Nieuwe Avonturen van Mijnheer Pimpelmans. Voor de Vrouw. 8ste Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 26 Juni 1931. Tweede Blad No. 25. LOSSE BLAADJES. Hoover's Moratorium. Brokjes Levenswijsheid. Ontsanning. SCHAAKRUBRIEK. Uit Chaplin's draaiboek. 'tls een algemeene klacht: Wij beleven slechte tijden! Zelfs de grootste optimist Vindt geen reden tot verblijden. Handel, scheepvaart, Industrie Hebben nooit zóó stil gelegen Landbouw, veeteelt, visscherij, Alles heeft een klap gekregen. 'tls ontzettend en het wordt Ook de hooge heeren helder: Als er geen verbetering komt Gaan wij allen naar den kelder! Hoover in Amerika Sprak: „de Duitsche oorlogsschulden Ztjn voor het verarmde volk Nagenoeg niet meer te dulden, En dit oefent invloed uit Op de andere wereldrijken. Laten wij daarom die zaak Nuchter, practisch eens bekijken: Krasse middelen tot herstel Dienen thans ter hand genomen; Stel dus de betaling uit. Duitschland moet op adem komen! 'tls een groote schade, maar Van twee kwaden kies het beste! Algeheele ondergang Wacht ons anders nog ten leste!" 'tls een voorstel van gewicht. Duitschland gaat zich reeds verblijden; Frankrijk trekt een zuur gezicht, Wil liefst het verlies niet lijden. Maar wanneer 't verstandig is Neemt 't genoegen met dit stropje; 't Halve ei is beter toch Dan 't beruchte leege dopje! (Nadruk verboden) Op school, in kantoor en werkplaats ziet men reikhalzend uit naar vacantie. Menigeen is er dringend aan toe. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Vacantie zal de ontspanning brengen, welke als reactie op inspanning voor het levens behoud noodig is. De boog kan niet altijd ge- Bpannen zijn. Maar zal ieder, die straks vacantie neemt, den boog ook waarlijk ontspannen? Of zal hij zijn inspanning voortzetten, en haar alleen op andere doeleinden richten? Het wezen van de ontspanning is nog niet algemeen bekend. Velen verstaan onder dit woord iets, wat meer op inspanning gelijkt. Toch is de zin van het begrip uit de benaming duidelijk te lezen. Het beeld van den boog laat geen twijfel over. Men spaart den boog niet, door, wanneer men gewend is op valken te schieten, voor de afwisseling thans zijn pijl op een kraai te rich ten. Men moet den boog opbergen, zoodat de pees slap neerhangt. Dan is de boog eerst in den toestand van rust. Ontspanning lijkt zoo gemakkelijk. En toch is zij moeilijker te leeren dan inspanning. Dit weten zij, die zich bezighouden met lichaams cultuur. De leek ziet de bewonderenswaardigste pres taties van den gymnast in zware toeren, waar bij de spieren opzwellen van krachtsbetoon. Maar de gymnast zelf ervaart dagelijks, dat er nog zwaarder toeren bestaan en bewondert het meest den turner, wien het gelukt, zijn spieren volmaakt te ontspannen, zoodat alle veerkracht er uit geweken schijnt en zij neer liggen als wollen draadjes, die een kind weg blaast. Leven is rhythme en de grootste kracht ont wikkelt de mensch, die de wetten van het rhythme beheerseht. Die vloed kan doen volgen door eb en duister door licht. Hoe dieper de slaap, te helderder het waken. Hoe grooter de dorst, te verkwikkender de lafenis. Zal men de sterkste inspanning kunnen verdragen, dan moet de ontspanning, welke haar afwisselt, volledig zijn. Ontspannen is: de spanning wegnemen. Het beeld van den boog is verouderd, omdat nie mand met zoo'n werktuig meer schiet. Maar ook de vioolspeler levert een duidelijke illus tratie. Voordat hij het concert begint, spant hjj de snaren. Hoeveel verschillende liederen hij speelt, hoe hij zjjn repertoire afwisselt, één ding blijft ten allen tijde gelijk: de snaren moeten gespannen zijn. Ontspant hij de snaren, er is geen muziek meer mogelijk. Het wegnemen van spanning is het weg nemen van actie. Afwisseling van actie is een aantrekkelijk en noodzakelijk iets en