KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE
LEEUWENJACHT.
Voor de Vrouw
8ste Jaargang.
Eerste Heemsteedsche Courant. 18 September 1931. Tweede Blad.
No. 37.
LOSSE BLAADJES.
De nieuwe hoedjes.
Brokjes Levenswijsheid.
Kol Nidre.
Door G. Th. ROTMAN.
'n Gezellige zitkamer.
SCHAAKRUBRIEK.
•^""otmoeder vertelt.
Jk
Mama heeft een „chasseurtje" op,
Een waar succes, meneertje!
Het is een reuze-leuke dop,
Een hoedje met een veertje.
Zij vindt zichzelve chique en lijn
Op een oud plaatje lijken.
Al is zij niet meer slank van lijn,
Zoo nauw moet men niet kijken!
En bakvisch Mien loopt daag'lijks met
Een „postillon" te pronken.
Zij draagt het dingske zeer coquet,
Zeer schots en scheef en dronken.
Zoo eischt de nieuwe mode het;
't Staat luchtig op één haartje.
Eén windstoot, en ze is het kwijt;
Dan zwemt het in het vaartje!
Wel kijk, daar zie ik grootmama...
Wat zal me nou gebeuren?
Die loopt zoowaar al even trotsch
Met een „tricorn" te geuren!
Hé opoe, kqk Uw plunje door
Van vijftig jaar geleden:
Die is weer in de mode, hoor!
Dat alles wil men heden!
We gaan naar 't oude weer terug
U ziet het aan de hoedjes.
Ze prijken reeds zoo hier en daar
Op vele lieve snoetjes.
Nu bij een wespentaille nog
Een sierlijk crinolientje
Hoe geestig is die mode toch
Van Oma, Moe en Mientje'
(Nadruk verboden)
Aan den vooravond van den Grooten Ver
zoendag houdt men in de Joodsche kerk een
godsdienstoefening, welke aanvangt met het
zingen van het Kol nidre. Dit gebed, dat om
zijn indrukwekkende woorden en plechtige
melodie ook buiten den kring der betrokkenen
bekend is geworden, verklaart alle geloften,
waaraan de geloovige zich heeft gebonden, voor
nietig en ontheft hem van de verplichtingen,
welke hij zich in den loop van het jaar opge
legd heeft.
De gedachte, welke aan deze plechtigheid
ten grondslag ligt, heeft veel aantrekkelijks.
Geloften en verplichtingen kunnen onverdraag
lijk gaan drukken. De gelegenheid, om van de
zen druk te worden ontslagen, voorziet in een
algemeen menschelijke behoefte.
Maar, zal men vragen, bevordert zulk een
gelegenheid niet de lichtzinnigheid? Het ver
breken van een belofte blijft toch voor den
ernstigen mensch een ongeoorloofde daad. Per
sonen. die het met eeden en toezeggingen niet
zoo nauw nemen, zijn niet het voorbeeld van
een verheven levensgedrag ^n woordbreuk
staat in alle kringen als een misdaad geboekt.
Stellig is het waar, dat men zijn beloften
moet nakomen. Er is lichtzinnigheid ten op
zichte van het nakomen van een verplichting,
maar evenzeer bestaat er lichtzinnigheid in
het aangaan van een verplichting. Hoeveel ge
loften neemt men soms onbedachtzaam op
zich! En hoe vaak doet zich het geval voor,
waarin onbevoegden zich verbinden tot een
gelofte, waarvan zij de beteekenis nog niet
inzien!
Te laat betreuren zij hun voorbarige daad.
Maar het eens gegeven woord kunnen zij niet
terugnemen; de plechtige verklaring is onher
roepelijk. Heel hun verder leven is een slaver
nij, waarin zij zich geknecht voelen tot ge
voelens, gedachten en handelingen, welke hun
innerlijk verloochent en welke met hun wezen
in strijd zijn.
