KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT. Voor de Vrouw 8ste Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 18 September 1931. Tweede Blad. No. 37. LOSSE BLAADJES. De nieuwe hoedjes. Brokjes Levenswijsheid. Kol Nidre. Door G. Th. ROTMAN. 'n Gezellige zitkamer. SCHAAKRUBRIEK. •^""otmoeder vertelt. Jk Mama heeft een „chasseurtje" op, Een waar succes, meneertje! Het is een reuze-leuke dop, Een hoedje met een veertje. Zij vindt zichzelve chique en lijn Op een oud plaatje lijken. Al is zij niet meer slank van lijn, Zoo nauw moet men niet kijken! En bakvisch Mien loopt daag'lijks met Een „postillon" te pronken. Zij draagt het dingske zeer coquet, Zeer schots en scheef en dronken. Zoo eischt de nieuwe mode het; 't Staat luchtig op één haartje. Eén windstoot, en ze is het kwijt; Dan zwemt het in het vaartje! Wel kijk, daar zie ik grootmama... Wat zal me nou gebeuren? Die loopt zoowaar al even trotsch Met een „tricorn" te geuren! Hé opoe, kqk Uw plunje door Van vijftig jaar geleden: Die is weer in de mode, hoor! Dat alles wil men heden! We gaan naar 't oude weer terug U ziet het aan de hoedjes. Ze prijken reeds zoo hier en daar Op vele lieve snoetjes. Nu bij een wespentaille nog Een sierlijk crinolientje Hoe geestig is die mode toch Van Oma, Moe en Mientje' (Nadruk verboden) Aan den vooravond van den Grooten Ver zoendag houdt men in de Joodsche kerk een godsdienstoefening, welke aanvangt met het zingen van het Kol nidre. Dit gebed, dat om zijn indrukwekkende woorden en plechtige melodie ook buiten den kring der betrokkenen bekend is geworden, verklaart alle geloften, waaraan de geloovige zich heeft gebonden, voor nietig en ontheft hem van de verplichtingen, welke hij zich in den loop van het jaar opge legd heeft. De gedachte, welke aan deze plechtigheid ten grondslag ligt, heeft veel aantrekkelijks. Geloften en verplichtingen kunnen onverdraag lijk gaan drukken. De gelegenheid, om van de zen druk te worden ontslagen, voorziet in een algemeen menschelijke behoefte. Maar, zal men vragen, bevordert zulk een gelegenheid niet de lichtzinnigheid? Het ver breken van een belofte blijft toch voor den ernstigen mensch een ongeoorloofde daad. Per sonen. die het met eeden en toezeggingen niet zoo nauw nemen, zijn niet het voorbeeld van een verheven levensgedrag ^n woordbreuk staat in alle kringen als een misdaad geboekt. Stellig is het waar, dat men zijn beloften moet nakomen. Er is lichtzinnigheid ten op zichte van het nakomen van een verplichting, maar evenzeer bestaat er lichtzinnigheid in het aangaan van een verplichting. Hoeveel ge loften neemt men soms onbedachtzaam op zich! En hoe vaak doet zich het geval voor, waarin onbevoegden zich verbinden tot een gelofte, waarvan zij de beteekenis nog niet inzien! Te laat betreuren zij hun voorbarige daad. Maar het eens gegeven woord kunnen zij niet terugnemen; de plechtige verklaring is onher roepelijk. Heel hun verder leven is een slaver nij, waarin zij zich geknecht voelen tot ge voelens, gedachten en handelingen, welke hun innerlijk verloochent en welke met hun wezen in strijd zijn. Het zijn juist de ernstigste dingen des levens, waarin men door een plechtig uitge sproken verklaring of een met handteekening bekrachtigde acte de onherroepelijkheid van zijn verbindtenis moet bevestigen. Er bestaat geen enkel bezwaar tegen een verklaring, dat men op een gegeven oogenblik een bepaalde geloofsovertuiging belijdt, een bepaalde man of vrouw liefheeft, een bepaald ambt begeert. Maar ietwat bedenkelijk schijnt de uitspraak, dat men dat geloof altijd zal blijven belijden, dat men die man of vrouw levenslang zal lief hebben, dat men dat