HEEMSTEDE'S WONINGBUREAU f'ORNs,
s KWAK
I
GEEFT UW OPDRACHT TOT KOOP VERKOOP-HUUR-VERHUUR AAN
Huize Karoly
HEEMSTEEDSCHE DREEF 276
TEL. 28236
Eerste tfeemsteedsche Courant.
Rubriek van den Arbeid.
Oude gebruiken in modern
gewaad.
De jassendief.
Administratie van huizen assurantiënhypotfiekenTTuxutTC/t
i, etc.
toestand op Haïti geschetst en het is voor onze
Westersche begrippen niet gemakkelijk te begrij-
SUBSIDIES TER BESTRIJDING VAN
WERKLOOSHEID.
B(j het debat over het werkloosheidsvraag
stuk dat dezer dagen in de Tweede Kamer
naar aanleiding van een tweetal interpellaties
is gehouden, is niet alleen gesproken over de
bestrijding van de financieele gevolgen die de
werkloosheid meebrengt, doch zijn ook ver
schillende opmerkingen gemaakt omtrent de
wjjze waarop de werkgelegenheid zou kunnen
Worden uitgebreid.
Een dezer opmerkingen zal hier behandeld
worden, omdat zij op het eerste gezicht zoo
volkomen logisch 1 ijktdoch, wanneer men er
verder over nadenkt, zooveel bezwaren mee
brengt, dat het zeker van belang is de aan
dacht op deze bezwaren te vestigen.
Wanneer een werkgever door gebrek aan or
ders zijn productie moet inkrimpen en daarbij
niet in de mogelijkheid verkeert door verkor
ting van den werktijd voor alle arbeiders het
te verrichten werk over alle arbeiders te ver-
deelen moet hij, wil de onderneming rendabel
blijven, een gedeelte van zijn personeel ont
slaan. Deze ontslagen arbeiders krijgen dan,
sds zij verzekerd zijn, werkioozenuitkeering of
anders vallen zij, indien deze bestaat, onder de
steunregeling of als zij niet bestaat, worden zij
naar de Armenzorg verwezen. In alle gevallen
echter kosten deze werkloozen de gemeen
schap geld, terwijl daartegenover geen produc
tieve arbeid staat.
Wat is nu logischer dan dat men gaat zeg
gen: „Als nu toch de Overheid geld voor deze
personen moet uitgeven, waarom zou dan de
Overheid dit geld niet besteden om de onder
neming een zeker subsidie toe te kennen dat
haar in staat stelt de betrokken werkloozen
aan het werk te houden? Dit kost de OverheidI
niets meer en er staat tegenover, dat er geen-
werkloozen zijn, doch dat de betrokken per
sonen productieven arbeid verrichten."
Deze gedachtengang is zoo logisch, dat er.
vooral in Duitschland, waar momenteel zeer
veel werkloosheid heerscht, heel wat personen
zijn geweest, die deze gedachten op de een of
andere manier hebben uitgewerkt en getracht
hebben ze in praktijk te brengen.
Dan echter komen pas de moeilijkheden. Im
mers, men gaat dan een bepaalde onderneming
steunen, terwijl cle concurrent zonder dezeD
steun moeten werken. Het is best mogelijk,
dat deze concurrent door een bepaalde methode
van werken of door andere omstandigheden
veel economischer kan produceeren en dan
gaat het toch niet aan, om een ander, die dat
niet kan en daar misschien zelfs geen pogin
gen toe heeft aangewend, in staat te stellen
op kosten van de gemeenschap in de oude sleur
te blijven doorwerken. Men begaat dus een
groote onbillijkheid tegenover de ondernemin
gen. die hun best doen en trachten zoo goed
koop mogelijk te produceeren en als men daar
over doordenkt, moet mij wel haast tot de
conclusie komen, dat men eerder die goede on
derneming moet steunen en moet trachten
haar nog grooter te maken, dan dat men de
slechte onderneming laat doormodderen.
Bovendien is het ook ontzettend moeilijk te
bepalen waar de grens van het subsidie is. Het
is duidelijk, dat, zoo gauw een onderneming
de smaak er van te pakken krijgt, zij zal trach
ten zooveel mogelijk kosten op de Overheid af
te wentelen.
