wT fiiktizffviwiie DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. UIT DE OUDE DOOS RONDOM DE GROENE TAFEL Vervolg Plaatselijk Nieuws. BURGERLIJKE STAND OP REIS GEMENGD NIEUWS~ No. 27. 8 JULI 1932. EEN ONVERKWIKKELIJK AVONTUUR. (Historisch.) 't Is 'lang geleden op een somb'ren avond Een zwarte hemel en een donhre maan! Ging Heemsteeds arts met doelbewuste stappen Zich spoeden naar de Molenwerfsche laan. De medicus moest een patiënt bezoeken; 't Leek ernstig en hij liep zich dus in 't zweet, Gansch onbewust, welk avontuur hem wachtte Och lezer, houd een stille traan gereed! Het huisje, waar de goede man moest wezen Had wel een gevel, maar een voordeur niet En tastend kwam hij achter op het erfje IVai.r j' in den nacht geen hand voor oogen ziet. Voorzichtig schuifelde de dokter verder En plots'ling neemt het onheil een begin: Een rotte plank bezwijkt onder zijn voeten En met een vaart schiet hij de diepte in! Het was om van ontzetting te verstijven! Hij zakte tot zijn nek o lieve tijd, Ik durf het u niet nader te beschrijven, Waar 't was een poel van ongerechtigheid! De avondstilte werd alras verbroken. De lucht weerklonk van 's dokters hulpgeroep!!! De buren kwamen ijlings toegeschoten En trokken fluks den drenk'ling uit de soep! Wat deed de dokter? Pakte hij zijn biezen? Veen, neen, hij kweet zich van zijn doktersplicht. De zieke dacht 't bewustzijn te verliezen, Maar kneep bijtijds zijn neus hermetisch dicht. En met een blik op 's dokters fraaie plunje Sprak hij: ,,'t Is naar, maar toch het troost me [weer: 'k Had steeds meer schulden dan bezit, maar [dokter Zoo dik als u zat 'k nimmer in de beer!" liet laatste bedrijf speelt onder 't loof der boomen In dokters tuin, in 't middernacht'lijk uur; De tuinslang is er aan te pas gekomen Dat was het eind van 't droevig avontuur. Een week daarna werd in den Raad besloten Dat beerputdeksels stevig moeten zijn; En 't schijnt dat groote rioleeringsplannen Hierna snel rijpten in des dokters brein! Een woord apart tot u, mijn waarde dokter: Te spotten met 't geval was niet mijn doel. Als knaap is mij hetzelfde overkomen; Begrijp dus, hoe ik met u meegevoel! H&t begin was niet ongezellig. Er heerschte een klein feeststemminkje in de zaal, waar onze vroedschap over het wel en wee onzer ge meente en derzelver inwoners beraadslaagt. En dat was zeer begrijpelijk, vervuld als wij alle maal waren van het zilveren jubileum van onzen oudsten wethouder, DrDroog. De voorzitter wou natuurlijk deze gebeurtenis niet zwijgend laten passeeren en stak een feestrede af, die klonk als een klok; hij was er zelfs voor in het archief gedoken en had er de oude kronieken Dr. Droog wordt zeer nat! op nageslagen, zoodat des braven dokters ge- heele levensloop als een open boek voor ons lag. Als gevolg van die oude herinneringen werd ook de geest van het verleden vaardig over den jubilaris, die op smeuïge wijze van zijn avon turen begon te vertellen, en een film voor ons geestesoog afdraaide, die wij gevoeglijk zouden kunnen noemen: De fiets, de paraplu en de Leidschevaart. Kunt u, geachte lezeressen en lezers, die de laatste raadsvergadering wegens het mooie weer niet op de publieke tribune hebt bijgewoond kunt u, vraag ik, tusschen deze drie heterogene bestanddeelen van het verhaal verband leggen? Lees even verder, en het wordt u duidelijk. De fiets dan, was het eigendom van Dr. Droog, die zich dagelijks van dit vervoermiddel bediende om zijn patiënten te bezoeken. Volgens sommigen paste dit wel niet voor een dokter, die zich minstens