wT fiiktizffviwiie
DE
EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD.
UIT DE OUDE DOOS
RONDOM DE GROENE
TAFEL
Vervolg Plaatselijk Nieuws.
BURGERLIJKE STAND
OP REIS
GEMENGD NIEUWS~
No. 27.
8 JULI 1932.
EEN ONVERKWIKKELIJK
AVONTUUR.
(Historisch.)
't Is 'lang geleden op een somb'ren avond
Een zwarte hemel en een donhre maan!
Ging Heemsteeds arts met doelbewuste stappen
Zich spoeden naar de Molenwerfsche laan.
De medicus moest een patiënt bezoeken;
't Leek ernstig en hij liep zich dus in 't zweet,
Gansch onbewust, welk avontuur hem wachtte
Och lezer, houd een stille traan gereed!
Het huisje, waar de goede man moest wezen
Had wel een gevel, maar een voordeur niet
En tastend kwam hij achter op het erfje
IVai.r j' in den nacht geen hand voor oogen ziet.
Voorzichtig schuifelde de dokter verder
En plots'ling neemt het onheil een begin:
Een rotte plank bezwijkt onder zijn voeten
En met een vaart schiet hij de diepte in!
Het was om van ontzetting te verstijven!
Hij zakte tot zijn nek o lieve tijd,
Ik durf het u niet nader te beschrijven,
Waar 't was een poel van ongerechtigheid!
De avondstilte werd alras verbroken.
De lucht weerklonk van 's dokters hulpgeroep!!!
De buren kwamen ijlings toegeschoten
En trokken fluks den drenk'ling uit de soep!
Wat deed de dokter? Pakte hij zijn biezen?
Veen, neen, hij kweet zich van zijn doktersplicht.
De zieke dacht 't bewustzijn te verliezen,
Maar kneep bijtijds zijn neus hermetisch dicht.
En met een blik op 's dokters fraaie plunje
Sprak hij: ,,'t Is naar, maar toch het troost me
[weer:
'k Had steeds meer schulden dan bezit, maar
[dokter
Zoo dik als u zat 'k nimmer in de beer!"
liet laatste bedrijf speelt onder 't loof der boomen
In dokters tuin, in 't middernacht'lijk uur;
De tuinslang is er aan te pas gekomen
Dat was het eind van 't droevig avontuur.
Een week daarna werd in den Raad besloten
Dat beerputdeksels stevig moeten zijn;
En 't schijnt dat groote rioleeringsplannen
Hierna snel rijpten in des dokters brein!
Een woord apart tot u, mijn waarde dokter:
Te spotten met 't geval was niet mijn doel.
Als knaap is mij hetzelfde overkomen;
Begrijp dus, hoe ik met u meegevoel!
H&t begin was niet ongezellig. Er heerschte
een klein feeststemminkje in de zaal, waar onze
vroedschap over het wel en wee onzer ge
meente en derzelver inwoners beraadslaagt. En
dat was zeer begrijpelijk, vervuld als wij alle
maal waren van het zilveren jubileum van onzen
oudsten wethouder, DrDroog. De voorzitter
wou natuurlijk deze gebeurtenis niet zwijgend
laten passeeren en stak een feestrede af, die
klonk als een klok; hij was er zelfs voor in het
archief gedoken en had er de oude kronieken
Dr. Droog wordt zeer nat!
op nageslagen, zoodat des braven dokters ge-
heele levensloop als een open boek voor ons lag.
Als gevolg van die oude herinneringen werd
ook de geest van het verleden vaardig over den
jubilaris, die op smeuïge wijze van zijn avon
turen begon te vertellen, en een film voor ons
geestesoog afdraaide, die wij gevoeglijk zouden
kunnen noemen: De fiets, de paraplu en de
Leidschevaart. Kunt u, geachte lezeressen en
lezers, die de laatste raadsvergadering wegens
het mooie weer niet op de publieke tribune hebt
bijgewoond kunt u, vraag ik, tusschen deze
drie heterogene bestanddeelen van het verhaal
verband leggen? Lees even verder, en het wordt
u duidelijk. De fiets dan, was het eigendom
van Dr. Droog, die zich dagelijks van dit
vervoermiddel bediende om zijn patiënten te
bezoeken. Volgens sommigen paste dit wel niet
voor een dokter, die zich minstens in een
coupé-tje behoorde rond te laten rijden (een
deftige klandizie, zoo voorspelden zij, zou Dr.
