KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT.
Voor de Vrouw
8e Jaargang.
Eerste Heemsteedsche Courant. 27 November 1931. Tweede Blad.
No. 47.
LOSSE BLAADJES.
De Pessimist.
Brokjes Levenswijsheid.
De bokser.
Door G. Th. ROTMAN.
SCHAAKRUBRIEK.
SPORT.
Tc Zag heden vriend Nurks weer eens even;
Hij liep, of hij zat was van 't leven.
Hij leek een verdrukte,
Wien alles mislukte
Je zou 'm een dubbeltje geven!
Ik zei: „Wel amice, hoe gaat het?
Niet best soms?" Ja kerel, je raadt hetH
Wat 'n sombere tfld;
't Is akeligheid,
En wat z' er aan doen, och, wat baat het
Je dufft niet op beter te hopen;
Je zou haast een touwtje gaan koopen.
En dan zonder schroom
Aan 'n stevigen boom
Jezelven maar op willen knoopen!"
Ik kon het niet laten te vragen:
„Wat praat jfl van donkere dagen?
Een mooi tractement,
Een aardige cent
Waarempel, jij hoeft niet te klagen!"
Het antwoord, was niet zoo heel schrander:
„Het gaat m'ook zoo slecht niet, vriend Xander;
Maar geen mensch is tevree,
Dus 'k doe ook maar mee
En klaag net zoo hard als een ander!"
(Nadruk verboden)
Onlangs had ik een gesprek met een bokser,
die m(j allerlei merkwaardige dingen vertelde
over zijn vak. Een van de moeilijkste dingen
om aan te gewennen is, zei hij mij, niet zoo
zeer het ontvangen als het uitdeelen van
slagen. Wanneer de boksmeester gedurende
de eerste lessen den leerling zijn kaken toe
keert, moet hij herhaaldelijk aanmanen, toch
met meer durf en kracht daarop te slaan.
De beginneling vindt het een onprettige ge
waarwording, een slag toe te brengen op het
menschengezicht, dat hem tot mikpunt wordt
aangeboden. Hij ziet er tegen op, pijn te doen.
Toch is het overwinnen van deze vrees
eerste voorwaarde om een bokser te worden.
De bokser mag niet aarzelen, niet talmen, zich
niet uit afschuw afwenden of terugtrekken,
wanneer hij zijn uitval onderneemt. Hij moet
onverbiddelijk zijn en meedoogenloos raken,
zonder de gevoeligheid van zijn tegenstander
te ontzien of met zijn kleinzeerigheid rekening
te houden. Een bokser, die al te hoffelijk te
werk gaat en te veel consideratie gebruikt,
is ongeschikt voor zjjn vak.
Zich gewennen aan het treffen van levend
vleesch! Ik vond het verhaal gruwelijk. Ên ik
dacht aan die andere verhalen, welke ik wel
eens gehoord had: van soldaten, die moeten
leeren schieten op poppen, om later gehard te
zfln, wanneer het echte menschen betreft.
Is een dergelijke gewenning menschwaardig
Moet men een zoodanige oefening niet als
onmenschelijk veroordeelen
Zeer stellig, wanneer het doel is, menschen-
levens te leeren verminken of te vernietigen.
Zeer stellig, wanneer het er om te doen is,
zich te bekwamen in den dienst van het rede-
looze geweld. Maar er zijn genoeg voorbeelden,
welke de noodzakelijkheid van gehardheid te
genover de kwetsbaarheid van den mede-
mensch aantoonen. Want men kan ook soms
pijn moeten doen om hem te genezen, te
redden.
Niet alleen de bokser en de soldaat moeten
leeren, het levende vleesch van hun naaste met
niets ontzienden durf en meedoogenlooze kracht
te treffen. Een dergelijke oefening heeft ook
de student door te maken, die straks genees
heer wil worden. Zeker, een operatie doet pijn,
maar de chirurg, die de gevoeligheid van zijn
patient ontziet, zou zijn plicht schandelijk
verwaarloozen. Ik kan me voorstellen, dat er
wel eens een rilling langs den rug van een
jongen tandarts zal loopen, wanneer hij de
boor in het tandbeen laat draaien of de naald
in het tandvleesch steekt. Maar mag hij aan
dat medegevoel toegeven?
