TWEEDE BLAD
GEWELDIG!
KWARTJES-RECLAME.
HEIJN
J
KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR
AMERIKA.
1
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
De Speenvarkentjes.
Brokjes Levenswijsheid.
De GSazenwasscher
TOON EEL,
door G. Th. ROTMAN,
INGEZONDEN STUKKEN.
is het succes onzer
Wij verlengden daarom deze EXCEPTIONEELE AANBIEDING
tot Zaterdagavond 21 Januari a.s.
DOET UW VOORDEEL,.
MAAKT U HET LEVEN GOEDKOOPER!
SPORT.
SCHAAKRUBRIEIC
Dit
De Centrale zat met biggen
Honderdduizend! in haar maag.
Er was naar die lieve diertjes.
Zoo het scheen, niet heel veel vraag,
'tCrisiscomité zei: Dank je!
'k Weet met 't knorrend vee geen raad!
't Keur- en slachtloon Is te hoog, en
't Vleesch is ook niet zoo probaat.
Maar de oude schilderijen,
Voor het nageslacht bewaard,
Toonen ware smulpartijen!
Toen was 't zwijntje wel wat waard!
Men besloot een proef te nemen
In de Kookschool te Amsterdam.
'tMoet wel smaak'lijk zijn gebraden,
Daar 't de proevers goed bekwam.
En nu heerscht er groote vreugde
In het rose-bigkwartier:
Want geconsumeerd te worden
Is het doel van 't brave dier.
Drie millioen pond vleesch! Gelukkig
Dat dit niet vernietigd werd!
't Is juist weer om echt te smullen
Van een kluifje in de snert!
(nadruk verboden)
De glazenwasscher zet zijn ladders op en
klimt naar de bovenste sporten. Het publiek
tuurt angstig omhoog. Het is een van de hoog
ste gevels, welke de glazenwasscher onder
handen neemt. Hij lijkt een behendig poppetje,
dat daarboven acrobatische toeren verricht.
„Een gevaarlijk werk!", merkt een der om
standers op, als de glazenwasscher is afge
daald om zijn ladder-toestel te verzetten.
„Gevaarlijk?". antwoordt de glazenwas
scher. „Och ja, dat kan wel zijn, maar wij
hebben daar zelf geen erg in. 'tls ons dage-
lijksch werk, moet u denken."
Is het alleen maar de glazenwasscher, die
zonder erg een gevaarlijk dagwerk verricht?
Kijk eens naar dat vliegtuig daar hoog in de
lucht! Toen de eerste machine opsteeg, sid
derde het publiek. En thans, wie heeft er
thans nog nooit in een vliegtuig gezeten?
Op zee dobberen heele menschenkolonies. Ze
voelen zich op hun mailboot veilig als thuis.
Hun verblijf is van alle gerieven voorzien. Nie
mand geeft er zich rekenschap van, dat daar
onder die parketvloer met Perzische tapijten
zich een mijlendiep water uitstrekt. Een bot
sing met een rots of een ijsberg, een klein
scheurtje, en het geheels gerieflijke ver
blijf verzinkt in de golven. Het gebeurt, meer
dan eenmaal.
Er vallen glazenwasschers van de ladder, er
Verongelukken chauffeurs en piloten, er rijden
millioenen fietsers zonder te denken aan de
broosheid van banden en frame. Er snellen
centenaars zware spoortreinen voort over twee
smalle staven en over de fijne tongen der wis
sels. Een kleine oneffenheid, een schok op een
noodlottig moment, en het is gedaan met de
reizigers, die rustig dommelen op de kussens
van hun coupé.
Tusschen muren van staal en beton, over
wegen van asfalt en klinkers beweegt zich het
nietige schepsel: de mensch. Niets is zoo
.kwetsbaar als dit weeke lichaam tusschen de
ijzeren hardheid, die hem omgeeft. Hard zijn
de machines, om hem heen wentelend als
molens, die het gemunt hebben op zijn buig
zame vleesch. Hard zijn zijn werktuigen, hard
zijn vervoermiddelen, hard de woning, waarin
hij beschutting zoekt tegen de vernielende
machten. Met geen deeltje van zijn omgeving
kan hij in aanraking komen, of hij zal in weer
stand de mindere blijken. Zijn veiligheid is niet
grooter dan die van de slak, welke voort
glijdt o\er ce zerken der straat.