wie zijn vacantie aan verandering van bezigheden be steedt, doet reeds een heilzaam werk voor het welzijn van lichaam en geest. Maar deze ver- poozing is geen ontspanning. Men kan geen zes weken aaneen aan ont spanning besteden; voor de meesten is het reeds onmogelijk, dit een week vol te houden. Ont spanning is als een rhythmische functie iets regelmatig terugkeerends; zij moet wekelijks, dagelijks zelfs haar plaats krijgen in ons levens systeem. Het leven van den modernen mensch is vol spanning. Steeds trekken twee polen ons weder zijds aan. Het vóór en het tegen doen beide een beroep op ons. Plicht en genot strijden om den voorrang. Tegenstrijdige belangen nemen ons in beslag. Ons gevoelsleven richt zich naar verschillende kanten en wanneer het den één bevoorrecht, doet het den ander te kort. Van weerskanten trekt men ons aan den arm, om onze aandacht voor zijn bizondere zaak op te eischen. Het verleden staat op tegen het heden; het vleesch tegen den geest. Verstand en gevoel strijden tegen elkaar om de heerschappij over onze persoonlijkheid en in dezen strijd rukken zij ons uiteen. Wat moeten wij gelooven van de zich op- d. ngende wereldbeschouwingen; welk inzicht in den economisehen toestand is het ware; wie heeft gelijk in de kunst, in de politiek? Zoo staan al onze snaren gespannen en t is geen wonder, dat er onder al dit strakke ruk ken en trekken eens een snaar breekt. Dit te voorkomen, is het doel van ontspanning. Ontspanning is; de spanning wegnemen. Welbewust, door een methodische daad. Ont spanning is een kunst, waarin sommigen van nature begaafd zijn, maar die anderen met moeite hebben te leeren. Van Napoleon vertelt men, dat hij, ais hij bij het te bed gaan zijn kleeren over den stoel hing, tegelijk daarmee ook al zijn strategische puzzles en diplomatieke problemen afgespte. Wie onzer doet hem dit na Dit is de taak, welke de vacantie ons stelt. Maar niet alleen de vacantie. Wie zich niet aanwent, om gelijk Napoleon eiken dag de snaren van lichaam en geest terug te draaien, zoodat zij slap neerhangen en zelfs de grootste musicus er geen geluid meer uit krijgt, zal het in den levensstrijd afleggen. H. G. CANNEGIETER. door G. Til. Rotman. Nadruk verboden. 75. Gfods aan den weg, juist in de bocht. Daar staat een schitterend kunstgewrocht: Een groot reelameschilderij, Het maken was een heel karwei, Maar 't is haast klaar, en Jantje Smeer Zit voor zijn werk bewond'rend neer. 76. En als de arbeid is gedaan, Besluit Jan Smeer naar huis te gaan-. O wee! daar heb je Pimpeldans' Nu gaan de poppen aan den dans! Straks ziet hij nog, wat ik je zeg! Het schilderij aan voor den weg! 77. Krak! Pimpelmans vervolgt zijn tocht 78. Het zware motorrijwiel schoo Dwars door het schoone kunstgewrocht; Jan Smeer draait, van ontzetting stom. Bij 't hooren van 't gekraak zich om. En slaat daarbij Per ongeluk De kiezen van een fietser stuk. Met beide wielen in een sloot; Ons edel tweetal echter vloog Daarover heen in wijden boog; De pruikendokter viel daarbij Juist in een trogvol spoelingbrij. EEN WONING ZONDER SLAAPKAMER. Bjj de beperktheid van ruimte in de tegen woordige woningen is het moeilijkste probleem meestal het bed-vraagstuk. De meubel-industrie, die meestal nog slaapkamer-ameublementen met 2-persoons bedden, lits jumeaux, nachtkastjes enz. produceert, begint zich tegenwoordig toch reeds toe te leggen op het vervaardigen van nieuwe slaapgelegenheden, zooals divanbed, zit- slaapmeubels enz, die overdag en 's nachts voor verschillende doeleinden kunnen gebruikt worden en over meerdere woonruimten kunnen verdeeld worden, zoodat de eigenlijke slaapkamer uitge schakeld wordt. Daar elke kubieke meter ruimte een rol speelt, zijn de kamers meestal zoo klein dat men er heelemaal geen groote meubelen in kan zetten en zoo komen reeds vele menschen, die zich aan den goeden ouden tijd verwant gevoelen, ertoe, de storende bedden uit hun wo ning te bannen. Een woon-slaapkamer kan men soms op de alleraardigste wijze oplossen. Men kan b.v. 