in een coupé-tje behoorde rond te laten rijden (een deftige klandizie, zoo voorspelden zij, zou Dr. Droog op die manier nooit krijgen!), maar de dokter stoorde er zich niet aan, en peddelde rustig weer of geen weer -van den eenen patiënt naar den anderen op zijn onafscheide lijke» tweewieler. „Maar als het dan regende," zult u vragen, „kwam Dr. Droog dan door- waternat bij zijn patiënten uitdruipen?" Neen, waarde lezeressen en lezers, dan stak hij al fietsende doodkalm een paraplu op, en dokter Droog bleef droog! Op een keer nu, dat Dr. Droog zich wederom op deze wijze tegen de woede der elementen trachtte te beschermen, overkwam hem iets, dat zeker mijn collega Xander tot een rijmpje zou hebben verleid, als de Eerste Heemsteedsche Courant toen al bestaan had! De goede dokter toch, op den toenmaals zeer modderigen Leidschevaartweg, raakte op zeker oogenblik de macht over zijn stuur kwijt en schiet in een fraaien boog met fiets en paraplue de vaart in! Ik heb de vrijheid genomen het avontuur in beeld te brengen, en als Dr. Droog zich een maal neerzet om zijn mémoires te schrijven en die in ons blad te publiceeren, krijgen de leze ressen en lezers nog meerdere avonturen te hooren. De jubilaris zinspeelde reeds op nachte lijke aanrandingen en andere griezelige dingen, dus aan spanning zal het niet ontbreken! Ondertusschen verstreek de tijd, maar dat was niet erg'; er stonden maar vijf punten op de agenda, die natuurlijk in een hap en een snap den voorzittershamer zouden passeeren. Dat dachten wij althans, maar zoo erg vlug ging het toch niet. Er werd nog zwaar geboomd over een 20 verlaging van pachtsom wie een beetje op de hoogte is met de klappen, die de kweekers hebben gehad, weet, dat deze verlaging alleszins gerechtvaardigd is! en over enkele andere zaken werd ook nog wat gezegd. Zoo toonde b.v. de heer Meeuwenpord zich niet op zijn breedst, toen hij voorzichtig opperde, dat een zekere door B. en W. voor gestelde straatnaam wel eens aanstoot zou kun nen geven aan sommige menschen, die mis schien in die straat zouden komen te wonen. Het was wel ver gezocht, en zijn opmerking verwierf dan ook geen bijval in den raad. Sindsdien vraag ik mij af, welke straatnaam de heer Meeuwenoord toch wel bedoeld kan hebben? 't Zwijgende. VERMISSING. Aangifte is gedaan van het vermissen van een heerenrijwiel dat in den nacht van 5 op 6 Juli j.l. op een erf aan de Zandvoortschelaan buiten was blijven staan. VISCHSTROOPERIJ. Docr den heer K. is aangifte gedaan van vischstrooperij in het Heemsteedsche Kanaal. ONTVREEMDING. Door de politie alhier is opgespoord de 14- jarige jongen v. H„ wonende te Haarlem, die uit een rijwieltasch van een rijwiel staande op de Zandvoortschelaan, een damestasch met inhoud had ontvreemd. Het daarin aanwezige geld had hij versnoept en de tasch in het water geworpen. Deze jongen schijnt het vooral voorzien te hebben op tasschen van dames rijwielen. Ook de vorige week heeft hij zich in deze gemeente aan verschillende soortgelijke diefstallen schuldig gemaakt. KRUISVERBOND ST. JOZEF EN MARIA - VEREENIGING. Bovengenoemde vereenigingen hielden op Maandag 27 Juni j.l. een gecombineerde leden vergadering onder leiding van den heer J. Ver- zijlbergen. De notulen werden onveranderd goedgekeurd. Medegedeeld werd dat op Zondag 10 Juli a.s. een Groote Landdag gehouden zal worden te Obdam. Er zal een optocht gehouden worden met muziek, enz. Bij voldoende deelname zal het vaandel worden medegenomen. Hierna werd door den secretaris verslag uitgebracht als af