jlm, de zoon van Bobby DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT No. 14. 7 APRIL 1933. TWEEDE BLAD LOSSE BLAADJES. 1 NA TUURRESERVAAT. SCHOOL- EN WERKTUINEN. Vervolg Plaatselijk Nieuws. TOONEEL (Het landgoed „De Hooge Veluwe" zal door de regeering worden gekocht voor aanleg van een parkbosch.) Het aantal Nederlanders Breidt zich voortdurend uit. Dat wordt door geen malaise Of crisis nog gestuit. De groei van stad en dorpje Gaat lustig maar z'n gang, Maar daarmee komt dat 's zeker 't Natuurschoon in 't gedrang. Het vriendelijkste laantje, De mooiste boschpartij Is wellicht over 'n maandje Een naakte huizenrij. Vóór Nederland met baksteen Geheel is dichtgegroeid Heeft wijs'lijk de regeering Er zich eens mee bemoeid. Men wil een park gaan stichten En doet dit wel op tijd, Want tevens schept men daardoor Weer werkgelegenheid. 't Is niet zoo'n klein bedragje: 't Terrein kost een miljoen; Maar er is voor de kweekers Dan weer eens wat te doen. Straks grijpen zij de spade, De schoffel en de hark, Want 't moet iets moois gaan worden, Ons Nationale Park! En als na vele jaren Het land is volgebouwd, Dan zal men dankbaar wezen Voor dit natuurbehoud. ii. VERKEERSONGEVALLEN. Op de Raadhuisstraat week een wielrijdster uit voor een portier dat werd geopend van een auto, terwijl zij voorbij reed, met het gevolg dat zij tegen haar naast haar rijdende zuster reed. Zij kwam hierbij te vallen, doch werd niet ver wond. Wel werd haar rijwiel beschadigd. In een vorig artikel hebben wij gewezen op het mooie werk van de Vereeniging voor Schooi en Werktuinen; thans volgen eenige nadere ge gevens omtrent de werkzaamheden, kosten, enz. De kinderen krijgen op den Heemsteedschen werktuin voor de geringe contributie van 10 ets. per week waarin voor sommige gevallen wijziging gebracht kan worden een tuintje van 20 M-. Zaaizaad en planten worden kosteloos verstrekt, gereedschap gratis in bruik leen afgestaan alleen brengen zij zelf mee een meetlat van 1 M. lengte en een aan twee puntige stokken bevestigd lijntje van 6 M. Zij werken hier onder deskundige leiding en 't is aardig oni op te merken, hoe de eerst zoo onkundige tuiniertjes na een poosje kunnen harken, zaaien en planten, dat het een lust is om te zien. Wie weet, welk voordeel zij daar later nog van zullen hebben. En een groot genot is het voor hen, als ze na eenige weken hun inspanning rijkelijk zien beloond en ze hun ouders kunnen verrassen met een tasch vol zelf gekweekte radijs, doperwtjes en zoo veel meer, of op moeders of vaders verjaardag een bouquet bloemen meebrengen uit Jum eigen tuintje. 't Werken kost natuurlijk eenige inspanning, maar 't is 'n gezonde arbeid, zoodat als de kinderen na gedaan werk huiswaarts keeren, zij niet overmoeid zijn, wat na een of ander op windend spel, dat zij anders vaak ter ontspanning in hun vrijen tijd beoefenen, wel eens het geval kan zijn; neen de tuinarbeid houdt het flink en frisch en zij komen er van thuis met een ge zonden eetlust. Dan na eenigen tijd, als de meeste kinderen de klappen van de zweep kennen, wordt hun energie wat meer opgewekt, door het organi- seeren van een wedstrijd. Wie z'n tuintje het mooist en vlijtigst bewerkt heeft, krijgt een prijsje, bestaande uit een aardig plantje. Maar 't is een wedstrijd, waarbij het prettig en werke lijk vriendschappelijk toegaat, de onderlinge wedijver zweept de hartstochten niet op. waar van ruwheid vaak het gevolg is, neen, veeleer worden de zwakken door andere meer begaafde mededingers met raad en daad bijgestaan. Zoo zouden we nog verscheidene voorbeelden kunnen aanhalen, hoe opvoedend deze tuinarbeid in vele gevallen werkt, hoe bijv. bij afwezigheid door ziekte of anderszins het onbewerkte tuintje door anderen, die