Daarbij komt nog een andere kwestie. Indien
de Overheid steunt moet zij, al was het alleen
maar om haar steun te kunnen verantwoorden,
een zekere contröle kunnen uitoefenen en be
paalde voorwaarden moeten stellen. Begint
men hieraan, dan betreedt men een weg, waar
van het einde niet is te overzien en waarbij
men voortdurend conflicten zal krijgen over de
vraag wat nu eigenlijk wel en wat niet tot de
bevoegdheid van de Overheid moet worden ge
rekend. Afgescheiden van dit alles is het dui
delijk, dat, wanneer een bepaald land eenmaal
op groote schaal subsidies zal gaan verleenén
in andere concurrecrende landen eenzelfde ge
dragslijn zal worden gevolgd, waardoor men
internationaal steeds tegen elkaar zal gaan op
bieden om maar zooveel mogelijk werkgelegen
heid in het eigen land te houden en men een
toestand zou kryg^n, die met alle begrippen
van economische productie zou spotten.
Het is dan ook maar goed, dat er slechts
weinig personen zijn, die deze subsidiemaat
regelen wenschen te zien toegepast.
pen hoe een combinatie van moderne cultuur en
afgodendienst mogelijk is, doch op Haïti verbaast
men daarover zich in het geheel niet.
Het zou te ver voeren, om te beschrijven hoe
de ritueele plechtigheden van dezen afgoden
dienst uit oude voorvaderlijke gebruiken tot
htm huldigen wasdom gerijpt zijn, laten wij
liever Dr. Prince op zijn tocht naar boven volgen.
De dokter is hier geboren en kent den weg op
zijn duimpje. Zoo weet hij, dat die eenvoudige
boerenwoning tusschen twee rotspieken een
.homefort" is oftewel een Vedootempel.
In een gewone boerenschuur staan vier auto's,
een motorfiets leunt in een hoek en op een hoop
gestapeld liggen een dozijn fietsen. De geloovigen
zijn reeds in den tempel aanwezig.
In den voortempei wordt een Congo-dans uit
gevoerd, een zonderlinge dans, die als inleiding
tot de plechtigheden bedoeld is. De wanden van
den binnentempel zijn met slangen en menschen
figuren beschilderd, er staat een tafel met een
rood-wit gestreept kleed, waarop een spit en;
haak en door veeren omwonden kruis rusten.'
Links en rechts van die tafel menschenschedels
en gebroken skeletten, kaarsen en slangensym
bolen, wijn, water, schotels met vruchten en
llesschen uit de stad met Franschg etiketten:
grenadine en ranja. In het midden van deze;
chaos een hoop korenmeel met een ei gekroond.-
Eensklaps staan een priester en een priesteres:
voor de offertafel. De adem van de „Namaloi"
de priesteres ontsnapt fluitend haar gelaat
is onbewogen als een masker. De gemeente heft
thans een gezamenlijk gezang aan dat langzaam
aanzwelt tot een cacophonie van schrille geluiden
Onder het gezang valt de priesteres voorover op
den grond en kust de aarde. Tusschn de ge
knielde gestalte en het altaar maakt de priester
stem dc geschiedenis van Kali, de vierarmige
godin der vruchtbaarheid. Dof tromgeroffel be
geleidt het rhytmlsche zwenken der lichamen,
dan verscheurt een gillende schreeuw de lucht.
Vrouwen vallen op den grond, de mannen preve
len monotone gebedsformules. De schreeuw wordt
herhaaldeen, de vier pooten bij elkaar ge
bonden geitje wordt den priester In den armen
gelegd. Hij pakt het diertje by den kop, draait
het om en om, werpt het op den vlper en scheldt
met één slag den kop van den romp. Gorgelend
Per auto naar het offerfeest.
Drie momentopnamen.
(Door onzen reizenden correspondent.!
De drie millioen zwarte boeren op Haïti be
bouwen thans hun velden eveneens met behulp
van tractors en yzeren ploegen, met landbouw
werktuigen en kunstmest zooals de Zuid-Afri-
kaansche boeren of de farmers van Tasmanië.
Haïti beschikt over een radio-station en modern
ingerichte ziekenhuizen, waarin de knapste
medici hun diensten verleenen. Een van hen, Dr.
Prince is wyd en zyd bekend, zyn bibliotheek,
die door haar massale omvang een befaamden
naam op het eiland heeft gekregen, omvat alle
werken der wetenschap, die maar eenigszins
waard zyn om gelezen te worden. Hij leest alle
moderne talenen laat zich in zyn auto naar
dc offerplaats in dc bergen voeren, waar de
plechtigheden van de Vodoë of godendienst
plaats vinden. Met enkele beelden heb Ik den
Uit de hand der priésteres ontvangen zij hun
galgenmaal.
met meel een teekening op den grond en overgiet
deze met wijn, olie en water. Na het gezang be
gint de offerscène waarvoor men inplaats van...
menschen. thans dieren heeft uitgekozen.
