KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT. Voor de Vrouw 8e Jaargang. Eerste Heemsteedsche Courant. 27 November 1931. Tweede Blad. No. 47. LOSSE BLAADJES. De Pessimist. Brokjes Levenswijsheid. De bokser. Door G. Th. ROTMAN. SCHAAKRUBRIEK. SPORT. Tc Zag heden vriend Nurks weer eens even; Hij liep, of hij zat was van 't leven. Hij leek een verdrukte, Wien alles mislukte Je zou 'm een dubbeltje geven! Ik zei: „Wel amice, hoe gaat het? Niet best soms?" Ja kerel, je raadt hetH Wat 'n sombere tfld; 't Is akeligheid, En wat z' er aan doen, och, wat baat het Je dufft niet op beter te hopen; Je zou haast een touwtje gaan koopen. En dan zonder schroom Aan 'n stevigen boom Jezelven maar op willen knoopen!" Ik kon het niet laten te vragen: „Wat praat jfl van donkere dagen? Een mooi tractement, Een aardige cent Waarempel, jij hoeft niet te klagen!" Het antwoord, was niet zoo heel schrander: „Het gaat m'ook zoo slecht niet, vriend Xander; Maar geen mensch is tevree, Dus 'k doe ook maar mee En klaag net zoo hard als een ander!" (Nadruk verboden) Onlangs had ik een gesprek met een bokser, die m(j allerlei merkwaardige dingen vertelde over zijn vak. Een van de moeilijkste dingen om aan te gewennen is, zei hij mij, niet zoo zeer het ontvangen als het uitdeelen van slagen. Wanneer de boksmeester gedurende de eerste lessen den leerling zijn kaken toe keert, moet hij herhaaldelijk aanmanen, toch met meer durf en kracht daarop te slaan. De beginneling vindt het een onprettige ge waarwording, een slag toe te brengen op het menschengezicht, dat hem tot mikpunt wordt aangeboden. Hij ziet er tegen op, pijn te doen. Toch is het overwinnen van deze vrees eerste voorwaarde om een bokser te worden. De bokser mag niet aarzelen, niet talmen, zich niet uit afschuw afwenden of terugtrekken, wanneer hij zijn uitval onderneemt. Hij moet onverbiddelijk zijn en meedoogenloos raken, zonder de gevoeligheid van zijn tegenstander te ontzien of met zijn kleinzeerigheid rekening te houden. Een bokser, die al te hoffelijk te werk gaat en te veel consideratie gebruikt, is ongeschikt voor zjjn vak. Zich gewennen aan het treffen van levend vleesch! Ik vond het verhaal gruwelijk. Ên ik dacht aan die andere verhalen, welke ik wel eens gehoord had: van soldaten, die moeten leeren schieten op poppen, om later gehard te zfln, wanneer het echte menschen betreft. Is een dergelijke gewenning menschwaardig Moet men een zoodanige oefening niet als onmenschelijk veroordeelen Zeer stellig, wanneer het doel is, menschen- levens te leeren verminken of te vernietigen. Zeer stellig, wanneer het er om te doen is, zich te bekwamen in den dienst van het rede- looze geweld. Maar er zijn genoeg voorbeelden, welke de noodzakelijkheid van gehardheid te genover de kwetsbaarheid van den mede- mensch aantoonen. Want men kan ook soms pijn moeten doen om hem te genezen, te redden. Niet alleen de bokser en de soldaat moeten leeren, het levende vleesch van hun naaste met niets ontzienden durf en meedoogenlooze kracht te treffen. Een dergelijke oefening heeft ook de student door te maken, die straks genees heer wil worden. Zeker, een operatie doet pijn, maar de chirurg, die de gevoeligheid van zijn patient ontziet, zou zijn plicht schandelijk verwaarloozen. Ik kan me voorstellen, dat er wel eens een rilling langs den rug van een jongen tandarts zal loopen, wanneer hij de boor in