E"
m
t a.s.
UIS
KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT.
No. 11.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
18 MAART 1932.
t EG
1.55
rs
iz. enz.
TWEEDE BLAD.
LINDBERGH'S BABY.
Vervolg Plaatselijk Nieuws.
SPORT EN SPEL.
GEMENGD NIEUWS.~
Door O. Th. BOTMAN.
laart
Irijven
Morris
schten.
oering
:chten.
.1 1 430
en een
aar ook
edzaam
aeieren
isschen
rijs
e (lran-
nüineii
Co.
19.
L EEN
WAN-
IST. -
HOEFT
TALEN.
U B E L-
vijze van
al en de
uizingen
andeling
IE
rol voor
XKKEN
T
DUSEIM
R
Eén vraag ligt thans in ieders mond;
Eén zaak doordringt het wereldrond;
't Geval wordt druk beredeneerd,
Daar het een ieder int'resseert.
Als vader 't nieuwsblad openvouwt
Eer moeder het nog heeft aanschouwd,
Dan is het eerste wat zij zegt:
„Is Lindbergh's baby al terecht?"
Die vraag stelt bijna iedereen,
Niet uit nieuwsgierigheid alleen.
Sensatie is hier niet het doel;
Men vraagt 't uit zuiver meegevoel.
Men weet het immers o, zoo goed,
Wat deze zaak beteek'nen moet
Voor d'ouders van 't geroofde kind,
Dat men misschien nooit wedervindt!
Er is zelfs een beroep gedaan
Op hem, die 't schelmstuk heeft begaan;
Maar tevergeefs, want de bandiet
Telt wanhoop van den vader niet.
De smart der moeder laat hem koud,
Zoo goed als 't eerstgeëischte goud;
De losprijs was slechts schijnmotief
Voor den wraakzuchfgen kinderdief!
Men vraagt zich met verbazing af:
Hoe kan men zoo gemeen, zoo laf,
Zoo hard en zoo gevoelloos zijn,
Een kind te stelen, teer en klein,
Het liefste wat een moeder heeft,
Waarvoor zij werktwaarvoor zij leeft
En te verwoesten haar geluk
Door 't haar t' ontnemen met één ruk!
Amerika is 't land, naar 'k meen,
Der onbegrensde moog'lijkhêen.
Ook op 't gebied der 'misdaad wordt
Thans weer gebroken elk record!
Dit voorval treft thans ieder mensch.
Men voedt in 't hart de stille wensch,
Dat 't recht de misdaad overwint
En men het kindje wedervindt!
DE CRISIS EN DE ARBEIDERSKLASSE.
Rede van den heer K. R. Staal.
Vrijdagavond werd in Hotel Van Ree een ver
gadering gehouden van de afdeeling Heemstede
der S.D.A.P., waar als spreker optrad de heer
K. R. Staal, oud-wethouder van Gouda, met het
onderwerp: De crisis en de. arbeidersklasse.
Na een kort openingswoord van den voor
zitter, den heer J. Disselkoen, werd het woord
verleend aan den heer Staal. Deze begon met
de reactie voor de arbeidersklasse in den
huidigen tijd te schilderen. De gemeente
besturen mogen niet hooger gaan met hun steun
aan de werkloozen, dan door het rijk is vast
gesteld. De leeningen, door de gemeenten in
dezen tijd gesloten, moeten na 5 jaar worden
afgelost, wat hierop neerkomt, dat de bankiers
extra winsten in den zak steken. Met de huidige
machtsverhoudingen is in dezen tijd voor de
arbeiders door de publieke lichamen dan ook
zoo goed als niets te doen. Wanneer dan ook
de regeering doof blijft voor de eischen der
arbeiderspartij, n.l. verhooging van den steun
met ƒ1.50 en invoering van een 40-urige
arbeidsweek, zal men andere wegen moeten
bewandelen. Er zijn nog 500 gemeenten in ons
land waar zelfs heelemaal geen werkloozensteun
wordt uitgekeerd, waardoor de werkloozen tot
pauperisme vervallen. De eischen, geuit op het
economisch congres zijn dus absoluut niet over
dreven. Maar men kent den nood in de arbeiders
klasse nog niet, getuige wat de heer Schouten
in de Tweede Kamer zeide. Als de Roomsch-
Katholieke fractie in de Kamer medegewerkt
had, waren de eischen er wel doorgekomen; nu
echter zijn ze gevallen. In dit verband herinnert
spr. er aan wat op het R.K. congres is gezegd,
n.l. dat de R.K. fractie niet langer reactionnaire
politiek wenscht te ondersteunen. Het vraag- en
antwoordenspel tusschen Prof. Aalberse en
Minister Ruys de Beerenbrouck heeft echter een
koerszwenking van de R.K. mogelijk gemaakt.