Het zijn juist de ernstigste dingen des
levens, waarin men door een plechtig uitge
sproken verklaring of een met handteekening
bekrachtigde acte de onherroepelijkheid van
zijn verbindtenis moet bevestigen. Er bestaat
geen enkel bezwaar tegen een verklaring, dat
men op een gegeven oogenblik een bepaalde
geloofsovertuiging belijdt, een bepaalde man of
vrouw liefheeft, een bepaald ambt begeert.
Maar ietwat bedenkelijk schijnt de uitspraak,
dat men dat geloof altijd zal blijven belijden,
dat men die man of vrouw levenslang zal lief
hebben, dat men dat ambt tot zijn dood trouw
blijven zal.
Kan de mensch in de toekomst zien? Is hij
meester over het ontwikkelingsproces van zijn
gevoelens en inzichten? Weet hij van te vo
ren, hoe het vijf, tien, twintig jaar later zal
staan met zijn liefde en zijn levensbeschou
wing?
Levenslang bindende geloften zouden een
onmogelijkheid zijn, waaneer men ze in ernst
cpnam. Maar voor de meesten zijn geloften
slechts formaliteiten; in de roes van het leven
raakt men vrij spoedig vergeten, wat eens in
een plechtig oogenblik heilige overtuiging ge
weest is.
Men was toen nog zoo jong! Men kende het
leven niet en liet zich door illusies begoochelen.
Thans, nu het te laat is, werpt men de schuld
op de personen en instellingen, die van de on
rijpheid der jeugd partij hebben getrokken om
kinderen te pressen tot uitspraken, welker be
teekenis zii nog: niet konden beseffen en wel
ker strekking zij nog niet konden omvatten.
Kol nidre is geen- uitvlucht voor de licbtzin-
nigen. Want die hebben de verlossing van de
geloften niet noodig. Die spelen het ook met
de zwaarste geloften wel klaar. Immers ver
diepen zij zich niet in den inhoud van de plech
tige formaliteit. Zij leven er rustig om door,
cok zoo hue denken en handelen met de een
maal aangegane verbindtenis in tegenspraak is
gekomen.
Maar juist voor de zwaartillenden, die het
nauwgezet meenen met wat zij eenmaal bele
den, is deze plechtigheid ingesteld. Zij, die ge
drukt gaan onder hetgeen zij met den besten
wil niet meer kunnen nakomen, wijl het in te
genspraak is geraakt met hun innerlijk wezen,
hooren zich in dit plechtig gezongen gebed
vrijspreken van ontrouw. Het herinnert hun er
aan, dat zij niet meer verantwoordelijk zijn
voor hetgeen in een vorige faze van hun- le
vensontwikkeling heiligste overtuiging ge
weest is, doch thans door den tijd achterhaald
is.
Het bevestigt, dat geloften en verplichtingen
ernstige zaken zijn, doch dat men ook aan het
ernstigste op aarde geen onherroepelijk karak
17. „Nou, als je vader en moeder 't goed- ig. Flap! Het eerste schot was mis; de rei-
vinden, vooruit dan maar!" zei de kapitein. ger vloog ongedeerd verder. „Wel honderd'
„Maar dan gaan we eerst schietoefeningen snuifdoozen van een dubbeltje!" gromde de ka-
houden!" „Wacht", vervolgde hij, „zie je daar pjtein. Hij legde opnieuw aan, enpang!
dien reiger vlak bij den toren? Let maar eens Het tweede schot trof precies het haantje van
op dien raak ik precies!"
den toren; het ging er glad af!
19. Juist op dat oogenblik stond mijnheer 20. Bom! Net had hij 't gezegd, of daar
Kamstra peinzend naar het bloembed te kij- kwam de doodelijk getroffen weerhaan naar
ken, dat hij zoo juist aangelegd had. „Tja", beneden suizennog een paar laatste wen-
zei hij tegen z'n vrouw, „wat zouwen we daar telingen en daar stond hij precies midden
nu eens in 't midden zetten? Daar breek ik in het bloembed. Zoo was de moeilijkheid dus
me nou werkelijk al een uur lang het hoofd ineens opgelost
vver!"
ter mag toekennen, omdat al het aardsche
slechts tijdelijk is.