Droog op die manier nooit krijgen!), maar de
dokter stoorde er zich niet aan, en peddelde
rustig weer of geen weer -van den eenen
patiënt naar den anderen op zijn onafscheide
lijke» tweewieler. „Maar als het dan regende,"
zult u vragen, „kwam Dr. Droog dan door-
waternat bij zijn patiënten uitdruipen?" Neen,
waarde lezeressen en lezers, dan stak hij al
fietsende doodkalm een paraplu op, en dokter
Droog bleef droog!
Op een keer nu, dat Dr. Droog zich wederom
op deze wijze tegen de woede der elementen
trachtte te beschermen, overkwam hem iets, dat
zeker mijn collega Xander tot een rijmpje zou
hebben verleid, als de Eerste Heemsteedsche
Courant toen al bestaan had! De goede dokter
toch, op den toenmaals zeer modderigen
Leidschevaartweg, raakte op zeker oogenblik
de macht over zijn stuur kwijt en schiet in een
fraaien boog met fiets en paraplue de vaart in!
Ik heb de vrijheid genomen het avontuur in
beeld te brengen, en als Dr. Droog zich een
maal neerzet om zijn mémoires te schrijven en
die in ons blad te publiceeren, krijgen de leze
ressen en lezers nog meerdere avonturen te
hooren. De jubilaris zinspeelde reeds op nachte
lijke aanrandingen en andere griezelige dingen,
dus aan spanning zal het niet ontbreken!
Ondertusschen verstreek de tijd, maar dat was
niet erg'; er stonden maar vijf punten op de
agenda, die natuurlijk in een hap en een snap
den voorzittershamer zouden passeeren. Dat
dachten wij althans, maar zoo erg vlug ging
het toch niet. Er werd nog zwaar geboomd
over een 20 verlaging van pachtsom wie
een beetje op de hoogte is met de klappen,
die de kweekers hebben gehad, weet, dat deze
verlaging alleszins gerechtvaardigd is! en
over enkele andere zaken werd ook nog wat
gezegd. Zoo toonde b.v. de heer Meeuwenpord
zich niet op zijn breedst, toen hij voorzichtig
opperde, dat een zekere door B. en W. voor
gestelde straatnaam wel eens aanstoot zou kun
nen geven aan sommige menschen, die mis
schien in die straat zouden komen te wonen.
Het was wel ver gezocht, en zijn opmerking
verwierf dan ook geen bijval in den raad.
Sindsdien vraag ik mij af, welke straatnaam de
heer Meeuwenoord toch wel bedoeld kan
hebben?
't Zwijgende.
VERMISSING.
Aangifte is gedaan van het vermissen van een
heerenrijwiel dat in den nacht van 5 op 6 Juli
j.l. op een erf aan de Zandvoortschelaan buiten
was blijven staan.
VISCHSTROOPERIJ.
Docr den heer K. is aangifte gedaan van
vischstrooperij in het Heemsteedsche Kanaal.
ONTVREEMDING.
Door de politie alhier is opgespoord de 14-
jarige jongen v. H„ wonende te Haarlem, die
uit een rijwieltasch van een rijwiel staande op
de Zandvoortschelaan, een damestasch met
inhoud had ontvreemd. Het daarin aanwezige
geld had hij versnoept en de tasch in het water
geworpen. Deze jongen schijnt het vooral
voorzien te hebben op tasschen van dames
rijwielen. Ook de vorige week heeft hij zich in
deze gemeente aan verschillende soortgelijke
diefstallen schuldig gemaakt.
KRUISVERBOND ST. JOZEF EN MARIA -
VEREENIGING.
Bovengenoemde vereenigingen hielden op
Maandag 27 Juni j.l. een gecombineerde leden
vergadering onder leiding van den heer J. Ver-
zijlbergen.
De notulen werden onveranderd goedgekeurd.
Medegedeeld werd dat op Zondag 10 Juli a.s.
een Groote Landdag gehouden zal worden te
Obdam. Er zal een optocht gehouden worden
met muziek, enz. Bij voldoende deelname zal
het vaandel worden medegenomen. Hierna werd
door den secretaris verslag uitgebracht als af
gevaardigde naar de jaarvergadering van het
Kruisverbond te Amsterdam. Besloten werd om
in de zomermaanden geen vergadering te
houden en om in Sept. a.s. deel te nemen aan
de Drankbestrijders-bedevaart te Heilo. Hierna
volgde sluiting.