Het is de politiek van „Verdeel en Heersch", die
ditmaal weer zegevierde.
Spr. voorziet nog meer daling van de loonen
van het overheidspersoneel en inkrimping van
den steun, en dat wel zeer spoedig. Verhooging
van accijns op suiker en zuidvruchten treffen
daarbij weer het meest de gezinnen met kleine
inkomens. Dit alles geschiedt onder het motto:
er is crisis. Dat er een crisis is, is niet tegen te
spreken, doch hoe wordt die door de bezittende
klasse opgelost? Met loonsverlaging, steun-
inkrimping en vernietiging van levensmiddelen!
Ook hier in de omstreken van Heemstede
worden de kooien op de mestvaalt geworpen,
alleen omdat er geen distributie-apparaat is. Wat
betreft het teveel aan menschenmateriaa! ziet
men de oplossing in een nieuwen oorlog! En als
men dan weet, dat ook in Nederland oorlogs
tuig wordt gemaakt voor den oorlog China
Japan, als men weet, hoeevel daaraan verdiend
wordt, en hoe b.v. in Frankrijk 80 procent van
de pers onder invloed staat van de wapen
fabrikanten, dan kan men niet anders dan met
afschuw staan tegenover de oppvattingen der
bezittende klasse. Men moet niet vergeten, dat
de laatste oorlog 11 millioen dooden heeft
gekost, 19 millioen gewonden, en niet minder
dan 120000 millioen gulden. Spr. waarschuwt
met nadruk tegen een volgenden oorlog, die
zeker komen kan, als de arbeiders het niet be
letten. Wanneer men de gelden voor het mili
tarisme uitgetrokken, besteed had aan sociale
maatregelen, zou driekwart van de werkeloos
heid opgeheven zijn, wat ook te goede zou
gekomen zijn aan den middenstand.
Spr. betreurt, dat de arbeidersklasse, die één
moest zijn, zoo verdeeld is.
De gulden was hier in gevaar, zoo werd het
Nederlandsche volk bekend gemaakt. Dat was
een motief om de staatsbegrooting sluitend te
maken door de loonen der rijksambtenaren met
3 procent te verlagen. Het Koninklijk Huis
bracht ook een offer; de Koningin-Moeder liet
10 procent vallen van haar inkomen, evenzoo
Prinses Juliana; de Koningin kon niets laten
vallen, daar de inkomsten uit de pachten sterk
verminderden. Spr. cijfert uit, wat die offers
beteekenen: de Koningin-Moeder heeft nog te
verteren 5.500.per week, Prinses Juliana
4.500.per week en de Koningin 24.000.