Is 't geen verademing, ontslagen te worden
van den druk van een verleden, dat op de toe
komst wil parasiteeren?
H. G, CANNEGIETER
Schikking der meubels.
September, October en als deze beide maanden
voorbij zijn. laat het zonnetje ons steeds minder
van zijn verwarmende stralen genieten, verliest
het steeds meer zijn In-acht en doet ons onze
toevlucht tot een kunstmatige verwarming zoe
ken en we trachten door het aanbrengen van
meerdere gezelligheid in huis ons voor te be
reiden op de herfstdagen en den winter, die he
laas In ons land zoo lang duren.
De verandering, die wij in onze kamers aan
brengen behoeft niet zoo buitengewoon ingrij
pend te zijn. Hebben wij een zitkamer met één
breed raam, dan zal ons zitje déér in den zomer
worden geplaatst. We zullen nu de meubels in
onze zitkamer zóó gaan verschikken, dat wij bij
den haard een zitje vormen, met één of meer
dere schemerlampen, die ons, wanneer de lich
ten aan en de dikke venstergordijnen gesloten
zijn, de koude daarbuiten doen vergeten.
Zijn er plannen om een zitkamer geheel en al
te veranderen, tot zelfs de kleur van de verf en
het behang toe, dan zouden vjj voor een niet
groote zitkamer een lichte tint verf aanraden en
het behang gelijk aan de kamerdeur te nemen
bij een vrij lage kamer, terwijl dan het boven
gedeelte In lichte bijpassende tint behangen
wordt, of zijn de muren nog niet behangen ge
weest, dan kan het bovendeel met waterverf in
de vereischte tint gekleurd worden. Heeft men
een schoorseen in een hoek van de kamer, dan
kan men aan een der muren een bank plaatsen,
naast den haard er. Saar met een tafeltje en een
paar lage stoeltjes een aardig leesboekje van
maken, zonder dat rr-en dan tot al te groote ver
plaatsing van de overige meubels behoeft over
te gaan. Het voornaamste is, dat men het geheel
in toon houdt en geen leelijke tegenstellingen op
helle kleuren in een kamer de overhand laat
krijgen; een interieur behoeft absoluut niet kost
baar te ziin om toch een aantrekkelijk geheel
te krijgen. Breng bloemen in huts. Bloemen en
planten mogen vooral niet vergeten worden en
zelfs in den tijd, dat de bloemen duur zijn, kan
tr,en leven geven aan de kamers, door hier of
daar een paar takken mooie herfstbladeren in
een vaas te zetten. Een schaal met siervruchten
doet ook goed op een klein tafeltje en is er hee-
lemaai niets meer in onzen tuin, dan zetten we
een kannetje met eenige ranken klimopbladeren
neer. Dank zij de breede vensterbanken in de
moderne huizen, kunnen we daarop ook gedu
rende den winter allerlei planten hebben, hoe
veel soorten cacteeën en vetplanten zijn er niet,
die zoo weinig eischen stellen, als ze zoo mogelijk
maar wat zon hebben.
Verder hebben wjj verschillende bollen, die wjj
in glazen en schalen gedurende eenigen tjjd in
een donkere kast zetten en die, door haar bloe
men ons huis in de donkere dagen, die December
en Januari ons geven, opvroolijken. Hebt U het
al eens geprobeerd om de bollen van trosnarcis-
sen in een flinke schaal met grint, en water ge
durende eenigen tijd in het donker te laten staan
en hebt U van de schitterende resultaten ervan
al eens genoten? Zijn de stengels pl.minus 10
c.M. dan komen zij in de kamer en van dag tot
dag zien wij de stengels van die beeldige goud
kleurige bloemen wat grooter worden, totdat we
eindelijk nog geheel in het hart een knop zien,
die hooger en hooger komt en hoe groot is dan
onze vreugde, als die knop zich ontplooit tot een
heerlijke bloem, door ons zelf opgekweekt. Een
vereischte om goede resultaten te verkrijgen is,
dat men de bollen bij goede leveranciers koopt
en evenzeer, dat men de voorschriften stipt op
volgt. Doet men dit, dan zal men omstreeks
Kersmis al zelfgekweekte bloemen in huis kun
nen hebben.
