KAPITEIN KLAKKEBOS OP LEEUWENJACHT. 8ste Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 11 September 1931. Tweede Blad. No. 36, LOSSE BLAADJES. Ontgoocheling. Brokjes Levenswijsheid. Het ligt niet op mijn weg. PLAATSELIJK INIEUWS. Door G. Th. ROTMAN. SCHAAKRUBRIEK. A i A BURGERLIJKE STAND. SPORT. Nuttige wenken. PREDIKBEURTEN. In Den Haag, op een kantoor Was een knappe jongedame. Haar verschijning onbetwist Een bijzonder aangename. 't Schoone kind werd teer bemind, Kon de heeren zeer bekoren; Heel bet mannelijk personeel Was verliefd tot aan zijn ooren! Plotseliug nam zy ontslag. Dat vond iedereen wel spijtig! Zg was heusch een knappe meid, Daarbij werkzaam, flink en vlijtig. Zij bedankte heel beleefd Voor 'd attenties, haar geschonken Door het heerenpersoneel: Snoepjes, bloempjes, lachjes, lonken; En verklaarde tegelijk, Dat 't een groote ommekeer was Daar zij eigenlijk geen „vrouw", Maar een goed vermomde „heer" was, Die een truc had toegepast Om een baantje te verkrijgen! Nu het niet meer noodig was Wilde „hij" niet langer zwijgen. Procuratiehouder, chef, Directeur en 'L jongste broekje Zien elkaar verwezen aan, Stomgeslagen in een hoekje! Heel 't kantoor is desperaat, Kan het nauwelijks gelooven, Lacht zich ziek, of maakt zich kwaad, Is den slag nog niet te boven! Zij betreuren allemaal Hun cadeautjes en hun kussen Maar erkennen eensgezind: „Nou, die nam ons fijn er tusschen!" (Nadruk verboden) Een mijner vrienden had bij een welgesteld Ingezetene gepleit voor een stakker, die buiten zijn schuld in moeilijkheden geraakt was. Op zijn verzoek om hulp kreeg hij een allerbe leefdst briefje terug, waarin de schrijver ver klaarde, met buitengewone sympathie van het geval kennis te hebben genomen. „Maar het ligt niet op mijn weg, mij met gevallen als dit bezig te houden", voegde hij hieraan toe. Een dergelijke, veelvuldig uitgesproken ver ontschuldiging leidt als vanzelf tot de vraag, wat wèl op onzen weg ligt en wat niét. Niet steeds is dit even eenvoudig uit te maken. Het gemakkelijkst beantwoorden die men- schen, die zich stipt houden aaneen eenmaal ontworpen levensprogram, deze vraag. Meestal is dit levensprogram van materieelen aard. Men studeert of bereidt zich op andere wijze voor voor zijn maatschappelijken loopbaan. Dan tracht men een baantje te vinden. Heeft men dit eenmaal, dan beproeft men, zoodra men hiertoe de kans krjjgt, dit voor een voordeeli- ger baantje te ruilen. De weg, dien men vóór zich heeft aangelegd, is de weg der carrière. Aldus ligt op den weg van den koopman louter hetgeen winst belooft; op den weg van den geleerde louter hetgeen zijn onderzoek be vordert; op den weg van den kunstenaar lou ter hetgeen hem voor zijn werk inspireert. Dit is waarlijk een zeer smalle weg, maar of dit de smalle weg is, die ten hemel leidt, waag ik te betwijfelen. Wat zou er van alle levensmogelijkheden terecht komen, zoo men zich binnen de enge bermen van zijn persoon lijk belang slechts bewoog! De levensweg is geen spoorbaan, waar de wagen langs rails glijdt; geen met asfalt ge plaveide straat, waar verkeersbordjes en hand wijzers het traject aangeven, maar een kron kelpad, dat ziqh tusschen duinen en bosschen voortslingert, zoodat men telkens het uitzicht verliest en zijn richting moet zoeken. De le vensweg splitst en verdeelt zich; onophoude lijk