'n knus zithoekje maken, dat men 's avonds in twee divanbedden kan veranderen, 't Opklap, dag gaan matras en verdere benoodigdheden achter een gordijn, dat van een stemmig kastje neerhangt. Men kan daarop boeken, een vaas met bloemen of anderszins plaatsen. Zoo'n op- klapbed is wel het minste plaats-inhemende slaapmiddel dat er bestaat, en wordt ook graag gebruikt waar reeds een andere slaapgelegenheid aanwezig is en voor een tweede niet veel plaats meer is. Het nadeel is echter, dat er overdag geen zitgelegenheid van te maken is. Voor aanhangers van het tweepersoons bed, die toch geen groote woning willen of kunnen be wonen, Is een goede oplossing gevonden in de dubbele divan, die er overdag precies zoo uitziet als het eenpefsoons divanbed en 's nachts uit getrokken kan worden en twee slaapgelegenheden op dezelfde hoogte te voorschijn roept. De ma trassen zijn niet even hoog, om het onderscheid in hoogte vaji de twee divans, die overdag onder elkaar worden geschoven, gelijk te maken. Met de tweepersoonsbedden verdwijnen ook de nachtkastjes. Daarvoor moet men een equivalent zoeken, daar men naast zijn slaapgelegenheid graag iets heeft om wat op neer te kunnen zetten. Een menigte aardige invallen zijn hiervoor. Kleine tafeltjes, die men ook over dag kan gebruiken, kastjes die aan den divan vastgebouwd zijn. Gecombineerde meubels zijn de „demer cri" van de tegenwoordige woninginrichters, boe kenkastjes met ingebouwde bureaux, schrijf tafels met vakken bestemd voor boeken, schrijfmachine of radiotoesel. Deze voor ver schillende doeleinden bruikbare meubelstukken hebben ook nog het groote voordeel, dat zij niet behoeven te passen hij reeds aanwezige voorwerpen, maar ook later ir de woonruimte gebracht en steeds weer anders gecombineerd kunnen worden. De bevrijding van den dwang om steeds hetzelfde materiaal te gebruiken is een schrede voorwaarts, die te danken Is aan de moderne binnenhuisarchitecten. Verschei denheid is in de plaats getreden van de eento nigheid en uit de nood een woning niet ineens* compleet te kunnen inrichten is de deugd ont- staan de ruimte door, veelvuldigheid levendig te maken. De tegenwoordige opvatting heeft het ook mogelijk gemaakt de oudere woningen langza merhand te veranderen. Wie moed heeft en het noodige geld bezit om van oude geërfde meu belstukken te kunnen scheiden, die kan ge makkelijk zijn in eet-, woon- en slaapkamer streng verdeelde woning in verschillende knusse zitgelegenheden oplossen. Ja, meestal is het zelfs al voldoende de ruimte verslindende bedden te verwijderen. Dan nog een paar kleu rige, bonte gordijnen, goede lichtgamituren op de juiste plaats aangebracht, met smaak ver deelde kunstvoorwerpen en het karakter van de woning is grondig en in haar voordeel ver anderd. HANDWERK OP KINDERKLEERTJES. Op licht gekleurde linnen jurkjes staat een bont patroon in der.- knüssteek bijzonder aardig Voor de allerkleinsten kiest men 'n doorloopend patroon, dat het heele jurkje bedekt. Llchlgroer en lichtgeel zijn de meest gewilde grondkleuren voor deze Jurkjes. Als de meisjes ouder worden, is borduurwerk ln den platten steek -meer geëigend dan kruissteek borduursel. Gewoonlijk herhaalt zich eenzelfde motief op rok. lijfje en kraag of manchetten. Zeer veel wordt ook Madeira-bornuursel aange bracht, uitsluitend op kraag en manchetten, ooral wanneer het jurkje van \oiie of batist is. GESPIKKELDE STOFFEN. Er bestaat plotseling een groote voorliefde voor gespikkelde stoffen, vooral lichtgekleurde zijde of shantung met donkerder spikkels. Daar van worden zeer eenvoudige japonnetjes gemaakt met een