rm 'Miwé m Kapitein Klakkebos op de Leeuwenjacht. Voor dc Vrouw. i 8ste Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 21 Augustus 1931. Tweede Blad. No. 33. LOSSE BLAADJES. Afgeloopen. Brokjes Levenswijsheid. Het andere komt weüi SCHAAKRUBRIEK. -ê. illlP WÊÊ I s f 1 1 (V a ys 'WW 1 Wl De zielkunde van de lange rok. Practische wenken. Witgewolkte blauwe lucbt, 'n Windje als een koele zucht, 't Zonnetje, dat z'n best weer doet, Overgiet met glans en gloed Heel de paarsfluweelen hei, "t Mulle zand, het pad terzy En het bosch in zomertooi O, wat ls de wereld mooi! Op een bankje neergeplant Zit bij aan den heiderand, Met een stokjen in zijn hand Trekt by cirkels in het zand. Zwygzaam zegt hij ba noch boe! Nijdig doet hij af en toe Aan zijn leege pijp een trek, Met zijn hoedje in zijn nek. Met zijn tanden op mekaar En een fracie vreeselijk naar! „Bah!" zegt iedere wandelaar, „Wat een stuk sagrijn zit daar!" D'oorzaak vaz nijn zelfbeklag, Van zijn boer-met-kiespjjn-lach 'tls zijn laatste vrije dag: Morgen moet hij aan den slag! (Nadruk verboden) „Tk ben gezond en ik heb nog altijd pleizier !n mijn werk en wat geeft het dan, dat ik tachtig jaar oud ben; het andere komt wel vanzelf, daarmee hoef je je niet vooraf te be moeien!" Aldus verklaarde mij een levens' lustige grijsaard. Zou hy door deze opvatting zoo flink en op geruimd zijn gebleven, dat hij op hoogen leef tijd nog den indruk maakte van een man in de kracht van zijn leven? Tobben is ongezond en onvruchtbaar, en toch verdoen de meesten onzer hun jaren met tobben. Men stelt vaak tdbberij en lichtzinnigheid tegenover elkaar. Ten onrechte. Want wie niet tobt, behoeft niet lichtzinnig te wezen. De lichtzinnige blijft in gebreke, doordat hij verzuimt na te denken over vraagstukken, waarvan hij de oplossing in handen heeft; door dat hij zich onttrekt aan een taak, waarvoor hij de verantwoordelijkheid draagt; doordat hij geen maatregelen neemt om zich zijn toekomst te verzekeren, voorzoover deze te verzekeren ls. De grijsaard, dien ik ontmoette, gaf blijk, het omgekeerde van lichtzinnig te zijn. Ik ken de hem jarenlang juist als een man die met een voor zijn beroep en maatschappelyken staat buitengewone belangstelling zich ver diepte in politieke, economische, zedelijke en godsdienstige vraagstukken; die bekend stond om de geweldige voortvarendheid, waarmee hij ondernemingen op touw zette en de krachts inspanning, waarmee hij ze ten einde bracht; óm zijn zeldzaam berekenend doorzicht, dat party wist te trekken van het oogenblik om voordeelen in het verschiet te bereiken. Er zat grondslag, inhoud, perspectief in dit leven. En toch tobde deze man, die het tegenbeeld van den lichtzinnige is, nooit. Met zUn scherp ontledend verstand en zyn praktischen zin maakte hij onderscheid tusschen tweeërlei za ken: de dingen, die een mensch in zyn hand heeft, en die welke hü niet in zijn hand heeft. Aan de eerste besteedde hy zyn uiterste aan dacht; aan de laatste verspilde hy geen seconde. Hü had zich deze levenshouding zoo aan gewend, dat ze hem een tweede natuur was geworden. En dit stelsel was het geheim van zyn opgeruimdheid en kracht. „Is het niet zoo", merkte hy eens tegen mij op, „dat er twee soorten dingen zyn? Als men voor zyn ouden dag wil zorgen of zich ont wikkelen wil of zyn zaken prompt in orde wil houden, dan komt dit niet vanzelf, maar dan moet men hierover nadenken en hiervoor werken. En als men zich vrijwaren wil voor rampen, dan moet men voorzichtig met vuur omgaan en behoedzaam de straat oversteken en zijn lichaam niet vergiftigen met nicotine en alcohol. Maar er zyn dingen, die men niet bereiken of afweren kan, hoe men zijn best doet. Waar om zal men zich daarin verdiepen? Ik kan morgen ziek worden en overmorgen