Ik herinner mij een arts, die bij een gebrek
kige vrouw werd geroepen en door het stel
len van een verkeerde diagnose bijna een
menschenleven verknoeid had. Toen een in
consult geroepen collega hem vroeg, hoe het
toch mogelijk was, dat hij een zoo oppervlak
kig onderzoek had verricht, verontschuldigde
hij zich met te zeggen, dat hij om het gevoel
van de gebrekkige vrouw te ontzien, er niet
toe had kunnen komen haar te verzoeken, zich
te ontkleeden. Deze kieschheid pleit voor het
menscheltjke hart van den arts, maar maakt
hem als geneesheer onmogelijk.
Er behoort moed toe, pijn te verduren,
maar meer moed pijn te doen. Tegenover de
plicht om te pijnigen gedragen de meesten
onzer zich dikwijls als lafaards. Wij moeten
iemand om zijn eigen bestwil een harde
waarheid zeggen, maar zoeken een uitvlucht
en als 't tot een gesprek komt, volstaan wij
met beminnelijke woorden. Wij moeten een
verzoek weigeren, maar onze vrees om te
kwetsen, weerhoudt ons en tegen beter weten
in staan wij toe. En wij verzuchten den dichter
na:
„Gelukkig hij en vrij en vroed,
Die neen durft zeggen, neen!
Dat bondig woord, vol mannenmoed
Tot iedereen!"
Zoo gelukkig, zoo vrij en vroed zfln wfl niet
altijd. En vaak baart „ons laf, ons roekloos ja"
ook öns pfln! Als wij het uitspreken zonder
overtuiging, alleen om maar niet te hoeven
kwetsen.
Deze vrees om te kwetsen staat ook in ver
band met de houding van het slachtoffer. De
patient spartelt tegen en menigmaal heeft
een ouderwetsche kiezentrekker onder de
cperatie een opstopper gekregen. Een verma
ning wekt toorn. Wanneer wfl iemand „iets
onder het oog moeten brengen", weten we
vooruit, dat ons een onaangenaam oogenblik
wacht. En tegen onaangenaamheid zien wfl op.
Daarom beheerschen wfl ons bfl zulke gele
genheden zoo weinig. Ons verwijt is onhandig
ingekleed; onze aanmerking wordt opgediend
te. geprikkelden toon. Een ongeoefend operateur
is onrustig. Daarom is oefening in het kwetsen
en pijn toebrengen nog niet zoo onsympathiek
als het lijkt
H. G. CANNEGIETER
TWEE EN EEN HALF UUR ZONDER
DIENSTBODE.
't Programma liep totaal mis.
49. „Gaat nu maar allemaal naar huls!" ver
volgde hfl, toen de kuil klaar was. „Ik zal de
leeuwen wel klein krijgen!" En meteen ging
hij met z'n geweer boven in den boom zitten.
Inderdaad kwamen de leeuwen spoedig voor
den dag, maar de olifant was er ook weer bfl.
„Nee, vrind, jou moet ik niet!" bromde de kapi
tein en hfl pafte er lustig op los.
50. Het wilde echter weer niet al te best
lukken, en toen hfl op 't laatst al z'n kogels ver
schoten had, had hfl nog niets geraakt. ..Zie
zoo!" dacht de olifant", nu 't is mijn beurt!"
Hfl rende in volle vaart op den boom toe en
bom! met z'n kop er tegen aan, tenge
volge waarvan de kapitein in z'n eigen leeuwen
kuil terecht kwam.
51. Door den schok verdoofd, bleef de kapitein
'n half uur onbeweeglijk liggen. Toen hfl bij
kwam, wou hij er uitmaar o lieve help!
Rondom den kuil stond 'n heele kring van leeu
wen hem op te wachten I Roets, hfl weer naar
beneden. Maar. hoe lang hfl ook wachtte, de
leeuwen schenen volstrekt geen zin te hebben om
te vertrekken
52. Vflf dagen gingen voorbij en nog steeds
hield het moorddadig gedierte de wacht. Noch
de inboorlingen, noch de twee neven durfden bfl
den kuil te komen. En gedurende al dien tfld
kreeg hfl geen sikkepit te eten, zoodat hfl zoo
mager werd als 'n rietje. Om den honger niet al
te erg te voelen, moest hfl telkens z'n buikriem
stijver aanhalen!
Onze dienstbode heeft den aftocht geblazen.
WA schrijven 's morgens half acht. Aan
de ontbijttafel bereken ik mfln kansen. Tot acht
uur ontbijten; tot half negen baby baden en
kleeden, tot half tien slaap- en badkamer, tot
half elk huiskamer en ontbijttafel afwasschen.
Daarna tot twaalf uur met Baby naar 't park.