Een witte en twee zwarte hanen worden bin
nengeleid en ontvangen hun galgenmaal uit de
hand van de priesteres. Daarna pakt ze drie
dieren in een behendige greep by den kop en
pooten en begint een dwazen uitzinnigen wervel-
dans. die door een monotoon geroep der menigte
wordt begeleid. Met een plotslingen ruk onthoofd
zU het dier, de bloedende lichamen worden over
de hoofden der menigte (zoodat ieder met bloed
bespat wordt) den voortempel ingeslingerd.
Het vierde slachtoffer is de zondebok, zyn
hoeven worden gezalfd, zijn hoorns versierd, en
een meisje, dat met tranen in de oogen op han
den en voeten naar hem toe is gekropen, bestreelt
liefkoozend zyn lichaam. De bok is voor haar in
de plaats gekomen en zal voor haar sterven.
Een hymne wordt gezongen, zeldzaam schoon
is de melodie en de tekst is gemakkeiyk te volgen.
Het dier wordt een groene twijg toegereikt en
terwyi het zijn maal bezig is scheidt de priester
met één verschrikkeiyken houw den kop van den
romp. In een houten nap stroomt het bloed,, dat
uit de aderen springt.
Buiten den tempel wordt nu de groote Rada-
trom geroerd, het geluid zwelt aan als het ge
rommel van den donder, donker, dreigend en
steeds sneller
Hamballa wordt aangeroepen, de slangengodin.
Steeds meer dieren worden geofferd en het bloed
spuit in stroomen over de hoofden der menigte.
In het wit gekleede vrouwen dansen, het lichaam
in grillige bochten kronkelend, om het altaar,
wanneer dc mannen zich bij dc ry voegen, wordt
de dans steeds wilder en groeit met het aan
zwellen van het tromgeroffel aan tot een dans
van razernij, die niets menscheiyks meer heeft.
Bekars met een mengsel van rum en bloed wor
den tegen de lippen geperst uit een oud
cultuurgebruik is een giastischc dan-, geboren.
DE CULTUUR DER ONVRUCHTBAARHEID.
In de smalle straat die naar de Ganges voert,
rydt een helgele tram, omnibussen dringen zich
door een ketting van auto's, straatvuil, stof,
gloeiende hitte en haastende menschenUit
de geopende vensters dringt het geratel van
schrijfmachines en dikwyis het schrille alarm
signaal van een telefoonschel. Zakentyd: 10 uur
voormiddag.
Onze wagen biyft met een ruk voor een hoogen
muur staan. De gids wacht ons reeds op en
voert ons door een zy-ingang naar de tempel-
galery.
Een lucht van bloed en zweet omgeeft ons als
een trage wolk. Rhytmisch buigen de lichamen
der bedevaartgangers naar den grond. Midden
in het gadrang vertelt een oude Hindoe met luide
Boven het hoofd slingert hi) het dier in het rond.
vliedt het bloed uit het stuiptrekkende lichaam,
en vloeit dampend over den breeden bodem.
De vrouwen kruipen op handen en voeten nader-
by en drinken gretig van het heete bloed. Sym
bool der vruchtbaarheid
Wat van het bloed overbluft wordt in schotels
opgevangen en over de voeten van de godin en
den priester gegoten. In kolossale vaten wordt
thans door tempeldlenaran het water van de
Ganges nader gesleept dat met bloed vermengd
wordt. Door een onderaardsch kanaal vloeit het
mengsel van bloed en water voorby de tempel
muren door een opening van een handgrootte
naar buiten, het water der vruchtbaarheid voor
hen, die gelooven
Honderd twintig tot twee honderd geitjes
vallen hier dageiyks als slachtoffers. Buiter. de
tempelmuren suizen de auto's af en aan en er
is niemand, die zich om het doodsgeschrei der
dieren bekommert. De schrille tegenstellingen:
eenerzyds modern snelverkeer, anderzyds de
eeuwenoude cultuurdienst der vruchtbaarheid....
En wy leven in 1931!
DE GEBOORTE VAN HET VUUR.