matig langen klokrok en een tamelijk breede verlakte ceintuur ln de kleur der spikkels. (Nadruk verboden.) VOOR DE WEEKEND. Het wordt steeds meer gebruik om met de weekend uit te gaan en dan vraagt menige vrouw zich af, wat zü voor zoo'n uitstapje zal meenemen. Meestal zal zij haar keus laten val len op een ensemble, en wel, op een fantasie- costuum, dat eleganter en meer gekleed is dan het klassieke mantelpak van strenge snit. En voor dat fantasie-eostuum is wollen velours wel het meest geschikte materiaal. Men weet het tegenwoordig zoo te fabriceeren, dat het niet veel meer weegt. Een rok met diepe plooien, een kort manteltje met schuin opgezette zakken als verslering en een lichte zijden blouse. Een meer gekleed ensemble kunnen wij ons denken van zwarte crêpe marocain met een lichtgekleurde garneering en manchetten. Een klokkende volant, die onder de knie begint, Is op het oogenblik zeer modern. Men kan ook het geheele ensemble in een lichte kleur nemen, doch dan moet men een mantel meenemen. Deze is wijd, voorzien van ceintuur en zakken, en ge sloten met fantasieknoopen. NOG STEEDS BOLERO'S. Bolero's en korte manteltjes vestigen de aan dacht op een slank en jeugdig figuur. Men ziet ze dan ook overal dragen als voltooiing van ochtendensembles en eenvoudige japonnetjes v. wollen crêpe met plooien en ingezette deelen. Doordat de bolero de lijn van het figuur tame lijk hoog onderbreekt, staat hij het beste bij een jeugdige verschijning. De mouwen worden naar onderen iets wijder, een kraag ontbreekt gewoonlijk geheel en al. Daarom wordt dikwijls de kraag van de daaronder gedragen zomer japonnetjes er overeen gehaald. Ook op de luchtigste zomerjaponnetjes worden deze bolero's of korte jasjes gedragen, wat ook practisch is, want daardoor .behoeft men geen mantel mee te nemen. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 305"). J. COLPA. (Dordrecht). HANS NATONEK: HET MANTELPAK. Het mantelpak is een bijna klassiek geworden dracht, die zich in alle jaargetijden weet te handhaven, en telkens opnieuw in den smaak valt. De moderne mantelpakken kenmerken zich dan ook alleen door een kleine verandering van snit, een daperie bij wijze van revers en soms een wit vest inplaats van een blouse. De nieuw ste modellen zijn dikwijls van crêpe romain en verder van mat en glanzend satijn of var.- bro kaatzijde. Iets nieuws is ook, dat de mouwen soms slechts halflang zijn; dikwijls ziet men daaronder dan de ondermouwen van een lichte zijden blouse. DE HERBOREN PARASOL. Het vorige jaar zagen wij een enkele parasol van zwarte kant met een fluweelen rand en verder parasols van shantungzijde met rose bloemen beschilderd. Dit jaar worden het meest parasols met zeer verschillend gekleurde bloe men gekozen met een iets langere stok, dan wij tot dusver zagen, en met een omgebogen hand vat. Zoo mogelijk laat men een der kleuren met met het toilet overeenkomen. MODERNE HUISHOUDSCHORTEN. Er worden de meest flatteuse en vroolljke schorten gedragen om de lichte zomerkleeren te beschermen bij het huiswerk. Dikwijls zijn ze van wit katoen, in een levendige kleur bedrukt en met wat kant langs de vierkante halsuitsnijding. Zij worden echter ook gemaakt van shantung met tusschenzetsels van batist en zelfs van wasch- bare crêpe de Chine. Allerlei bedrukte stoffen met een klein patroontje zijn gewild. Voor het wer ken in den tuin zijn de stevigere weefsels aan te raden, zooals cretonne; zij hebben dikwijls een grooten zak van voren. Ook de kinderschor- ten zijn bijzonder vroolljk van kleur en altijd van bijna onverslljtbare stoffen gemaakt. DE MIJNHEER DIE ZICH IN DEN IIALS KRABT..... De beroemde Chaplin-kenner Hans Natonek heeft reeds verscheidene ar tikelen gepubliceerd, die blijk geven dat hij het wezen van Chaplin vol komen begrijpt. Een bijzonder