Half één komt Rolf koffiedrinken. Van één tot
half dri,e kopjes wasschen en voor het avond
eten zorgen. Dan weer met baby naar het park.
Baby lacht. Ze heeft natuurlijk weer alles be
grepen, de schat. Pats daar gaat haar kroesje
met melk om. Langs den kinderstoel kabbelt
een genoeglijk stroompje naar het tapijt. Dat
staat met op mfln programma! Vlug een doekje
uit de keuken halen. Daarvoor moet ik twee
trappen af. O, gezegende moderne flats!
Onzin! —Het is goed voor mfln lijn, die zich
den laatsten tfld toch al schandelijk te buiten
gaat.
Weer bovengekomen zie ik dat Rolf nu ook
aan de ontbijttafel geland is.
Mogge! Wat is het hier een rommel en mijn
ei lflkt wel kikkerdril; het is veel te zacht!,
luidt de morgengroet.
Ik apprecieer de vergelijking, beboen het
melkorgie en ren weer naar beneden, om een
„elerlflk el" te wrochten.
Ondertusschen brengt de melkboer de melk.
Prachtig! denk ik, die breng ik ffln aan den
kook (de melk natuurlflk) in den tijd dat ik
het el boven breng.
Dan word Ik door een oorverdoovend gebrul
van mfln jongste verwelkomd. Rolf ziet vuur
rood; een rimpel boven zfln neus. Baby is
stoutl, zegt hfl, ze heeft een knoop van mijn
jasje getrokken!
Baby hef?, klnkt het hartverscheurend en
twee betraande kijkertjes zien me vol verwach
ting aan. Een zeer moeilijk parket voor een
vrouwen- en moederhart, nietwaar?
Ter afleiding haal ik naald en draad en werp
me op den knoop.
Maar Baby houdt vol. Ze heeft beslist het ka
rakter van haar vader. Baby hef, mammie?
Baby hellef?? Het gebrul begint weer.
Ja, Baby ls hef! sus ik gauw en met succes.
Je verwent het kind schandelijk! zegt Rolf
natuurlflk. Ja engel, denk ik en geef een laat
ste ruk aan de draad.
Ziezoo, Heer Gemaal. Uw knoopenschade...
Ja laat maar!, onderbreekt Rolf geërgerd.
Dan staat hfl op, kust me met een aartsvader
lijk gebaar op mijn voorhoofd en zegt:
Tot straks Mlep! Wat zit je haar weer slor
dig!
O monster! denk lk, maar lk kan me beheer
schen.
Even later slaat de voordeur dicht, Rolf is naar
kantoor.
Het ls al bfl negenen. Baby's bad- en kleedtfld
is al bijna verstreken. Dien achterstand moet lk
beslist op de bad- en slaapkamer inhalen.
Plotseling ruik lk een afschuwelijke lucht.
De melk natuurlijk!! Ik fll naar beneden. Een
ruïne Ik kan wel grienen. Juist als ik aan de
groote reiniging wil beginnen, gaat de straatbel,
Weer twee trappen op! Het is ae kruideniers
jongen. Hfl lacht, ziet er blozend uit en de zon
schijnt. Hoe ls het mogelijk?
Het ruikt hier een beetje gebrand,
mevrouw! zegt het Jongmcnsch.
Ik prevel zacht, een zoet woordje, zeg: „Niets
noodig!" en smflt met een nfldigen ruk de deur
dicht.
Halverwege de trap valt me in, dat er geen
suiker en geen griesmeel voor Baby meer is. Als
lk naar de voordeur terugga, zie lk den jongen
den hoek van de 6traat omfietsen.
Boven huilt Baby. Ze heeft de jampot weten
te bemachtigen en er kleeft jam in haar oog.j
Ook dat nog!
Als Baby weer toonbaar ls gemaakt, slaat de
klok van de huiskamer tien uur.
En ik heb nog niets gedaan. De bad- en slaap-
kamertfld is ook al weer rijkelijk verstreken. Ik
haal het nooit meer In. Van het park komt na
tuurlijk mets! En Baby moet van den dokter
nog wel veel uit!
„Rang!" gaat de huisbel weer.
Met den moed der wanhoop sukkel ik de twee
trappen weer af. Voor alle zekerheid neem ik
Baby maar mee.
Op de stoep staat een pootige vrouw.
Dag mevrouw, lk ben Anna van het kan
toor. Mijnheer stuurt me naar u toe. Ik kom
u helpen, totdat er weer een nieuwe dienstbode
is!