ambt tot zijn dood trouw blijven zal. Kan de mensch in de toekomst zien? Is hij meester over het ontwikkelingsproces van zijn gevoelens en inzichten? Weet hij van te vo ren, hoe het vijf, tien, twintig jaar later zal staan met zijn liefde en zijn levensbeschou wing? Levenslang bindende geloften zouden een onmogelijkheid zijn, waaneer men ze in ernst cpnam. Maar voor de meesten zijn geloften slechts formaliteiten; in de roes van het leven raakt men vrij spoedig vergeten, wat eens in een plechtig oogenblik heilige overtuiging ge weest is. Men was toen nog zoo jong! Men kende het leven niet en liet zich door illusies begoochelen. Thans, nu het te laat is, werpt men de schuld op de personen en instellingen, die van de on rijpheid der jeugd partij hebben getrokken om kinderen te pressen tot uitspraken, welker be teekenis zii nog: niet konden beseffen en wel ker strekking zij nog niet konden omvatten. Kol nidre is geen- uitvlucht voor de licbtzin- nigen. Want die hebben de verlossing van de geloften niet noodig. Die spelen het ook met de zwaarste geloften wel klaar. Immers ver diepen zij zich niet in den inhoud van de plech tige formaliteit. Zij leven er rustig om door, cok zoo hue denken en handelen met de een maal aangegane verbindtenis in tegenspraak is gekomen. Maar juist voor de zwaartillenden, die het nauwgezet meenen met wat zij eenmaal bele den, is deze plechtigheid ingesteld. Zij, die ge drukt gaan onder hetgeen zij met den besten wil niet meer kunnen nakomen, wijl het in te genspraak is geraakt met hun innerlijk wezen, hooren zich in dit plechtig gezongen gebed vrijspreken van ontrouw. Het herinnert hun er aan, dat zij niet meer verantwoordelijk zijn voor hetgeen in een vorige faze van hun- le vensontwikkeling heiligste overtuiging ge weest is, doch thans door den tijd achterhaald is. Het bevestigt, dat geloften en verplichtingen ernstige zaken zijn, doch dat men ook aan het ernstigste op aarde geen onherroepelijk karak 17. „Nou, als je vader en moeder 't goed- ig. Flap! Het eerste schot was mis; de rei- vinden, vooruit dan maar!" zei de kapitein. ger vloog ongedeerd verder. „Wel honderd' „Maar dan gaan we eerst schietoefeningen snuifdoozen van een dubbeltje!" gromde de ka- houden!" „Wacht", vervolgde hij, „zie je daar pjtein. Hij legde opnieuw aan, enpang! dien reiger vlak bij den toren? Let maar eens Het tweede schot trof precies het haantje van op dien raak ik precies!" den toren; het ging er glad af! 19. Juist op dat oogenblik stond mijnheer 20. Bom! Net had hij 't gezegd, of daar Kamstra peinzend naar het bloembed te kij- kwam de doodelijk getroffen weerhaan naar ken, dat hij zoo juist aangelegd had. „Tja", beneden suizennog een paar laatste wen- zei hij tegen z'n vrouw, „wat zouwen we daar telingen en daar stond hij precies midden nu eens in 't midden zetten? Daar breek ik in het bloembed. Zoo was de moeilijkheid dus me nou werkelijk al een uur lang het hoofd ineens opgelost vver!" ter mag toekennen, omdat al het aardsche slechts tijdelijk is. Is 't geen verademing, ontslagen te worden van den druk van een verleden, dat op de toe komst wil parasiteeren? H. G, CANNEGIETER Schikking der meubels. September, October en als deze beide maanden voorbij zijn. laat het zonnetje ons steeds minder van zijn verwarmende stralen genieten, verliest het steeds meer zijn In-acht en doet ons onze toevlucht tot een kunstmatige verwarming zoe ken en we trachten door het aanbrengen van meerdere gezelligheid in huis ons voor te be reiden op de herfstdagen en den winter, die he laas In ons land zoo lang duren. De verandering, die wij in onze kamers aan brengen behoeft niet zoo buitengewoon