staat men voor tweesprongen en driespron gen en men moet kaart en kompas raadplegen alvorens verder te gaan. Op de rails zal men geen verrassingen vin den en de asfaltstraat spiegelt zich ongerept in het licht der lantaarns. Maar op de kronke lende, zich splitsende, tusschen bosschen en heu vels uit het oog verdwijnende levensweg ziet men zich herhaaldelijk voor het onverwachte geplaatst. In een oud verhaal reisden drie menschen langs een eenzamen weg, waaraan kort te voren een man door roovers was aangevallen. Nadat de roovers hem hadden geplunderd, lie ten zij den gewonde halfdood liggen. De eerste voorbijganger, een priester, zag den man, maar zei: „Het ligt niet op mijn weg hem te helpen." Want de priester moest naar den tempel, waar zijn ambtsplicht hem riep. Ook de volgende voorbijganger had haast. Als Leviet was hij eveneens bij den tempel- arbeid betrokken. Ook hij wierp terloops een blik op den gewonde en, mompelend: „Het ligt niet op mijn weg", liep hij door. Toen kwam een Samaritaan, die op reis was, voorbij. Hij verkeerde in een land, welks inwoners zijn natie haatten. De man, die ge wond neerlag, was zijn „vijand". Wat had hij te maken met dezen Jood? Maar de Jood was een gewonde en deze ge wonde lag op zijn weg. Hoe hij daar kwam? Wie hem daar als een struikelblok neergelegd had? Het toeval? Het noodlot? God? De Sama ritaan vroeg er niet naar; de man lag op zijn weg, dat was voldoende. Hij ging naar den gewonde toe, verbond zijn voeten en zette hem op zijn lastdier. Hij bracht hem naar een herberg, verpleegde hem, en toen hij den volgenden dag moest vertrekken, gaf hij den waard geld om verder voor den ge wonde te zorgen. Dit overbekende verhaal kan ons het ant woord geven, wanneer wij voor een geval ko men te staan, dat niet rechtstreeks samen hangt met ons bedrijf, onze studie of onze dagelijksche taak. Vaak legt het lot op onzen weg een struikel blok neer, dat ons noopt een oogenblik onzen pas te vertragen. Soms is het een hulpbehoe vend persoon, dan weer een aangelegenheid van algemeen maatschappelijk belang. De verleiding is groot om de oogen te slui ten en voorbij te loopen, als de priester en de Leviet. Maar een innerlijke stem maant ons, te doen als de Samaritaan. Juist omdat het geval op onzen weg ligt, op ónzen weg juist! Wij kunnen ons aan zoo'n struikelblok ergeren, wij kunnen zeggen, dat we er ons niet mee willen bemoeien, omdat wij geen lust hebben ons persoonlijk gemak of ons rechtstreeksch belang prijs te geven voor hetgeen onverwachts als een taak voor ons staat. Maar de uitvlucht, dat het niet op onzen weg ligt, strijdt met de waarheid. Het ligt er. Voor ons! H. G. CANNEGIETER HET MIDDENSTANDS VRAAGSTUK, n. HET TEVEEL AAN WINKELS EN DE GEORGANISEERDE DISTRIBUTIE. Door het ontbreken van behoorlijke statistie ken is het niet mogelijk nauwkeurige cjjfers te geven omtrent het aantal winkels in Nederland. Dr. Tobi geeft in zijn boek „Uitschakeling van den groothandel in industrieele producten," 1928, de volgende cjjfers: Kleinhandel. Aantal handelaren per 100.000 der bevolking. Kruideniers- Tabaks Schoenen Elec- waren fabri trische katen art. Ver. Staten 238 27 27.3 13 Engeland 208 31 33.3 Nederland 300 300 110.0 67 Duitschland 200 77 22.4 16 13. Pang! Daar brak het touw, en meneer 14. Met een vreeselijken slag kwamen ze Kommenijs