In het Noorden van Burma leven ongeveer
70.000 Kachinen. Een tak van het Mongoolsche
ras, intelligent en ondernemend.. Men heeft hen
graag in dienst der overheid en in den oorlog
vormen zü een afzonderiyke legerafdeeling. zy
kunnen uitstekend met moderne wapenen om
gaan, velen begrypen de techniek van het auto-
besturen en zy weten wat een tank en een
vliegtuig is. Duizenden beoefenen technischen
arbeid, en zy maken zich graag op allerlei manier
verdiensteiyk by het doordringen der teakwouden.
De moderne zaagmolens zijn in werking gesteld:
de cultuur marcheert ook in Noord-Burma voor
waarts! Even voor Taika. een paar myien van
Irawady verwyderd, breekt een moer van onze
achteras. Geen zorg, de Kachinen zullen or.s hel
pen de auto te repareeren, want zii zijn uitste
kende smeden, zeer goed op de hoogte met een
autoconstructie. Zoo begeven wy ons naar Taika,
doch wy kwamen te laat om het dorp Taika te
aanschouwen. Wat we zien is een troosteloos veld
met rookende puinhoopen, want Taika is tot het
laatste huis plat gebrand, wy zyn getuigen van
het geboortefeest van het vuur
De Kachinen kunnen een goede auto van een
slechte onderscheiden, maar zy zyn ondanks mo
derne invloeden hun duivelsdienst getrouw ge
bleven. Het vuur is hun hoogste God. want het
vuur kookt hun spijzen en beschermt hen voor
de tijgers. Doch het vuur is toornig geworden
en heeft hun dorp verwoest. Op de zelfde plaats
een nieuw opbouwen heeft geen zin. Het vuur zou
het niet dulden. Zoo wordt een andere plaats op
gezocht en het eerste offer aan den god van het
vuur gebracht.
Lucifers werden nog maar heel matig gebruikt,
de Kachiner. huldigen nog liever de meer ge
compliceerde methode van den vuurslag. Ieder
verwekken van vuur is de ceremcnieeie plechtig
heid, waarby ce toovenaar zijn diensten verleent.
HÜ blaast in de kleine vlam en steekt daarin
een fakkel aan waarmee hy zich naar de nieuw
uitgekozen woonplaats op weg begeeft. De in
woners van het verbrande dorp loopen achter
hem aan, en wanneer zy hem hebben ingehaald
drijven zy' den toovenaar met zweep- en stok
slagen voorwaarts. Dit verzoent den god van het
vuur.
De toovenaar is een sterk man, maar wanneer
hy de nieuwe woonplaats heeft bereikt, stroomt
het bloed op alle plaatsen uit zyn lichaam, doch
hy mag niet klagen. ZUn laatste daad is het
werpen van de fakkel in een brandstapel van
kostbaar hout en wanneer de vlammen omhoog
lokken," zyn de geesten verbannen.
De Kachinen pakken elkaar dan by de hand
en dansen als kinderen om den brandstapel.
Wij hebben dit nieuwe schouwspel mede aan
schouwd. Wanneer de dans teneinde is, komen zij
naar ons toe en vragen wat er van onzen dienst
is.
Benzine?
Een half uur later kunnen wy onzen tocht
vervolgen.
zyn commentaren nog noodig voor deze drie
momentopnamen? Drie scènes, drie ware gebeur
tenissen in het jaar 1931. Drie illustraties van de
grillige verwrongen uitingen van onzen tyd! Wy
zouden zoo door kunnen gaan, een eindelooze
ry van beelden. In het intense Noorden van
Alaska by de monding van de Churchrivier leefde
ik samen met Eskimo,s, die gelooven, dat zy ter
belooning van hun goede daden in de hel komen,
waar het altyd warm is en voor hun slechte
daden in de yskoude regionen van den hemel.
Velen van deze Eskimo's dragen in een zakje op
den borst een chequeboekje en hadden geld op
de Amerikaansche bank.
In een streek van Noorwegen zyn de bewoners
nog trouwe aanhangers van de heldensche gods
dienst en twee uur verder ligt RJnkar., de
grootste luchtstikstof fabriek der wereld
Gelooft U. dat in de wereld de romantiek door
de techniek gedood is?
Men rijdt thans per auto naar het offerfeest.
Dat is alles!
door
VAN DAM.
Met eenigszins onbehouwen gebaar, duwt
van Dommelen de draaideur voor zich uit en
komt het restaurant binnen, waar het reeds
overvol is. Hy ziet er niet zoo opgewekt uit
als anders, zyn glimlach heeft iets bitters en
zyn oogtui kyken verschrikt. Met een onver
schillig gebaaar trekt hy zyn jas uit en hangt
hem aan den overvollen kapstok.