per week. Spr. gispt de houding der burgerlijke
pers, die de z.g. offers van het Koninklijk Huis
zoo hoog hebben aangeslagen. De uitkeeringen
van het Nationaal Crisis-Comité aan de ge
meenten, waar Prinses Juliana voorzitster van
is, zijn wel zeer miniem; als voorbeeld geeft
spr. een bepaalde plaats, waar 4.per werk-
looze per jaar wordt uitgekeerd. De steun wordt
volgens een verkeerd stelsel uitgekeerd, want
er zijn ook plaatsen die 32.per werklooze
per jaar uitgeven. Spr. geeft hierover nog ver
schillende voorbeelden. Er zijn zelfs plaatsen, zoo
als Schiedam, die door het bestaan van het Crisis-
Comité gedupeerd zijn. In Krimpen aan de IJsel
hebben de werkloozen de vorige week drie pakjes
pee-koffie ontvangen, wat een hoon is voor de
arbeiders. Spr. geeft meer sterke staaltjes van
grievende uitkeeringen, of tergende langzaam
heid in de behandeling. Ook van uitkeeringen
door groot-industneelen, die hun stortingen weer
dubbel en dwars verhalen op hun personeel door
loonsverlaging. Er is door de bourgeoisie nog
geen rijksdaalder pef werklooze gestort.
Spr. eindigt zijn rede, met de opmerking dat
het proletariaat het kapitaüsme zal hebben te
vernietigen, om tot een betere maatschappij te
komen. Men zal moeten komen tot felle demon
straties en de noodige verbeteringen moeten
afdwingen.
Aan het slot haalt spr. aan, wat de heer
v. d. Linden, raadslid te Heemstede, heeft ge
zegd op een vergadering van de R.K. werk
loozen, welke uitlatingen spr. misleidend noemt.
De werkgevers mogen zich wel in één organi
satie begeven; de werknemers echter niet. Dit
brengt slechts verdeeldheid in de arbeiders
klasse. Als de R.K. en de Chr. arbeiders met de
S.D.A.P. zouden samenwerken, zouden zij hun
belang beter begrijpen; want dan waren zij de
machtigste en konden tezamen vestigen een
maatschappij, waar liefde, eerlijkheid en men-
schelijkheid zouden zegevieren.
Van de gelegenheid tot debat werd geen
gebruik gemaakt. Met een woord van dank aan
den spreker sloot de voorzitter vervolgens de
vergadering.
VERG. HEEMSTEEDSCHE WINKELIERS.
De nieuwe Winkelsluitingswet, het werktijden
besluit en de overige Arbeidswetgeving.
De vorige week werd een zeer druk bezochte
vergadering gehouden van de Heemsteedsche
winkeliers in Hotel Lommeroord, waar door den
heer A. Chr. Joz. Bouter, controleurvan den
Arbeid te Amsterdam, en den heer C. H. Kemper,
inspecteur van politie, alhier, werd gesproken
over het onderwerp: Wat onze winkeliers
moeten weten in verband met de nieuwe
winkelsluitingswet, het werktijdenbesluit en de
overige arbeidswetgeving.
Nadat de voorzitter, de heer Carl van
Empelen, de vergadering had geopend en de
notulen der vorige vergadering waren goed
gekeurd, werd het woord allereerst verleend aan
den heer Kemper.
Elk Nederlander wordt verondersteld, bekend
te zijn met de wet, aldus de heer Kemper, maar
daar mankeert wel wat aan, en voorlichting van
het publiek is dus gewenscht. Als straks de
Rijkswet in werking treedt, zal voor het heele
land een uniforme regeling gelden. Spr. doet
eenige grepen uit de geschiedenis van het tot
stand komen van de wet, waaruit blijkt, dat
de wenschelijkheid van een wettelijke regeling
reeds van ouden datum is. Tot nog toe echter
waren er slechts plaatselijke verordeningen,
doch deze hebben reeds veel goeds uitgewerkt.
Bij de beschouwing van de nieuwe wet, dient
eerst te worden vastgesteld wat eigenlijk een
winkel is. Het begrip „winkel" wordt genomen
in den ruimsten zin, want iedere open ruimte,
waar voorwerpen of stoffen in het klein aan het
publiek worden verkocht, is volgens de wet een
winkel. Hier vallen dus ook markttenten en
vliegende winkels onder, als deze laatste eenige
dagefi achtereen geopend zijn. Fotografische
ateliers echter vallen er niet onder. Het venten
wordt bij de nieuwe wet aan strengere regelen
gebonden, ook in verband met de Zondagswet.