Toch neemt hij zich koning van het heelal.
In het gevoel van zijn overmacht temt hij de
dieren en maakt hij de elementen aan zich
ondergeschikt. Maar de nietigste schepselen,
de bacteriën, nestelen zich in zijn lichaam en
brengen hem om. En de elementen liggen steeds
op de loer om hem in hun valstrikken te van
gen. Onverhoeds raakt hij een draad aan, on
verhoeds laat hij zich meesleuren door een lok
kende golf, en wederom legt hij het loodje.
Moeten wij sidderen, als wij naar den gla
zenwasscher omhoog kijken, als hij daarboven
zijn gevaarlijken arbeid verricht? Maar is deze
koorddanser een uitzondering? Dansen wij niet
allen op 't koord, ook als wij ons veilig voelen
op den beganen grond? Even veilig voelt zich
de glazenwasscher daarboven. Het is zijn dage-
lijksch terrein, deze ladder, zooals de begane
grond ons dagelflkseh terrein is. De begane
grond, waarop wij ons fluitend en lachend
voortbewegen, van buiten en van binnen voort
durend bedreigd.
Wanneer wij ons bewust worden van de ge
varen, waarin wij iedere seconde van ons leven
verkeeren, is ons het leven onmogelijk ge
maakt. Leven kunnen we slechts door het ver
geten van deze gevaren. Zooals de glazenwas
scher zijn taak alleen kan verrichten, zoolang
hij zich van zijn hachelijke positie geen reken
schap geeft.
Is de glazenwasscher een held of is, wat wij
voor zijn heldhaftigheid houden, niets anders
dan onbewustheid? Zijn wjj, die argeloos het
gevaar van te leven trotseeren, onnoozelen of
helden?
Het antwoord is moeilijk te geven. Wij zijn
met het gevaar als met een natuurlijk be
standdeel van het leven vertrouwd; het hoort
bij ons bestaan, gelijk de lucht die wjj inade
men en die even vol schadelijke kansen is als
de bodem, waarop wij loopen.
H. G. CANNEGIETER
Het Nederl. Indisch tooneel, direc
teur: Cor Ruys. De Dokter beveelt
(dokter Pygmalion). Comedie in 3 be
drijven naar het Engelschi van Har-
risson Owen. Vertaling van Eline Pi-
suisse.
Het Ned. Indisch iooneel, Stads
schouwburg 14 Januari '33.
Wij hebben in jaren niet zulk een stormloop
naar den Stadsschouwburg op het Wilsonsplein
bijgewoond; wanneer de heer van Hees had wil-
65. Gelukkig hadden de Indianen nog al
heel wat te bespreken, maar toch duurde het
niet lang, of onze vluchtelingen hoorden ze in
de verte woest schreeuwend achter zich aan
komen, Ha, gelukkig, daar waren ze bij de ri
vier, nog net bijt'jds! Een sprongploem!
ploem! en ze rolden in het bootje. De beer,
die nog onderin het bootje lag, piepte be
nauwd.
66. Maar o wee, de professor was in de
verdrukking geraakt; de jongens waren bo
ven op hem gesprongen en hij lag, half ver
suft, met z'n hoofd huiten boord. Hap, zei een
groote kaaiman, die uit bet water opdook. En
in 'tzelfde oogenbük had het monster profes
sors geleerde baard tusschen z'n tanden. Wat
'n consternatie!
67.
„Houdt 'm stevig vast, jongens!"
schreeuwde de kapitein, terwijl hij achter het
Stuur sprong. De jongens klampten zich met
opeengeklemde tanden aan professors beenen
vast en even later bceml daar schoot het
bootje met een ruk vooruit, den heelen baard
van den professor tusschen de tanden van
den krokodil achterlatend!