Ik ben dat niet gewend van mijn vriend van
Dommelen, die altyd zorgvuldig met zyn
kleeren omgaat, op kantoor zyn jas op een
knaapje hangt en een doek er over heen doet.
om hem tegen het stof van vele paperassen, die
door ons redactïegebeuw slingeren, te beschut
ten. Ik heb hem er mee in de maling genomen
en hem wel eens spottend toegeroepen: „Mijn
zuster bergt haar jurk op," maar hij trok zich
er niets var.- aan, evenmin als van zijn bynaam,
„knaapje met de hoes", dien wij hem hebben
gegeven.
Zoo Bart, een kwade bui vandaag? De
krant niet vol kunnen krygen. Reuter weer
op 't nippertje aan de telefoon. Zetsel in pastei
gevallen
Van Dommelen doet buitenland en zit op de
bovenste verdieping. Dat is om koel te biyven
by de verhitte buitenlandsche politiek. Ik zit
beneden en doe afwisselend binnenland en stad.
Weet je 'tnog niet? Nou, dat noemt zich
„stad". Niet op 't politiebureau geweest?
Waren de borrels in Riche weer zoo lekker?
En vond je het belangrijker om over kunst te
zwammen, dan een pakkend berichtje op 't
politiebureau te halen.
Dat noem ik de „kif". Dat jy nu op je
torenkamer het firmament naar buitenland
sche nieuwtjes moet afzoeken, mag voor jou
nog geen reden zyn om my te verwyten in
Riche te zitten. Als jy de volgende maand gaat
reizen, en ik je torenkamer moet beklimmen,
dan zyn de rollen omgedraaid. Maar kom op
met je berichtje, dan kan het nog in 't Och
tendblad mee.
Gisteren toen ik hier zat te eten hebben
ze mijn nieuwen ulster meegenomen en er een
ellendig vod voor in de plaats gehangen, waar
voor de opkooper r.og geen gulden wou geven.
Noem je dat een bericht! 't Is nog te
slecht voor de prullemand, daar steek ik myn
pijp mee aan.
Een ulster van honderd gulden!
Zoo welke uitgever heb je ongelukkig ge
maakt?
Eerlyk betaald van myn declaraties. En
nou is ie weg. Ik heb by een handelaar in
tweede
artisten hing de eerlijk betaalde ulster van
honderd gulden.
Ga hem halen, raadde ik.
Rustig laten hangen, zei Bart. Wy zullen
den dader op heeterdaad betrappen.
Wij hielden nu den kapstok in de gaten. De
revuegirls dachten, dat onze aandacht voor hen
bestemd was en gichelden tegen ons. De jeune
premier, die in hun midden zat keek zelf-ver-
genoegd in onze richting.
Het restaurant werd langzaam lecger. Ook
dc kapstok in den hoek. Maar de ulster bleef
hangen.
Tegen half acht maakte het groepje artisten
aanstalten om weg te gaan. Ook de jeune pre
mier liep naar den kapstok om... den ulster van
Bart van de haak te nemen, z(jn mooie,
nieuwe ulster.
Zoo zoo, ventje. Jy, die zoo'n mooie pers
in het ochtendblad had, jij houdt je ook met
jassendiefstal bezig. We zullen je. Daar zal je
wat van beleven. Een sensatie van den eersten
rang. Ik zie ze al voor me. de koppen in het
ochtendblad. Revue-voorstelling door de politie
afgelast. De jeune premier ontpopt zich als
een jassendief.
Dat verhaal ging tegen my.
Reken jy even af, dan ga ik naar dien
kerel toe.
Bart trekt zyn tweedehandsch jasje aan en
wilde naar den jassendief toegaan.
Zeg. denk aan den goeden naam van dit
restaurant. Ik wil hier graag weer komen.
Laat hem eerst naar buiten gaan, dan heb je
ook gauwer een agent b(1 de hand, zei ik.
Bart volgde miin raad op. Wij Heten het
groepje naai- buiten gaan en volgden. Een
eindje voorbij het restaurant schoot Bart naar
voren en legde de hand op zijn ulster.
U bent gesnapt! Gaat tl maar mee naar
het politiebureau.
Mijnheer, wat verbeeldt V zich! Eerft
zitten flirten met myn meisjes en nu dit!
Geen praatjes, U draagt myn jas, die
hebt U gisteren gestolen. Deze heb ik vandaag
gekocht.