schoot met z'n telg weer haar be- terecht op het dak van een groot gebZw Het neden. De paraplu deed als valscherm uitste- dak stortte in, en kapitein Klakkebos viel nais kend zijn dienst en het tweetal kwam onge- over kop in een netjes opgemaakt bed Het deerd in het gras terecht. Erger was het was namelijk toevallig in een ziekenhuis en vliegtuig er aan toe: de schroef draaide met alles kwam dus zoo mooi uit als 't maar wezen meer en het vloog bijna loodrecht omlaag. kon. wezen 15. Tien minuten later werd de piloot bin- 16. Na zijn genezing besloot kapitein Klak- nengebracht; ze hadden hem op t dak gevon- kebos dadelijk werk van de reis te maken. Hij den. Hij werd in 't bed naast den kapitein ge- sloeg een complete jagers-uitrusting in, waar- legd. „Welkom! Welkom!" riep de kapitein, mede hfl in het dorp groot succes oogstte. Op en drukte zijn vriend hartelijk de hand. De weg naar huis kwam hij z'n neefjes tegen, 'n kwetsuren waren gelukkig nog al onbeduidem» paar flinke jongens. „Hè, Oom, mogen ve en genazen spoedig. I mee?" riepen ze verrast. Volgens de woningtelling van Amsterdam op 1 November 1925 bedroeg het aantal winkels op dien datum 18.058, waarvan 16.328 het hoofd- bestaan van den eigenaar vormden. In Amster dam tellen wij dus 1 winkel op elke 40 inwo ners. In Gouda bleek bij nauwkeurige telling, dat er op 1 Juli 1930 een winkel was op de 31 inwoners. Dit aantal is ontstellend groot. In Engeland en Wales heeft men slechts 1 winkel op de 77 zielen en daar klaagt men reeds over het te groote aantal. Dr. Visser, Adjunct-secretaris van de Kamer van Koophandel te Delft, heeft nagegaan de inschrijvingen der winkeliers in het Handels register aldaar. Zaken, waarvan de eigenaar ge durende drie achtereenvolgende jaren een inko men van minder dan f 2000 heeft genoten, be hoeven niet het Handelsregister te worden in geschreven. Het bleek nu, dat van de 1600 Delftsche winkeliers 800 een inkomen van minder dan f 2000 genoten. Van de winkels in Gouda werkt 82 pCt. zonder personeel. Ingrijpen door den wetgever of anderszins acht de commissie hier ten eenenmale verwer pelijk. Het beginsel der vrije concurrentie mag niet worden aangetast op dit punt. Het zou niet aangaan, den grooten en gevestigden win kelier kunstmatig te beschermen tegen den kleinen man. De correctie op het teveel aantal winkels zal gezocht moeten worden in het vrije spel der economische krachten, waaruit de sterkste als overwinnaar te voorschijn zal komen. Echter zal moeten vooropstaan, dat in dezen strijd om het bestaan, inderdaad de geschiktsten stand houden en de ongeschiksten verdwijnen, en dat niemand in zijn ontwikkelingsmogelijkheid mag worden belemmerd door factoren, welke onaf hankelijk zijn van zijn capaciteiten, kan een or ganisatie der distributie als hierna te bespre ken, van veel beteekenis zijn. Er zal dus moeten worden gestreefd naar: 1. mogelijkheid van gemakkelijk midden- standscrediet; 2. goede theoretische en practische ontwik keling van den winkelier; 3. bijbrengen van het besef, dat een goede boekhouding en een groote mate van ef ficiency onontbeerlijk zijn; 4. een goede voorlichtingsdienst. Indien op deze wijze de mogelijkheden voor ieder gelijk zijn gemaakt, zal de economische strijd moeten beslissen, wie zal blijven bestaan. Bij doorvoering dezer beginselen zal echter blij