter zooveel kapitaal en groot kapitaal aan den smokkel handel verbonden, dat er van z.g. „overheids wege" niet ingegrepen kan worden, aangezien die overheid min of meer één is met dat groot kapitaal. De namen der bandieten zijn natuur lijk bekend en zjj kunnen direct gearresteerd v- orden, doch z(j worden niet gearresteerd. (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1930 | | pagina 6