zich daarvoor vrijwillig aan- melden, wordt onderhouden, hoe bloemen worden afgestaan en bezorgd aan ziekenhuizen en tehuizen voor ouden van dagen, doch we willen hiermede volstaan, in de hoop, dat wij er althans eenigszins in geslaagd zijn, het goede van dit werk voldoende te belichten en U daar mede te hebben opgewekt ons te steunen bij het in stand houden van onze mooie school- en werktuinen. Die te Heemstede biedt plaats voor een 89-tal kinderen, elk jaar was nog steeds de tuin geheel bezet, ook nu hopen wij, dat de aanmelding zoo groot mag zijn, dat er een reservelijst opgemaakt moet worden. Ten einde teleurstelling te voorkomen, is het gewenscht, dat zij, die zich nog niet opgegeven hebben en nochtans voor een'tuintje in aan merking wenschen te'komen, zich bijtijds aan melden bij een der volgende adressen: G. Blan- kenstein, Haemstedeplein; T. Stavenga, Camp- laan 40; A. C. Boekwijt, Laan van Rozenburg 30. P.S. Ook bestaat hier al eenigen tijd 't plan om evenals in Haarlem voor eenige ouderen een stukje grond beschikbaar te stellen, dat zij dan op een anderen tijd dan de jongeren, b.v. twee avonden per week van 5'/27 uur kunnen be- werken. Indien hiervoor liefhebbers zijn, kunnen zij zich hiervoor bij een der bovengenoemde heeren aanmelden. Bij voldoende deelneming zal dit plan dan waarschijnlijk tot uitvoering ge- bracht worden. OPENBARE VERGADERING W.S.C. De afd. Haarlem van het Werklooze Strijd- Comité hield Dinsdagavond een openbare ver gadering in de bovenzaal van Café Valkenburg, ten doel hebbende ook hier gen afdeeling te stichten. Een 30-tal werkloozen en eenige belangstel lenden, waaronder ook eenige Haarlemmers, waren aanwezig. Als eerste spr. trad op de heer Bijlsma, die allereerst uiteenzette het doel van het W.S.C. Vanaf de schoolbanken, aldus spr., zijn wij ver deeld. Een eenheidsfront, aldus spr., is dus noodig om tegen de kapitalistische maatschappij strijd te voeren. Wij weten dat er crisis is, maar ook weten wij dat deze alleen op te lossen is door in massa op te trekken voor een mensch- waardig bestaan. KINDERVERTELLING DOOR G. TH. ROTMAN! De man veegt, van verbazing paf, De glazen van zijn kijker af; Hij tuurt opnieuw, van woede bleek, Maar wederom ziet hij geen steek.... Nu wordt hij paars, hij knarsetandt, Hij smijt den kijker in het zand, En woest, dat'iets hem niet wil lukken, Trapt hij het ding in honderd stukken. Dan gaat hij mopp'rend heen, maar dra Sluipt Jim hem heim'lijk achterna; Zij komen bij een vliegmachien, Zoo'n ding had Jim nog nooit gezien; Maar als de doctor binnengaat, Denkt Jim: ,,'k Ga mee, dat kan geen kwaad! Licht dat ik zoo in Holland kom! Ja, ja, ik ben nog niet zoo dom!" Nog nauw'lijks zijn zij beiden binnen, Of rrr! de luchtreis gaat beginnen. Jim echter denkt: ,,'k Ga mij verstoppen! Want krijgen ze mij in de doppen, Dan word ik bij mijn vel gepakt En, hopla, uit het raam gesmakt! En 'k weet niet of ik bij zoo'n val Wel onbeschadigd blijven zal." Doch na verloop van twee, drie dagen Begon de honger hem te plagen; Hij hoorde, hoe de doctor belde En brood met kaas en melk bestelde, Waarop de man zijn plaats verliet; Waarom ja, kijk, dat weet ik niet! Maar onderwijl werd keurig net Al het bestelde klaargezet. Wij voeren strijd tegen verlaging der steun regeling, zijn in actie als er iemand het huis wordt uitgezet wegens huurschuld, maar strijden ook tegen de onderkruipers bij een staking. Strijd ook tegen het fascisme, om niet evenals in Duitschland onder de plak te komen. Strijd ook tegen elke loonsverlaging, omdat dit als gevolg heeft een verlaging van werkloozensteun. In Duitschland, aldus besloot spr., is het jongere geslacht aan zijn lot overgelaten, en verpauperd, waardoor het naar