gevaardigde naar de jaarvergadering van het Kruisverbond te Amsterdam. Besloten werd om in de zomermaanden geen vergadering te houden en om in Sept. a.s. deel te nemen aan de Drankbestrijders-bedevaart te Heilo. Hierna volgde sluiting. DE LATHYRUSTENTOONSTELLING. Vandaag, Zaterdag en Zondag is er in de groote zaal van Café Restaurant Lommeroord eene tentoonstelling van Lathyrus, als gevolg van de prijsvraag, georganiseerd door de tuin- liedenvereeniging „Aerdenhout en O.". Dank zij het zeer gunstige weer der laatste dagen zullen er weer buitengewoon mooie exemplaren te bewonderen zijn. Evenals vorige jaren zal deze tentoonstelling weer aangevuld worden met andere bloemen en planten, zoodat in het aardige zaaltje weer een schat van bloemen te bewonderen zal zijn. Daar de toegang vrij is, zal de belangstelling zeker niet te wenschen overlaten. Wie eens wil zien hoe een Lathyrus in zijn volle pracht is, ga er een kijkje nemen. Men zal zeker geen spijt hebben van de kleine moeite die aan dit bezoek verbonden is. Ondertrouwd: Mr. W. B. J. Buve en M. M. W. Droog; H. Walet en E. W. Bruckmann; J, W. Carelse en J. E. Paasz. Bevallen: G. PosthumusHoogendoorn z.; J. GiesbertsVisser z.; J. C. v. LomKok d. Overleden J. Argelo 70 j., echtgen. A. Boors- ma; G. C. Poelgeest 68 j., Wed. H. J. Zegwaard. Terwijl de oude dokter Leeman, in zichzelf brommend en mopperend als altijd, den hoek van de gang omsloeg, kwam hem iets, dat op een wervelwind geleek, tegemoet. Het „iets" dat zuster Rika bleek te zijn uitte een kreetje van schrik. „Pardon dokter, neem me niet kwalijk." Verlegen blozend week zuster Rika een schrede terug; dan raapte ze een doos op, welke haar bij de botsing uit de handen was gevallen. De geneesheer keek er naar met een arg- wanenden blik. „Wat is dat voor een doos?", vroeg hij knorrig. Wat is dat voor een doos? Zuster Rika had haar tegenwoorigheid van geest weder geheel herkregen. Met een snelle beweging lichtte zij het deksel op. „Kijk eens, dokter,- wat een beeldige schoen tjes! Mijnheer Putlok heeft ze gestuurd voor zijn vrouw. U weet, dat zij vandaag het zieken huis verlaat. En nu meent hij, dat bij zoo'n gelukkige gebeurtenis wel een paar nieuwe schoentjes passen. O, mijnheer Putlok is toch zoo'n schat van een man voor zijn vrouw! Ik heb nog nooit een vrouwtje gezien, dat zóó verwend wordt". Met een beweging van ongeduld lichtte dokter Leeman de hand op. Die eeuwige lof tuitingen op Putlok begonnen hem afschuwelijk te vervelen. Dan opeens stelde hij de vraag: „Mevrouw Junning vertrekt vandaag ook, is 't niet?" Zuster Rika knikte. „Zij heeft natuurlijk geen nieuwe schoentjes van haar man gekregen?" Er kwam een meewarige blik in de oogen van de verpleegster. „Nee.... Wat zal ze weer jaloersch zijn! Ik wed, dat ze begint te huilen als ze de schoentjes zietHet is toch wel treurig voor haar, dat ze door haar man heelemaal niet verwend wordt. En toch is hij niet arm. Hij heeft het zelfde inkomen als meneer Putlok, zegt zijn vrouw." De dokter haalde de schouders op. „Ik vind meneer Junning een uitstekenden man. Correct, beleefd, ernstigMevrouw Junning zou geen beteren echtgenoot kunnen wenschen". „Nu ja," meende zuster Rika, „maar tegen over meneer Putlok steekt hij toch wel heel erg af. Zooals die zijn vrouwtje vertroetelt..." De schorre kreet van een auto-claxon, welke buiten voor den ingang van het ziekenhuis weerklonk, maakte een einde aan zuster Rika's lofrede. Onwillekeurig keken dokter en ver pleegster door het venster. Een sierlijke luxe limousine hield stil