Nieuwe Avonturen van
Mijnheer Pimpelmans.
8ste Jaargang.
LOSSE BLAADJES.
Vlootovereenkomst.
Brokjes Levenswijsheid.
Pruilen in de zon.
Voor de Vrouw.
mm
Het korte verhaal.
SCHAAKRUBRIEK.
Henderson en Mussolini.
Mussolini en Briand
Zijn het samen eens geworden
En het vlootpact komt tot stand.
Dus de wedstrijd in bewaap'ning
Staat voor een gedeelte stop,
En met nieuwe pantserkruisers
Krijgt geen mensch meer op z'n kop.
Laat u echter niet verblinden
Door dit vlug behaald succes,
Want de legervliegmachines
Gaan vooreerst niet op de flesch:
Laten die een gasbom vallen
Op een plaatsje, klein of groot,
Dan zijn, vóór je drie kunt tellen.
Alle levensgeesten dood
Vroeger ging men in den oorlog
Sterven op „het veld van eer"!
Maar een oorlog in de toekomst
Is een sluipmoord en niets meer!
Volkeren, wees op uw hoede;
\ls men oorlog wil persé.
Laat de heeren zelf dan vechten
Maar wees wijs en doe niet mee!
(Nadruk verboden)
Onder de verschillende slachtoffers van de
folteringen der hel noemt Dante ook de men-
schen, die pruilen in de zon. Volgens een Ame-
rikaanschen hoogleeraar in de wijsbegeerte
moet het aantal van zulke ongelukkigen inzon
derheid in den modernen tijd groot zijn. Ook
wij kennen het soort uit eigen ervaring.
Niet. dat het leven geen reden tot treuren zou
geven! Het leven, is inderdaad somber en zwaar
en het valt den ernstigen mensch vaak moeilijk
genoeg, zijn goed humeur te bewaren bij al de
zorg en verantwoording, welke de strijd om het
bestaan van hem eischt. Het leven is inderdaad
broos en kortstondig; elke dag maant ons de
dood. Het leven is inderdaad noodlottig; zeker
heid vinden we nergens en het verraderlijk
toeval bedreigt ons aan eiken kant.
Maar er zijn in deze woestijn toch oasen; in
deze stormachtige zee vluchthavens. Aan weers
kanten van den moeilijken weg bloeien bloem
pjes en staan rustbanken, waar de afgetobde
reiziger op adem kan komen. Steeds weer on
derbreekt kleurigheid het doodelijk zwart, wis
selen oogenblikken van onschuldige scherts den
ernst af, schijnt de zon door de wolken.
Die oogenblikken, even grillig vaak als het
noodlottig toeval, moet de strijdende mensch
aanvatten, wil hij zich staande houden. Wie
van de hem geboden gelegenheid tot verademing
geen gebruik maakt, delft het onderspit in den
afmattende worsteling In het water leven twee
slachtige dieren, die op hun tijd aan de opper
vlakte moeten komen om lucht te happen. Dekt
de vorst het water met een ondoordringbare
ijslaag af, dan zijn deze dieren tot sterven ge
doemd. Zoo is ook het doodvonnis geteekend
vooi menschen, die niet op tijd aan de opper
vlakte van den levensstroom komen om lucht
te happen.
Dat men een somber gezicht zet tijdens nevei
of regen, is te begrijpen, maar de korte oogen
blikken, welke de zon ons schenkt, dienen wij met
een vroolijk hart te aanvaarden. Wie gemelijk
blijft in de zon, die heeft, naar Dante s beeld
spraak, zichzelf verdoemd. Hem is het leven tot
een hel geworden, waaruit niemand hem kan
verlossen.
Potgieter, onze vaderlandsche dichter, noemt
zulk een mensch „rampzalig boven allen". Dit
komt op hetzelfde neer als de kenschets van
Dante.
„Ach, hem brengt geen lieve lente
„Met de bloemen blijdschap aan",
zegt de dichter.
„Met der voog'len lofgezangen
„Zingt zijn droef gemoed niet mee;
„Hem die 't hoofd naar d'aard laat hangen,
„Streelt geen tooverzoet verlangen,
„Rijst geen zonne. bruist geen zee!