Hitler is over- geloopen, dat zullen wij trachten te voorkomen De heer Oversteegen, daarna het woord ver krijgend, zegt geen reden tot pessimisme te hebben, omdat hij ziet dat ook hier arbeiders zijn die voelen dat er iets tot stand gebracht moet worden. Al is spr. er van overtuigd dat hier in Heem stede niet zooveel reden tot actie is tegen de werkloozen steun, op andere plaatsen zien wij dit ten Overvloede. Als voorbeeld noemt spr. o.a. Haarlem, waar alles verboden wordt wat maar op actie lijkt. Burgemeesters maken van hun fascistische macht gebruik om alles te verbieden. In het W.S.C. is, zegt spr., plaats voor allen Spr. ontkent dat het W.S.C Communistisch is, al steunt het Communisme dat Comité. Wat ons werk moet zijn? Spr. antwoordt hierop, dat er een eenheidsfront moet gevormd worden tegen het opkomend fascisme en alle verslechteringen. Het is den strijd ook tegen den oorlog Spr.. hekelt allen, ook de modernen, die beweren dat de crisis over zal gaan. Deze zal alleen overgaan door revolutie. Een uitweg is er niet binnen het raam dezer kapitalistische maatschappij. Het W.S.C. wil daden, en door daden het ver trouwen der arbeiders trachten te krijgen, en dan zullen zij geen steun zoeken bij de fascisten. Met den strijd van onderaf begonnen, is alles te bereiken. Het zal moeten gaan hard tegen hard. Spr. besloot met den wensch dat ook in Heemstede een afdeeling van het W.S.C. zou worden opgericht. Hierna ging men over in huishoudelijke ver gadering. GEMEENTERAAD. Vragen van den heer De Tello. Het raadslid De Tello (S.D.A.P.) heeft voor de a.s. raadsvergadering een interpellatie- aanvraag ingediend betreffende de verlaging van de steunbijdragen bij den gemeentenlijken dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon. Hij zal daarbij de volgende vragen aan B. en W. richten: le. Kunnen B. en W. aan den raad mede- deelen of, sedert de behandeling der be grooting 1933 van den Gem. Dienst van Maat schappelijk Hulpbetoon d.d. 15 Dec. j.l., waarbij op een vraag van ondergeteekende of er ver mindering dan wel verandering in de steun- normen zou worden aangebracht geantwoord is dat plannen hiertoe niet bestonden, toch door M. H. maatregelen zijn getroffen die een ver andering in de steunverleening tengevolge heb ben gehad en welke veranderingen dit waren? 2e. Zijn B. en W. van oordeel, indien door deze veranderingen langs directen of indirecten weg een inkomstenvermindering voor onder steunden is ontstaan, de lange duur der crisis- en werkloosheidsverschijnselen een zoodanige vermindering niet wenschelijk maakt? 3e. Zijn B. en W. bereid er toe mede te werken, dat deze maatregelen ten spoedigste worden opgeheven? BADHUIS HEEMSTEDE. In het Badhuis aan de Postlaan werden in de week van 27 Maart tot en met 1 April genomen 651 douchebaden en 36 kuipbaden. Aan 26 kinderen werd een gratis schoolbad verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur. Van de gelegenheid tot kosteloos baden op Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door 22 volwassenen gebruik gemaakt. Nog twee dagen, juichte de Kromme, en dan maken ze ons niks meer, ouwe jongen! Ik kan er met m'n pet niet bij, dat die tijd nou al voorbij is. De Kromme en ik, we lagen met z'n tweeën op de sergeantenkamer. Zaterdag zouden wij afzwaaien, wanneer er niets tusschenbeide kwam. Eensklaps kreeg de Kromme het kolder in den kop. Zijn waschbak in den steek latend, danste-ie met zijn bemodderde kistjes en met een bezeept gezicht over de kamer. Loshangende galgen zwaaiden hem staartsgewijze achterna. Op m'n krib liggend zag ik hem lachend aan. Sta op, tijger, schreeuwde hij. Kleed je aan. Vanavond gaan we een begin maken met het afscheid nemen van de meisjes en de kroegbazen. De