I G E L D I G KWARTJES RECLAME ALBERT HE UN I B. A. CASSEE Zn. GEBRS. REE DIVANKLEEDEN met bijpassend TAFELKLEED vanaf f 7.50 WILD- EN GEVOGELTE KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR AMERIKA "Is" wanneer Mf"** DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT WONINGINRICHTERS YOOR ARTISTIEKE FOTOGRAFIE TRUUS KNOPPER PREDIKBEURTEN LOSSE BLAADJES. Door G. Th. Rotman. BURGERLIJKE STAND is het succes onzer wij verlengden daarom deze exception eele aanbi edi ng tot zaterdagavond 2 1 januari a.s. DOET UW VOORDEEL Raadhuisstraat 14 Heemstede Telefoon 28538 Alle Schilderwerken. VAN HUIS JANSEN ZIJLSTRAAT 83 TEL. 11307 GROOTE KEUZE IN Prima gestoffeerde VERSTELBARE DIVANS vanaf f 20.— Jan van Goyenstr. 26, Tel. 29080 HEERLIJK EN GOEDKOOP WED. P. KOOMEN ZOON GIERSTRAAT 39, TEL. 10153 Nederl. Protestantenbond. V.m. 10% uur: Ds. J. M. Leendertz, Doopsgez. Pred. te Haarlem. Ned. Herv. Kerk, Wilhelminaplein. V.m. 10 uur: Ds. Briët. Kapel Nieuw-Vredenhof. Joh. van Oldenbarneveltlaan. V.m. 10.30 uur: Ds. Barger. Collecte voor de Bijz. Prot. School. JAARVERG. R.K. KIESVEREENIGING „PLICHT EN RECHT". De R.K. Kiesvereeniging „Plicht en Recht" hield Vrijdagavond een vrij druk bezochte ver gadering. In zijn openingswoord wenscht de voorzitter, de heer J. v. d. Weiden Az., de aanwezigen een gelukkig nieuwjaar. Deels door vertrek uit de gemeente, deels uit bezuiniging is het ledental gedaald van 593 tot 569. Maar, zooals de secretaris en zijn jaar verslag deed uitkomen, zal het enthousiasme in 1933 wel weer oplaaien. Uit het jaarverslag van den penningmeester bleek dat de inkomsten heel wat hooger waren dan de uitgaven. Een gevolg van het ontbreken van verkiezingen. Hierdoor kon een kleine reserve gemaakt worden voor de komende campagne. Als leden der kascommissie werden benoemd de heeren De Wildt en Floris. De heeren W. Groenland en H. A. Meeuwen oord gaven een uitvoerig verslag van de ge houden vergaderingen respectievelijk die der Provinciale Kieskring Velsen en van den Rijks kieskring Haarlem. Als afgevaardigden naar deze vergadering werden herbenoemd de heeren Ed. Steger en H. A. Meeuwenoord en als plaatsvervangers de heeren W. Groenland en Hub. Ruysenaars. Bij de bestuursverkiezing werden herkozen de heeren H. A. Meeuwenoord, Ed. Steger en Q. W. v. d. Peijl, en als plaatsvervangend bestuurs lid de heer A. Schreurs. Hierna had de aanwijzing plaats van candi- daten voor leden van de Tweede Kamer der StatenrGeneraal. In de omschreven zetel (Middenstand) werd aangewezen de heer Hel- lenberg Hubar, en voor twee vrije zetels de aftredenden, de heer Chr. v. d. Bilt en Mej. Annie Meier, benevens Dr. Oomen uit Utrecht, K. j. H. v. d. Put uit Eindhoven en Mevr. Dr. Hillen uit Amsterdam. Na rondvraag sloot de voorzitter, onder dank- zegging voor den aangenamen geest, de ver gadering met den chr. groet. DE SPEENVARKENTJES De Centrale zat met biggen - Honderdduizend! in haar maag. Zoo het scheen, niet heel veel vraag, 't Crisiscomité zei: Dank je! 'k Weet met 't knorrend vee geen raad! 't Keur- en slachtloon is te hoog, en 't Vleesch is ook niet zoo probaat. Maar de oude schilderijen, Voor het nageslacht bewaard, Toonen ware smulpartijen! Toen was 't zwijntje wel wat waard! Men besloot een proef te nemen In de Kookschool t'Amsterdam. 't Moet wel smaak'lijk zijn gebraden, Daar 't de proevers goed bekwam. En nu heerscht er groote vreugde In het rose-bigkwartier: Want geconsumeerd te worden Is het doel van 't brave dier. Drie millioen pond vleesch! Gelukkig Dat dit niet vernietigd werd! 