sterven. .Maar daarmee behoef ik mij niet te bemoeien. Dat komt wel, vanzelf. Daarover hoef ik niet in zorg te zitten. Is het geen rustige gedachte, dat er dingen zijn, die op hun tyd en vanzelf komen? We hebben al zooveel rompslomp om ons mee bezig te houden, zooveel lasten, die beslag op ons leggen, dat we ons toch heusch wel de weelde mogen veroorloven, daarnaast het een en ander over te laten!" Zou deze opvatting niet de bron zyn, waaruit deze tachtigjarige zyn levenskracht heeft "ge put? De mensch beschikt slechts over een be paalde hoeveelheid energie; het komt er maar op aan, waaraan hy deze besteedt. De tobber gebruikt haar op aan de dingen, die buiten zijn macht staan en houdt hierdoor niet ge noeg over om zyn voor de hand liggende le vensplicht te vervullen. Er ligt inderdaad iets opwekkends in de leuze, waarmee men de tobbery zich van 't iyf houdt: „Laat ik my uitsluitend bemoeien met de aangelegenheden binnen het my toegewezen gebied; het andere komt wel!" Wanneer wy ons aan een dergelijke leuze houden, behoeden wy ons niet alleen voor vruchtelooze verspilling van kracht en tijd, maar wij gewennen ons tevens, de slagen van 't noodlot gelaten te aanvaarden. Zoo men dit fatalisme wil noemen, dan is fatalisme in dit geval toch wel het tegenge stelde van passiviteit. Want er zijn geen werk zamer menschen dan de aanhangers van deze levensbeschouwing, die niet by de pakken gaan neerzitten en niet Gods water over Gods akker laten loopen, maar heel hun belangstelling en aandacht besteden aan de bereikbare en vermijdbare dingen, die vele zijn. Slechts in het onbereikbare en onvermy'delijke. dat buiten hun toedoen wegblyft of komt, schikken zy zich met een heldhaftigen glimlach. H. G. CANNEGIETER Avondjapon van rose crêpe de Chine met een in plooien vallenden rok, die aan een geschulp te pas is gezet. De halsuitsnijding wordt afge zet met een geplisseerde reep zwarte tulle, die op den rug in een strik eindigt. Rechts ziet men dezelfde japon met een lang manteltje van rood fluweel, eveneens met ge schulpte randen en voorzien van een korte bolero. Door G. Th. ROTMAN. BROODOMMELET MET PRUIMENCOMPOTE. 300 Gram oud brood zonder korst, 3 d.L. melk, geraspte citroenschil, 3 eieren, 75 gram suiker, 75 gram boter, pruimencompote, wat poedersuiker of fijne suiker. We weeken het brood in de warme melk en wryven het goed fijn, voegen de suiker by, de geraspte citroenschil, de eierdooiers en een deel van de boter, die we gesmolten hebben, daarna het zeer styf geklopt eiwit. Een koekepan wordt warm gemaakt en een stuk boter gesmolten, waarna de helft van de broodmassa aan beide kanten lichtbruin gebak ken wordt en op een verwarmde schotel wordt gelegd, hierop komt een laagje pruimencompote en daarna wordt de andere helft lichtbruin ge bakken en komt op de vruchten. De bovenkant wordt daarna met poedersuiker of fyne vruch tensuiker bestrooid. Tenslotte geven wy op verzoek nog: KOMKOMMERS EN MOSTERDSAUS. 4 a 5 Groote komkommers, 2 Spaansche pepers, 10 gram mosterdpoeder, 1 flesch inmaakazyn, zout. Wy schillen de komkommers, snyden ze mid dendoor en halen met een zilveren lepeltje het zaad er uit, snyden ze daarna aan kleine blokjes, die wy met zout bestrooid tot den volgenden dag wegzetten, waarna wij de komkommers op een vergiet uit laten lekken. De azyn brengen we op 1 d.L. na aan de kook met de Spaansche pepers en mengen de mos terdpoeder met de rest van de azyn aan, waar na wy dit mengsel by de azijn voegen en alles een minuut of tien laten doorkoken, todat het gebonden is, daarna koud laten worden. De komkommers hebben we in een glazen flesch of pot gedaan en hierop wordt de mos terdsaus gegoten, waarna we het afsluiten met perkamentpapier. PALING IN GELEI. 