kromme was een aardig jong. Hij dankte zijn reputatie aan het feit licht-rood golvend haar, een grooten neus en ietwat kromme beenen te hebben, zonder leelijk te zijn. Nou, zijn we toch te laat, Kromme. Ik ga op m'n geniak verder! Als je me straks niet zoo lang had laten wachten, hadden we tijd genoeg gehad, zei ik over de straat loopend alsof ik alleen op de wereld was. Ze was zoo zoet als bruidsuiker, hikte de Kromme. Wat is de wereld toch schoon en fijn, hè. Ze kuste me of ze me nooit meer terug zou zien. Ik kon dat fluweelen halsbandje van haar niet gejat krijgen, daarom duurde het zoo lang. Laat es rui ken, zei de ser geant-planton met z'n neus bij de Kromme z'n mond komend, toen we een half uur later bij de kazerne ge komen waren. Je bent in kennelijken staat en bijna een uur over tijd. Dat is erg, meesmuilde de Kromme, die nu pas de portée van het geval begreep en er aan dacht dat hij Zaterdag af zou zwaaien. Heb je iemand gezien?, vroeg de sergeant voor zich uitkijkend. Niemand als Leentje met den Halsband, mijmerde de Kromme. Maak dan dat je over vijf minuten op je stroozak ligt. Tjeu Peters zat bij een stel vrienden in „Du Commerce" zijn dienstherinneringen op te halen. Tot den dag voor zijn afzwaaien had hij in den rats gezeten, dat ze hem nog een tijdje daar zouden houden. De quintessence van zijn ver telling was: hoe hij een zwaar rapport kreeg en hoe hij er langsaf draaide. Toen de Kromme en ik het zoover ge schopt hadden meenden we, dat ons niets meer kon gebeuren, vervolgde hij. Laten we met ons dom gezicht naar de kamers van een troep collega's gaan, de dekens van de bedden aftrekken en afscheid nemen. Een beestenstal was het. En zoover hadden we het al gebracht, dat we midden in den nacht aan tafel zaten te gokken. Er werd worst ge sneden kuch gekauwd; enfin: het was een bende. Tot de sergeant van de wacht de ronde deed en ons snapte. We waren zoo zuur als ik weet niet wat. Twee keer liet hij ons niet schieten. Rapport! Er moest een half wonder gebeuren, wilden we daar bij den Balgehakt, „Laat es ruiken", zei de sergeant-planton. die onze Compagniescommandant was, zonder kleerscheuren afkomen. 's Anderendaags volgde de laatste bataljons oefening. Om acht uur moest het bataljon klaar staan onder commando van den Bal-gehakt. Vijf voor acht lagen wij nog op onzen stroo zak te pitten als een tijger. Hals over kop maakte de majoor ons wakker. Ongewasschen en nuchter op den maag gingen we mee. Had je dat stel landverdedigers moeten zien. Op het nippertje presenteerden we de compagnie. De Balgehakt stond onder de snorrebaarden en barsche blikken van grootmajoors en kolonel al water en bloed te zweeten. Ik denk dat-ie precies de maat had. Grooter was ie niet! Zijn beenen waren net carbonaatjes. Zoolang ik hem kende had ik hem altijd standjes hooren krijgen. Elke meerdere snauwde hem af. Dien morgen was het net een opgejaagde kip Hij was overal en nergens. Men stuurde hem van de muur naar het kastje vice versa. Intusschen hadden onze belangen door die laatkomerij opnieuw een knauw gekregen. We stonden slecht. Tot overmaat van ramp ver namen we, dat deze oefening over de promotie kans van den Balgehakt beschikte. Ons af zwaaien konden we minstens een week uit stellen. Straks liep alles verkeerd en op het rapport vond de kapitein in ons een voorwerp om zijn woede te koelen. Het liep zooals we verwachten. De groepen van de compagnies hadden absoluut geen ver band meer met elkaar. Links en rechts lagen ze over de hei verspreid. De oefening, zooals de kapitein ons ze had uitgelegd, liep hopeloos in de war. Tenslotte kwam hij naar de ver- bindingsafdeeling om met behulp daarvan nog te redden wat er te redden viel. Terwijl hij enkele bevelen