Ze knflpt Baby lachend In de wang. Die kraait
van plezier en bijna had lk meegekraaid.
Als ik even later Baby's rozig lijfje met den
badhanddoek droog wrijf, bedenk lk dat het
„monster" toch nog zoo kwaad niet is
kei weer van de partfl, die naast Duinhoven de
eer te beurt valt, een groot deel van de over
winning te danken te zfln. Die 12 tegen
pielt ook voor het uitstekende werk van Kobus.
De wedstrijd van Zondag werd een 2I over
winning voor H.B.C.
Toch heeft het er geweldig gespannen. Met
rust ls de stand dubbel blank, doch kort na
rust neemt G.D.A. uit een corner de leiding,
waarna Leuven door toeloopen de stand op
1l brengt. Dan ls H.B.C. niet meer te houden.
Een penalty wordt gemist door Ruigrok, maar
hfl herstelt zfln fout door een hooge voorzet van
Pijpers ln te koppen. 12.
Dan blflft H.B.C. sterker, doch G.D.A. weet
verder scoren te voorkomen.
H.B.C. staat thans, met 2 verliespunten meer,
achter T.Y.B.B. op de 2e plaats.
H.B.C. II kon het Zondag tegen D.S.8. niet
verder dan 1I brengen, een gevolg van het
zwakke uitkomen, daar er 3 spelers mee moes
ten spelen die reeds tevoren een wedstrijd had
den gespeeld. Dit kan hun het kampioenschap
wel eens kosten.
Het 3e behaalde haar eerste punt door tegen
T.Y.B.B. II gelflk te spelen 22. Ze gaan
vooruit.
H.B.C. IV verloor weer met 51 van D.S.S. n.
Wegens kerkelijke feesten zullen er Zondag
bfl H.B.C. geen wedstrijden zijn.
Oplossingen, bfldragcn, enz. te zenden aan
den Schaakredacteur,
Ged. Oude Gracht 88, Haarlem.
PROBLEEM No. 328.
H. Rosenkllde,
(Hamburg),
VOETBAL.
UIT HET H.B.C.-KAMP.
Met gemengde gevoelens zagen de H.B.C.-
supporters H.B.C. Zondag naar Loosduinen
trekken. Nu ook zonder v. Rooden.
Maar, al gaat dit steeds ten koste van de
reserveploeg H.B.C. n, ze beschikken over uit
stekende reserves, en zoo moesten zfl tegëh
het sterke G.D.A. met de volgende ploeg uit
komen:
P. Kobus
J. v. Bakel Duinhoven
Harry Drafler G. Vinke P. Warmerdam
Voordenhake, Ruigrok, aJc. Leuven, Martin,
Pijpers.
Het was dus voor dezen verjongden ploeg
geen gemakkelijke taak tegen de stevige Loos-
c1 Miners, maar taktiek won het van kracht.
Vinke op de middenplaats is een aanwinst,
Warmerdam op deze plaats doet wonderen,
Drafler als nieuweling in den ploeg deed wat
van hem verwacht werd. Voordenhake paste
zich al beter aan, en met Ruigrok ln de voor
hoede zal menig back zich wel eens hopeloos
gaan voelen. Jammer dat zfln schot eenlge ma
len faalde. Leuven moet nog even sneller wor
den, waarvoor Martin hem wel zal opstuwen,
daarbfl geholpen door Pflpers die de ballen wel
op tfld weet voor te krflgen. Met 1? goals tegen
in 7 wedstrijden blijkt de verdediging wel voor
haar taak berekend te zfln. Zondag was v. Ba-
VAN HET R.K. SPORTPARK.
Geel Wit I stevent steeds meer naar de
bovenste plaats. De helft van den weg is afge
legd en nog geen enkel punt verspeeld. 43 maal
gescoord, met 5 goals tegen, 't Is een prestatie!
Geel wit n won van Lisse ni met 50 en
Geel Wit Hl verloor van O.G. Hl met 81.
D.S.S. II wist H.B.C. rv met 51 te kloppen,
tegen D.S.S. III tegen Concordia IV het dozfln
vol maakt met 0 tegen.
Voor a.s. Zondag is alleen vastgesteld D. S.
S. Ide Meer IL
H. T. C. HEEMSTEDE.
Wegens den zwaren mist kon de wedstrijd
Heemstede I—VI. Vogels I geen doorgang vin
den, wat een teleurstelling was daar met een
beetje goeden wil van den aanvoerder van VI.
Vogels er best gespeeld had kunnen worden.