68. Verschrikkelijk, wat een ruk was dat!
Net alsof je zoo, krak! zoo'n heele bos
gras uit den grond trok, voor je konijnen! Au,
au, wat 'n pijn! De tranen waren den profes
sor in z'n oogen gesprongen. Enfin, op z'n
baard na was hij geredWeemoedig voelde
hij aan z'n gezicht, waar nog slechts enkele
verspreide en verfomfaaide haren aan hingen.
len wachten tot al zijn gasten binnen waren, zou
de voorstelling zeker een kwartier te laat zijn aan
gevangen; en toet was het geen voetbalwedstrijd.
Toen de zware gor dijnen opgingen, zagen wi)
Mevrouw Lucy Haydon, de ingebeelde zieke voor
gesteld door ..Else Mauhs te bed liggen. Het
dienstmeisje Mabel trachtte haar met een of
ander te verkwikken, haar dochter Eveleyn (Eline
Pisuisse), vervuld door het feit dat moeder altijd
te bed bleef, kwam in een costuum, waaraan bo
ven het middenrif veel ontbrak, bij moeder hulp
zoeken, die languissant werd verleend en waar
op haar vader James Haydon (Cor Ruys in
avcmdcostuum) de hulp der moeder kwam vra
gen voor het rechtzitten van zijn das. Het was
alles erg gezelligen huiselijk, tot ook de zuster
der zieke binnenkwam (Mevrouw Chrispijn-M.il-
der) als Alice Henderson en deze nadat de beide
anderen vertrokken waren, het ware spel deed
beginnen dedr Lucy mede te deelen dat zij
den exotischen dokter Rex Gamett, die al in de
gang was, had besteld cm de halfwas ziek? tot
een heelwas gezonde te maken en weldra komt,
of liever gezegd, stormt dan ook de hoofdper
scon (Jacques Reule) binnen.
Vanaf dit oogenbük tot het einde van het
laatste bedrijf is het Reule, dien wij nog nooit zoo
goed hebben gezien, die het stuk draagt. Oer
Ruys en Else Mauhs, man en vrouw, zijn er lij
delijke personen in, dokter Pygmalion, Garnett,
Reule, de man met de slimme kijk op den mensch
vooral op de vrouw, en met een aanmatigend
bevelend optreden is de hocus-pocusman, die
oogenschijnlilk alles kan en alles bereikt. De
vrouw, die maandenlang bedlegerig was, zit een
kwartier na zijn verschijning niet alleen op,
maar aan tafel, nuttigt, champagne met paté
dé foie gras en zij gevoelt zich weldra zoo kip
lekker,, dat als de dokter vertrokken is en zij
voor het oog van haar huiselijke wereld weer te
bed gaat, zij het uitgiert van pret omdat het le
ven, dat dreigde te verdooven onder de onver
schilligheid van haar man, weer vat op haar heeft
gekregen. De dokter, die de dochter en den heer
des huizes had hooren thuis komen, was in de
japonnenkast verstop) en een komisch tafreel
ontstaat, wanneer de man, die met een andere
dame op stap is geweest, zich verbeeldt zijne
vrouw nog meewarig te moeten toespreken. Hij
gaat ter ruste, de dokter wordt uitgelaten en het
eerste bedrijf is afgéloopen. Hoe het geval verder
verloopt moet men zelf gaan zien, want. om het
spel van de genoemde spelers is dit kaarten
huisachtige stuk een bezoek aan den schouwburg
ten zeerste waard. T.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
HET EMMA-HCIS.
HAARLEM, 14 Jan. 1933.
Hooggeachte Redactie,
Wellicht is aan velen het Emmahuis, dat onder
bestuur staat van de Nederlandsche Vereeniging
ter behartiging van de belangen der jonge meis
jes, bekend, dat huis in de Emm astraat 22, vlak
over de R. K. St. Bavo, waar dames en meisjes
in huiselijken kring tijdelijk tegen billijk tarief
logies kunnen verkrijgen. Echter is nog niet be
kend, dat vanaf heden in dit huis ook gelegen
heid is voor elke werkende vrouw (vooral ook
jonge meisjes) haar vrijen dag, ook 's Zondags
door te brengen.