DE LATHYRUSTENTOONSTELLING.
Vandaag, Zaterdag en Zondag is er in de
groote zaal van Café Restaurant Lommeroord
eene tentoonstelling van Lathyrus, als gevolg
van de prijsvraag, georganiseerd door de tuin-
liedenvereeniging „Aerdenhout en O.".
Dank zij het zeer gunstige weer der laatste
dagen zullen er weer buitengewoon mooie
exemplaren te bewonderen zijn.
Evenals vorige jaren zal deze tentoonstelling
weer aangevuld worden met andere bloemen
en planten, zoodat in het aardige zaaltje weer
een schat van bloemen te bewonderen zal zijn.
Daar de toegang vrij is, zal de belangstelling
zeker niet te wenschen overlaten.
Wie eens wil zien hoe een Lathyrus in zijn
volle pracht is, ga er een kijkje nemen. Men
zal zeker geen spijt hebben van de kleine moeite
die aan dit bezoek verbonden is.
Ondertrouwd: Mr. W. B. J. Buve en M. M.
W. Droog; H. Walet en E. W. Bruckmann;
J, W. Carelse en J. E. Paasz.
Bevallen: G. PosthumusHoogendoorn z.;
J. GiesbertsVisser z.; J. C. v. LomKok d.
Overleden J. Argelo 70 j., echtgen. A. Boors-
ma; G. C. Poelgeest 68 j., Wed. H. J. Zegwaard.
Terwijl de oude dokter Leeman, in zichzelf
brommend en mopperend als altijd, den hoek
van de gang omsloeg, kwam hem iets, dat op
een wervelwind geleek, tegemoet.
Het „iets" dat zuster Rika bleek te zijn
uitte een kreetje van schrik.
„Pardon dokter, neem me niet kwalijk."
Verlegen blozend week zuster Rika een
schrede terug; dan raapte ze een doos op,
welke haar bij de botsing uit de handen was
gevallen.
De geneesheer keek er naar met een arg-
wanenden blik.
„Wat is dat voor een doos?", vroeg hij
knorrig.
Wat is dat voor een doos?
Zuster Rika had haar tegenwoorigheid van
geest weder geheel herkregen. Met een snelle
beweging lichtte zij het deksel op.
„Kijk eens, dokter,- wat een beeldige schoen
tjes! Mijnheer Putlok heeft ze gestuurd voor
zijn vrouw. U weet, dat zij vandaag het zieken
huis verlaat. En nu meent hij, dat bij zoo'n
gelukkige gebeurtenis wel een paar nieuwe
schoentjes passen. O, mijnheer Putlok is toch
zoo'n schat van een man voor zijn vrouw! Ik
heb nog nooit een vrouwtje gezien, dat zóó
verwend wordt".
Met een beweging van ongeduld lichtte
dokter Leeman de hand op. Die eeuwige lof
tuitingen op Putlok begonnen hem afschuwelijk
te vervelen.
Dan opeens stelde hij de vraag:
„Mevrouw Junning vertrekt vandaag ook, is
't niet?"
Zuster Rika knikte.
„Zij heeft natuurlijk geen nieuwe schoentjes
van haar man gekregen?"
Er kwam een meewarige blik in de oogen
van de verpleegster.
„Nee.... Wat zal ze weer jaloersch zijn! Ik
wed, dat ze begint te huilen als ze de schoentjes
zietHet is toch wel treurig voor haar, dat
ze door haar man heelemaal niet verwend
wordt. En toch is hij niet arm. Hij heeft het
zelfde inkomen als meneer Putlok, zegt zijn
vrouw."
De dokter haalde de schouders op.
„Ik vind meneer Junning een uitstekenden
man. Correct, beleefd, ernstigMevrouw
Junning zou geen beteren echtgenoot kunnen
wenschen".
„Nu ja," meende zuster Rika, „maar tegen
over meneer Putlok steekt hij toch wel heel
erg af. Zooals die zijn vrouwtje vertroetelt..."
De schorre kreet van een auto-claxon, welke
buiten voor den ingang van het ziekenhuis
weerklonk, maakte een einde aan zuster Rika's
lofrede. Onwillekeurig keken dokter en ver
pleegster door het venster. Een sierlijke luxe
limousine hield stil op het grintpad. Er stapte
een heer uit, die een weelderige bouquet in de
linkerhand torschte. Zuster Rika slaakte een
kreetje van verrassing.