op het grintpad. Er stapte een heer uit, die een weelderige bouquet in de linkerhand torschte. Zuster Rika slaakte een kreetje van verrassing. „O, daar is meneer Putlok al om zijn vrouwtje te halen. Eu ik moet haar de schoentjes nog brengen, die hij heeft laten bezorgen." In een wip rende ze naar boven. Dokter Leeman, in zichzelf brommend en mopperend als altijd, volgde haar langzaam. Weinige oogenblikken later drong vanuit de zaal de vroolijke, opgewekte stem van meneer Putlok tot hem door: „Waar is mijn honneke-ponneke, mijn suikeren poppetje? Waar is mijn bloem, lieftalliger dan alle bloemen, die ik voor haar heb mee gebracht?" En daarna verrukte uitroepjes: „O, wat een snoezige bloemen... O, mevrouw Putlok, wat hebt u toch een schat van een man! Zoo juist heeft hij zulke prachtige schoentjes gestuurd... en nu weer die bloemen... En hij komt u afhalen in zoo'n schitterende auto." Dan weer meneer Putlok's stem: „Wat staan die schoentjes beeldig aan de snoezige voetjes van mijn vrouwtje!" Dokter Leeman bromde binnensmonds iets van „Leelijke praatjesmaker" en er kwam een wrevelige trek op zijn gelaat, toen hij een andere vrouwenstem smartelijk hoorde uit barsten: „Ik heb geen nieuwe schoentjes ge kregen. Ik mag naar huis loopen in plaats van in een sierlijke limousine te rijdenVoor mij brengt mijn man niet zulke mooie bloemen mee „Ontevreden stoethaspel," bromde dr. Lee man binnensmonds.Het verdere deel van zijn gemopper slikte hij in, omdat hij achter zich voetstappen hoorde naderen. Hij wendde het hoofd om en zag nu Junning, die, in gezelschap van een verpleegster, de trap opkwam. Juist klonk opnieuw de vrouwelijke klaag stem: „Ik krijg geen bloemen; ik mag niet in een auto naar huis rijden. Ik word niet zoo verwend door mijn manl" Junning stond opeens stil. Er kwam een ver drietige trek op zijn gelaat. „De duivel hale dien Putlok," vloekte hij hartgrondig. „Hij brengt alle vrouwen het hoofd op hol door zijn verwennerij." En dan iets zachter: „Ik zal zien, dat ik gauw ergens een bouquet op den kop tik, anders is Leiden in lastEn misschien, zuster, wilt u wel even telefonisch een taxi bestellen Junning wilde teruggaan om zijn bloemen- aankoop te verrichten. Maar met een gebiedende handbeweging hield dr. Leeman hem tegen. „Een oogenblikje, meneer JunningLaat ik eens even uw pols voelenU ziet er zoo vreemd uitIk geloof, dat u koorts hebt." „Weineen, dokter. Hoe komt u er bij? Ik voel me juist kip-lekker!" Toch liet hij zich gewillig den pols voelen. Het gelaat van den geneesheer werd al norscher en norscher. „Juist! Precies zooals ik dacht. Uw hartslag is heelemaal niet in orde. Als we u den thermo meter aanleggen, zult u zien, dat u minstens 40 graden koorts hebt." En dan, gebiedend tot de verpleegster: „Zuster, u brengt mijnheer junning naar de wachtkamer. Ik zal wel even zijn vrouw in lichten." De zwak-protesteerende Junning werd door de verpleegster weggevoerd. Dan ging dr. Lee man de zaal binnen, van waaruit hem nog altijd de verrukte vrouwenroepjes tegemoet klonken. Hij zag 'n stralende mevrouw Putlok, een droevige mevrouw Junning en een be- scheiden-triomfeerenden Putlok, om wiens lok ken het aureool van ideaal echtgenootschap straalde. Streng en onverbiddelijk schreed de genees heer op den held der zaal toe. „Meneer Putlok, laat ik u even den pols voelenU ziet er zoo vreemd uitIk geloof dat u koorts hebt De bezoeker glimlachte schaapachtig verbluft. Mevrouw Putlok stiet een verschrikt kreetje uit. De geneesheer greep den pols van den ideaal- echtgenoot. Er