Koffiehuizen, kapperszaken, café's, apotheken
vallen niet onder het begrip winkel. Smeer
middelen, benzine, dag- en weekbladen, ruw ijs,
artikelen ten behoeve van doorgaande schepen
mogen worden verkocht na sluitingsuur. Auto
maten vallen niet onder de wet. In stations
restaurants mag ten allen tijde aan de reizigers
worden geleverd. Ook voor rouwartikelen wordt
een uitzondering gemaakt. Banketwinkels en
bloemenzaken mogen op 1 Januari en eenige
dagen voor Kerstmis open zijn. Een uniforme
regeling, door de banketbakkers zelve te treffen,
betreffende de uren van openstelling der winkels,
lijkt spr. in het belang zelf van de banket
bakkers.
Op werkdagen wordt van het sluitingsuur af
geweken op Zaterdag en enkele in de wet ge
noemde feestdagen.
Bij art. 6 is aan de gemeentebesturen be
voegdheid gegeven, om een verordening vast te
stellen, regelende een sluiting van bepaalde
groepen van winkeliers op een of anderen dag
vóór of na 1 uur. Spr. is van meening, dat de
behoefte aan een zoodanige verordening te
Heemstede niet bestaat. In bijzondere gevallen,
b.v. bij een winkelweek, kan de gemeenteraad
een later sluitingsuur toestaan.
Hierna kwam de heer Bouter aan het woord,
die op het groote belang wees, dat er voor de
patroons is gelegen in goede kennis van de
wettelijke bepalingen. Vervolgens behandelde
spr. de wijzigingen in het werktijdenbesluit, die
op denzelfden datum als de nieuwe winkel
sluitingswet in werking treden.
Jeugdige personen b.v. mogen op Zondag
absoluut niet werken, en indien Zondagsarbeid
wordt verricht, moet een van de drie Zondagen
vrij zijn.
Uitvoerig behandelde spr. de veranderingen in
de rusttijden van het personeel, welke belangrijk
gewijzigd zijn ter ondervanging van de be-
zwaren, welke zich in de practijk, vooral bij
groote zaken, hebben voorgedaan. Werksters
en schoonmaaksters hebben volgens de nieuwe
wet geen recht op een vrijen halven dag.
Hierna was gelegenheid tot vragen stellen,
waarvan door enkele aanwezigen gebruik werd
gemaakt. O.a. kwam hierbij vast te staan, dat
banketbakkerszaken op den Tweeden Paasch-
dag en den Tweeden Pinksterdag geopend
mogen zijn. Uit de besprekingen kwam duidelijk
naar voren, dat het bezorgen op Zondag van
lunch of diner op velerlei moeilijkheden zal
stuiten.
Na een uitvoerige discussie over enkele on
duidelijkheden in de wet sloot de voorzitter met
een woord van dank aan de sprekers de ver
gadering.
VOETBAL.
Uit het H.B.C.-kamp.
Daar verschillende spelers van het le elftal
den Stillen Omgang naar Amsterdam zouden
meemaken, werd de wedstrijd H.B.C.G.D.A.
uitgesteld.
Het 2e elftal speelde voor den Bisschopbeker
tegen India 1. Dit was een minder faire wed
strijd, waarin eenige der H.B.C.'ers zich het
meest schuldig maakten aan minder „vriend
schappelijk" spel, wat hen tenslotte de neder
laag kostte en India met 10 zich in de
volgende ronde plaatste.
Voetbal bij H.F.C. Heemstede.
Heemstede I speelde Zondag haar laatste
competitiewedstrijd tegen E.T.O. in Hoofddorp.
Het was een spel van kat en muis. Voor rust
scoorde Heemstede driemaal, na rust vijfmaal,
terwijl E.T.O. geen kans zag door de hechte
Heemstede-verdediging heen te komen. Hierdoor
eindigde Heemstede op de 2e plaats, achter het
veel te sterke E.D.O. V, dat in deze competitie
geen enkel punt verspeelde.