1 K.G. paling, 3 d.L. wynazyn, 2 d.L water, 1 groote ui, 2 Spaansche pepers, eenige laulier- bladeren, 1 kruidnagel, 10 bladen witte gelatine. De schoongemaakte paling snyden we in stukken en verwijderen uit de bovenste stuk ken het darmkanaal, waarna ze goed gewas schen wordt. Azyn en water met de kruiden eri de aan plakken gesneden ui aan de kook brengen en gedurende een minuut of 10 zachtjes laten trekken, zoodat de kruidensmaak aan de azyn komt en daarna de paling nog pl.m. 5 minuten medekoken, zorgen dat de visch niet te gaar wordt, daar ze dan gauw stuk zou gaan. De stukjes paling scheppen wy nu met een schuimspaan uit en schikken deze met de krui den in een stopflesch. Oplossingen, byaragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 312'). Isidor Gross. (Karlovac.) Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kal, Db5, Th4, Th6, La8, Lb2, Pf3, Ph7, c4, d2, g2. Zwart: Kf5, Dd5, Ta5, Lc8, Pf4, a4, e6, h5. 2e prijs „Kagan's Neuste Schachnachrich- ten" (1929). GROOTE BONDSWEDSTRIJDEN. De jaarlyksche wedstrijden van den Neder- landschen Schaakbond zullen worden gehouden van 2428 Augustus a.s. in Hotel Boschlust te Zeist. Programma: 24 Augustus: Ontvangst der deelnemers door het bestuur van de Zeister Schaakclub, om 16 uur. Eerste ronde hoofd- en eerste klasse van 1923 uur. 25 Augustus: Tweede ronde hoofd- en eerste klasse van 9.3013.30 uur. Autotocht en bezichtiging paleis Soestdijk, Doorn en Pyramiden, aangeboden door V. V. V. cm 15 uur. Derde ronde hoofd- en eerste klasse van 19— 23 uur. 26 Augustus: vierde ronde hoofd- en eerste sll All vCll CWJUltvDVlll De geweekte en goed uitgeknepen gelatine klasse, eerste ronde tweede klasse van 9.30 wordt in de warme azijn opgelost en door een zeef op de paling gegoten, waarna de stopflesch met perkamentpapier wordt afgesloten. (Nadruk verboden.) 1. Een kwartiertje gaans buiten Slooten- 2. Toch had kapitein Klakkebos geen rust. burg stond de woning van kapitein Klakkebos. Na een leven zoo vol avonturen viel dat ge- Of liever, hij was geen kapitein meer, hy was dwongen stilzitten, pypjes-rooken en tuintje- het geweest, en had daarby een slordig duitje spitten allesbehalve in zijn smaak. Hij las dan overgespaard, waarvan hy nu met z'n zuster ook den ganschen dag dikke boeken met reis- Ophelia Klakkebos een rustigen ouden dag ge- avonturen en wilde dierenjachten. noot. 3. Op zekeren middag vloog de kapitein van 4. Den volgenden morgen vroeg vertrok hy z'n stoel op. „Ophelia!" riep hy uit, „ik ga op naar de stad en liet zich per auto naar hét de leeuwenjacht!" -„Op de lééuwenjachtvliegveld brengen. Hy klampte den eersten den JU?" riep juffrouw Ophelia. „Man, die gekke besten piloot aan, maakte een diepe buiging en boeken hebben je 't hoofd op hol gebracht!" zei: „Myn naam is kapitein Klakkebos en ik Maar de kapitein keek haar yerachtelyk aan wil zoo gauw mogeiyk vliegen leeren". en zweeg. Japon van lichtgroene crêpe satin met een hooge taille en rozen guirlandes aan de hals- uitsnyding. Rechts ziet men daarbij een kort jasje met een schoot dragen van dezelfde stof. Het is versierd met een zwarte v.s en er wor den lange zwarte bandschoenen by gedragen. GEVULDE MELOEN. We nemen een middelmatig groote meloen en verschillende andere soorten fruit, bananen, ap pels, pruimen, aalbessen, 1 ons vruchtensuiker, sap van 1 citroen. Van de meloen snyden- wy het bovenste ge deelte af, daarna laten wry het vocht wegvloeien, en halen het zaad er uit. Het vluchtvleesch scheppen wy uit en snyden dit aan stukjes; de bananen worden aan plakjes gesneden evenals de appel; de pruimen van het velletje en van de pit ontdaan en gehalveerd, daarna worden de verschillende vruchten in een diepen kom gedaan met de suiker en de citroensap en een uurtje op koele plaats gezet, liefst op ys. Even voor het opdienen wordt nu alles in de uitgeholde meloen gedaan en deze wordt opge diend op een schotel, die belegd is met wingerd of andere grootere bladeren. t VLEESCHSCHOTEL MET RIJST EN TOMATEN. 