het tandbeen laat draaien of de naald in het tandvleesch steekt. Maar mag hij aan dat medegevoel toegeven? Ik herinner mij een arts, die bij een gebrek kige vrouw werd geroepen en door het stel len van een verkeerde diagnose bijna een menschenleven verknoeid had. Toen een in consult geroepen collega hem vroeg, hoe het toch mogelijk was, dat hij een zoo oppervlak kig onderzoek had verricht, verontschuldigde hij zich met te zeggen, dat hij om het gevoel van de gebrekkige vrouw te ontzien, er niet toe had kunnen komen haar te verzoeken, zich te ontkleeden. Deze kieschheid pleit voor het menscheltjke hart van den arts, maar maakt hem als geneesheer onmogelijk. Er behoort moed toe, pijn te verduren, maar meer moed pijn te doen. Tegenover de plicht om te pijnigen gedragen de meesten onzer zich dikwijls als lafaards. Wij moeten iemand om zijn eigen bestwil een harde waarheid zeggen, maar zoeken een uitvlucht en als 't tot een gesprek komt, volstaan wij met beminnelijke woorden. Wij moeten een verzoek weigeren, maar onze vrees om te kwetsen, weerhoudt ons en tegen beter weten in staan wij toe. En wij verzuchten den dichter na: „Gelukkig hij en vrij en vroed, Die neen durft zeggen, neen! Dat bondig woord, vol mannenmoed Tot iedereen!" Zoo gelukkig, zoo vrij en vroed zfln wfl niet altijd. En vaak baart „ons laf, ons roekloos ja" ook öns pfln! Als wij het uitspreken zonder overtuiging, alleen om maar niet te hoeven kwetsen. Deze vrees om te kwetsen staat ook in ver band met de houding van het slachtoffer. De patient spartelt tegen en menigmaal heeft een ouderwetsche kiezentrekker onder de cperatie een opstopper gekregen. Een verma ning wekt toorn. Wanneer wfl iemand „iets onder het oog moeten brengen", weten we vooruit, dat ons een onaangenaam oogenblik wacht. En tegen onaangenaamheid zien wfl op. Daarom beheerschen wfl ons bfl zulke gele genheden zoo weinig. Ons verwijt is onhandig ingekleed; onze aanmerking wordt opgediend te. geprikkelden toon. Een ongeoefend operateur is onrustig. Daarom is oefening in het kwetsen en pijn toebrengen nog niet zoo onsympathiek als het lijkt H. G. CANNEGIETER TWEE EN EEN HALF UUR ZONDER DIENSTBODE. 't Programma liep totaal mis. 49. „Gaat nu maar allemaal naar huls!" ver volgde hfl, toen de kuil klaar was. „Ik zal de leeuwen wel klein krijgen!" En meteen ging hij met z'n geweer boven in den boom zitten. Inderdaad kwamen de leeuwen spoedig voor den dag, maar de olifant was er ook weer bfl. „Nee, vrind, jou moet ik niet!" bromde de kapi tein en hfl pafte er lustig op los. 50. Het wilde echter weer niet al te best lukken, en toen hfl op 't laatst al z'n kogels ver schoten had, had hfl nog niets geraakt. ..Zie zoo!" dacht de olifant", nu 't is mijn beurt!" Hfl rende in volle vaart op den boom toe en bom! met z'n kop er tegen aan, tenge volge waarvan de kapitein in z'n eigen leeuwen kuil terecht kwam. 51. Door den schok verdoofd, bleef de kapitein 'n half uur onbeweeglijk liggen. Toen hfl bij kwam, wou hij er uitmaar o lieve help! Rondom den kuil stond 'n heele kring van leeu wen hem op te wachten I Roets, hfl weer naar beneden. Maar. hoe lang hfl ook wachtte, de leeuwen schenen volstrekt geen zin te hebben om te vertrekken 52. Vflf dagen gingen voorbij en nog steeds hield het moorddadig gedierte de wacht. Noch de inboorlingen, noch de twee neven durfden bfl den kuil te komen. En gedurende al dien