We kennen die smoesjes. Van een onbe
kende zeker, hè?
Agent, riep Bart nu tegen een politieman,
die voorbijliep, wilt U dezen man arresteeren?
Dat is het toppunt, zei woedend jeune
premier.
Wat is er aan de hand? Gaat U even mee
onder het licht van de lantaarn.
Dat noem ik brutaal, schr- vde de Jeune
premier, die mynheer beschuldig., my, dat ik
zyn jas zou gestolen hebben, maar hij draagt
myn jas, die gisteren gestolen werd.
Bart en ik stonden verwonderd. Hoe kon dat?
Gaat U even mee naar het politiebureau,
zei de agent. Daar kunnen we de zaak mis
schien oplossen.
De inspecteur van politie vroeg:
V beiden beweert de jas te hebben ge
kocht, beiden beweert U, dat U die van elkaar
gestolen hebt.
Ja.
Waar hebt U de jas gekocht? wendde
hy zich tot Bart.
Ik had weinig geld, dus by een handelaar
in tweede handsch kleeren op de Gedempte
Gracht.
En U?
Ik verkeerde in dezelfde conditie, artist,
begrtjpt U. Ook op de Gedempte Gracht, zei
de jeune premier.
Dank U, zei de inspecteur. De zaak is
opgehelderd. Wij hebben dien man al lang ver
dacht met jassendieven in verbinding te staan.
Wy kennen zyn taktiek. De dieven leenen een
paar tot op den draad versleten afleggertjes
en gaan daarmee naar een café of restaurant,
stelen goede jassen en verkoopen die aan den
opkooper, waarbij U nu beiden toevallig bent
terecht gekomen. Als U de jassen ruilt, schynt
mij voor U de zaak gezond.
Maar myn twintig gulden, die ik betaald
heb, zei Bart.
En ik mijn dertig, zuchtte de Jeune
premier.
Komen in orde. Komt U morgen terug?
Het bericht in het Ochtendblad viel eenigs
zins anders uit, dan Bart had gedacht en werd
een reclamestukje voor een jeune premier.
ALLERLEI WIJSHEID.
Indien ze allen in het leven bleven, zouden de
handsch kleeren een afleggertje voor j nakomelingen van een enkel konynenpaar, in
slechts drie jaar, 10 tot 12 millioen bedragen.
twee tientjes gekocht, want dat andere ding
was me te klein en met dit poolweer kun je
nog niet zonder.
Troost je Bart, de ander had zeker een Toen men in het jaar 1894 op het traject Parys-
nieuwe jas noodig, zei ik. Ik vat die dingen n j Ryssel 20 optische telegraafinstallatles had ge-
De toovenaar blaast in het vuur.
al nuchter op. Toen klonk een onparlementair
woord, dat onze hoofdredacteur altijd met een
blauw potlood pleegt door te halen, in de ver
slagen van een of andere volontair die eens een
grapje tracht uit te halen.
Wij bleven nog geruimen tyd zitten praten
over andere dingen en ook Bart kwam weer
in een goede bui. Hij dacht niet meer aan zijn
jas.
Plotseling sloeg Bart me niet erg zachtzin
nig op den schouder en wees in de richting van
een groepje artisten, leden van het revuegezel
schap, dat zoo juist een première had gegeven.
Nou kalm maar, ik zie ook wel dat er
aardige gezichtjes bij zyn, jy hebt niet het mo
nopolie van goeden smaak.
Gezichtjes! Zie je dan niet beter, uilskui
ken?
Wou je zeggen dat ze niet aardig zyn?
Maar zie je hem dan niet hangen?
Wat hangen?
Myn ulster!
plaatst, stond gansch Europa verbaasd, dat het
mogeiyk was over dat 60 uren gaans lange tra
ject, in minder dan 2 minuten een bericht van
de eene plaats naar de andere te zenden.
Als de huispoes muziek hoort, wordt zy zoo
opmerkaam, dat zy zelfs haar voedsel laat staan.
De hoeveelheid warmte, die een volwassen
mensch dageiyks produceert zou voldoende zyn
om dertig liter water van 10 graden tot 100 gra
den te verhitten.
In Frankrijk schrijven de artsen hun recepten
niet, zooals bij ons in het LaUjn, maar in de
Fransche taal.
De Nooi-mannen bedekken reeds in de 12de
Werkeiyk, op den kapstok achter het groepje eeuw hun schepen met een „yzeren huid".