400 Gram koude rosbeef, 150 gram ryst, 8 to maten, 50 gram boter, 1 ui, zout, peper, 1 thee lepel gehakte peterselie paneermeel, 1 d.L. jus met water. De ui wordt fyn gesneden en in een deel van de boter gaar gefruit met de kerry, hierby komt de jus met water, zout en peper en de aan plak ken gesneden rosbeef; we laten dit nog een kwartiertje doorstoven op een zeer laag pitje. De rijst koken wy op de gewone wyze gaar met 3 keer zooveel water en zout. Een vuurvaste schotel wordt nu met boter ingewreven en met paneermeel bestrooid; hierin leggen we een laag ryst, daarna een laag aan plakken gesneden to maten, dan vleesch en gaan zoo verder tot alles ls verwerkt en de laatste laag uit ryst bestaat, die we flink met paneermeel bestrooien en de rest van de boter In klontjes bovenop leggen, daarna wordt de schotel in den oven geplaatst om een bruin korstje op te laten komen. WAPEN TEGEN HET WERKENDE MEISJE? Verschillende lezeressen hebben ons al eens gevraagd wat of nu eigenlijk de goede maat voor japonnen is. Den eenen dag leest men in mode tijdschriften, dat de japonnen tot de enkel rei ken, dan weer wordt aangegeven, dat zy tot op de kuit komen. Wij zyn daarom eens naar een bekend modehuis gegaan om ons licht op te ste ken by deze specialiteit. Het resultaat van ons welwillend gegeven onderhoud zullen wy onze lezeressen dan ook gaarne weergeven. Eerst was het nog even aarzelende, dat wy het verzoek deden, maar de directrice wilde ons zelf te woord staan, „Ja," zeide zy, „wat u my vraagt, is niet met één enkel woord te beantwoorden. Naar myne meehing zullen korte japonnen d.w.z. japonnen en rokken, die niet tot den onderkant van de kuit komen, zeker altyd wel in de mode biyven. Altyd zullen er vrouwen gevonden worden, die door haar Meeding gaarne de aandacht trekken; dit was het geval met de overdreven korte rok ken, die een tydiang zelfs boven de knie gedra gen werden en dit zal ook zoo gaan met de te lange rokken. Voordeelig waren die rokken zeer zeker, want doordat zij niet alleen kort, maar ook zeer« nauw waren, had men slechts zeer weinig stof noodig. Voordeelig, ja maar mooi waren die nieuwe kokertjes toch zeker niet en dan daarbijzy belemmerden in hooge mate het gemakkelyke en vlugge loopen. Wy zien hoe langer hoe meer een neiging van de vrouwen om zichzelf in twee Massen te ver- deelen. Aan den eenen kant zien wy de werkende vrouw, met haar, wat wy in den tegenwoordigen tyd korte rok noemen en aan den anderen kant zien wy de vrouwen, die zich in betere omstan digheden bevinden en niet behoeven te werken; deze laatste zullen overhellen naar de lange rokken. Zy zullen de mode van de lange rokken als wapen gebruiken tegen de werkende meisjes, die zich by dagelyksche arbeid zoo practisch mogelyk Meeden en er misschien slechts één lange japon op nahouden, wanneer zy in hare vrije uren uitgaan." Het viel mijn welwillende inlichtster waar- schynlyk op, dat ik haar eenigszins vragend aanzag, want zy zei althans: „U vindt het waarschynlyk min of meer vreemd, dat ik dit laatste zeg, maar ik zal U dit gaarne nader verklaren, In den loop der jaren zyn de mannen er meer en meer toe gekomen, de vrouw als een goede plicht getrouwe werkkracht te gaan beschouwen In hoevele gevallen wordt niet een secretaresse gekozen? Zy is de zakelijke vertrouwde en wordt door haar werkgever vaak om advies gevraagd; blijkt zy een alleszins goede kracht, dan zal hy onwillekeurig op haar steunen, omdat zy een helder oordeel heeft, de zaken gauw overziet, en de opdrachten