't is juist weer om echt te smullen Van een kluifje in de snert! CHEMISCH-BACTERIOLOGISCHE OORLOG EN LUCHTBESCHERMING. De afdeelingen Heemstede en Omstreken van den „Alg. Ned. Vrouwen-Vredebond" en „Kerk en Vrede" hielden Vrijdag j.l. een gecombineerde vergadering in het gebouw van den Protestan tenbond. Nadat Ds. Trouw de bijeenkomst had geopend en een trio, bestaande uit de dames Corry Koppen, Jetty Bannink en Letty Grimberg, het trio no. 4 van Mozart zeer verdienstelijk ten gehoore had gebracht, hield Ir. K. J. Hondius uit Rotterdam een rede over het onderwerp: Chemisch-bacteriologische oorlog en lucht verdediging. De luchtoorlog, aldus spr., kan gevoerd worden met gasbommen, die een verstikkende, vergiftige werking uitoefenen. De gassen, daartoe geschikt, zijn niet groot in aantal. Als zoodanig komen voornamelijk in aanmerking blauwzuur, chloor. Voorts zijn er vaste stoffen, die een prikkelende werking uitoefenen, die b.v. dringen tot niezen, waardóór men gedwongen wordt het gasmasker af te zetten. Het mosterd gas, dat lang blijft hangen, heeft een blaar trekkende werking. De eenige verdediging daar tegen is een ondoordringbare kleeding over het geheele lichaam. Toch durft men in de militaire litteratuur nog i spreken van „humaniteit" van het gaswapen. 65. Gelukkig hadden de Indianen nog al heel wat te bespreken, maar toch duurde het niet lang, of onze vluchtelingen hoorden ze in de verte woest schreeuwend achter zich aankomen. Ha, gelukkig, daar waren ze bij de rivier, nog net bijtijds! Een sprongploem! ploem! en ze rolden in het bootje De beer, die nog onderin het bootje lag, piepte benauwd. 67. „Hcudt 'm stevig vast, jongens!" schreeuwde de kapitein, terwijl hij achter net stuur sprong. De jongens klampten zich met opeengeklemde tanden aan professors beenen vast en even later boem! daar schoot het bootje met een ruk vooruit, den heelen baard van den professor tusschen de tanden van den krokodil achterlatend! 68. Verschrikkelijk, wat een ruk was dat! Net alsof je zoo, krak! zoo'n heele bos gras uit den grond trok, voor je konijnen! Au, au, wat 'n pijn! De tranen waren den professor in z'n oogen gesprongen. Enfin, op z'n baard na was hij geredWeemoedig voelde hij aan z'n gezicht, waar nog slechts enkele ver spreide en verfomfaaide haren aan hingen. 66. Maar o wee, de professor was in de verdrukking geraakt; de jongens waren boven op hem gesprongen en hij lag, half versuft, met z'n hoofd buiten boord. Hap, zei een groote kaaiman, die uit het water opdook. En in 't zelfde oogenblik had het monster professors geleerden baard tusschen z'n tanden. Wat 'n consternatie! De explosieve bommen hebben na den oorlog een groote ontwikkeling ondergaan. Men con strueert ze in groote afmetingen tot 1800 K.G., die geweldige kraters veroorzaken. Tot op een afstand van 500 M. springen alle vensterruiten. Toch wordt als verdediging aanbevolen: het goed sluitend maken van vensters en deuren, iiet dichtplakken van kieren, enz.! Het tijdstip van ontploffing kan nauwkeurig geregeld worden. Dan heeft men nog scherfbommen, die in een groot aantal scherven springen. Zware scherven dringen door 45 c.M. dik muurwerk! Brandbommen verheugen zich ook in de belangstelling der militairen. Brandbommen kunnen in de lucht uiteenvallen in honderden kleine bommen. Andere worden gevuld met door de explosie ontbrandend materiaal, zooals b.v. phosphor. Brandende thermietbommen dringen zelfs door ijzer en beton. Tenslotte behandelt spr. den bacteriën- oorlog. Het bezigen van bacteriën is tijdens den laatsten oorlog reeds overwogen. De onder zoekingen betreffende de mogelijkheden daarvan duren voort. Het rapport Rutgers wijst ook in deze richting; o.a. wordt gezegd, dat voor bereidingen voor den bacteriologischen oorlog practisch niet te verhinderen zijn. De best ge organiseerde geneeskundige dienst zai een eenmaal uitgebroken epidemie niet kunnen onderdrukken. Landen met een chemische industrie zijn gauw gereed voor een chemischen oorlog. Baldwin heeft gezegd, dat tegen een goed georganiseerde luchtaanval geen afdoende verdediging bestaat In de pauze bracht het damestrio het Trio No. 1 van Havdn ten gehoore, waarna Ir. Hon dius zijn rede voortzette met een beschouwing over