ingrij pend te zijn. Hebben wij een zitkamer met één breed raam, dan zal ons zitje déér in den zomer worden geplaatst. We zullen nu de meubels in onze zitkamer zóó gaan verschikken, dat wij bij den haard een zitje vormen, met één of meer dere schemerlampen, die ons, wanneer de lich ten aan en de dikke venstergordijnen gesloten zijn, de koude daarbuiten doen vergeten. Zijn er plannen om een zitkamer geheel en al te veranderen, tot zelfs de kleur van de verf en het behang toe, dan zouden vjj voor een niet groote zitkamer een lichte tint verf aanraden en het behang gelijk aan de kamerdeur te nemen bij een vrij lage kamer, terwijl dan het boven gedeelte In lichte bijpassende tint behangen wordt, of zijn de muren nog niet behangen ge weest, dan kan het bovendeel met waterverf in de vereischte tint gekleurd worden. Heeft men een schoorseen in een hoek van de kamer, dan kan men aan een der muren een bank plaatsen, naast den haard er. Saar met een tafeltje en een paar lage stoeltjes een aardig leesboekje van maken, zonder dat rr-en dan tot al te groote ver plaatsing van de overige meubels behoeft over te gaan. Het voornaamste is, dat men het geheel in toon houdt en geen leelijke tegenstellingen op helle kleuren in een kamer de overhand laat krijgen; een interieur behoeft absoluut niet kost baar te ziin om toch een aantrekkelijk geheel te krijgen. Breng bloemen in huts. Bloemen en planten mogen vooral niet vergeten worden en zelfs in den tijd, dat de bloemen duur zijn, kan tr,en leven geven aan de kamers, door hier of daar een paar takken mooie herfstbladeren in een vaas te zetten. Een schaal met siervruchten doet ook goed op een klein tafeltje en is er hee- lemaai niets meer in onzen tuin, dan zetten we een kannetje met eenige ranken klimopbladeren neer. Dank zij de breede vensterbanken in de moderne huizen, kunnen we daarop ook gedu rende den winter allerlei planten hebben, hoe veel soorten cacteeën en vetplanten zijn er niet, die zoo weinig eischen stellen, als ze zoo mogelijk maar wat zon hebben. Verder hebben wjj verschillende bollen, die wjj in glazen en schalen gedurende eenigen tjjd in een donkere kast zetten en die, door haar bloe men ons huis in de donkere dagen, die December en Januari ons geven, opvroolijken. Hebt U het al eens geprobeerd om de bollen van trosnarcis- sen in een flinke schaal met grint, en water ge durende eenigen tijd in het donker te laten staan en hebt U van de schitterende resultaten ervan al eens genoten? Zijn de stengels pl.minus 10 c.M. dan komen zij in de kamer en van dag tot dag zien wij de stengels van die beeldige goud kleurige bloemen wat grooter worden, totdat we eindelijk nog geheel in het hart een knop zien, die hooger en hooger komt en hoe groot is dan onze vreugde, als die knop zich ontplooit tot een heerlijke bloem, door ons zelf opgekweekt. Een vereischte om goede resultaten te verkrijgen is, dat men de bollen bij goede leveranciers koopt en evenzeer, dat men de voorschriften stipt op volgt. Doet men dit, dan zal men omstreeks Kersmis al zelfgekweekte bloemen in huis kun nen hebben. Stoelen en kussens. Zoovelen denken in de eerste plaats dat een kussen slechts als versiering dienst doet en vooral opvallend mooi moet zijn. Wat hebben we aan een divan of stoel met mooie kussens, die zoo hard en onaangenaam zijn om te gebruiken, dat men onwillekeurig een ontevreden gevoel krijgt als men er tegen leunt of er op ligt. Soms ziet men in zitkamers ook kusssens, die zóó mooi zijn, dat ze niet gebruikt mogen wor den, want de huisvrouw is bang dat er iets aan komt. Laten wij dergelijke pronkkussens toch niet in een zitkamer neerleggen. Zacht® kussens. Een