tfld kreeg hfl geen sikkepit te eten, zoodat hfl zoo mager werd als 'n rietje. Om den honger niet al te erg te voelen, moest hfl telkens z'n buikriem stijver aanhalen! Onze dienstbode heeft den aftocht geblazen. WA schrijven 's morgens half acht. Aan de ontbijttafel bereken ik mfln kansen. Tot acht uur ontbijten; tot half negen baby baden en kleeden, tot half tien slaap- en badkamer, tot half elk huiskamer en ontbijttafel afwasschen. Daarna tot twaalf uur met Baby naar 't park. Half één komt Rolf koffiedrinken. Van één tot half dri,e kopjes wasschen en voor het avond eten zorgen. Dan weer met baby naar het park. Baby lacht. Ze heeft natuurlijk weer alles be grepen, de schat. Pats daar gaat haar kroesje met melk om. Langs den kinderstoel kabbelt een genoeglijk stroompje naar het tapijt. Dat staat met op mfln programma! Vlug een doekje uit de keuken halen. Daarvoor moet ik twee trappen af. O, gezegende moderne flats! Onzin! —Het is goed voor mfln lijn, die zich den laatsten tfld toch al schandelijk te buiten gaat. Weer bovengekomen zie ik dat Rolf nu ook aan de ontbijttafel geland is. Mogge! Wat is het hier een rommel en mijn ei lflkt wel kikkerdril; het is veel te zacht!, luidt de morgengroet. Ik apprecieer de vergelijking, beboen het melkorgie en ren weer naar beneden, om een „elerlflk el" te wrochten. Ondertusschen brengt de melkboer de melk. Prachtig! denk ik, die breng ik ffln aan den kook (de melk natuurlflk) in den tijd dat ik het el boven breng. Dan word Ik door een oorverdoovend gebrul van mfln jongste verwelkomd. Rolf ziet vuur rood; een rimpel boven zfln neus. Baby is stoutl, zegt hfl, ze heeft een knoop van mijn jasje getrokken! Baby hef?, klnkt het hartverscheurend en twee betraande kijkertjes zien me vol verwach ting aan. Een zeer moeilijk parket voor een vrouwen- en moederhart, nietwaar? Ter afleiding haal ik naald en draad en werp me op den knoop. Maar Baby houdt vol. Ze heeft beslist het ka rakter van haar vader. Baby hef, mammie? Baby hellef?? Het gebrul begint weer. Ja, Baby ls hef! sus ik gauw en met succes. Je verwent het kind schandelijk! zegt Rolf natuurlflk. Ja engel, denk ik en geef een laat ste ruk aan de draad. Ziezoo, Heer Gemaal. Uw knoopenschade... Ja laat maar!, onderbreekt Rolf geërgerd. Dan staat hfl op, kust me met een aartsvader lijk gebaar op mijn voorhoofd en zegt: Tot straks Mlep! Wat zit je haar weer slor dig! O monster! denk lk, maar lk kan me beheer schen. Even later slaat de voordeur dicht, Rolf is naar kantoor. Het ls al bfl negenen. Baby's bad- en kleedtfld is al bijna verstreken. Dien achterstand moet lk beslist op de bad- en slaapkamer inhalen. Plotseling ruik lk een afschuwelijke lucht. De melk natuurlijk!! Ik fll naar beneden. Een ruïne Ik kan wel grienen. Juist als ik aan de groote reiniging wil beginnen, gaat de straatbel, Weer twee trappen op! Het is ae kruideniers jongen. Hfl lacht, ziet er blozend uit en de zon schijnt. Hoe ls het mogelijk? Het ruikt hier een beetje gebrand, mevrouw! zegt het Jongmcnsch. Ik prevel zacht, een zoet woordje, zeg: „Niets noodig!" en smflt met een nfldigen ruk de deur dicht. Halverwege de trap valt me in, dat er geen suiker en geen griesmeel voor Baby meer is. Als lk naar de voordeur terugga, zie lk den jongen den hoek van de 6traat omfietsen. Boven huilt Baby. Ze heeft de jampot weten te bemachtigen en er kleeft jam in haar oog.j Ook