de verdediging tegen luchtaanvallen. De tot nu toe gesloten verdragen zijn van nul en geener waarde. Juridische bescherming is er dus niet. Technische bescherming kan actief en passief zijn. De deskundigen zijn het er nog niet over eens, wat het beste is. Een absolute afweer van een escader bommenwerpers door jachtvliegtuigen is niet te bereiken. Passieve middelen zijn: gasmasker en gas- dichte schuilplaatsen. Geen enkel gasmasker biedt echter absolute veiligheid en is bovendien spoedig uitgeput in zijn werking. Met kinderen en zieken een gasaanval te moeten afwachten is verschrikkelijk. Gasdichte en bomvrije schuilplaatsen zijn practisch niet in te richten. Spr. leest de Leid draad van den Luchtbeschermingsdienst ge deeltelijk voor en wijst op het onvoldoende van de in dit boekje genoemde maatregelen. Resumeerende komt spr. tot de conclusie, dat de mensch niet meer bestand is tegen zijn eigen scheppingen. Op de vredesbeweging rust de taak, tegenover de vertwijfeling van de massa bet vertrouwen van een kleine groep te stellen en de vredesidee er vooral bij de jongeren in te hameren. Steeds weer! Ds. Trouw dankte den spr. voor zijn voor dracht en het damestrio voor de muzikale mede werking en sloot hierna met een kort woord de bijeenkomst. VERKOOP LIEFDADIGHEIDSZEGELS EN PRENTBRIEFKAARTEN „VOOR HET KIND". De verkoop van Liefdadigheidszegels en briefkaarten is naar de tijdsomstandigheden niet onbevredigend te noemen. Hoewel er nog al eens op- en aanmerkingen over de keuze briefkaarten en postzegels zijn geweest, is men over het al of niet mooi vinden heen gestapt en heeft menigeen ons geholpen de omzet voor de afd. Heemstede zoo groot mogelijk te maken. Namens het Cc'Hwté moeten wij dan ook vriendelijken dank uitbrengen aan alle koopers en koopsters en aan de dames die zich vrijwillig beschikbaar stelden voor den verkoop en menig ochtend of middag daarvoor beschikbaar stelden. De opbrengst verkoop postzegels is ƒ1.537. en aan briefkaarten 179.55. Gezamenlijke opbrengst is dus ƒ1.716.55. Namens het Comité: Mevr. J. S. van Caspel de Vas, secr. Mej. P. W. M. v. d. Schoot, penningm. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: A. Riemsdijk, Gorte straat 8, Haarlem, een houten deksel met koperen plaat; J. Oudshoorn, Zandvoortsche- laan 114, een zilveren theeschep; N.V. Reederij v. d. Schuit, Maaskade O.Z. 2730, Rotterdam, een bos laschdraad; De Vries, Koediefslaan 26, een tennisschoen; Groeneveld, Zandvoortsche- laan 56, een zwart hondje; Smit, Jan v. d. Berg straat 3, een gele handschoen; Verhoef, Nic. Beetsplein 5, een handdoek; A. de Reus, Kerk- laan 3, een autoped; M. Visser, Bankastraat 106, een glacé handschoen; Mevrouw Klatzer, Heerenweg 186, een gouden lorgnet; Hens- bergen, Wagenweg 214, Haarlem, een auto slinger; Luuring, Haemstedeplein 17, een spatlap van een rijwiel; Bureau van Politie, Raadhuis straat, een mondharmonica en een lorgnet. OVERZICHT DER WERKLOOSHEID. Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemidde ling kwamen in den loop dezer week 512 aan biedingen in van werkzoekenden, t.w.: 44 grondwerkers, 30 metselaars, 22 schilders, 24 timmerlieden, 27 opperlieden, 125 bloemistarbeiders, 125 losse werklieden, 81 werkzaam in andeje beroepen, 16 metaalbewerkers^ 9 kantoorbedienden, 4 bouwkundig teekenaars, 3 bakkers, 2 stucadoors. Onder bovenstaand aantal zijn 130 personen werkloos tengevolge van de vorst. CENTRAAL TOONEEL. „In ieder Huwelijk". Het Centraal Tooneel geeft hedenavond in den Schouwburg Jansweg de eerste voorstelling te Haarlem van het tooneelstuk „In ieder Huwelijk", met Tilly Lus en Cees Laseur in de hoofdrollen. Dit stuk is avond aan avond voor volle zalen met groot succes opgevoerd. Ondertrouwd: Jac. Lagas en M. J. Klok. Bevallen: N. KermerSmits z.; W. H. Schoon-Zut d.; M. C. GoemansRijnbeek d. Overleden: A. Telleman-' 69 j., echtgen. H. Rusman, MAAKT U HET LEVEN