kussen moet zoowel door een doelmatig en toch mooi overtrek als door een goede vulling aan de gestelde eischen voldoen, daarom is de beste vulling, kapok, veeren of dons. Het is aan te bevelen, indien men veeren gebruikt, te zor gen voor 'een zeer dicht overtrek en dit daarna te bekleeden, daar men anders altijd aan den gang kan blijven met het afborstelen van klee- ren na het gebruiken van een dergelijk gevuld kussen. Overtrekken van kussens. Overtrekken van kussens moeten, om aan practische eischen te voldoen, zooals ik reeds scheef, zoo vervaardigd zijn, dat het werkelijk gebruiks-artikelen zijn. Schilder- en schabloonwerk op kussens kan heel mooi zijn, maar door het leunen ertegen, barst de verf en bederft het kussen; hetzelfde kan gezegd worden van fluweelen kussens, die door het vele zitten gaan pletten en er onsmake lijk uitzien, zijden kussens slijten gauw en zien er dan, doordat ze rafelig worden, onfrisch uit. Wat blijft er dan wel over, hoor ik U al vragen? Voor een zitkamer zou ik U willen raden brei en haak uwe kussens van wol in diverse mooie tinten of van frotté. Weef ze zelf, wat tegen woordig hoe langer hoe meer in gebruik komt. Men heeft weeftoestelletjes, waarvan de kleine maten juist groot genoeg zijn om kussens op te weven. Niet alleen kussens, maar ook overtrek ken voor voetenbankjes, voetkussens buffet- loopers, te veel om op te noemen. Deze weefwol Is buitengewoon sterk en heeft een onnoemelijk aantal nuances, waardoor het mogelijk is kussens in mooie harmonieerende kleuren te maken, die werkelijk „gebruikt"' kun nen worden, omdat ze niet alleen mooi, doch sterk en practisch zijn. Allerlei weefsels kunt U op deze toestelletj maken, rib- en linnenweefsel en zelfs het mooie smyrnawerk. dat veel sterker is, dan het ge knoopte of filet-gaas. Het leeren weven is bij zonder gemakkelijk en na één of twee lessen is men de weefkunst meester, de aanschaffing is niet kostbaar en het weeftoestel heeft men voor zijn leven. St. Nicolaas is nog te wachten, dus wie tegen de kosten opziet, zet dit op haar lijstje. Bepaalde firma's te noemen, die weeftoes leveren gaat niet aan, maar indien belangstel lende lezeressen er prijs op stellen deze te weten, willen wij op verzoek wel eenige adressen op geven. Stoelen. Na de kussens komen we bij de bekleede stoe len, waarbij wü in een zitkamer niet uit het oog moeten verliezen dat de bekleeding practisch moet zijn; moquette of geribt fluweel Is in den regel zeer sterk; gobelin daarentegen, hoe mooi het ook is, wanneer het nieuw is, slijt gauw af en daardoor komt de zwarte ondergrond dan te zien, wat een vaal geheel geeft en er uitziet of de gebruikte plekken vettig zijn. Heeft men nu eenmaal gobelin fauteuils, dan is het aan te be velen een cretonne overtrek te nemen in den vorm van den stoel, dat men zoo noodig kan was- schen. In elk geval zou ik U willen raden de armleuningen en de plek, waar het hoofd rust van een of andere waschbare stof te voorzien; de meubels blijven er dan veel frisscher uitzien en houden langer stand. Krijgt men bezoek, dan kan men de overtrekken gemakkelijk verwijderen en men heeft dan het prettige gevoel, dat alles er zoo keurig uit blijft zien. (Nadruk verboden). APPEL- EN BANANEN-SLA. Drie zachte bananen worden met een vork fijn gemaakt en zoolang geklopt, totdat zij schuimig zijn. Drie zure appels worden goed sevasschen, daarna geraspt en met het sap van twee citroenen met de bananenchuim vermengd. 1 Men kan dit gerecht in glazen opdienen met Wat geslagen room versierd. VRTJCHTENSLA. j In een kristallen schaal legt men een laagje 'fijn gehakte ananas, daarop gemalen okker- ;of hazelnoten, geroosterde graanvlokken, dan 'volgt een laag aan stukjes gesneden appelen, weer graanvlokken en tenslotte gehakte vijgen en rozijnen. 