dat nog! Als Baby weer toonbaar ls gemaakt, slaat de klok van de huiskamer tien uur. En ik heb nog niets gedaan. De bad- en slaap- kamertfld is ook al weer rijkelijk verstreken. Ik haal het nooit meer In. Van het park komt na tuurlijk mets! En Baby moet van den dokter nog wel veel uit! „Rang!" gaat de huisbel weer. Met den moed der wanhoop sukkel ik de twee trappen weer af. Voor alle zekerheid neem ik Baby maar mee. Op de stoep staat een pootige vrouw. Dag mevrouw, lk ben Anna van het kan toor. Mijnheer stuurt me naar u toe. Ik kom u helpen, totdat er weer een nieuwe dienstbode is! Ze knflpt Baby lachend In de wang. Die kraait van plezier en bijna had lk meegekraaid. Als ik even later Baby's rozig lijfje met den badhanddoek droog wrijf, bedenk lk dat het „monster" toch nog zoo kwaad niet is kei weer van de partfl, die naast Duinhoven de eer te beurt valt, een groot deel van de over winning te danken te zfln. Die 12 tegen pielt ook voor het uitstekende werk van Kobus. De wedstrijd van Zondag werd een 2I over winning voor H.B.C. Toch heeft het er geweldig gespannen. Met rust ls de stand dubbel blank, doch kort na rust neemt G.D.A. uit een corner de leiding, waarna Leuven door toeloopen de stand op 1l brengt. Dan ls H.B.C. niet meer te houden. Een penalty wordt gemist door Ruigrok, maar hfl herstelt zfln fout door een hooge voorzet van Pijpers ln te koppen. 12. Dan blflft H.B.C. sterker, doch G.D.A. weet verder scoren te voorkomen. H.B.C. staat thans, met 2 verliespunten meer, achter T.Y.B.B. op de 2e plaats. H.B.C. II kon het Zondag tegen D.S.8. niet verder dan 1I brengen, een gevolg van het zwakke uitkomen, daar er 3 spelers mee moes ten spelen die reeds tevoren een wedstrijd had den gespeeld. Dit kan hun het kampioenschap wel eens kosten. Het 3e behaalde haar eerste punt door tegen T.Y.B.B. II gelflk te spelen 22. Ze gaan vooruit. H.B.C. IV verloor weer met 51 van D.S.S. n. Wegens kerkelijke feesten zullen er Zondag bfl H.B.C. geen wedstrijden zijn. Oplossingen, bfldragcn, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, Ged. Oude Gracht 88, Haarlem. PROBLEEM No. 328. H. Rosenkllde, (Hamburg), VOETBAL. UIT HET H.B.C.-KAMP. Met gemengde gevoelens zagen de H.B.C.- supporters H.B.C. Zondag naar Loosduinen trekken. Nu ook zonder v. Rooden. Maar, al gaat dit steeds ten koste van de reserveploeg H.B.C. n, ze beschikken over uit stekende reserves, en zoo moesten zfl tegëh het sterke G.D.A. met de volgende ploeg uit komen: P. Kobus J. v. Bakel Duinhoven Harry Drafler G. Vinke P. Warmerdam Voordenhake, Ruigrok, aJc. Leuven, Martin, Pijpers. Het was dus voor dezen verjongden ploeg geen gemakkelijke taak tegen de stevige Loos- c1 Miners, maar taktiek won het van kracht. Vinke op de middenplaats is een aanwinst, Warmerdam op deze plaats doet wonderen, Drafler als nieuweling in den ploeg deed wat van hem verwacht werd. Voordenhake paste zich al beter aan, en met Ruigrok ln de voor hoede zal menig back zich wel eens hopeloos gaan voelen. Jammer dat zfln schot eenlge ma len faalde. Leuven moet nog even sneller wor den, waarvoor Martin hem wel zal opstuwen, daarbfl geholpen door Pflpers die de ballen wel op tfld weet voor te krflgen. Met 1? goals tegen in 7 wedstrijden blijkt de verdediging wel voor haar taak berekend te zfln. Zondag was v. Ba- VAN HET R.K. SPORTPARK. Geel Wit I stevent steeds meer naar de bovenste plaats. De helft van den weg is afge legd en nog geen enkel punt verspeeld. 