„Zie hem doof voor vriendenbeê
Zie vergeefs dier gade lonken,
„Zie vergeefs dat wichtjes lach
„Zonder liefde hem ontvonken,
„Die een gif heeft ingedronken.
„Dat geen arts verdrijven mag!
„Zie vergeefs dat kroost de handen
„Vroolijk strekken om hem heen;
„Foltring zijn hem liefdes banden,
,,'t Morgen scheurt ze licht vaneen..."
Dat is het beeld van den mensch, die pruilt
in de zon. Al is het leven nóg zoo donker, er
komen in ieders bestaan lichtplekjes voor. Een
zonnestraal; als de eerste krookjes hun kop door
de sneeuw steken en de eerste merelen fluiten.
Een zonnestraal: het gezelschap van een vriend,
de vriendelijke blik van een vrouw, de lach van
een kleuter. Wie weerspannig blijft tegen de
vroolijk omhoog gestoken armpjes van een kuia,
hij pruilt in de zon; hij is ae boven allen ramp
zalig, het slachtoffer der hei Hij is het, die
zichzelven verdoemt.
Ontmoedigd zijn door een tegenslag is vergeef
lijk, treuren om een verlies te verontschuldigen,
haat dragen om een beleediging te begrijpen.
Dit is passief verdriet, smart welken men lijdelijk
ondergaat. Er is droefenis, welke deemoedige
onderwerping aan het noodlot beteekent.
Maar somber zijn zonder reden; moedwillig
den geest van het booze oproepen; uit baloong
heid een sluursch gezicht zetten tegen de zon,
dit lijkt op laakbare weerspannigheid tegen
het leven. En het leven wreekt zich voor elk
vergrijp. Wanneer men de gaven van 't leven
verwaarloost; wanneei men inplaats van ze er
kentelijk te aanvaarden, uit louter gemelijkheid
den gever zijn geschenken in het gezicht slin
gert, dan roept men het noodlot over zich op.
Dan neemt men zijn plaats in onder die trieste
gezellen, die, buiten het leven gebannen, ^n net
Mantelpak bestaande uit een rok van bruin
tweed met witte ruiten, een lichtgroene mouw-
looze blouse en een bruin fluweelen manteltje
dat evenals dia baret met de stof van den rok
of met overeenkomstig geruit fluweel is gegar
neerd (Nr. 679).
HOE MOETEN WIJ ONS VOEDEN?
Welke producten heeeft ons organisme noodig?
Eenige practische wenken.
door
Dr. PETER PATER.
Zeven bestanddeelen in liet voedsel.
Van oudsher hebben op het gebied der voe-
dingshygiëne verschillende meeningen tegen
over elkaar gestaan en de strijd werd menig
maal met groote heftigheid gevoerd. In dezen
tijd wordt er aan de hygiëne In het algemeen
veel aandacht gegeven en het is dan ook geen
wonder, dat men zich meer dan ooit met het
vraagstuk der voeding bezig houdt. Nu moet
ons voednal aan zeven vereischten voldoen; er
moeten n.l. 1. genoeg ealoriën, 2. genoeg ei
witten, 3. genoeg water en minerale zouten,
4. genoeg vitaminen in voorkomen en zij moeten
5. goed smaken om de maag tot meer werk
zaamheid te prikkelen, 6. den honger stillen en
Bescheidenheid is een sieraad; maar jonge
mannen moeten niet te veel sieraden bezitten.
(Een oude vrijster.)
door G. Th. Rotman.
Nadruk verboden.
13. Gelukkig voor hem gaat de brug
Weer spoedig naar omhoog terug;
Maar ach, wat ziet de man er uit!
Geruïneerd is heel zijn schuit,
En 't eens zoo fraai baldakijn,
Vernietigd is het, kort en klein!
15.
Maar 't bootje wil niet liggen blijven,
't Begint steeds verder af te drijven;
Om aan dit feit een eind te maken,
Besluit hij 't ergens vast te haken.