GOEDKOOPER! R. 21 KANTOOR EN WERKPLAATS: J. C. VAN OOSTZANENLAAN 10 WOONPLAATS: J. C. VAN OOSTZANENLAAN 10 en KOEDIEFSLAAN 23 HEEMSTEDE - TELEFOON 28681 AANNEMERS BEÉEDIGDE MAKELAARS. MEESTERLOTTELAAIM 12, TELEFOON 15468 Nieuwbouw, Verbouwingen Onderhoudswerken. In den strijd der dieren ligt de ontzetting... Dr. Greensby was van zijn laatste ontdek kingsreis in het Amazone-gebied te Londen teruggekeerd, 's Avonds had hem een groep journalisten in het Savoy-hotel overvallen en hem meegetroond naar het tuinterras, waar men ongestoord met elkaar kon praten. De reporter van de „Times" stelde een slinksche vraag om het gesprek in te leiden. Een oogenblik was er geen gerucht. Vervolgens klonk de mediteerende stem van Dr. Greensby: In den strijd der dieren ligt de ontzetting van het ontspannen van oerkrachten. Dui zenden van jaren streden zij op de zelfde wijze. Het dier handelt naar zijn instinct. De ontzetting van het misdadige overleg is buitengesloten. In de natuur is de mensch wellicht wreeder dan het dier, omdat hij naar zijn verstand handelt. Een voorval, waarvan ik in de Amazone-delta getuige was, zal mij steeds bij blijven. Terugkomend van een expeditie in het bin nenland had een mijner begeleiders zware koortsen. In het moerassige gebied aan de oevers van de Amazone was de nacht een myriaden-gewriemel van muskieten. De opge- loopen beten ontstoken en we werden alle gekweld door invretende wonden. Gelukkig bevonden wij ons slechts enkele dagreizen van een mij bekende Indianenstam, waarvan het opperhoofd „The Flying Horse" mij vroeger reeds behulpzaam was geweest. Verschillende malen had dit opperhoofd met blanken, die in zijn gebied nog gemakkelijk doordringen, de steden aan den mond van de Amazone bezocht en daar eenige kennis van onze beschaving gekregen. Van zijn intellect moet men zich echter geen al te groote voorstelling maken. De Indianenstammen in het Amazone-gebied staan op den laagsten trap van ontwikkeling. Uiterst primitieven zijn het, om het woord wilden niet te noemen. Bij aankomst zouden wij het opperhoofd ver zoeken enkele dagen bij hen te mogen ver blijven, zoodat de zieken konden herstellen. De ontvangst was zeer hartelijk, temeer nog daar „The Flying Horse" des anderen daags met een Indiaansche in het huwelijk zou treden en ik als zijn blanke vriend daarbij tegenwoordig kon zijn. Hij had er een Indiaansch-Westersche plechtigheid van gemaakt. De vrouw bleek van een anderen stam te zijn, wat bij de oerwoud- Indianen weinig voorkomt. Afgevaardigden van andere stammen waren reeds in het dorp, om bij de laatste ceremonies aanwezig te zijn. Onder hen bevond zich ook een gauchero meestal ongure individuen die men, niet a!-te-ver het binnenland in, nog al eens ontmoet. Bij mijn navraag kwam ik te weten, dat het een soot kunstenmaker was, die nu eens rood dan weer zwart, dan weer geel water uit zijn mond liet spuiten, precies alsof hij een klenr- fontein in den mond droeg. Morgen op het feest zou hij zijn kunsten vertoonen. Welnu zoo was de toestand, toen wij in het Indianendorp waren opgenomen. Eén feit bieef mij evenwel onbekend, 's Anderendaags zag ik, dat de Indiaansche verschillende schitterende parelen en diamanten droeg. „The Flying Horse" moest deze van zijn reizen hebben meegebracht, waarschijnlijk in ruil voor ivoor en pelzen. Later bleek mij, dat het bekend was, dat hij ze op zijn huwelijksdag aan zijn vrouw zou schenken. Vandaar die groote belangstelling. Natuurvolken hebben voor schitterende steenen een afgodische vereering. De geheele dag had onder leiding van het opperhoofd een sprookjesachtig verloop. Die mengeling van beschaving en primitief leven in dit natuurland, ondenkbaar vèr verwijderd van comfort, van electrische trams, stadslichten en cinema's leek zoo onwezenlijk als een ster, even groot te weten als onze aardbol. 