43 maal gescoord, met 5 goals tegen, 't Is een prestatie! Geel wit n won van Lisse ni met 50 en Geel Wit Hl verloor van O.G. Hl met 81. D.S.S. II wist H.B.C. rv met 51 te kloppen, tegen D.S.S. III tegen Concordia IV het dozfln vol maakt met 0 tegen. Voor a.s. Zondag is alleen vastgesteld D. S. S. Ide Meer IL H. T. C. HEEMSTEDE. Wegens den zwaren mist kon de wedstrijd Heemstede I—VI. Vogels I geen doorgang vin den, wat een teleurstelling was daar met een beetje goeden wil van den aanvoerder van VI. Vogels er best gespeeld had kunnen worden. Het 2e elftal, aangevuld met spelers uit het 3e, speelde een vriendschappelijk partijtje togen Hellenen combinatie wat een 62 over winning voor de bezoekers werd. A.s. Zondag gaat het eerste elftal naar Vijf huizen een der zwakke zusjes uit deze afdee- ling. Toch is het geraden deze niet te licht op te vatten, daar dit anders wel eens de eerste overwinning voor de gastheeren kon worden. Het 3e speelt om half elf voor de Competitie tegen Hillegom 3 en kan wel winnen als er flink aangepakt wordt. Het 2e speelt om 2 uur vriendschappelijk tegen D.S.K. II. H. P. C.-NIEUWS. Zaterdag en Zondag J.l. nam H P.C. deel aan het 2-daogsche zwemfeest van „Het Y". H.P.C. behaalde de 3de prfls op het nummer 4 X 100 M. vrije slag estafette en plaatste zich voor de vrij sterke Y-ploeg. Verder werd de 3de prfls behaald op het nummer 10 x 50 M. vrije slag estafette. Voor het polo-tournool voor de sportfondsen beker. speelde H.P.C. tegen het Y. H.P.C. probeerde op de linksvoorplaats de jeugdige Muller. Deze bleek wel iets te licht voor de eerste klasse. H.P.C. verloor deze wedstrijd met 20, wat vooral te danken was aan het goede keepen van J. Schutter. Het wilde, evenals van 't zomer, in de voor hoede weer niet vlotten. H.P.C.-voorfcoede-spe- lers; als er een achterhoede-speler op komt zwemmen, blijf ddh niet stokstflf voor de doel- mond liggen, ook al zie Je, dat je achterhoede speler er niet komt. Even voor de goal weg zwemmen vergemakkelijkt het op-zwemmen der achterspelers, en dit opzwemmen is absoluut noodig. Dolfijn verloor met 42 van D.J.K., zoodat D.J.K. en het Y om de eerste prfls en Dolffln en H.P.C. om de 3de prfls moesten kampen. Ook deze wedstrijd werd door H.P.C. verloren met 2—1. OEFEN-AVOND VAN H. P. C. Elke Woensdagavond van 910 uur in Stoop's Bad. Komt zooveel mogelflk. H. RUGBY. Ik heb Rugby gezien. De voetbalclub „Heem stede" had de M. T. S. uit Haarlem in de ge legenheid gesteld een wedstrijd op haar terrein te spelen tegen het Amsterdamsche A. A. C. Wie onzer, die voetbalenthousiast is, heeft al Diet eens van Rugby gehoord? Als een club al eens te forsch speelde, dan was het oordeel van ons: „t leek wel Rugby." Ik was niet de eenlge nieuwsgierige. Langs het lflntje stonden er nog wel een paar hon derd, die, er ook geen verstand van hadden ..gelukkig", want stel )e voor dat je eiken dag op zulk een „veredelend spel" verrast wordt. Ja, die goalpalen stonden de voetballers wel aan. Van die hooge latten als verlengstukken der palen. Zoon doel voor het namen van een penalty. Dan miste ik nooit, verzekerde mij een „schutter". Om half drie koonen de 30 spelers in het veld. De eivormige bal wordt ln een kuiltje ge plaatst, een trap, en het spel is in vollen gang. Plots grijpt een speler het zwarte „el" beet, rent er mee over