Het hek, dat langs den wegkant staat,
Lijkt voor dit doel nog niet zoo kwaad.
oord der foltering hun booze daad boeten, omdat een gevoel van verzadiging geven en 7. genoeg
zij gepruild hebben in de zon. cellulose bevatten.
H. G. CANNEGIEX'EK. De behoefte aan ealoriën varieert tusschen
de 2200 en 5000 per dag; dit hangt af van het
werk, dat de betrokken persoon moet verrichten.
Menschen, di'a zich lichamelijk weinig behoeven
in te spannen en een zittend leven leiden, heb-
ben aan 2000 a 2400 ealoriën genoeg. Beroepen
waar middelmatig zware lichamelijke inspan
ning aan verbonden Is, vereischen 2600 a 2800
calorië; hiertoe berekent men ook de beroepen,
waarbij men heen en weer moet loopen of veel
moet spreken. Moet de betrokkene zeer veel
heen en weer loopen, zooals b.v. bij een dokter
het geval is, dan heeft hij 3000 ealoriën per
dag noodig. Voor personen, die lichamelijk werk
verrichten, wordt de behoefte aan ealoriën dade
lijk veel grooter; men kan haar ongeveer vast
stellen op 3400 a 3600, 4000 en 5000 ealoriën
voor licht, middelmatig en zwaar lichamelijk
werk.
Het komt echter niet alleen aan op de noo-
dige ealoriën. Het voornaamste strijdpunt van
het oogenblik is het rauwe voedsel. Zcoals er
ten allen tijde sectcn zijn geweest, die bepaalde
voedingswijzen met groot fanatisme voorston
den, zoo voeren ook nu de voorstanders van
het rauwe voedsel een feilen strijd. Den laat-
sten tijd schijnt de grootste heftigheid wat be
koeld te zijn en de meer gematigden geven al
toe, dat rauw voedsel met uitsluiting van alle
gekookte spijzen toch niet het ware is. Zij heb
ben echter gelijk in zooverre, dat er dagelijks
rauw* voedsel in den eenen of anderen vorm op
het menu behoort voor te kmen. De wijze, waar
op de gemiddelde West-Europeaan zich tegen
woordig voedt, veroorzaakt, onvermijdelijk een
te hoog zuurgehalte van het bloed; het is dus
goed, voedsel te gebruiken, dat de vorming van
gassen bevordert en daardoor de overtollige zu
ren bindt. In dit opzicht zijn vooral aardappe
len, worteltjes en melk aan te bevelen. Daardoor
kan men jicht en andere onaangename kwalen
voorkomen.
Om dezelfde reden is het verkeerd, het eten
te sterk te zouten. Dat is vooral noodig voor
de nieren en reeds jaren geleden bereikte men
bij nierlijders uitstekende resultaten met een
dieët, waarin zoo min mogelijk keukenzout voor
kwam. Wat echter voor zieke nieren noodzakelijk
is, is voor gezonde nieren en voor kirt geheele
lichaam aan te bevelen, door zich tijdig te ont
zien, voorkomt men het ontstaan van nierkwa
len. De meeste menschen vragenechter niet
of hun eten gezond is, maar alleen of het goed
smaakt, en daarom is het niet aan te bevelen,
het eten geheel zonder zout te koken. Men make
het ook smakelijk door selderij en andere
groenten zodat de vermindering van de hoe
veelheid zout geen tegenzin in het eten üoe.
ontstaan.
Conserven zijn niet scliadeijjk.