1 d.L. room wordt met het sap van Vi citroen stijf geklopt en over de bovenste laag uitge spreid, terwijl men de oppervlakte met stukjes okkernoot versiert. (Geroosterde graanvlokken (Com-flokes) kan men in comestibleswinkels verkrijgen, o.a. Kel- log's com-flokes.) NOTENBOOM. 1 d.L. gemalen amandelen en 1 d.L. gemalen pinda's worden met 6 eetlepels room en 1 eet lepel honing goed met elkander vermengd, zoo- da.t men een betrekkelijk stijve massa verkrijgt. Het beste is om niet al de room tegelijk bij te voegen, maar te beginnen met 4 lepels, daar de eene lepel wel eens dieper is dan de andere. Het wit van 4 eieren wordt zeer stijf geklopt met het sap van citroen en daarna met het notenmengsel vermengd, echter zóó, dat men alles voorzichtig om en om schept (vooral klop- !pen). Men krijgt dan een mooie lichte schui mige massa, die in glazen wordt opgediend Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No 815. Mr. A, J. C. E. van Heycop t e n n (1857—1925). Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kh3, Db2, Ld2, c4, g2, g5. Zwart: Kg5, c5, g7. PARTIJ Nr. 136. Gespeeld in den zeskamp te Rotterdam, 28 Augustus 1931. Wit: Zwart: Ir. J. v. Weering. D r. M. E u w e. (Rotterdam). (Amsterdam). OOST-INDISCH. 1. d2d4 Pg8—f6 2. c2c4 g7g6 3. Pbld2 Deze voortzetting wordt spoedig door Zwart weerlegd. 3Lf8g7 4. b2b3 e7e5 5. d4Xe5 Pg6—g4 Indien Wit thans 6. h2h3 zou spelen, volgde Pg4e3, met verlies van de Dame (of mat na f2Xe3?l. 6. Lel—b2 Pb8c6 7. Pgl—f3 0—0 8. Ddl—cl Tf8—e8 9. e2e3 Pg4 X e5 10. Lfl—e2 d7d6 11. 0—0 Lc8—f5 12. Pf3Xe5 d6 X e5 13. Tfl—dl Dd8g5 14. Delc3 Pc6d4 door LOUISE KALHé. In 't voortuintje aan den singel zaten de oude vrouw en 't jonge meisje. Ze werkten beiden aan 'n handwerkje, 't Was een prach tige morgen in Juli; de planten stonden in bloei en overal tjilpten de vogels. Paardengetrappel deed 't meisje opkijken, 'n ^Rijtuig met twee schimmels reed voorbij Kijk eens, ma, wat daar aankomt!" Gunst, ja", zei de oude vrouw; ook toe vallig! Ze keken 't rijtuig na. 'n Bruid en bruidegom, met twee getuigen, reden ermee naar 't stad huis. Toen 't rijtuig om den hoek verdwenen was, werkten beiden zwijgend door. Na 'n poosje keek 't meisje op. 'k Had 't niet moeten zeggen, wel Oma? vroeg zij. Glimlachend keek de oude vrouw haar aan. Dat zou jammer geweest zijn, Mimi, zei ze. Waarom zou je me niet mogen herinne ren aan den mooisten dag van m'n leven? Maar 't is vandaag immers juist Uw trouwdag Zeker, en 't was toen ook 'n rijtuig met twee schimmels. Dat brengt geluk aan. Dat wist ik, Oma, en daarom was 'k bang Dat de herinnering aan 't geluk me pijn zou doen? Nee, kind; 't geluk duurt niet eeuwig Dat zal je ook eens moeten leeren. De oude vrouw had haar werkje neergelegd en keek 'n poosje peinzend voor zich uit. - Zal 'k je eens iets meer vertellen over Grootvader? vroeg ze. Graag, Oma. Toen vertelde de grootmoeder van haar trouwdag. Zoo'n heerlijke zonnige dag. Geen bruiloft; alleen 'n dineetje met de beste vrienden. De wederzijdsche familieleden waren voor 't grootste deel niet tegenwoordig. Boos, dat zjj 'n anderen man getrouwd had. Dat kon niet goed gaan. Hij zat er wel goed bij; maar zij was te levenslustig voor zoo'n man, dia altijd met zijn gedachten bij zijn zaken was. 