ken, dat de op deze wijze opgezette bedrijven den strijd zullen winnen. Er moge een teveel aan winkels zijn, een teveel aan goed-georgani- seerde winkels is er niet. Op de doelmatige inrichting der winkelbedrij ven kan invloed worden uitgeoefend door de le veranciers. Zoo b.v. de Vereeniging van Fabri kanten van Verbruiksartikelen, welke bestaat uit Van Houten, de Betuwe, Duryea, Maggi, Ostermann, Calvé en Droste. Deze stellen aan hun afnemers eischen ten aanzien van de zui verheid in hun winkels, ten aanzien van de verkoopprijzen van merkenartikelen en ook ten aanzien van de boekhouding. Waar een winke lier in voedingsartikelen de producten dezer firma's niet kan missen, is hij gedwongen zich aan de gestelde voorwaarden te onderwerpen, Het kan noodig zijn den middenstand in den consument tegen deze combinaties van onder nemers te beschermen door een wetgeving, ge richt tegen misbruiken van kartel en trust. Georganiseerde distributie. Men heeft de oplossing der moeilijkheid ge zocht in eene krachtige organisatie. Een voor beeld hiervan is de Algem. Nederl. Drogisten- bond, waartoe de fabrikanten, groothandelaren, grossiers, apothekers, drogisten en importeurs behooren, zoodat deze organisatie werkelijk de i geheele distributie omvat. In 1928 werden door 1 deze organisatie van de 500 aanvragen om een drogistzaak te mogen beginnen, slechts een 30- tal ingewilligd. Vereischt wordt bijv. behoorlij- j ke vakkennis. Hoewel deze organisatie natuurlijk slechts is tot stand gekomen ter behartiging van de eigenbelangen der deelnemers, kan aan deze georganiseerde distributie eene groote waarde voor de maatschappij niet worden ontzegd. Waarborgen kunnen worden gesteld van be hoorlijke vakkennis, uniforme regeling op aller lei punten is mogelijk. Ook kan het teveel aan winkels worden beteugeld. Hiertegenover staan natuurlijk ook nadeelen. Een groot gevaar schuilt in de prijszetting. Dooi te liooge prijzen moedigt men echter out siders aan en ondermijnt daardoor de eigen or ganisatie. Het gevaar bestaat ook, dat men krjjgt een z.g. gesloten winkeliersstand en dat het een kleinen man moeilijk wordt gemaakt om naar voren te komen en zich op te werken tot winkelier. Bij de georganiseerde distributie over de geheele linie is er hiertegen een natuur lijke rem, n.l. het belang van fabrikanten en grossiers, dat het aantal winkeliers niet te ge ring wordt. Als veiligheidsklep tegen machtsmisbruik dezer organisatievormen heeft de organisatie der verbruikers, met name de coöperatie, naar de meening der commissie, in dat geval een taak te vervullen. In Duitschland en Oostenrijk vindt men voor beelden van dergelijke georganiseerde distri butie, echter zonder de prijszetting. In het eiectro-technisch bedrijf heeft men in vele plaatsen het instituut der z.g. „ingeschre ven installateurs", waaraan eischen van vak bekwaamheid worden ingesteld. Er zit in dit alles een mooie gedachte. Zij voert tot een crganischen opbouw onzer maat schappij, welke zeer goed past in ons maat schappij-beeld. De maatschappij krijgt een goe de basis, indien zij is opgebouwd uit organische eenheden van bedrjjfsgenooten. Door eene ge organiseerde distributie daargelaten of deze vrijwillig is tot stand gekomen of van over heidswege is bevorderd of afgedwongen door verplicht lidmaatschap der organisaties be reikt men, dat men tezamen oplossingen kan beramen van de groote problemen van het be drijf. De georganiseerde distributie kan ook dienst baar worden gemaakt aan de uitvoering van sociale maatregelen. Gewezen worde nog op de mogelijkheid, dat de georganiseerde bedrijfs- genooten hunne verhoudingen tot hun personeel regelen in een collectief contract, waarin ook eene regeling omtrent uitvoering van sociale maatregelen kan worden vervat. OVERZICHT DER WERKLOOSHEID. Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemid deling kwamen in den loop dezer week 99 aan biedingen in van werkzoekenden, t.w. 13 grondwerkers, 1 metselaar, 4 schilders, 8 timmerlieden, 6 opperlieden, 8 bloemistarbeiders, 36 losse werklieden, 22 werkzaam in andere beroepen. GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE HEEMSTEDE. Opgave van 8 September 1931. H. van Mastrigt, Borneostraat 1; H. E. J. Billenkamp, Zandvoorter Allee 2; H. C. F. Clad- der, Borneostraat 55; J. Breeuwer. Jan van Goyenstraat 10; J. Meyer, Koediefslaan 30; A. J. Veenendeel, Hortensialaan 4; E. Kohier, P. C. Hooftkade 5; Dr. G. H. Mulder, Herfstlaan 22; J. Gorree, Jos. Israêlplein 16; Mw. G. W. Pauw, idem 17; Mw. H. J. Polak, Rembrandt- Iaan 40; J. C. H. van der Eem, Borneostraat 41. Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, GecL Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 314. H. W. van Dort, Haarlem. Eerste Publicatie. k Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Ka8, Dh6, Td3, La6, Lgl, Pa3, Pe8, c2, d4. Zwart: Kd5, Pa5, Pg7, Le6, e4, e7. EINDSPEL No. 67. In de tweede ronde van den landen wedstrijd te Praag, gespeeld 12 Juli 1931, ontstond in de partij tusschen de meesters E. D. Bogoljubow (Duitschland) en H. Johner (Zwitserland) na den 27sten zet van Zwart (Johner), h7Xg6, de volgende stand: HEEMSTEDE. Ondertrouwd: H. J. de KortH. A. E. Vor- ster. Bevallen; R. J. ZwarterVosse (z.); H. M. Goudzwaardv. Eekeren (z.A. André de la Portev. Dam (z.); J. de Haanv. Diggele (d.) VOETBAL. H. F. C. „HEEMSTEDE". „Heemstede" dat het vorige jaar op dat hob- belterreintje speelde langs den Meerweg, heeft nu een nieuw terrein. Aanvankelijk was het de bedoeling om op het Sportpark een terrein te huren, maar er deed zich een heele goede gelegenheid voor om ge heel vrij hun spel te beoefenen, door beslag te leggen op een terrein langs den Heerenweg tegenover „Groenendaal" even voorbij den iweg naar de Waterleiding. Animo is er onder de leden ruimschoots voldoende waardoor het terrein voor niet te hooge kosten kon afgezet worden, de leden onderling bouwden een ruim en geheel uitneembaar kleedhuis, waardoor nu een terrein is verkregen dat geheel aan de eischen voldoet. Zondagmorgen heeft de opening plaats. Dit gaat als gewoonlijk wat officieel, waarna om 10.30 de eerste wedstrijd zal plaats hebben tusschen H. F. C. „Heemstede" IT.H.B. II. Daarna om 12.30 Heemstede IIT.H.B. Hl en om 2.30 Heemstede III—T.H.B. IV. Natuurlijk zullen vele voetballiefhebbers bij de opening aanwezig zijn. F. T. O. P. Ook T. O. P. opent haar nieuwe terrein. Dat zal morgenmiddag plaats hebben. Deze club, bestaande uit ambtenaren en kan toorpersoneel, speelde het vorige jaar ook langs den Meerweg, maar verhuist nu naar het nieu we Sportterrein. Na de meer offieieele opening zal er om half 3 een voetbalwedstrijd plaats hebben tegen