Geconsen eerd voedsel wordt dikwijls afge
raden, omdat het te weinig vitaminen bevat;
den laatsten tijd wijden de moeste fabrikanten
echter groote aandacht aan dit punt, zoodat
dit bezwaar grootendeels vervalt, vooral wan
neer men van het eten van geconserveerd voed
sel geen regel maakt. Een belangrijker punt is
het nog altijd ve'sl voorkomende vervalschen van
levensmiddelen; niet alleen van melk en boter,
doch ook het z.g. denatureeren van het voedsel
Als Pimpelmans int visschen gaat, dat wettelijk geoorloofd is, moet hieronder ge-
Heeft hij altijd veel resultaat; rekend worden Zoo wordt meel altijd gedena-
Ai spoedig is de motorboot tureerd; in dit geval wordt htat kunstmatig ge-
Gevuld met bliekjes klein en groot; bleekt om aan de wenschen van het publiek te-
Hcer Pimpelmans wrijft in z'n. handen; gemoet te komen Om dezelfde reden onttrekt
Het water loopt hem langs de tanden! men er ook de zoo nuttige zemelen aan. Ook,
rijst wordt geslepen, gepolijst, verglaasd en ge
bleekt, waardoor natuurlijk veel van de voe
dingswaarde verloren gaat. Men ziet dus, dat
er aan onze wijze van voeden nog heel wat
verbeterd kan worden.
(Nadruk verboden).
DE VROUWENSTEM WORDT LAGER.
De muziekleeraar van een groote Amerikaan-
sche meisjesschool is onlangs op grond van het
onderzoek van een groot aantal stemmen tot de
conclusie gekomen, dat de Amerikaansche meis
jes thans altstemmen hebben.
De professor is van meening, dat de algemee-
ne verlaging van het register moet worden
toegeschreven aan het overmatige rooken van
sigaretten en aan de vermoeienis der stemorga
nen tijdens de voetbalwedstrijden.
NUTTIGE WENKEN.
Roestvlekken verwijdert men van strijk
ijzers, door ze, wanneer ze flink warm zijn, in
te wrijven met kaarsvet en daarna over een lap
met zout bestrooid, heen en weer te strijken.
Theepotten, die men slechts weinig ge
bruikt, moeten goed afgedroogd zonder deksel
'ar op, weggezet worden met een schepje thee er
in Evenzoo doet men met koffiepotten, doch
dan met een schepje koffie. Gaan ze door heel
lang staan toch nog duf ruiken, dan koke men
de koffie- of theepotten met koffie of thee uit
en spoele ze nu met goed hebt water na.
Indien men het in gebruik zijnde t a f e 1 z i 1-
vei niet gaarne vaak poetst, dan legge men
het b.v. eens per week 15 minuten in kokend
water, dat van aardappelen aigegoten wordt,
spoelt het na m heet water en wryit het daarna
nut een flauellendoea na.
Indien men van tijd tot tijd een sterke soda
opiossing b.v. van 1 pond sdaa op 3 L. kokend
water ra het gootsteengat scneakt, vooncomt
men veelal verstoppingen van de buizen, aaar
vet dat men vau vatenwasscnen enz. aageujits
door ue gootsteen iaat loopen, zien vaan aan
ae buizen vastzet.
Hetzende kan men doen bij vaste waschtafels
en het bad, aaar men vaak door kleine stuitjes
j.-ep een minaer snel weg.oopen van net wa.er
neeft.
Het is een weinig kostbaar middel en voor
komt veel onaangenaamneaen en groote reke
ningen.
Wanneer fijne zachte weefsels gesteven worden
op de gewone wijze, nJ. met geitoosee of rauwe
stijfsel, zijn ze spoedig te styt en zien er gauw
gexreuiteia uit, zelfs al maant men ua styisel
nog zoo dun.
Een deskundige gaf ons den volgenden raad, n.l.
deze; om op Vk Liter watre 1 etiJepel suuter op
te lossen en hier de fijne weefsels aoor te halen,
uitdrukken, in een doek rollen en strijken als
het goed nog vochtig is, dc stoffen zulien er
dan als nieuw uitzien. Fijn kantwerk en tulle
kan eveneens op obze wijze opgemaakt worden:
men strijke dit echter op den verkeerden kant
en zorg, dat hst ijzer met te heet is.
(Nadruk verboden)
14.
Maar wat gebeurd is, is gebeurd.
Daarom dus langer niet getreurd!
Al wat er scheef zit of verkeerd.
Wordt over boord gedeponeerd;
Hij stuurt zijn bootje in het riet,
Om wat te visschen in den vliet.
door
B. DUBOIS.
Kijk eens aan jongeman, zei de hoofd
redacteur van „De Avondster", je werk is niet
bepaald slecht, maar ook niet goed, het is mid
delmatig, wel eens iets meer en wel eens iets
minder, maar nooit ran dit gehalte waarnaar
het publiek snakt.