aar dig schetsje geven wij hieronder weer. Hoe kan ik haar imponeeren, bedacht Charlie Chaplin. Hij keek naar zijn beenen en liet in zijn broekzak een paar munten door de vingers glijden als vreesde hij, dat het geld door een onbekend gat, spoorloos zou verdwijnen. Het is waar, verweet hij zichzelf, er is niet veel bijzonders aan mij, maar tenslotte is ook geen prinses, al doet zij maar zoo, want overdag verkoopt zij bonbons en chocolade. Besluiteloos noodigde hij het aardige meisje uit met hem een café binnen te gaan. Haar strak hoogmoedig gezichtje bleef onveranderd en het !eek wel alsof zij wilde zeggen: Jij valt toch eigenlijk niet in mijn smaak en het is maar een bloot toeval, dat ik naast je loop, dat ik mü verwaardigd heb om tot jouw laagte af te dalen. Wanneer ik een groote vertering maakte, zou zij wel respect voor mij krijgen, dacht Charlie, maar daar is geen kans op. Charlie kreeg het benauwd, hij boog de hoeken van zijn hoog boord naar beneden, maar toen raakte het boord uit zijn fatsoen. Het meisje glimlachte, wat spot tend, wat medelijdend. Wanneer Charlie op een meisje verliefd werd, konden zijn donkere oogen aan haar mond be delen als twee kleine Napolitaansche Lazzaroni, doch hjj bedelde discreet en wanneer zy naar hem keek, zag hij een anderen kant op en had den zijn oogen een kouden onverschilligen blik. En wanneer dan de oogen weer bedelden, zonder hoop op een milde gave, zag het meisje het nooit. Charlie bestelde twee porties Ijs. „Met slag room?" vroeg de kellner. Het meisje ontwaakte even uit haar onverschilligheid. „Zonder" zei Charlie kalm, zonder te laten blijken hoe zwaar hem deze twee lettergrepen vielen. Hij trommel de nerveus op het tafelblad. „Straks biedt hij me worstjes aan, dacht de kleine verkoopster en trok een gezicht als een beleedigde barones. .Schei alsjeblieft uit met dat getrommel, dat maakt me zenuwachtig", zei het meisje. Charlie had zoo juist de gedachte op tafel getrommeld hoe gemakkelijk het is een meisje te imponee ren wanneer men eenvoudig een flesch wijn aan kan laten rukken. Het gesprek vlotte onder deze omstandig heden niet bijster. De oogen van Charlie, twee kleine donkere bedeljongetjes, zochten gedachten, woorden, kansen, redding. Langzaam, kwam een groote sterke man voor bij. Hij droeg witte manchetten, merkte Nussi het eerst op ja, zij heettte Nussi en Charlie was verrukt toen hij voor het eerst dien naam hoorde. De statige meneer mijnheer had een dikken, rooden nek, die zonder merkbaren over gang in den glanzenden schedel overging. Dit be merkte Charlie, en zijn blik boorde zich in dit blanke kogelronde achterhoofd vast.... Statige heeren waren hem onsympathiek. Op dat oogen blik zei Nussi argeloos, maar toch met een ze keren klank ln haar stem, die Charlie in elkaar deed krimpen: „Een deftige mijnheer". „Pas maar op", zei Charlie geprikkeld en greep Nussi's hand. Nu zal ik je eens toonen wat ik wel kanZijn fluisterende stem kreeg een ge- heimzinnigen klank. „Zie je die groote sterke mijnheer daar voor ons? „Natuurlijk", zei Nussi, „ik had het nog zoo Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kg7, Da7, Le7, Lf5, Pe5, d2, g2, g4, h2. Zwart: Kf4, Td5, Pc2, h7. 4e prijs Jubileumswedstrijd N. S. B. (1898). LANDENWEDSTRIJD. De landenwedstrijd zal dit jaar van 1126 Juli a.s. te Praag worden gehouden. Er zullen 19 landen van de partij zijn, zoodat in 14 dagen 18 partijen gespeeld moeten worden, een ge weldige prestatie. Voor Nederland heeft het bestuur van den Nederlandschen Schaakbond de medewerking verkregen van de heeren: Jhr. Mr. J. H. O. van den Bosch ('s Gravenhage), R. D. G. van Does- burgh (Bussum), Rud. J. Loman ('sGraven hage), D. Noieboom (Noordwijk a. Zee) en H. Weenink, (Amsterdam). De ploegen zullen ditmaal volgens een vaste volgorde spelen, welke vooraf wordt -bepaald, terwyl bij elke volgende ronde de spelers een plaats opschuiven. De spelers hangen derhalve niet af van den leider, zooals verleden jaar. Jammer, dat de Rotterdammer S. Landau ver hinderd is. Dr. Euwe kan niet uitkomen, wegens zijn match met Capablanca, welke 12 Juli a.e, te Amsterdam een aanvang zal nemen. OPLOSSING PROBLEEM No. 302. F. BRANDON). Stand der stukken: Wit: Kfl, Dg'3, Le7, LhS, Pe2, b3, f2. Zwart: Kd5, Ta7, Th5, Lc6, Pb8, Ph7, a5, c7, d3, d7, e4. 