een club van de firma Oud en om half 5 fegen Tasman uit IJmuiden. T. O. P. komt uit met 2 vrijwel gelijkwaardige ploegen. Beide winnaars spelen dan Zondag een finale. Als prijzen voor deze wedstrijden heeft T. O. P. een beker en lauwertak beschikbaar ge steld. Het nieuwe terrein ziet er keurig uit, en op zulk een terrein zal nog meer de naam der club „(T)ot O(ns) (P)leizier" tot uiting komen. F. DUIVENSPORT. UITSLAG WEDVLUCHT VILVOORDEN op 6 Sept. '31. Afstand 162 K.M. Los 8 uur. In concours 26 duiven. 1, 8, J. G. v. d. Meer; 2, 4, 6, 7, A. v. Zadel; 3, N. Leusen; 5, 9, L. Kramer; 10, 12, A. Eve- lenes; 11, P. de Jong. Eerste getoonde duif 11-30-7. Laatste prijswinnaar 11-57-14. A.s. Zondag wedvlucht Neufvillis. Afstand 210 K.M. Men zou zoo meenen, dat Zwart heel bevre digend staat, des te verrassender is de volgende ineenstorting: 28. Dd2Xf4ü, Df6g7 (of Df6Xf4; 29. TglXgSf, Kg8—f7; 30. Pe2Xf4): 29. Df4—h6!, Tf8—f6; 30. Kf2—e3, Te5—e7; 31. Pe2f4, Tf6Xf4; 32. TglXg6!, opgegeven. OPLOSSING PROBLEEM No. 309. (J. van D ij k Azn.) Stand der stukken: Wit: Kh6, Dg8, La8, Lgl. Pd6, Pf7, b3, g4. Zwart: Kd5, Dc6, La5, Ld3, b6, e6, f4. 1. Pd6e4, enz. Goede oplossing ontvangen van: H. de Ruij- ter te Bloemendaal; M. D. L. Artz en H. W. van Dort, beide te Haarlem; Frits Kat Dzn. te Heemstede; J. van Gulik te Overveen; P. Mars te Santpoort. OPLOSSING PROBLEEM No. 810. (C. Mansfield). Stand der stukken: Wit: Kh3, Db5, Tc6, Tfl, Lbl, Pf3, d4, d5, e3. Zwart: Kf5, Le4, Lh2, Pa2, b2, f6, g6. 1. Tc6c2, enz. Goede oplossing ontvangen van: M. H. Wier- sema te Bloemendaal; H. W. van Dort te Haar lem; Frits Kat Dzn. te Heemstede; P. Mars te Santpoort. CORRESPONDENTIE. Bloemendaal, H. de R.: 1. Dd3 faalt na 1. Pc3. Sterke boter krijgt haar goede smaak weer terug, indien men ze eerst met versche melk en daarna met water kneedt, desnoods met wat zout. Het boterzuur lost zich in de versche melk op. Vaak wordt om het sterk worden te voorkomen een peen midden in de pot boter gestoken. Gereformeerde Kerk Heemstede, Koediefslaan. V.m. 10 uur en n.m. 5 uur, Ds. A. Dondorp. Nederl. Protestantenbond. Afd. Heemstede«Bennebroek. V.m. 10% uur Dr. J. C. A. Fetter van Rotterdam. Schaaleollecte voor schulddelging. Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein. V.m. 10 uur, Ds. Briët. Kapel Nieuw Vredenhof. Joh. v. Oldenbameveltlaan. V.m. 10.30 uur, Prof. Dr. G. J. Thiery, Hoog leeraar te Leiden. Collecte voor de Btjz. Prot. school. Meubelpolitocr kan men zelf maken door b. v. 5 deelen lijnolie en 5 gelijke deelen wijn geest in een fleschje te doen en dit flink te schudden, zoodat het zich vermengt. Men doet eenige druppels op een wollen lap en wrijft hiermede het meubelstuk in en wrijft het daarna uit met een wollen doek, totdat het mooi glimmend is. Vlekken op ongeverfd hout. Kaarsvetvlekken verwijdert men, door het kaarsvet eerst voorzichtig met een mes te ver wijderen en daarna de plek met een grauw pa pier te bedekken en erover te strijken met een warm strijkijzer; het papier steeds vernieuwen totdat er geen vet meer op komt. Vetvlekken die met een zeepsopje niet ver dwijnen, bedekt men met een papje van pijp aarde en water. Men laat dit eenige uren op de vlek zitten en neemt het poeder dan weg. Zoo noodig deze bewerking herhalen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 5