„O, daar is meneer Putlok al om zijn vrouwtje
te halen. Eu ik moet haar de schoentjes nog
brengen, die hij heeft laten bezorgen."
In een wip rende ze naar boven. Dokter
Leeman, in zichzelf brommend en mopperend
als altijd, volgde haar langzaam.
Weinige oogenblikken later drong vanuit de
zaal de vroolijke, opgewekte stem van meneer
Putlok tot hem door:
„Waar is mijn honneke-ponneke, mijn suikeren
poppetje? Waar is mijn bloem, lieftalliger dan
alle bloemen, die ik voor haar heb mee
gebracht?"
En daarna verrukte uitroepjes:
„O, wat een snoezige bloemen... O, mevrouw
Putlok, wat hebt u toch een schat van een
man! Zoo juist heeft hij zulke prachtige
schoentjes gestuurd... en nu weer die bloemen...
En hij komt u afhalen in zoo'n schitterende
auto."
Dan weer meneer Putlok's stem:
„Wat staan die schoentjes beeldig aan de
snoezige voetjes van mijn vrouwtje!"
Dokter Leeman bromde binnensmonds iets
van „Leelijke praatjesmaker" en er kwam een
wrevelige trek op zijn gelaat, toen hij een
andere vrouwenstem smartelijk hoorde uit
barsten: „Ik heb geen nieuwe schoentjes ge
kregen. Ik mag naar huis loopen in plaats van
in een sierlijke limousine te rijdenVoor
mij brengt mijn man niet zulke mooie bloemen
mee
„Ontevreden stoethaspel," bromde dr. Lee
man binnensmonds.Het verdere deel van zijn
gemopper slikte hij in, omdat hij achter zich
voetstappen hoorde naderen.
Hij wendde het hoofd om en zag nu Junning,
die, in gezelschap van een verpleegster, de trap
opkwam.
Juist klonk opnieuw de vrouwelijke klaag
stem:
„Ik krijg geen bloemen; ik mag niet in een
auto naar huis rijden. Ik word niet zoo verwend
door mijn manl"
Junning stond opeens stil. Er kwam een ver
drietige trek op zijn gelaat.
„De duivel hale dien Putlok," vloekte hij
hartgrondig. „Hij brengt alle vrouwen het hoofd
op hol door zijn verwennerij." En dan iets
zachter: „Ik zal zien, dat ik gauw ergens een
bouquet op den kop tik, anders is Leiden in
lastEn misschien, zuster, wilt u wel even
telefonisch een taxi bestellen
Junning wilde teruggaan om zijn bloemen-
aankoop te verrichten. Maar met een gebiedende
handbeweging hield dr. Leeman hem tegen.
„Een oogenblikje, meneer JunningLaat
ik eens even uw pols voelenU ziet er zoo
vreemd uitIk geloof, dat u koorts hebt."
„Weineen, dokter. Hoe komt u er bij? Ik
voel me juist kip-lekker!"
Toch liet hij zich gewillig den pols voelen.
Het gelaat van den geneesheer werd al norscher
en norscher.
„Juist! Precies zooals ik dacht. Uw hartslag
is heelemaal niet in orde. Als we u den thermo
meter aanleggen, zult u zien, dat u minstens
40 graden koorts hebt."
En dan, gebiedend tot de verpleegster:
„Zuster, u brengt mijnheer junning naar de
wachtkamer. Ik zal wel even zijn vrouw in
lichten."
De zwak-protesteerende Junning werd door
de verpleegster weggevoerd. Dan ging dr. Lee
man de zaal binnen, van waaruit hem nog
altijd de verrukte vrouwenroepjes tegemoet
klonken. Hij zag 'n stralende mevrouw Putlok,
een droevige mevrouw Junning en een be-
scheiden-triomfeerenden Putlok, om wiens lok
ken het aureool van ideaal echtgenootschap
straalde.
Streng en onverbiddelijk schreed de genees
heer op den held der zaal toe.
„Meneer Putlok, laat ik u even den pols
voelenU ziet er zoo vreemd uitIk
geloof dat u koorts hebt
De bezoeker glimlachte schaapachtig verbluft.
Mevrouw Putlok stiet een verschrikt kreetje uit.