Zeer zeker zullen er velen zijn, die op zoo'n
dag zich de vraag gesteld hebben: waarheen?
Welnu, hier is het antwoord.
Ik noodig daarom hartelijk ieder uit, die hier
van behoefte heeft, vooral degenen, die in een
vreemde stad het bijzijn van familie en vrienden
moeten missen.
Voor nadere bijzonderheden verwijs ik naar de
advertentie in dit blad.
Hoogachtend,
J, HILLENGENBERG,
Directrice.
Filiaal: BLOEMFNDAAL, Bloemendaalscheweg 33, Telefoon 22594.
OVERVEEN. Bloemendaalscheweg 226(7, Teie'oon 11616.
HAARLEM, KLe verpark weg 21c, Telefoon 16212.
R 21
VOETBAL.
De plotseling ingevallen vorst leidde tot
groote stagnatie ln de afwerking van het vast
gestelde programma, zoodat in de tweede klas
B. slechts twee wedstrijden doorgang konden
vinden, te weten
HerculesBaaro
BloemendaalD. W. S3 2
Vooral het resultaat van den wedstrijd Her
culesBaarn was een groote verrassing. On
aangenaam voor de beide andere pretendenten
B. F. C. en A. F. C.,\die een veiligen voorsprong
van drie punten gerduoeerd zagen tot slechts
één punt. De strijd om de laatste plaats
heeft thanc een zeer gewijzigd aspect verkre
gen, en het is met geen mogelijkheid te zeg
gen, wie de degradatiewedstrijden zal moeten
spelen.
Gaan we het programma na, dat de slechts
geplaatste elftallen nog af te werken hebben:
A. F. C. thuis: H.F.C., Alfen, Spartaan; uit:
D.W.S., Hercules, Bloemendaal, Baarn.
B. F. C. thuis: H.F.C., Velox, Bloemendaal;
uit: D.W.S., Hercules, Spartaan, Baarn.
Baarn thuis: Alfen, Bloemendaal, A.F.C.,
B.F.C.; uit: H.F.C., Bloemendaal, Spartaan,
Dan komt het ons voor, dat A.F.C. de
zwaarste opgave heeft op te lossen. Bekend is
echter de felle eindspurt der A.F.C.'ers, en als
deze ditmaal niet te laat wordt ingezet, dan
vreezen wij het ergste voor Baarn, dat boven
dien met haar spelers sukkelt, waardoor het
maar niet volledig uit kan komen.
Wat den wedstrijd HerculesBaarn betreft-,
het volgende: Hercules telt invallers voor haar
doelman Balt en de gebroeders Buitenweg. Het
veld was tamelijk hard, zoodat er voorzichtig
gespeeld werd. Baarn bleek zich het best aan
te passen, en kwam daarvoor meer in den
aanval. Toch scoorde Hercules het eerst door
den rechtsbuiten Wijhe, welke stand tot rust
ongewijzigd bleef.
Ook in de tweede helft gaf Baarn den
toon aan. Het duurde nog een half uur voor
de bezoekers uit een vrijen schop door van
Vulpen gelijk kwamen. Onmiddellijk hierop
werd een Baarn-aanval beloond met het win
nende punt, uit een voorzet van links, ge
scoord door van Ginkel. Beide elftallen moes
ten toen een speler door blessure missen. In
den stand kwam echter geen verandering
meer.