Stoelen en kussens.
Zoovelen denken in de eerste plaats dat een
kussen slechts als versiering dienst doet en
vooral opvallend mooi moet zijn.
Wat hebben we aan een divan of stoel met
mooie kussens, die zoo hard en onaangenaam
zijn om te gebruiken, dat men onwillekeurig een
ontevreden gevoel krijgt als men er tegen leunt
of er op ligt.
Soms ziet men in zitkamers ook kusssens, die
zóó mooi zijn, dat ze niet gebruikt mogen wor
den, want de huisvrouw is bang dat er iets aan
komt. Laten wij dergelijke pronkkussens toch
niet in een zitkamer neerleggen.
Zacht® kussens.
Een kussen moet zoowel door een doelmatig
en toch mooi overtrek als door een goede vulling
aan de gestelde eischen voldoen, daarom is de
beste vulling, kapok, veeren of dons. Het is aan
te bevelen, indien men veeren gebruikt, te zor
gen voor 'een zeer dicht overtrek en dit daarna
te bekleeden, daar men anders altijd aan den
gang kan blijven met het afborstelen van klee-
ren na het gebruiken van een dergelijk gevuld
kussen.
Overtrekken van kussens.
Overtrekken van kussens moeten, om aan
practische eischen te voldoen, zooals ik reeds
scheef, zoo vervaardigd zijn, dat het werkelijk
gebruiks-artikelen zijn.
Schilder- en schabloonwerk op kussens kan
heel mooi zijn, maar door het leunen ertegen,
barst de verf en bederft het kussen; hetzelfde
kan gezegd worden van fluweelen kussens, die
door het vele zitten gaan pletten en er onsmake
lijk uitzien, zijden kussens slijten gauw en zien
er dan, doordat ze rafelig worden, onfrisch uit.
Wat blijft er dan wel over, hoor ik U al vragen?
Voor een zitkamer zou ik U willen raden brei
en haak uwe kussens van wol in diverse mooie
tinten of van frotté. Weef ze zelf, wat tegen
woordig hoe langer hoe meer in gebruik komt.
Men heeft weeftoestelletjes, waarvan de kleine
maten juist groot genoeg zijn om kussens op te
weven. Niet alleen kussens, maar ook overtrek
ken voor voetenbankjes, voetkussens buffet-
loopers, te veel om op te noemen.
Deze weefwol Is buitengewoon sterk en heeft
een onnoemelijk aantal nuances, waardoor het
mogelijk is kussens in mooie harmonieerende
kleuren te maken, die werkelijk „gebruikt"' kun
nen worden, omdat ze niet alleen mooi, doch
sterk en practisch zijn.
Allerlei weefsels kunt U op deze toestelletj
maken, rib- en linnenweefsel en zelfs het mooie
smyrnawerk. dat veel sterker is, dan het ge
knoopte of filet-gaas. Het leeren weven is bij
zonder gemakkelijk en na één of twee lessen is
men de weefkunst meester, de aanschaffing is
niet kostbaar en het weeftoestel heeft men voor
zijn leven. St. Nicolaas is nog te wachten, dus
wie tegen de kosten opziet, zet dit op haar lijstje.
Bepaalde firma's te noemen, die weeftoes
leveren gaat niet aan, maar indien belangstel
lende lezeressen er prijs op stellen deze te weten,
willen wij op verzoek wel eenige adressen op
geven.