het veld, gevolgd door zfln tegenstanders, die hem trachten te grijpen, aan hals, armen of beenen, en plots zie je die mfln heer met den bal in den arm over het veld rol len, met boven op hem eenlge tegenstanders. Hoe woester, hoe mooier, en volgens mfln op vatting fluit de scheidsrechter alleen als er niets te doen is. Ik kreeg dan het idee dat een tegenstander zoo maar vergat den „man met den bal" omver te loqpen of zfln been of arm uit het lid te trekken. Maar lk „snapte" er ook niets van. Alleen vernam ik later, dat het maar „Engelseh" spel was, en dat het Amerikaansche wat „forscher" was. Toen heb ik in het belang van de „huismoe ders" de verzuchting geslaakt, dat „Rugby" niet evenals voetbal „ingeburgerd" zal worden, want na aloop van den wedstrijd kregen eenige jongens het „ei" nog even te pakken, gingen el kander ook over het veld „smflten", sleurden elkander aan jas, broek of blouse over het veld. Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Ke8, Tc8, Ld7, Pc3, b4, d4, e6. ZwartKd6, Tg5, Lg4, Lh2, Ph3, a6, b7, e5, f2, f3, g6. PARTIJ No. 139. Gespeeld ln het tournool te Bied, 24 Augus tus 1931. Wit: Zwart: E. Co 11 J. Kashdan (Brussel). (New-York). DAME-PION-OPENING. 1. d2—d4 d7—d5 2. Pgl—f3 PgS—f6 3. e2e3 c7c5 4. c2c3 e7e6 5. Pbld2 Pb8c6 6. Lfld3 Lf8d6 7. 0—0 0—0 8. d4Xc5 Ld6Xc5 9. e3e4 Dd8c7! 10. e4xd5 e6Xd5 11. Pd2—ib3 Lc5b6 12. Ddlc2 Tf8—e8 13. Lelg5 Pf6e4 14. Tal—el Lc8—f5 15. Lg5e3 Lf5—g6 16. Pf3h4 De" Colle-opening is van beide zflden naar de nieuwste gegevens behandeld. Wit wil nu het Paar:! e4 den steun ontnemen laat echter een zeer verborgen, mooi offer toe. 16Pe4xf2! 17. Le3Xf2 Lb6Xf2f 18. KglXf2 Dc7—bflf 19. Kf2g3 Te8—e3f 20. Telxe3 Db6Xe3f 21. Tflf3 22. Kg3h3 Pc6- 23. Tf3—-g3 Dg5h6 24. Ld3—f5 Op 24. Ld3Xg6, Pe5xg6; 25. Tg3—g4 volg# Pg6—e5 en daarna g7g5. 24Ta8e8 25. Pb3d4 Lg6h5! Dreigt g7g5, wat ook door 26. Lf5Xh7f, Kg8f8! niet te verhinderen ls. 26. Dc2f2 g?g5 27. Lf5xh7f Kg8—f8! 28. Lh7—f5 g5Xh4 29. Tg3—e3 Te8—e7 Om te verhinderen, dat deze Toren, na een zet met het Paard e5, niet met schaak wordt genomen, 30. Te3—el Op 30. Df2—el? zou volgen Pe5d3! 30. Lf5Xg4 Lh5g4f Peüd3 31. 32. Df2xh4 Pd 3f44- 33. Kh3g3 Dh6xh4f 34. Kg3Xh4 Pf4Xg2f 35. Kh4g5 Te7xel 36. h2h4 Pg2—e3 37. Lg4—f3 Pe3c4 38. Pd4—f5 Telgl 39. Kg5—f4 Tgl—fl 40. Pf5eS Tfl—f2 41. Pe3—dl Tf2h2 42. h4—h5 Pc4Xb2 43. Pdle3 Pb2d34 44. Kf4—g3 Th2Xa2 45. Lf3 X d5 Ta2b2 46. h5h6 Pd3e5 47. Kg3f4 Pe5g6a 48. Kf4—e4 b7—.bè 49. Pe3—f5 Pg6—e7 Opgegeven. Toen dacht ik aan „moeder", die straks klee- ren kan verstellen, wat nog erger zal worden als ze straks hun kunsten op de straatsteenen vertoonen. O, ja, A. A. C. won met 110. BILJARTEN. VERVOLG JUBILEUMWEDSTRIJDEN BIJ D.O.K. Dinsdagavond was „Groer.endaal" Heemstede op bezoek met de 3e spelers van ieder Viertal Alleen no. 2 en 3 van D.O.K. speelden een goede partfl, de overige bleven beneden het middelmatige. De uitslag was: GroenendaalD.O.K. C. v. d. HeuvelJ. Spek, 40 beurtem 99125 M. SchabbinkB. v. d. Klashout, 33 b. 49100 Th VteyersT. Vester (reserve) 45 b., 83100 Cliteus Jr.J. v. d. Veldt, 44 beurten 75—65 T-I?14? 306—390 1 Dec- komt Vijf Queuën uit Haar lem (N.) met de le spelers van leder viertal en Donderdag Rusthoek, met de 2e spelers van leder viertal. Vooral Dinsdagavond belooft het een span nende avond te worden. 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1931 | | pagina 5