1. Dg3X<13, enz. Goede oplossing ontvangen van: H. de Ruyter te Bloemendaal; H. W. van Dort, te Haarlem. juist over hem". „Precies", zei Charlie, nu moet je eens opletten, toe, kijk nu niet zoo in zijn richting, deze meneer zal zich binnen tien tellen in den hals krabben, ik beveel hem zich op het achterhoofd te krabben, dadelijkdadelijk, ik tel tot tienzijn stem werd bezwerend, zich krabben zalhij moet.... hij moet" En ziedaar, hoe zonderling, de statige meneer met de witte manchetten krabde zich op het achterhoofd. „Hoe heb je dat klaargespeeld?" vroeg Nussi met een zweem van eerbiedige verbazing in haar stem en zij schoof wat dichter naar Charlie toe. Charlie glimlachte doch hulde zich in zwijgen. Thans bedelde Nussi. Hoe goed deed hem dat. Hij mompelde zooiets van magische krachten en dat men niet bij ledereen op zijn gelaat kon lezen wat hij kon. Nussi's oogen keken Charlie thans geheel anders aan. Voor den eersten keer in haar leven ondervond zij zooiets als een overwinning van den geest, zij, Nussi, voor wie uiterlijke dingen slechts waarde hadden. Charlie's gelakt was koel en rustig. Het is maar goed, dacht hij, dat het kevertje of wat voor insect het ook was, wiens doelbewusten op- marsch van den jaskraag naar den dikken hals ik nauwkeurig heb gadegeslagen, niet voor den tijd is weggevlogen, doch braaf verder is ge krabbeld. (Nadruk verboden.) GRETA GARBO SABOTEERT DE KUNST. In de wereldpers ls onlangs een artikel ver schenen van niemand minder dan van den be kenden cineast E. A. Dupont, onder den titel Greta pas op". Uit dit artikel blijkt, dat „de goddelijke" op het oogenblik ln Amerika bezig is de kunst te saboteeren. Wat is namelijk het geval? Wel in 1908 verscheen ln de wereld een nieuwe roman „Leven en opgang van Susan Lennox". Deze romar verwekte zeer veel opzien en wordt op het oogenblik nog druk gelezen. Susan Lennox is een vrouw „over wie de burgerlijke moraal op fluisterende toon pleegt te spreken". David Graham Philips, de (thans overleden) schrijver van het boek teekent deze beklagens waardige vrouw fel en levend en eindigt zijn boek met een pleidooi voor haar en haar zustere. Het is te begrijpen, dat dit scherpe waarheids- bevende boek zich niet in het enthousiasme van het Amerikaansche „fatsoen" mocht en mag verheugen. Deze lieden voelen zich meer op hun gemak bij de Hollywood-kitsch, die nog geregeld wordt vervaardigd. Het is dus zooveel te meer toe te juichen, dat een Amerikaansche regisseur het aandurft dit menscheljjke wezen te verfil men. Echter had men hier buiten Greta Garbo gerekend, die de rol van Susan Lennox zou ver vullen. Greta wenscht n.l. deze onfatsoenlijke rol niet te spelen! Of de rol moet naar haar smaak worden omgebouwd, wat een vermoorden van de roman beteekent, óf Garbo dreigt (voor den zooveelsten keer) naar Zweden terug te gaan. In Amerika heeft men begrijpelijker wijze de mond vol over deze kwestie. De zaak van den overleden schrijver wordt verdedigd door Theo- dor Breiser, een auteur, die om een dergelijke kwestie in conflict is met de Paramount. Men ziet dus, dat de goddelijke Garbo ln den omgang zoo goddelijk niet blijkt te zijn. En dat zij zelfs pogingen doet een roman te misvormen en des wege de kunst saboteert. (Nadruk verbodem) t Y

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 5