De geneesheer greep den pols van den ideaal-
echtgenoot. Er verliepen eenige seconden van
spanning. Dan als een donderslag: „Juist!
Precies zooals ik dacht. Uw hartslag is heele
maal niet in orde. Als we u den thermometer
aanleggen, zult u zien, dat u minstens 40 graden
koorts hebt."
Hij wenkte zuster Rika, die, bleek als een
beddelaken, naderbij kwam.
„Zuster, u'brengt mijnheer Putlok naar de
wachtkamerBinnen enkele minuten kom ik
wel bij hem."
Terwijl de zwak-protesteerende Putlok door
de verpleegster werd weggevoerd, viel in de
zaal een beklemmende, neerdrukkende stilte.
Dan opeens riep mevrouw Putlok angstig uit:
„O dokter het is toch niet gevaarlijk?"
De geneesheer kneep de lippen zorgelijk
tezamen.
„Tot mijn leedwezen kan ik u niet gerust
stellen. Ik wil u natuurlijk geenszins bang
maken, maar toch is het goed, de ernstige
mogelijkheid onder het oog te zienMijnheer
Junning, dien ik zooeven op de trap ontmoette,
schijnt óók ziek te zijn. Ik heb hem eveneens
naar de wachtkamer gezonden
Schrik en ontsteltenis verbreidden zich in de
zaal. Mevrouw Putlok en mevrouw junning
wrongen zich de handen; vielen kermend en
zuchtend elkaar om den hals.
De geneesheer greep den pols van den
ideaal-echtgenoot.
De dokter uitte een paar kalmeerende woor
den. „Kom, kom, dames houdt het hoofd,
omhoog. Er is misschien nog redding mogelijk!
En dan, zelfs als het ergste gebeuren mocht,
blijft u nog altijd één troost overU vooral,
mevrouw Putlok, hebt het voorrecht gehad, een
echtgenoot te vinden, die u zijn leven lang op
de handen gedragen heeft. Hij zal ongetwijfeld
uitstekend voor u gezorgd hebben. U zult
heusch niet onbemiddeld achterblijven!"
Het verwende vrouwtje hief radeloos haar
betraande oogen naar den geneesheer op.
„O, dokter, dat is juist het ergste! Als ik
mijn man verlies, ben ik alles kwijt. Wij be
zitten geen cent."
Met een vaderlijk gebaar richtte dr. Leeman
zich tot de andere vrouw.
„En u, mevrouw Junning? Blijft u óók on
verzorgd achter?"
De vrouw, die niet verwend werd, glimlachte
droevig.
„O, neen, mijn man heeft voor een aardig
spaarpotje gezorgd."
Dr. Leeman streek door zijn peper-en-zout-
kleurig baardje.
„Nu, dan kunt u oordeelen," doceerde hij
plechtig, „wie van de twee mannen het meest
op den titel van ideaal-echtgenoot aanspraak
kan maken. Mijnheer Putlok heeft zijn vrouw
goed verzorgd tijdens zijn leven; mijnheer Jun-
nings zorgt nog voor vrouw na zijn dood."
En brommend liet hij er op volgen:
„U kunt nu uw mannen wel uit de wacht
kamer gaan halen. Zij mankeeren niets. Ik heb
u alleen maar een lesje willen geven."
In het trotsche bewustzijn, een wijze daad
te hebben verricht, wandelde dokter Leeman
langzaam de zaal uit.
Maar toen hij bij de deur was gekomen, trof
weder de jammerende stem van mevrouw Jun
ning zijn oor.
„Wat heb ik er aan," klaagde zij, „of mijn
man goed voor mij zorgt na zijn dood! Ik wil
verwend worden tijdens zijn leven!"
Toen begreep Dr. Leeman, dat hij zich
vruchteloos moeite had gegeven
J. C. W. DUNCKER.
BLIJF IN UW LAND!
Wij meenen, dat er alle aanleiding is om, nu
de vacantie voor de deur staat, elkander toe te
roepen: blijf in uw land, denk aan Holland!
hl zekeren zin is het jammer, dat wij een
dergelijk advies moeten geven, maar de econo
mische omstandigheden dwingen er toe. Immers,
waar er zooveel achteruitgang is ook onder hen,
die van het toerisme en van het reizigersverkeer
moeten bestaan, waarom zouden wij dan het
geld, dat wij voor vacantie nog kunnen be
steden, naar het buitenland gaan brengen?