Heemstede III bracht een bezoek aan
D.S.K. IV. Al was Heemstede niet volledig, ook
met 10 man bleven zij D.S.K. verre de baas.
Rust ging in met 04, terwijl na rust het spel
meer verdeeld was en Heemstede weer viermaal
en D.S.K. driemaal scoorde, zoodat Heemstede
III met 83 wint.
De adspiranten brachten een bezoek aan de
E.D.O.-adspiranten en verloren onverdiend
met 2T.
Zondag speelt Heemstede II tegen Damiate III.
Heemstede besluit natuurlijk de competitie met
een stevige overwinning.
Het 2e elftal moet naar Dib. Om de goede
plaats te behouden en de competitie waardig te
besluiten moet hier ook gewonnen worden.
Tweede Paaschdag ontvangt Heemstede I een
der sterkste clubs der le kl. Amsterd. V.B., n.l.
A.V.V. „Africana". Dit belooft een mooie wed
strijd te worden.
BILJARTEN.
Massakamp D.O.K.Vriendenkring II.
Dinsdagavond werd gespeeld tusschen de
le viertallen in het clubcafé van Vriendenkring.
Vooral no. 2 en 3 van Vriendenkring brachten er
weinig van terecht. Alleen de laatste partij was
zeer spannend.
De uitslag was:
D.O.K.Vriendenkring.
M. Spek—P. Perukel 125—113 30 br.
CouenhovenT. Schip 12543 24 br.
J. SpekP. Lunenburg 12589 34 br.
P. v. StratenJ. v. Gennep 125123 37 br.
Totaal500—368
Na drie wedstrijden heeft D.O.K. een voor
sprong van 107 caramboles.
Dinsdagavond voortzetting tusschen de 2e
viertallen in Café Vester te Heemstede.
F.
DE MOEILIJKHEDEN VOOR AMERIKA.
Amerika werd vroeger door velen beschouwd
als een oase in de woestijn der economische
crisis, als de eenige werkelijke oorlogs-over-
winnaar en oorlogswinstmaker onder de volken,
als het land van het onbeperkte bezit.
Het schijnt bijna steeds nog onbegrijpelijk,
dat dit alles nu opeens anders is. Alleen degene,
die den veelvertakten samenhang van de tegen
woordige Amerikaansche economische toestan
den kent en weet te schatten, zal dit kunnen
begrijpen. Amerika is na den wereldoorlog het
goudrijkste land van de wereld geworden. Niet
minder dan een milliard dollars in goud vloeide
alleen al in de jaren 1921 tot 1929 naar Amerika.
Goud kan echter niet worden gegeten. Goud
is op zichzelf niet productief. En daar Amerika
door steeds hoogere beschermende tarieven zijn
binnenlandsche warenmarkt van het buitenland
afsloot, waardoor het aanbod van goederen ver
minderde, terwijl het aan den anderen kant door
verscherpte immigratie-moeilijkheden de land
verhuizing vroeger ongeveer 800.000 men-
schen per jaar verhinderde, zoodat de loonen
kunstmatig in de hoogte gedreven werden, zoo
moest, uit het „veel goud bij weinig goederen"
noodzakelijkerwijze een prijsinflatie, een goud
inflatie der prijzen volgen. En deze gaf weer
aanleiding tot de veel bekende rationaliseering,
welke uitliep in de pogingen om met steeds
minder arbeiders steeds meer per machine te
produceeren, welke pogingen een ongehoorde
vermeerdering van alle Amerikaansche pro-
ductenvoorraden ten gevolge hebben gehad.