Het 2e elftal, aangevuld met spelers uit het
3e, speelde een vriendschappelijk partijtje
togen Hellenen combinatie wat een 62 over
winning voor de bezoekers werd.
A.s. Zondag gaat het eerste elftal naar Vijf
huizen een der zwakke zusjes uit deze afdee-
ling. Toch is het geraden deze niet te licht op
te vatten, daar dit anders wel eens de eerste
overwinning voor de gastheeren kon worden.
Het 3e speelt om half elf voor de Competitie
tegen Hillegom 3 en kan wel winnen als er
flink aangepakt wordt.
Het 2e speelt om 2 uur vriendschappelijk
tegen D.S.K. II.
H. P. C.-NIEUWS.
Zaterdag en Zondag J.l. nam H P.C. deel aan
het 2-daogsche zwemfeest van „Het Y".
H.P.C. behaalde de 3de prfls op het nummer
4 X 100 M. vrije slag estafette en plaatste zich
voor de vrij sterke Y-ploeg.
Verder werd de 3de prfls behaald op het
nummer 10 x 50 M. vrije slag estafette.
Voor het polo-tournool voor de sportfondsen
beker. speelde H.P.C. tegen het Y.
H.P.C. probeerde op de linksvoorplaats de
jeugdige Muller. Deze bleek wel iets te licht
voor de eerste klasse.
H.P.C. verloor deze wedstrijd met 20, wat
vooral te danken was aan het goede keepen
van J. Schutter.
Het wilde, evenals van 't zomer, in de voor
hoede weer niet vlotten. H.P.C.-voorfcoede-spe-
lers; als er een achterhoede-speler op komt
zwemmen, blijf ddh niet stokstflf voor de doel-
mond liggen, ook al zie Je, dat je achterhoede
speler er niet komt. Even voor de goal weg
zwemmen vergemakkelijkt het op-zwemmen der
achterspelers, en dit opzwemmen is absoluut
noodig.
Dolfijn verloor met 42 van D.J.K., zoodat
D.J.K. en het Y om de eerste prfls en Dolffln en
H.P.C. om de 3de prfls moesten kampen. Ook
deze wedstrijd werd door H.P.C. verloren met
2—1.
OEFEN-AVOND VAN H. P. C.
Elke Woensdagavond van 910 uur in Stoop's
Bad. Komt zooveel mogelflk.
H.
RUGBY.
Ik heb Rugby gezien. De voetbalclub „Heem
stede" had de M. T. S. uit Haarlem in de ge
legenheid gesteld een wedstrijd op haar terrein
te spelen tegen het Amsterdamsche A. A. C.
Wie onzer, die voetbalenthousiast is, heeft al
Diet eens van Rugby gehoord? Als een club al
eens te forsch speelde, dan was het oordeel van
ons: „t leek wel Rugby."
Ik was niet de eenlge nieuwsgierige. Langs
het lflntje stonden er nog wel een paar hon
derd, die, er ook geen verstand van hadden
..gelukkig", want stel )e voor dat je eiken dag
op zulk een „veredelend spel" verrast wordt.
Ja, die goalpalen stonden de voetballers wel
aan. Van die hooge latten als verlengstukken
der palen. Zoon doel voor het namen van een
penalty. Dan miste ik nooit, verzekerde mij een
„schutter".
Om half drie koonen de 30 spelers in het veld.
De eivormige bal wordt ln een kuiltje ge
plaatst, een trap, en het spel is in vollen gang.
Plots grijpt een speler het zwarte „el" beet,
rent er mee over het veld, gevolgd door zfln
tegenstanders, die hem trachten te grijpen, aan
hals, armen of beenen, en plots zie je die mfln
heer met den bal in den arm over het veld rol
len, met boven op hem eenlge tegenstanders.
Hoe woester, hoe mooier, en volgens mfln op
vatting fluit de scheidsrechter alleen als er
niets te doen is. Ik kreeg dan het idee dat een
tegenstander zoo maar vergat den „man met
den bal" omver te loqpen of zfln been of arm
uit het lid te trekken.
Maar lk „snapte" er ook niets van. Alleen
vernam ik later, dat het maar „Engelseh" spel
was, en dat het Amerikaansche wat „forscher"
was.
Toen heb ik in het belang van de „huismoe
ders" de verzuchting geslaakt, dat „Rugby"
niet evenals voetbal „ingeburgerd" zal worden,
want na aloop van den wedstrijd kregen eenige
jongens het „ei" nog even te pakken, gingen el
kander ook over het veld „smflten", sleurden
elkander aan jas, broek of blouse over het veld.