gaf, kwam de kolonel aangereden. Zijn knevel stond recht overeind. Ik hoor het hem nog zeggen: Maar, kapitein Jennes, waar moet dat toch naar toe! Sterren en balken, allen kruiden rondom hem tesamen. Hij was zoo zenuwachtig als een ver schrikt jong veulen. Catastrophale gebeurte nissen dreigden. Daarop kreeg ik een edelaardig idee. Op slag liep ik naar hem toe. Kapitein!, zei ik, m'n hakken tegen elkaar klap pend. Zullen we het bericht per seinpistool bekend maken? Met de lampen neemt het nogal tijd in be slag. Uit het roode pufgezichtje ke ken me zijn kriel- oogjes wantrou wend aan. Ga je gang, zei hij niet-begrij- pend. Een oogenblik later suisde een patroon door de lucht. Drie sterren vielen brandend omlaag in de kurkdroge, meter- hooge hei. In de verte dook een gestalte op. Dan zweefden op die hoogte drie lichtende ballen. Patrouilles kropen over de hei. Vale linten waren het. Op verschillende plaatsen stegen rookzuilen op. De seinpatronen hadden de hei in brand ge stoken. Vuur en vlammen stonden dreigend op. Iedereen keek angstig toe. De „Balgehakt" nam zijn fluitje in den mond: Oefening afgelast; brandblusschen! Met man en macht stormden we op het vuur af. Onze kapitein voorop. Hij glunderde. Wij werden de vlammen meester Kapitein Jennes maakte ondanks alles een goede beurt. Je begrijpt wel, dat we erin slaagden met een schoon leitje van het rapport te komen! GOTTFRIED VAN GRIENSVEN. „Kapitein!" zei ik m'n hak ken tegen elkaar klappend. EEN W.S.C. OPGERICHT. Na afloop der openbare vergadering, Dinsdag avond in Café Valkenburg, werd een Werkloozen Strijd Comité opgericht met 30 leden. Een bestuur uit 5 leden werd saamgesteld. Het secretariaat is gevestigd Lombokstraat 40. Als eerste actie staat op het programma: le. Handhaving van de steunnormen der gedupeer den bij de steunuitkeering, in het bijzonder de kleine winkeliers; 2e. Dubbele uitkeering met de Paaschdagen. J_ SCHOUWBURG JANSWEG. Nationaal Vlaamsch Tooneel. „Willem de Zwijger". Als Willem van Oranje inderdaad zulk een praatzuchtig heerschap was geweest als het Nationaal Vlaamsch Tooneel ons Zaterdagavond liet zien, zou hij zich waarschijnlijk niet den bijnaam van „de Zwijger" hebben zien toe bedeeld. Hij was bijna voortdurend aan het woord en de toehoorders op de planken speelden noodgedwongen stommetje. Dit is de zwakke zijde van het historische drama van Paul de Mont, dat ons, omdat de X handeling te zeer beperkt bleef tot enkele per sonen, maar matig kon boeien. Indien het den schrijver er echter om te doen is geweest, een populair college te geven over de beteekenis van Willem den Zwijger als oe leidende figuur in de wordingsgeschiedenis van Nederland, dan is hij daarin ten volle geslaagd. Het was een geluk, dat de hoofdrollen, die van Oranje en van Filips. 11, in goede handen waren. Staf Bruggen vertolkte de eerste, Her man van der Meulen de laatste. De andere spelers waren min of meer figuranten. Luiney en Uilenspiegel schoten nog wel eens uit hun slof,- maar de overigen bleven keurig in de plooi, zelfs bij de stervensscène toonden zij niet de minste ontroering, zoodat het waarlijk leek of zij als handlangers van Balthazar Gerards mede in het complot waren! Niet minder dan ergerlijk was de afgrijselijke muziek, waarop een gramofoon uit het jaar nul die men bovendien telkens vergat op te draaien! ons tusschen de bedrijven vergastte. Ik heb mij afgevraagd, of het Vlaamsch Tooneel met het Nederlandsch publiek een loopje nam, en mij verwondert, dat men bij het mishandelde Wilhelmus aan het slot niet uit protest als één man bleef zitten! Acht men muzikale illustratie bij dit stuk noodig, uitstekend, maar dan niet zoo!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1933 | | pagina 5