Daarbij kwam nog de volkomen nieuwe
organisatie van het afbetalingssysteem en van
afbetalingszaken, welke den enkeling aanleiding
gaf uitgaven te doen of verplichtingen aan te
gaan in de veronderstelling, dat hij een gelijk
blijvend hoog inkomen zou behouden. Al deze
maatregelen werden ondermijnd door een sinds
1927 zeer bijzonder tot uitdrukking gekomen
credietverleening aan banken, hypotheekbanken,
aan den landbouw, bouwterreinmaatschappijen
en industrieën van allerlei aard. Deze credieten
steunden weer op rijken toevloed van goud, dat
toch, op eenigerlei wijze, productief moest
worden gemaakt. Het systeem van rationalisee
ring, afbetalingszaken en zakencredieten werd
steeds intensiever doorgevoerd, zonder dat men
zekerheid had, of het afzetgebied op den duur
de enorme uitbreiding en de vergrooting der
productie-capaciteit kon verdragen. Het waren
inderdaad luchtkasteelen, welke men had ge
bouwd!
Toen in den herfst van 1929, met de groote
Wallstreet-krach, voor de eerste maal het besef
doordrong, dat de productie het verbruik en de
credieten de werkelijke prestaties der schulde
naars ver overtroffen, was het te laat.
Amerika bevindt zich thans, nadat de eerste
teekenen van de crisis reeds twee jaar achter
ons liggen, steviger dan ooit gevangen in de
economische heksenkeuken.
Naast vele andere momenten, als de nood der
graanboeren, der kantoenplanters, der geïnteres
seerden bij koper en olie, of naast het feit, dat
er thans in Amerika acht millioen werkloozen
zijn, is karakteristiek de catastrophale toestand
van de banken.
Nog steeds, nadat reeds ontelbare lichamen
zijn vernietigd, bedraagt het aantal der banken
die hun betalingen hebben gestaakt, ongeveer
100 per maand. En het betreft hier niet alleen
kleine ondernemingen van het bankbedrijf. In
een der grootste industrie-steden van Ohio zijn
onlangs alle banken tezamen gesloten geworden.
Heeft Amerika het dus beter? Behoeft men
zich daarover te verwonderen, wanneer men
bedenkt, in welken toestand de schuldenaars
van de banken zich bevinden, zooals b.v. de
ijzerindustrie, die slechts 30 pet. van haar
productievermogen kan benutten, of zooals de
sjroorwegen, die tengevolge van de crisis van
den afzet voor Amerikaansche levensmiddelen en
ruwe stoffen op de wereldmarkten geen vol
doende transportmogelijkheden meer vinden?
De twijfelachtige economische toestand heeft in
Amerika geleid tot een uitgebreid hamsteren
van banknoten, daar het publiek geen ver
trouwen meer heeft in het bank- en effecten
bezit en liever zijn geld in de kous bewaart.
Begin October schatte men het bedrag der
gehamsterde banknoten op 1000 millioen dollars,
dus op 2J4 milliard gulden.
Geen wonder dus, dat onder zulke om
standigheden ook in het buitenland een ver
trouwenscrisis tegenover Amerika is uitgebro
ken. Wat de Amerikaan doet, moet ook in den
buitenlander worden gebillijkt. Daarbij komt,
dat Amerika in het gezicht van den hierboven
geteekenden economischen toestand, nu ook
moeilijkheden heeft met zijn begrooting, die, op
het moment, lang niet in evenwicht lijkt. Het
deficit van de begrooting van het laatste fiscale
jaar, dat 30 Juni eindigde, bedroeg niet minder
dan 2.10 milliard gulden. Wanneer Amerika
moet besluiten en hoe lang zal het dit besluit
HET SOLIDE HEEMSTEDE.
(Heemstede vroeg één miljoen
gulden te leen; de lening werd
3 X voltekend.)
(Vereenv. spelling.)
„Ich bin ja heut' so glücklich,
So glücklich war ich niel",
We vroegen één miljoentje,
Men leent ons gaarne drie.
Publiek, ik vind je „reuze" I,
Al heet je dan ook Jan,
Voor Heemstee ben j' een tante,
„Die pump' ich gerne an".
Speld op uw jas een kaartje
„Ik ben een Heemstee-naar",
Als U dan wat wilt lenen,
Dan is-ie voor mekaar.