Daar de consul van
vrijheid, kon vinden het terrein af te keuren
en de beslissing aan den scheidsrechter
wenschte over te laten, was het tot even voor
tweeën neg onzeker of er gespeeld zou wor
den. De heer Van der Spek, wien de leiding
was opgedragen, oordeelde déh toestand van
het veld wel niet ideaal, maar toch wel be
speelbaar. Bij zijn beslissing achtte hij het
onnoodig het oordeel der beide captains te
hooren. Door deze geste nam hij de volle ver
antwoording op zich. Uit zijn leiding bleek
intusschen, dat hij deze wel dragen kon, want
elke poging tot zwaar spel strafte hij onver-
biddellijk. Daardoor kon de wedstrijd een
normaal verloop hebben, hoewel het spel niet
veel te beteekenen had. Vooral de Bloemen
dalers konden zich in de eerste helft maar niet
inspelen. Daarin waren de gasten hun de baas,
en demonstreerden tevens grootere technische
bekwaamheden. Voor één Bloemendaler moeten
wij een uitzondering maken: het was Jonker
gouw, die het juiste spel speelde. Hij trapte
den bal inééns zonder hem te stuiten, want als
het leder op den grond kwam, kreeg het zon
derling effect, waarvoor elke berekening faal
de. Natuurlijk leidt het ineens wegtrappen tot
missen, maar deze risico kan elke speler, die
zeker van zich zelf is, nemen. En mocht Jon
kergouw eens missen, dan stelde zijn snelheid
en soepelheid hem in staat, zich te herstellen.
Zoo kon hij een der beste spelers van het
veld zijn.
Uitgezonderd een half uur na rust, Is het
D. W. S. geweest, dat dan toon aangaf. Dat
was hoofdzakelijk te wijten aan onze midden
linie, die, en speciaal de links-half, wel zeer
zwak was. Dat Beijk door zijn lengte dp het
harde en gladde veld zeer gehandicapt was, is
te begrijpen. De kant-halfs echter misten de
noodige agressiviteit om onze voorhoede,
waarin de aanwezigheid van Kaïmmeyer danig
gevoeld werd, den noocügen steun te geven. Dat
wij niettemin den wedstrijd wonnen, is te dan
ken aan het onzekere spel van den invaller
doelman der gasten, die bovendien nog plaats
vervangers hadden voor van Es en Melchers,
maar tevens aan de weinige schotvaardigheid
der Amsterdamsche voorhoede. Keurig gevoed
door de middenlinie, bouwde de aanval der
gasten attaque op attaque op, miar de afwer
king liet veel te wenschen over, waarbij kwam,
dat Huisman in de Bloemendaalsche goal
eenige fraaie save's verrichtte, die nog meer
prijzenswaardig zijn gelet o-p den toestand der
doelen.
Het begin was zeer sensationeel: van den
aftrap nam de Blcemendaalvoorhoede den bal
mee, en die eerste aanval had al bijna een
goal ten gevolge. D.W.S. deed het hierop be
ter: een snelle doorbraak en C. Huisman schiet
onder zijn uitvallenden naamgenoot in: Er was
één minuut gespeeld. In de volgende minuut
beoordeelt de DWS-dcelman een mislukt schot
van Frans Bakker verkeerd en van. Gelder
smaakt gelijk. Direct hierop weer een aanval
der thuisclub, een twijfelachtig uittoepen van
den keeper der gasten, een rollertje van Fr.
Bakker, een voorsprong van Bloemendaal! Na
drie minuten spelen, drie goals! De vierde
kwam een kwartier later, als Slot, de Amster
damsche middenvoor uitstekend inkopt, en
daardoor den stand in evenwicht brengt.
D.W.S. zette dan een geweldig offensief in,
doch stug verdedigen en slecht schieten voor
komt succes. Ongeveer 5 minuten voor rust
forceert de linksback der gasten bij een der
sporadische Bloemendaalaanvallen een penalty.
Met een wel hard, doch houdbaar schot accep
teert Immer deze kans en brengt hierdoor den
stand op 32.
In de tweede helft geeft Bloemendaal veel
beter partij, zonder nochtans gevaarlijk te
worden. Tot een kwartier voor 't einde gaat
de strijd gelijk op. Dan krijgt C. Bakker een
hal in het gezicht, waardoor hij het veld moet
verlaten. D. Kuiper valt in; en Immer gaat
achter spelen. Nu komt D.W.S. weer geweldig
in den aanval en schept zich verschillende kan
sen, welke geen van alle benut worden. Even
voor het eindsignaal krijgen de bezoekers een
strafschop toegewezen. Zelfs dit buitenkansje
wordt niet geaccepteerd, want de Bloemendaal
sche Huisman maakt het schot van den Am-
sterdamschen naamgenoot tot groote verlich
ting van den Bloemendaal-aanhang onschadelijk.