verliepen eenige seconden van spanning. Dan als een donderslag: „Juist! Precies zooals ik dacht. Uw hartslag is heele maal niet in orde. Als we u den thermometer aanleggen, zult u zien, dat u minstens 40 graden koorts hebt." Hij wenkte zuster Rika, die, bleek als een beddelaken, naderbij kwam. „Zuster, u'brengt mijnheer Putlok naar de wachtkamerBinnen enkele minuten kom ik wel bij hem." Terwijl de zwak-protesteerende Putlok door de verpleegster werd weggevoerd, viel in de zaal een beklemmende, neerdrukkende stilte. Dan opeens riep mevrouw Putlok angstig uit: „O dokter het is toch niet gevaarlijk?" De geneesheer kneep de lippen zorgelijk tezamen. „Tot mijn leedwezen kan ik u niet gerust stellen. Ik wil u natuurlijk geenszins bang maken, maar toch is het goed, de ernstige mogelijkheid onder het oog te zienMijnheer Junning, dien ik zooeven op de trap ontmoette, schijnt óók ziek te zijn. Ik heb hem eveneens naar de wachtkamer gezonden Schrik en ontsteltenis verbreidden zich in de zaal. Mevrouw Putlok en mevrouw junning wrongen zich de handen; vielen kermend en zuchtend elkaar om den hals. De geneesheer greep den pols van den ideaal-echtgenoot. De dokter uitte een paar kalmeerende woor den. „Kom, kom, dames houdt het hoofd, omhoog. Er is misschien nog redding mogelijk! En dan, zelfs als het ergste gebeuren mocht, blijft u nog altijd één troost overU vooral, mevrouw Putlok, hebt het voorrecht gehad, een echtgenoot te vinden, die u zijn leven lang op de handen gedragen heeft. Hij zal ongetwijfeld uitstekend voor u gezorgd hebben. U zult heusch niet onbemiddeld achterblijven!" Het verwende vrouwtje hief radeloos haar betraande oogen naar den geneesheer op. „O, dokter, dat is juist het ergste! Als ik mijn man verlies, ben ik alles kwijt. Wij be zitten geen cent." Met een vaderlijk gebaar richtte dr. Leeman zich tot de andere vrouw. „En u, mevrouw Junning? Blijft u óók on verzorgd achter?" De vrouw, die niet verwend werd, glimlachte droevig. „O, neen, mijn man heeft voor een aardig spaarpotje gezorgd." Dr. Leeman streek door zijn peper-en-zout- kleurig baardje. „Nu, dan kunt u oordeelen," doceerde hij plechtig, „wie van de twee mannen het meest op den titel van ideaal-echtgenoot aanspraak kan maken. Mijnheer Putlok heeft zijn vrouw goed verzorgd tijdens zijn leven; mijnheer Jun- nings zorgt nog voor vrouw na zijn dood." En brommend liet hij er op volgen: „U kunt nu uw mannen wel uit de wacht kamer gaan halen. Zij mankeeren niets. Ik heb u alleen maar een lesje willen geven." In het trotsche bewustzijn, een wijze daad te hebben verricht, wandelde dokter Leeman langzaam de zaal uit. Maar toen hij bij de deur was gekomen, trof weder de jammerende stem van mevrouw Jun ning zijn oor. „Wat heb ik er aan," klaagde zij, „of mijn man goed voor mij zorgt na zijn dood! Ik wil verwend worden tijdens zijn leven!" Toen begreep Dr. Leeman, dat hij zich vruchteloos moeite had gegeven J. C. W. DUNCKER. BLIJF IN UW LAND! Wij meenen, dat er alle aanleiding is om, nu de vacantie voor de deur staat, elkander toe te roepen: blijf in uw land, denk aan Holland! hl zekeren zin is het jammer, dat wij een dergelijk advies moeten geven, maar de econo mische omstandigheden dwingen er toe. Immers, waar er zooveel achteruitgang is ook onder hen, die van het toerisme en van het reizigersverkeer moeten bestaan, waarom zouden wij dan het geld, dat wij voor vacantie nog kunnen be steden, naar het buitenland gaan brengen? Waarom zouden wij er onze eigen landgenooten niet het voordeel van gunnen? Wat