Mocht U een vriend ontmoeten
En U bezit geen spie
Dan vraagt U hem een tientje
En leent-ie U er drie.
Kunt U geen huur betalen
Gesjochten sapristi!
U vraagt een maandje uitstel,
De huisheer geeft U drie.
-
Vraag iemand een sigaartje,
Dan zegt-ie: „Mon ami,
U woont in Heemstee! Prachtigl
U geef ik er graag drie.
U wilt gaan trouwen, weet niet
Met Bets of To of Rie?
Wel, nu U woont in Heemstee,
Krijgt U ze alle drie.
En komt U voor de rechtbank,
Men vraagt één jaar en zie:
De rechtbank geeft U stellig
In plaats van één jaar, drie.
PHILIP COHEN.
nog kunnen uitstellen? de verzorging der
werkloozen in te voeren, zoo zal dit deficit nog
aanmerkelijk worden vergroot. Indien men zou
willen trachten dit deficit te doen verdwijnen en
bij den verzwakten toestand van de geldmarkt
niet naar het middel van nieuwe leeningen (en
derhalve van nieuwe schulden) zou willen
grijpen, dan zal men nieuwe zware belastingen
moeten uitschrijven, hetgeen zeer zeker niet
bevorderlijk zal zijn voor een herleving van den
binnenlandschen economischen toestand.
Dat zijn allerlei symptomen, die thans den
dollar, ofschoon nog steeds intact, niet meer
zoo aantrekkelijk doen schijnen. Het is daarom
volkomen begrijpelijk, dat de dollars in andere
waarden werden omgezet, dat credietenop
korten termijn niet meer worden vernieuwd en
dat credieten op langen termijn, zoo goed als
het gaat, worden gemobiliseerd.
Door een en ander bevindt Amerika zich in
denzelfden toestand als die landen, welke sinds
langen tijd onder de economische crisis lijden.
Nood van den landbouw, industrieele productie
beperkingen, geweldige werkloosheid, ineen
storting van banken, banknoten hamsteren en
het opzeggen van deposito's, het terugeischen
van credieten op korten termijn, een afgifte van
goud zijn de symptomen die bewijzen, dat nu
ook Amerika in de verscherpte economische
crisis betrokken is. Terwijl toch zoo vaak inder
tijd Goethe's vers is geciteerd:
„Amerika, Du hast es besser,
Als unser Kontinent, der alte..."
109. Schuimbekkend rende het gehoornde
gedrocht door de straten, tot het eindelijk met
zijn berijder buiten de stad kwam. Ha, jongens,
daar zag hij water! Hij er op af. Nu trok Janus,
die van angst niet wist wat hij deed, zijn sabel
en gaf er het dier een watjekou mee over zijn
dikken kop, die raék was.
110. Tjoep! De neushoorn nam van puren
schrik een geweldigen sprong, om zoo ineens
in het water te komen. Hij wou daarbij net
tusschen twee vlak naast elkaar staande boomen
doorschieten, maar ach, hij was er precies te
dik voor en raakte in de klem. Janus Hakhout
viel er door den schok af en holde buiten zich
zelf van opwinding naar de stad terug.
111. Toen hij daar aankwam, heerschte er
de grootste consternatie. Half Rotterdam holde
wild krijschend door de straten, met twee van
des kapiteins leeuwen er achteraan. Maar, o wee,
om derj hoek, in de andere straat, kwam de
andere Ji^lft aanzetten, door de twee andere
leeuwen achtervolgd. Eén, twee, één, twee,
hollen jongens. Zoo lang er nog leven is, is er
nog hoop!
112. Pats! Boem! Kwak! O kinders, wat 'n
verschrikkelijke botsing was dat! Alles rolde
holderdebolder over en door elkaar heen en de
bloedneuzen waren gewoon niet te tellen! Maar
het ergste was ,dat al die stakkers nu zoomaar
aan de geweldige kaken van de leeuwen over
geleverd warenOf zou er misschien tóch
nog redding komen?
r'i,