zonder veel woorden uitvoert, Een goede secretaresse zal belarig stellen in alles wat de zaken van haar patroon betreft en daarom zal hy gaarne die zaken met haar be spreken, waarvan zyn vrouw geen verstand heeft en zich vaak niet voor interesseert. De vrouw, die niet weet wat werken is, die geld heeft en in goede omstandigheden ver keert, wordt dan vaak yverzuchtig op het wer kende meisje, dat door haar man zoo geprezen wordt, als kracht, die hy niet graag zou willen 13.30 uur. Tocht naar Soesterberg om 15 uur. Afgebroken partijen hoofd- en eerste klasse, tweede ronde tweede klasse van 19—23 uur. 27 Augustus: Vijfde ronde hoofd- en eerste klasse, derde ronde tweede klasse, van 9.30— 13.30 uur. Eerste ronde derde klasse van 9.3012.30, tweede ronde derde klasse, afgebroken partyen hoofd-, eerste- en tweede klasse van 1518 uur. Zesde ronde hoofd- en eerste klasse, vierde ronde tweede klasse, derde ronde derde klasse van 1923 uur. 28 Augustus: Eventueel afgebroken partyen van 9—11 uur. Laatste ronde hoofd-, eerste en tweede klasse van 12—16 uur. Namiddagthee en uitreiking der pryzen om 17 uur. Aanmelding voor de wedstryden, met bijvoe ging van inleggeld (twee gulden) by den eersten bondssecretans, J. G. Hartogensis, Zeestraat 73, 's Gravenhage. De pryzen bestaan uit kunstvoorwerpen. Ver plicht is het lidmaatschap van den N. S. B., of het clublidmaa'schap van een by den bond aan gesloten club. UORRESPONDENTIE. Wegens vacantie oplossingen in de volgende rubriek. meisje, nd. haar behaagzucht. Komt de man s' middags thuis, dan vindt hy een goed geMee- ède vrouw in 'n moderne d.w.z. lange japon, on- berispeiyk van tint en flatteus. Onmiddellijk voelt hy het verschil tusschen haar en het wer kende meisje, in haar eenvoudige blouse en rok of zwart japonnetje. Hy voelt, dat deze twee vrouwen tot een verschillende Masse behooren; beiden hebben misschien dezelfde opvoeding ge had, maar de één werkt, en de ander niet! Wy verwachten daarom, dat de twee modes naast elkander zullen biyven bestaan. De werkende vrouw zal de korte en eenvoudigs japon dragen, omdat deze zich het beste by haar bezigheden aanpast en de vrouw van de wereld zal haar „wapen", de lange, nog ietwat onwennnige japon de voorkeur geven." Ik had een zeer eenvoudige vraag gedaan be treffende de juiste lengte der rokken en had een eenvoudig antwoord verwacht. Inplaats daarvan hebben wij de vraag beantwoord gekregen op een wyze, die ons te denken heeft gegeven en heb ben wij een nieuwe kyk op de zielkunde der vrouw gekregen, 'n zeer interessante en mis schien ware theorie hooren verkondigen door het hoofd van een groot modehuls. (Nadruk verboden.) Warm vet op hout. Onmiddellyk nadat het vet op hot hout ls ge vallen of gespet, moet er koud water overheen gegooid worden, zoodat het vet dik wordt, al vorens het gelegenheid heeft gekregen in het hout te trekken. Schrap het vet met een mesje af en strooi er wat Vim overheen. Even uitbor- selen en de vetvlek zal verdwenen *yn. Een goede meubclpolitoer. Meng gelyke hoeveelheden terpentyn, gekookte lijnolie, azyn en brandspiritus. Doe dit mengsel in flesschen, welke voor het gebruik goed ge schud moeten worden. Vruchtenvlckken op de handen kunnen verwyderd worden door de vlekken in te wryven met een citroen, die in de helft is door gesneden. Vuile handen. Als uw handen vuil geworden zyn van het keukenwerk, vooral als mep. kachels en stellen gepoetst heeft of de handen met olie besmeerd missen. Zy bemerkt, dat hy het gezelschap vanjzyn, most men deze met groene zeep insmeeren zyn ijverige secretaresse zeer op prys stelt. Nu en daarna in meel steken. Daarna met warm gebruikt zy haar wapen tegen het werkende!water afwasschen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 5