Stoelen.
Na de kussens komen we bij de bekleede stoe
len, waarbij wü in een zitkamer niet uit het oog
moeten verliezen dat de bekleeding practisch
moet zijn; moquette of geribt fluweel Is in den
regel zeer sterk; gobelin daarentegen, hoe mooi
het ook is, wanneer het nieuw is, slijt gauw af
en daardoor komt de zwarte ondergrond dan te
zien, wat een vaal geheel geeft en er uitziet of
de gebruikte plekken vettig zijn. Heeft men nu
eenmaal gobelin fauteuils, dan is het aan te be
velen een cretonne overtrek te nemen in den
vorm van den stoel, dat men zoo noodig kan was-
schen. In elk geval zou ik U willen raden de
armleuningen en de plek, waar het hoofd rust
van een of andere waschbare stof te voorzien;
de meubels blijven er dan veel frisscher uitzien
en houden langer stand. Krijgt men bezoek, dan
kan men de overtrekken gemakkelijk verwijderen
en men heeft dan het prettige gevoel, dat alles
er zoo keurig uit blijft zien.
(Nadruk verboden).
APPEL- EN BANANEN-SLA.
Drie zachte bananen worden met een vork
fijn gemaakt en zoolang geklopt, totdat zij
schuimig zijn. Drie zure appels worden goed
sevasschen, daarna geraspt en met het sap van
twee citroenen met de bananenchuim vermengd.
1 Men kan dit gerecht in glazen opdienen met
Wat geslagen room versierd.
VRTJCHTENSLA.
j In een kristallen schaal legt men een laagje
'fijn gehakte ananas, daarop gemalen okker-
;of hazelnoten, geroosterde graanvlokken, dan
'volgt een laag aan stukjes gesneden appelen,
weer graanvlokken en tenslotte gehakte vijgen
en rozijnen.
1 d.L. room wordt met het sap van Vi citroen
stijf geklopt en over de bovenste laag uitge
spreid, terwijl men de oppervlakte met stukjes
okkernoot versiert.
(Geroosterde graanvlokken (Com-flokes) kan
men in comestibleswinkels verkrijgen, o.a. Kel-
log's com-flokes.)
NOTENBOOM.
1 d.L. gemalen amandelen en 1 d.L. gemalen
pinda's worden met 6 eetlepels room en 1 eet
lepel honing goed met elkander vermengd, zoo-
da.t men een betrekkelijk stijve massa verkrijgt.
Het beste is om niet al de room tegelijk bij te
voegen, maar te beginnen met 4 lepels, daar de
eene lepel wel eens dieper is dan de andere.
Het wit van 4 eieren wordt zeer stijf geklopt
met het sap van citroen en daarna met het
notenmengsel vermengd, echter zóó, dat men
alles voorzichtig om en om schept (vooral klop-
!pen). Men krijgt dan een mooie lichte schui
mige massa, die in glazen wordt opgediend
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged. Oude Gracht 88, Haarlem.
PROBLEEM No 815.
Mr. A, J. C. E. van Heycop t e n n
(1857—1925).
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kh3, Db2, Ld2, c4, g2, g5.
Zwart: Kg5, c5, g7.
PARTIJ Nr. 136.
Gespeeld in den zeskamp te Rotterdam, 28
Augustus 1931.
Wit: Zwart:
Ir. J. v. Weering. D r. M. E u w e.
(Rotterdam). (Amsterdam).
OOST-INDISCH.
1. d2d4 Pg8—f6
2. c2c4 g7g6
3. Pbld2
Deze voortzetting wordt spoedig door Zwart
weerlegd.
3Lf8g7
4. b2b3 e7e5
5. d4Xe5 Pg6—g4
Indien Wit thans 6. h2h3 zou spelen,
volgde Pg4e3, met verlies van de Dame (of
mat na f2Xe3?l.
6.
Lel—b2
Pb8c6
7.