De twee punten zijn binnen. Na 't succes van
Baam tellen ze dubbel. Ook HFC is met dezen uit
slag buitengewoon gebaat, voor de derde maal in
dit seizoen hebben de written den Spanjaards-
laanbewoners een grooten dienst bewezen, door
tweemaal D.W.S. en eens Velox te klonpen.
De papleren van F.F.C. staan na Zondag beter
dan ooit. Het kampioenschap kan den blauw-
witten moeilijk meer ontgaan.
In verhand met den a.s. Zondag in het Sta
dion te spelen internationalen wedstrijd Neder
land—«-Zwitserland zijn door geen der Bloemen
daal elftallen wedstrijden vastgesteld.
Loopt niet met een rijwiel aan de hand oi
tiet trottoir.
Spring niet op of van een in beweging zijnde
tram.
Oplossingen, bijdragen enz. te richten aasï
den Schaakredacteur, Crnquiusstraat 19,
Haarlem.
PROBLEEM No. 370.
G. Ernst (Augsburg).
Mat in vier zetten.
Stand der stukken:
Wit: Ke3, Tf2, Thl, Lbl, Pa2, Pg4, e6, h6.
Zwart: Kdl, Ta6, Pel, a3, a4, d2, e2, h7.
SCHERTSPROBLEEM No. 28.
G. J. Bruijns (Amsterdam).
I
Loopt niet onnoodig op den rijweg en op hei
Bloemendaal geen rijwielpad.
Wit neemt zijn Iaatsten zet terug en geef®
daarna in één zet mat.
Stand der stukken:
Wit: Ka4, De8, Tgl,
Zwart: K£7, Tf8, Lf6, e7.
PARTIJ No. 167,
Gespeeld in een blindséance van. den wereld
kampioen te Ziirich, Juli 1932.
Wit: Dr. A. Aljechin (ParJJs).
Zwart: W. Schenker (Ziirich.)
Boedapester gambiet.
1. d2d4 Pg8—f6
2. c2c4 e7e5
3. d4Xe5 Pf0—g4
4. Pgl—f3 Pb8e6
5. e2e3 Lf8—b4f
Direct Pg4xe5 is beter.
6. Lel—d2 Dd8e7
Sterker is Lb4Xd2|„
7. Pblc3 Lb4xc3
8. Ld2Xc3 Pg4xe5
9. Pf3Xe5 Pc6xe5
10. Ddl—dé f7—f6
Op 10d7d6 volgt ook 11. c4c5!
11. c4c5 0—0
12. 0—0—0 a7—a.5
13. g2g4! Kg8h8
14. g4g5 Pe5—fS
15. g5xf6 Tf8Xf6
16. Dd4d5 Tf6—f8
17. Lfle2 Pf3g5
18. Thl—gl Pg5e6
19. Le2c4 c7—c6
20. Dd5e5 Tf8—f7
21. Lc4Xe6 d7xcö
22. Tgl Xg7 Opgegeven
Want op Tf7Xg7 volgt 23. Tdl—d8f, waarna
mat.
OPLOSSING SCHERTSPROBLEEM
No. 27.
(A. B. Arnold).
Stand der stukken:
Wit: Kdl, Tf7, Ld3, Pd7, Pd8, b4, b5, c6„
d2, e4, e6, f5.
Zwart: Kd6, Tb7, Td5, Lc7, Pc5, a6, b6, Cé,
e5, el, f4, f6, g6.
1'. Pd7xf6, e7Xf6; 2. e6e7!, onv.; 3. e7eS
Paard enmat.
CORRESPONDENTIE.
Aerdenhout. S. B. Uw oplossing faalt na
2a6xb5.
Haarlem. K. H. R. P.M. Zooals U Siftt
is 1. b4Xcöf niet de auteursoplossing.