't Eerste jaar ging heel gauw voorbjj. Dat was 'n heer lijke tijd voor haar. En toen Willy, Mimi's moeder geboren werd, waren beiden den hemel te rgk. Maar al gauw daarna kwamen de zor gen. Grootvader ging achteruit in z'n zaken; de gevolgen van den wereldoorlog. Ze sprak hem moed in; begreep zelfs niet, hoe hij zoo zwart gallig kon zijn. Alles moest immers terecht ko men. Maar 't kwam niet terecht. De eene slag volgde op den andere, 't Duurde wel heel lang maar onverbiddellijk brak 't nood lot Mies af, wat hij in den loop van jaren had opgebouwd. Tot eindelijk wat hij zoo lang ge vreesd had, kwam; hij ging failliet en ze waren straatarm. De familie triomfeerde. Nu had ze, wat ze verdiend had. Zorg en 'n ouden man. Ook de vrienden van vroeger oordeelden op de gebruikelijke manier over den man, die 't afge legd had in den bitteren strijd om 't bestaan. Was hij vroeger 'n flinke, knappe zakenman ge weest, nu haalde men medelijdend de schouders over hem op. De*hulp, die hij kreeg was onvoldoende om hem er bovenop te helpen en hjj was te eerlijk Dit z.g. schijnoffer kan Wit niet aannemen, omdat de Looper op e2 met onweerstaanbarer aanval verloren gaat. 15. Le2fl Pd4e6 16. e3e4 Lf5—g4 17. f2—f3 Lg4—h3 18. f3—f4 Kglf2 was nog het b .e. Op 18. Kglhl volgt Lh3 x g2r; 19. Lfl—g2, Pe6—f4; 20. Tdt—gl, Pf4e2; 21. D onv„ Pe2—g3f; 22. h2Xg3, Dg5—h5f; Lg2—h3, Dh5Xh3 mat. 18e5xf4 Op PeSXf4 volgt 19. Dc3g3 met winst van een officier. 19. Dc3Xh3 Lg7xb2 20. Pd2—f3?? Een blunder, waardoor de kwaliteit verloren gaat. 20Dg5c5f 21. Kgl—hl Lb2 X1 Opgegeven. In dezen zeskamo deelden Dr. Euwe en S. Landau den eersten en tweeden prijs, beiden met 4 punten. D. Noteboom won den derden prijs, met 2 'b punt. De overige deelnemers waren Addicks, rar. Wertheim en Ir. v. Weering. I OPLOSSING PROBLEEM No. 311. (Ir. A. J. C. v. Eel de. 1857 1913.) Stand der stukken: Wit: Kcl, Dd8. Lc7, Lc8, Pe6, Pg4, b3, g2. Zwart: Ke4, Lh3, Pb8, Fhl, e5, e7. 1. Dd8g8, enz. Goede oplossing ontvangen van: H. de Ruijter te Bloemendaal; F. Brandon (ook nog van de Nos. 309 en 310) en H. W. van Dort, beiden te Haarlem. om 't geld van anderen op'tspel te zetten. Jaren van armoe en tobben volgden nu. Maar ze bleven gezond en vochten door, al was meer malen geen enkele lichtstraal te zien. Ze steun den elkaar, leefden alleen voor elkaar en hun kind. Hij was alles voor haar en zij voor hem. Kennissen en vrienden van vroeger lieten hen links liggen. 'tWas een bittere tijd en toch-voor geen geld zou zrj hebben willen ruilen met andere vrouwen, die nooit zoovee! van hun man konden houden als zij van grootvader. Want hjj deed alles voor haar. Niets was hem te min. Baan tjes, waar z'n vroegere omgeving den neus voor ophaalde, nam lïjj. aan, hopende, dat toch eens de kans zou keeren. En hij zag, hoe zij dagelijks den bitteren strijd meestreed tegen armoe en ontbering. Hoe ze er onder leed, al probeerde ze, zelfs op de somberste dagen, hem op te vroolijken en t.o steunen. Toen eindelijk, na lange jaren, kreeg h(j 'n vaste betrekking. Genoeg om van te leven, heel zuinig. En later werd 't nog 'n beetje beter. Dat was weer 'n heerlijke tijd voor beiden. Ze waren rijk met weinig, tevreden met heel kleine genoegens. En toen grootvader stierf, wist hij, dat zijn vrouw en kind veilig waren. 't Getrappel van paarden deed hen weer op kijken. De bruidskoets kwam terug van 't stad huis. Keurig zag 't span eruit. En de vogels zongen, de bloemen bloeiden en de zon scheen Grootmoeder staarde 't rijtuig na, tot 't ver dwenen was. Haar oogen stonden vol tranen Ze probeerde ze ongemerkt weg te wisschen. 't Meisje legde een hand op de hare. Toe huil nu niet, Oma; op Uw trouwdag. En na een stilte. U mag nooit meer van dien tijd vertellen. Grootmoeder keek glimlachend op. Je begrijpt 't niet, kind, zei ze zacht. De ellende vergeten we, maar 't geluk niet. (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 5