Pgl—f3
0—0
8.
Ddl—cl
Tf8—e8
9.
e2e3
Pg4 X e5
10.
Lfl—e2
d7d6
11.
0—0
Lc8—f5
12.
Pf3Xe5
d6 X e5
13.
Tfl—dl
Dd8g5
14.
Delc3
Pc6d4
door
LOUISE KALHé.
In 't voortuintje aan den singel zaten de
oude vrouw en 't jonge meisje. Ze werkten
beiden aan 'n handwerkje, 't Was een prach
tige morgen in Juli; de planten stonden in
bloei en overal tjilpten de vogels.
Paardengetrappel deed 't meisje opkijken, 'n
^Rijtuig met twee schimmels reed voorbij
Kijk eens, ma, wat daar aankomt!"
Gunst, ja", zei de oude vrouw; ook toe
vallig!
Ze keken 't rijtuig na. 'n Bruid en bruidegom,
met twee getuigen, reden ermee naar 't stad
huis. Toen 't rijtuig om den hoek verdwenen
was, werkten beiden zwijgend door.
Na 'n poosje keek 't meisje op.
'k Had 't niet moeten zeggen, wel Oma?
vroeg zij.
Glimlachend keek de oude vrouw haar aan.
Dat zou jammer geweest zijn, Mimi, zei
ze. Waarom zou je me niet mogen herinne
ren aan den mooisten dag van m'n leven?
Maar 't is vandaag immers juist Uw
trouwdag
Zeker, en 't was toen ook 'n rijtuig met
twee schimmels. Dat brengt geluk aan.
Dat wist ik, Oma, en daarom was 'k
bang
Dat de herinnering aan 't geluk me pijn
zou doen? Nee, kind; 't geluk duurt niet eeuwig
Dat zal je ook eens moeten leeren.
De oude vrouw had haar werkje neergelegd
en keek 'n poosje peinzend voor zich uit.
- Zal 'k je eens iets meer vertellen over
Grootvader? vroeg ze.
Graag, Oma.
Toen vertelde de grootmoeder van haar
trouwdag. Zoo'n heerlijke zonnige dag. Geen
bruiloft; alleen 'n dineetje met de beste
vrienden.
De wederzijdsche familieleden waren voor 't
grootste deel niet tegenwoordig. Boos, dat zjj
'n anderen man getrouwd had. Dat kon niet
goed gaan. Hij zat er wel goed bij; maar zij
was te levenslustig voor zoo'n man, dia altijd
met zijn gedachten bij zijn zaken was. 't Eerste
jaar ging heel gauw voorbjj. Dat was 'n heer
lijke tijd voor haar. En toen Willy, Mimi's
moeder geboren werd, waren beiden den hemel
te rgk. Maar al gauw daarna kwamen de zor
gen. Grootvader ging achteruit in z'n zaken; de
gevolgen van den wereldoorlog. Ze sprak hem
moed in; begreep zelfs niet, hoe hij zoo zwart
gallig kon zijn. Alles moest immers terecht ko
men. Maar 't kwam niet terecht.
De eene slag volgde op den andere, 't Duurde
wel heel lang maar onverbiddellijk brak 't nood
lot Mies af, wat hij in den loop van jaren had
opgebouwd. Tot eindelijk wat hij zoo lang ge
vreesd had, kwam; hij ging failliet en ze waren
straatarm. De familie triomfeerde. Nu had ze,
wat ze verdiend had. Zorg en 'n ouden man.
Ook de vrienden van vroeger oordeelden op de
gebruikelijke manier over den man, die 't afge
legd had in den bitteren strijd om 't bestaan.
Was hij vroeger 'n flinke, knappe zakenman ge
weest, nu haalde men medelijdend de schouders
over hem op.
De*hulp, die hij kreeg was onvoldoende om
hem er bovenop te helpen en hjj was te eerlijk
Dit z.g. schijnoffer kan Wit niet aannemen,
omdat de Looper op e2 met onweerstaanbarer
aanval verloren gaat.