De nieuwbakken „Short-story teller", zooals
hij zich zelf vol trots noemde, keek zwaar ge
deillusioneerd naar het zwaarlijvige manneke
voor zich, dat druk met zijn beweeglijke han
den gesticuleerend, een soortement doodvonnis
uitsprak.
De eerste taak vaai een korte verhalenau-
teur is, om de smaak van het publiek grondig
te leeren kennen. Je beweegt je onder het volk,
je vraagt deze of gene zijn meening, enfin in
het kort gezegd, je tracht op jouw manier een
enquête te houden en bepaal «laar den uitslag
de richting van je werk.
Entre-nous gezegd kun je je die enquête wel
besparen, ik kan je den uitslag onmiddellijk
meedeelen. De eerste eisch van onze massa -
lezers is: sensatie, spanning van begin tot eind
m'at een climax, die klinkt als een klok en
frisch origineel is. Die sensatie kun je in ver
schillende gedaanten opdienen, detectievegenre,
amoureuze perykelen, kortom er bestaan dui-
zend-en-een variaties, maar voor alles: sensa
tie, klemmende sensatie met ben ruggegraat
van staal. En het spijt me wel, dat ik het je
moet vertellen, beste kerel, maar jouw verhalen
;ijnzijn, ja. hoe zal ik het noemen, zijn te
slap. Ja, ja, dat is het goede woord. Er zitten
vaak heel aardige dingen in en de constructie
belooft soms iets goeds, maar de uitwerking is
te futloos Wanneer de lezer een kort verhaal
heeft gelezen, moet hij op de een of andere
manier reflexeeren, hetzij dat hij griezelt, het
zij dat hij zoo sentimenteel wordt als een ver
liefde jongeman, die een liefdesbrief aan een
bakvisch heeft geschreven, never mind, maar
bij sen kort verhaal van jou zullen zich hoog
stens de ouwe jongejuffrouwen of de generatie
van 1870 amuseeren. Het publiek dat ons blad
leest, reflexeert alleen op een manier, die iets
mtet het opensperren van een mond gemeen
heeft. Ja. je moet het me niet kwalijk nemen,
maar ik speel open kaart. Een week lang heb ik
nu dagelijks een verhaal van je gepubliceerd en
ik ben er van overtuigd, dat de menschen er
zich een indigestie aan hebben gegeten. Om de
fout eenigszins te herstellen, moet ik nu van
avond een buitengewoon goed kort verhaal heb
ben, wat je noemt een origineele thriller. Nu
wil ik je nog ééns kans geven. Ga naar huis,
sluit je een paar uur op en lever mij vanmiddag
om klokslag twaalf uur een kort verhaal, dat
klinkt als een klok. Faal je, dan kan ik je niet
meer gebruiken. Slaag je, dan is dat voor mij
het bewijs, dat je een bruikbare kerel bent. Een
drastische maatregel zul je zeggen? Inderdaad,
maar ik ben een ouwe rot, die niet alleen dc
':lok hoort luiden, maar ook weet, waar de
tlepel hangt. Knoop dit profetisch gezegde goed
-» (e ooreu. ion^mnn!
Het hoeft niet bepaald omschreven te worden,
dat Karei van Doornbout zwaar gedeprimeerd
de bureelen van .Avondster" achter zich liet lig
gen.
Een origineel, frisch pakkend, spannend,
kort verhaal, mompelde hij bitter, terwijl hij in
gedachten den drukken verkeersweg overstak en
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur,
Ued. Oude Gracht 88, Haarlem
PROBLEEM No. 292.
Ie prijs, wedstrijd „Neue Leipziger Zeitung
(December 1926). i
Dr. E. Palkoska (Praag).
Mat in vier zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kd2, Tg6, Lg7, Ph7, f3, g2, h5.
Zwart: Kf4, La.7, Lc8, b6, c7. d6. f5.
EINDSPEL No. 63.