's Namiddags, terwijl wij in onze tenten waren, hoorden wij plotseling een schreeuw. Even later was er een helsch kabaai. Ik ging naar buiten en zag een aantal Indianen heftig gesticuleerend en schreeuwend doelloos rond- loopen. De vrouw was bewusteloos en beroofd van haar edelsteenen in haar tent gevonden. De gauchero had zich aan dit misdrijf schuldig gemaakt. Terwijl hij het volvoerde greep men hem. Aangenomen mag worden dat hij deze daad niet alleen uitvoerde. Floe zou hij in het oerwoud hebben kunnen ontkomen? Voor mij was het meest aannemelijk, dat hij onder de inboorlingen handlangers had, die bovendien niets riskeerden, daar de dief over een zeer uit zonderlijke manier beschikte, om het gestolene ongemerkt te laten verdwijnen. Daar de parels en de diamanten niet op den gauchero gevonden werden en hij geen gelegen heid had gevonden er zich op andere wijze van te doen, vertelde ik mijn onderstelling aan het opperhoofd. Hij is toch den dood schuldig, zei hij, na een oogenblik somber voor zich uitgestaard te hebben. Bij zonsondergang stonden wij allen aan een baai van de Amazone. Juist was het kreng van een jaguar in het water gegooid. Een gegolf was merkbaar alsof er zich een reusacljtlg «tier in de diepte bewoog. Aan den kant maakten enkele Indianen een vrij diepe boot van boom schors in o'rde. Den gauchero bond men met leeren riemen stevig aan handen en voeten. Hierop werd hij in de kano gelegd. Aan de beide uiteinden van den boot bevestigde men eveneens lange riemen. Onder het gehuil der aanwezigen liet men hem te water. Twee Indianen, die de uiteinden der riemen vasthielden, roeiden de boot achter na. Midden op den stroom gekomen, duwde men het vaartuigje onder water. Angstaanjagend echode de doodskreet van den gebondene tusschen de hoog opgaande woudreuzen, welke aan beide zijden de oevers van de traag stroomende rivier bedekten. Een rochel. Daarna verstomde het woeste doodsgehuil. Strak waren de riemen, welke de Indianen vasthielden. De boot zweefde onder water. Na eenigen tijd werd hij weer opgehaald. Voorzichtig draai de men hem ge deeltelijk op een kant, zoodat er water uitstroomde en drijvende kon blijven. Langzaam keerde men terug. Met afschuw bekeek ik het lu gubere tafereel. Ik had het Indiaan sche opperhoofd verteld, dat de gauchero de edel steenen waar schijnlijk had in geslikt, omdat hij naar willekeur verschillend ge kleurd water uit zijn mond liet spuiten. Ik wist met afschuw bekeek ik het men een bijzonder gevorntden slokdarm heeft. Zulke personen hebben meestal daarin een ver wijding, die men het best met een krop kan vergelijken. Inslikken en weer opgeven is voor hen slechts een kunstje. Nadat men den gauchero op deze wijze had gedood, zou men hem dus nog den hals openen om de steenen weer machtig te worden. Een dierlijk wreed vonnis werd over den man vol trokken. Mijn hart sloeg sneller bij het nader komen van den boot. Het gezicht van dat gebonden, kletsnatte lijk moest ontzettend zijn. Dichter kwam hij. Nog dichter. Ik rekte me om er in te kijken. Ik keek op de voorsteven. Niets zag ik. Kleiner werd de afstand tusschen boot en oever. Nu waren ze er. In de opgehaalde boot bevond zich onder ongeveer een laagje water van een decimeter niets dan het hagelwitte skelet van een mensch. Hoe kan dat? riep de reporter van de „Times" ontzet uit. Onder de borstkas flonkerden de vermiste edelsteenen, ging de ontdekkingsreiziger onver stoorbaar verder. Mijn theorie was juist geweest. Thans het antwoord op de vraag: op welke manier het lichaam ontvleesd was. Het Indianen-opperhoofd vertelde mij, dat er op de Amazone in groote zwermen kleine roof- visschen voorkomen, die in een oogwenk een prooi totaal ontvleezen. Van die wetenschap maakte hij gebruik om de edelsteenen in zijn bezit te krijgen. De doode jaguar had men te water gegooid om de zwermen te lokken. GOTTFRIED v. GRIENSVEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1933 | | pagina 2