15. Le2fl Pd4e6
16. e3e4 Lf5—g4
17. f2—f3 Lg4—h3
18. f3—f4
Kglf2 was nog het b .e. Op 18. Kglhl
volgt Lh3 x g2r; 19. Lfl—g2, Pe6—f4; 20.
Tdt—gl, Pf4e2; 21. D onv„ Pe2—g3f; 22.
h2Xg3, Dg5—h5f; Lg2—h3, Dh5Xh3 mat.
18e5xf4
Op PeSXf4 volgt 19. Dc3g3 met winst
van een officier.
19. Dc3Xh3 Lg7xb2
20. Pd2—f3??
Een blunder, waardoor de kwaliteit verloren
gaat.
20Dg5c5f
21. Kgl—hl Lb2 X1
Opgegeven.
In dezen zeskamo deelden Dr. Euwe en S.
Landau den eersten en tweeden prijs, beiden
met 4 punten.
D. Noteboom won den derden prijs, met 2 'b
punt. De overige deelnemers waren Addicks,
rar. Wertheim en Ir. v. Weering.
I
OPLOSSING PROBLEEM No. 311.
(Ir. A. J. C. v. Eel de. 1857 1913.)
Stand der stukken:
Wit: Kcl, Dd8. Lc7, Lc8, Pe6, Pg4, b3, g2.
Zwart: Ke4, Lh3, Pb8, Fhl, e5, e7.
1. Dd8g8, enz.
Goede oplossing ontvangen van:
H. de Ruijter te Bloemendaal; F. Brandon
(ook nog van de Nos. 309 en 310) en H. W. van
Dort, beiden te Haarlem.
om 't geld van anderen op'tspel te zetten. Jaren
van armoe en tobben volgden nu. Maar ze
bleven gezond en vochten door, al was meer
malen geen enkele lichtstraal te zien. Ze steun
den elkaar, leefden alleen voor elkaar en hun
kind. Hij was alles voor haar en zij voor hem.
Kennissen en vrienden van vroeger lieten hen
links liggen.
'tWas een bittere tijd en toch-voor geen
geld zou zrj hebben willen ruilen met andere
vrouwen, die nooit zoovee! van hun man konden
houden als zij van grootvader. Want hjj deed
alles voor haar. Niets was hem te min. Baan
tjes, waar z'n vroegere omgeving den neus
voor ophaalde, nam lïjj. aan, hopende, dat toch
eens de kans zou keeren. En hij zag, hoe zij
dagelijks den bitteren strijd meestreed tegen
armoe en ontbering. Hoe ze er onder leed, al
probeerde ze, zelfs op de somberste dagen, hem
op te vroolijken en t.o steunen.
Toen eindelijk, na lange jaren, kreeg h(j 'n
vaste betrekking. Genoeg om van te leven, heel
zuinig. En later werd 't nog 'n beetje beter.
Dat was weer 'n heerlijke tijd voor beiden. Ze
waren rijk met weinig, tevreden met heel
kleine genoegens. En toen grootvader stierf,
wist hij, dat zijn vrouw en kind veilig waren.
't Getrappel van paarden deed hen weer op
kijken. De bruidskoets kwam terug van 't stad
huis. Keurig zag 't span eruit. En de vogels
zongen, de bloemen bloeiden en de zon scheen
Grootmoeder staarde 't rijtuig na, tot 't ver
dwenen was. Haar oogen stonden vol tranen
Ze probeerde ze ongemerkt weg te wisschen.
't Meisje legde een hand op de hare.
Toe huil nu niet, Oma; op Uw trouwdag.
En na een stilte.
U mag nooit meer van dien tijd vertellen.
Grootmoeder keek glimlachend op.
Je begrijpt 't niet, kind, zei ze zacht. De
ellende vergeten we, maar 't geluk niet.
(Nadruk verboden).