Waarom zouden wij er onze eigen landgenooten
niet het voordeel van gunnen?
Wat zou het heerlijk wezen en wat zouden
we een stuk malaise verjagen, wanneer wij een
der grootste Engelsche bladen konden nazeggen:
„Het Engelsche volk heeft door de waarde
vermindering van zijn geld en de vaderlands
lievende beweging zijn vaderland ontdekt, en
zal zijn vacantie in zijn land doorbrengen, daar
het zijn eigen land lief heeft, dat tegelijk het
prettigste en goedkoopste vacantieland is."
Beter laat dan nooit in onze vacantie ons
eigen land ontdekt! Het is ook het prettigste
en goedkoopste vacantieland. Want U krijgt
een deel van uw vacantiegeld terug door
welvaartsherleving of in elk geval door stilstand
van den achteruitgang. In dezen tijd doet elke
gulden, in het buitenland besteed, dubbel kwaad,
want men is dien voor goed kwijt, men ver-
snélt^ den achteruitgang, en ons belastingbiljet
draagt onvermijdelijk het eind van den last.
Ja maar - zoo zeggen sommigen wellicht -
Holland geeft zoo weinig in zijn natuur. Is dat
waar? Neen, het is niet waar. Ons eigen land
biedt een schat van stille schoonheid op vele
plaatsen en in vele streken. Ons land, ons
mooie, oude, poëtische en dierbare, eigen land,
waar u niets te kort komt, waar u schoonheid
kunt vinden, rust en vermaak, sport en kunst;
waar u zich, als u er zin in hebt, kunt storten
in den krater der kolkende groote-stads-
geneugten; waar u in dommelige dorpen kunt
genieten van de zon-doorschenen majesteit der
stilte en de gezellige landelijkheid deelt met
kakelende kippen; waar u de wandelwegen dooi
de suizelende geheimzinnigheid der bosschen
lokken; waar breede rivieren onder de wijde
hemelstolp uw boot idyllisch zullen bekabbelen;
waar de stranden u wachten om u met hun
ozon te genezen van uw pipsche bloed
armoedigheid. Neen, in ons land zult u niets
tekort komen, ideëel noch materieel.
O, Holland is vol eigen schoonheid, vol
pittige pracht. Het is maar of ge het zien kunt
en of ge het hooren wilt. Het zit niet altijd in
het geweldige en in het imposante; in een
kleine, nietige schelp kunt ge het ruischen
hooren van de oneindige zee.
De cijfers wijzen reeds uit, dat het vreemde
lingenverkeer binnen onze grenzen dit jaar
belangrijk zal terugloopen. Welnu, laat ons,
Hollanders, zélf dan onzen landgenooten ver
goeden, wat ze van elders missen; zoo'n groot
offer is het waarlijk niet. Een rijmpje ten gunste
van het Nederlandsch fabrikaat zegt: „Koop
toch uit den vreemde niet, wat het eigen land
u biedt." Koop ook uw vacantiegenoot niet
elders. Koop het hier. Blijf in uw land!
Dit heeft een nationale organisatie als de Ned.
Reisvereeniging ook begrepen. Behalve haar
afdeelingsexcursies, vonden wij de volgende
aantrekkelijke reizen in haar orgaan vermeld:
Ster-autotocht door Nederland (2931 Juli);
Noord-Nederland (49 Juli)Midden-Nederland
(2530 Juli); Zuid-Nederland (1520 Aug.);
Fietstocht door Nederland (614 Aug.);
Doetinchein (16 Aug.); Valkenburg (49
Juli; 2530 Juli; 30 Juli6 Aug.; 813 Aug.;
13—20 Aug.; 15—19 Aug.; 22—27 Aug.;
510 Sept.); Friesche meren en bosschen (16
Aug.); Walcheren (16 Aug.).
Derhalve keuze genoeg om dit jaar uw
vacantie in eigen land door te brengen!
REIZEN IN DUITSCHLAND.
Vanaf 1 Juni tot 15 October zullen de Duitsche
Spoorwegen verkrijgbaar stellen Zomer-
vacantiekaarten.
Deze Zomervacantiekaarten zijn uitsluitend
geldig voor een heen en terugreis en geven een
reductie van 20 op den normalen tariefsprijs.
Deze Zomervacantiekaarten zullen ook in
Nederland bij de voornaamste reisbureaux ver
krijgbaar zijn.