zou het heerlijk wezen en wat zouden we een stuk malaise verjagen, wanneer wij een der grootste Engelsche bladen konden nazeggen: „Het Engelsche volk heeft door de waarde vermindering van zijn geld en de vaderlands lievende beweging zijn vaderland ontdekt, en zal zijn vacantie in zijn land doorbrengen, daar het zijn eigen land lief heeft, dat tegelijk het prettigste en goedkoopste vacantieland is." Beter laat dan nooit in onze vacantie ons eigen land ontdekt! Het is ook het prettigste en goedkoopste vacantieland. Want U krijgt een deel van uw vacantiegeld terug door welvaartsherleving of in elk geval door stilstand van den achteruitgang. In dezen tijd doet elke gulden, in het buitenland besteed, dubbel kwaad, want men is dien voor goed kwijt, men ver- snélt^ den achteruitgang, en ons belastingbiljet draagt onvermijdelijk het eind van den last. Ja maar - zoo zeggen sommigen wellicht - Holland geeft zoo weinig in zijn natuur. Is dat waar? Neen, het is niet waar. Ons eigen land biedt een schat van stille schoonheid op vele plaatsen en in vele streken. Ons land, ons mooie, oude, poëtische en dierbare, eigen land, waar u niets te kort komt, waar u schoonheid kunt vinden, rust en vermaak, sport en kunst; waar u zich, als u er zin in hebt, kunt storten in den krater der kolkende groote-stads- geneugten; waar u in dommelige dorpen kunt genieten van de zon-doorschenen majesteit der stilte en de gezellige landelijkheid deelt met kakelende kippen; waar u de wandelwegen dooi de suizelende geheimzinnigheid der bosschen lokken; waar breede rivieren onder de wijde hemelstolp uw boot idyllisch zullen bekabbelen; waar de stranden u wachten om u met hun ozon te genezen van uw pipsche bloed armoedigheid. Neen, in ons land zult u niets tekort komen, ideëel noch materieel. O, Holland is vol eigen schoonheid, vol pittige pracht. Het is maar of ge het zien kunt en of ge het hooren wilt. Het zit niet altijd in het geweldige en in het imposante; in een kleine, nietige schelp kunt ge het ruischen hooren van de oneindige zee. De cijfers wijzen reeds uit, dat het vreemde lingenverkeer binnen onze grenzen dit jaar belangrijk zal terugloopen. Welnu, laat ons, Hollanders, zélf dan onzen landgenooten ver goeden, wat ze van elders missen; zoo'n groot offer is het waarlijk niet. Een rijmpje ten gunste van het Nederlandsch fabrikaat zegt: „Koop toch uit den vreemde niet, wat het eigen land u biedt." Koop ook uw vacantiegenoot niet elders. Koop het hier. Blijf in uw land! Dit heeft een nationale organisatie als de Ned. Reisvereeniging ook begrepen. Behalve haar afdeelingsexcursies, vonden wij de volgende aantrekkelijke reizen in haar orgaan vermeld: Ster-autotocht door Nederland (2931 Juli); Noord-Nederland (49 Juli)Midden-Nederland (2530 Juli); Zuid-Nederland (1520 Aug.); Fietstocht door Nederland (614 Aug.); Doetinchein (16 Aug.); Valkenburg (49 Juli; 2530 Juli; 30 Juli6 Aug.; 813 Aug.; 13—20 Aug.; 15—19 Aug.; 22—27 Aug.; 510 Sept.); Friesche meren en bosschen (16 Aug.); Walcheren (16 Aug.). Derhalve keuze genoeg om dit jaar uw vacantie in eigen land door te brengen! REIZEN IN DUITSCHLAND. Vanaf 1 Juni tot 15 October zullen de Duitsche Spoorwegen verkrijgbaar stellen Zomer- vacantiekaarten. Deze Zomervacantiekaarten zijn uitsluitend geldig voor een heen en terugreis en geven een reductie van 20 op den normalen tariefsprijs. Deze Zomervacantiekaarten zullen ook in Nederland bij de voornaamste reisbureaux ver krijgbaar zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1932 | | pagina 5