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Ke8, Tc8, Ld7, Pc3, b4, d4, e6.
ZwartKd6, Tg5, Lg4, Lh2, Ph3, a6, b7, e5,
f2, f3, g6.
PARTIJ No. 139.
Gespeeld ln het tournool te Bied, 24 Augus
tus 1931.
Wit: Zwart:
E. Co 11 J. Kashdan
(Brussel). (New-York).
DAME-PION-OPENING.
1.
d2—d4
d7—d5
2.
Pgl—f3
PgS—f6
3.
e2e3
c7c5
4.
c2c3
e7e6
5.
Pbld2
Pb8c6
6.
Lfld3
Lf8d6
7.
0—0
0—0
8.
d4Xc5
Ld6Xc5
9.
e3e4
Dd8c7!
10.
e4xd5
e6Xd5
11.
Pd2—ib3
Lc5b6
12.
Ddlc2
Tf8—e8
13.
Lelg5
Pf6e4
14.
Tal—el
Lc8—f5
15.
Lg5e3
Lf5—g6
16.
Pf3h4
De" Colle-opening is van beide zflden naar de
nieuwste gegevens behandeld. Wit wil nu het
Paar:! e4 den steun ontnemen laat echter een
zeer verborgen, mooi offer toe.
16Pe4xf2!
17. Le3Xf2 Lb6Xf2f
18. KglXf2 Dc7—bflf
19. Kf2g3 Te8—e3f
20. Telxe3 Db6Xe3f
21. Tflf3
22. Kg3h3 Pc6-
23. Tf3—-g3 Dg5h6
24. Ld3—f5
Op 24. Ld3Xg6, Pe5xg6; 25. Tg3—g4 volg#
Pg6—e5 en daarna g7g5.
24Ta8e8
25. Pb3d4 Lg6h5!
Dreigt g7g5, wat ook door 26. Lf5Xh7f,
Kg8f8! niet te verhinderen ls.
26. Dc2f2 g?g5
27. Lf5xh7f Kg8—f8!
28. Lh7—f5 g5Xh4
29. Tg3—e3 Te8—e7
Om te verhinderen, dat deze Toren, na een
zet met het Paard e5, niet met schaak wordt
genomen,
30.
Te3—el
Op
30. Df2—el?
zou volgen Pe5d3!
30.
Lf5Xg4
Lh5g4f
Peüd3
31.
32.
Df2xh4
Pd 3f44-
33.
Kh3g3
Dh6xh4f
34.
Kg3Xh4
Pf4Xg2f
35.
Kh4g5
Te7xel
36.
h2h4
Pg2—e3
37.
Lg4—f3
Pe3c4
38.
Pd4—f5
Telgl
39.
Kg5—f4
Tgl—fl
40.
Pf5eS
Tfl—f2
41.
Pe3—dl
Tf2h2
42.
h4—h5
Pc4Xb2
43.
Pdle3
Pb2d34
44.
Kf4—g3
Th2Xa2
45.
Lf3 X d5
Ta2b2
46.
h5h6
Pd3e5
47.
Kg3f4
Pe5g6a
48.
Kf4—e4
b7—.bè
49.
Pe3—f5
Pg6—e7
Opgegeven.
Toen dacht ik aan „moeder", die straks klee-
ren kan verstellen, wat nog erger zal worden
als ze straks hun kunsten op de straatsteenen
vertoonen.
O, ja, A. A. C. won met 110.
BILJARTEN.
VERVOLG JUBILEUMWEDSTRIJDEN
BIJ D.O.K.
Dinsdagavond was „Groer.endaal" Heemstede
op bezoek met de 3e spelers van ieder Viertal
Alleen no. 2 en 3 van D.O.K. speelden een
goede partfl, de overige bleven beneden het
middelmatige.
De uitslag was:
GroenendaalD.O.K.
C. v. d. HeuvelJ. Spek, 40 beurtem 99125
M. SchabbinkB. v. d. Klashout, 33 b. 49100
Th VteyersT. Vester (reserve) 45 b., 83100
Cliteus Jr.J. v. d. Veldt, 44 beurten 75—65
T-I?14? 306—390
1 Dec- komt Vijf Queuën uit Haar
lem (N.) met de le spelers van leder viertal
en Donderdag Rusthoek, met de 2e spelers van
leder viertal.
Vooral Dinsdagavond belooft het een span
nende avond te worden.
4