Onderstaande stelling ontstond na den 27sten
zet van Wit (R. Spielmann) in één zijner
partijen tegen Rubinstein, gespeeld in het
dubbelrondig touraooi te Berlijn, October 1928:
Er volgde 27Te8—f8; 28. De2—h5.'
(dreigt mat in twee zetten, n.l. Dh7:-j-, Kh7:;
Th5 mat), h7—h6; 29. Dh5—g6, Dc7—d6; 30.
Lf7—d5, Td8d731. Ld5—e4 en Zwart gaf
op. Dr. Keidanski (pseudoniem voor dr. H.
Keidanz, te New York) heeft ontdekt, dat
Zwart zich eenvoudig uit alle moeilijkheden
had kunnen redden door te spelen 27
Dc7b2f met de dreiging Le7d6f.
Het is zeer merkwaardig, dat de genoemde
grootmeesters zulks over het hoofd hebben ge
zien, ook Spielmann, want anders zou hij
Ld5—f7 niet gespeeld hebben.
OPLOSSING PROBLEEM No. 288.
(Ch. Mauritius.)
Stand der stukken;
Wit: Kh2, Tb4, Tf2, Lc4, Lg5, Pd7, Pfl.
e2, e5, e6, g3.
Zwart: Ke4, Tg4, Pb3, Ph4, d4, d6, f5.
1. Kh2gl, enz.
Goede oplossing ontvangen vanP.
Mars te Santpoort.
MATCH VELSENBLOEMEND AAL.
In het Jeugdhuis te Bloemendaal, speelden de
schaakclub „Kijk uit" (Velsen) en de Bloemen-
daalsche schaakclub een vriendschappelijkeD
wedstrijd. De uitslag was 9 5 in het voordeel
van „Kijk uit". De gasten speelden aan alle bor
den met wit.
CORRESPONDENTIE.
Bloemendaal. H. de R, 1. Pb6 faalt b.v. na
1Pal.
Schoten, H. W. v. O. 1. Lf4 faalt na 1
Tg6. Uw partner heeft enkele groote fouten
gemaakt (29. Lgl en 33. Df3), waardoor de
partij voor publicatie minder geschikt is
ternauwernood aan de wielen van een aanstor
mende taxi ontkwam.
Thuisgekomen viel Karei van Doornhout als
een blok ra zijn bureaustoel en sloot zich op,
zooals hij dat noemde, in de binnenkamer van
zijn gedachten. Een kort verhaal, een kort ver
haal geen kort verhaalop straat? Wat
dan? Bedelen, veters verkoopen, commis-
voyageur? Zijn kans, zijn laatste kans otn het
zwaard van Damocles te ontwijken. En die beer
van 200 gulden, die over een week voldaan
moest worden Ring!
Hallo, van Doornhout!
Wa, wat zeg je Frits?
Vijfhonderddertig op dehoera! hoera!
Karei wierp van vreugde het telefoontoestel
op den grond, wierp zijn stoel omver en maakte
een formidabelen luchtsprong. Haha, was dat
een buitenkansje? Nu. nuhet kort verhaal?
Een impressie. Een spannend, kort verhaal!
Glimleehend zette Van Doornhout zich aan zijn
schrijftafel.
En?, vroeg de hoofdredacteur den ver
heugden jongen auteur verbaasd aanziend. Een
goed idee?
Alstublieft.
De hoofdredacteur zette zijn bril op en las:
Het korste verhaal, dat aldus luidde:
„Dc auteur om den brood'a zon op een idee
vcor een kort verhaal Telefoon rinkelt. Stem
door de telefoon; Op uw nummer ls de honderd
duizend gevallen. De auteur legde zijn pen neer
en schreef geen kort verhaal."
Karei wachtte in spanning op den uitslag.
De hoofdredacteur liet langzaam het velletje
napier zakken, keek van Doornhout een oogen
blik aan en barstte toen in een schaterlach los.
Dat is eerst een origineel idee, kerel,
hahaha
Aldus geschiedde het, dat voor Karei van
Doomhout de variatie op „een ongeluk komt
nooit alleen" in vervulling ging