jlm, de zoon van
m Bobby
hor brom
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
No. 23. 9 JUNI 1933.
TWEEDE BLAD.
LOSSE BLAADJES.
MOT.'
't Is de tijd xveer, dat het menschdom
Door een vijand wordt belaagd,
Klein en nietig, maar die ijv'rig
Aan mv stof-omhulsel knaagt.
Die uw kleeren en uw kleeden
In een ommezien verslindt;
't Is de mot, zoo U zult weten
Of nog juister: 't mottenkind.
Dit aanminnig lieflijk diertje
Heeft reeds heel wat kwaad gedaan,
En richt met zijn soortgenooten
Voor miljoenen schade aan.
Voor dat U er op verdacht bent
Komt dit vraat ziek mot gebroed,
Consumeert uw winterjasje
En uw wollen ondergoed.
Wat men naar zijn beste weten
Veilig opgeborgen heeft
Komt na maanden weer te voorschijn
Ge-ajourd of wel doorzeefd.
Zoo geperforeerd te wezen
Mag dan luchtig zijn en frisch
Maar U zult 't wel met mij eens zijn
Dat het minder prettig is!
Met een vilthoed als een schuimspaan
En een jas als een vergiet
Mottig in de kou te loopen,
Dat is heüsch zoo moppig niet!
Was er maar een afdoend middel,
Want de mottenplaag is groot,
'k Hoor mijn vrouwtje juist weer
[roepen:
Kander, sla die mot eens dood!"
BURGERLIJKE STAND
KINDERVERTELLING
D 29
D
ALLERLEI
PERSONALIA.
In de dezer dagen te 's-Gravenhage gehouden
algemeene ledenvergadering der Nederlandsche
Vereeniging voor Radio-telegrafie werd tot voor
zitter van het Hoofdbestuur benoemd de heer
J. H. W. Westhof te Heemstede, Lid van het
Algemeen Bestuur en voorzitter der Afdeeling
Haarlem.
MOTORONGEVAL.
Zondagavond om circa kwart voor 7 had op
den Heerenweg een motorongeval plaats, dat
nog bijzonder goed is afgeloopen.
De heer N., wonende Postlaan alhier, wilde,
komende van Zandvoort, vanaf den Heerenweg
de Kerklaan inrijden. Uit de richting Bennebroek
kwamen vier meisjes per rijwiel. De heer N.,
ziende dat deze meisjes even weifelden of zij
zouden stoppen of doorrijden, omdat zij het
sein zagen van de naderende auto, verminderde
zijn toch al kalme vaart. Eveneens uit de rich
ting Haarlem naderden twee motorrijwielen met
een vaart van naar schatting een 90 K.M. per
uur, de eerste een James, bestuurd door S. P. N.,
wonende te Haarlem en A. C. uit Rotterdam op
een Harley Davindson. Op deze motor zat als
duorijder W. L., eveneens uit Rotterdam.
Deze personen hadden een bezoek gebracht
aan de motorraces te Alkmaar. Doordat N. even
omkeek om den anderen motorrijder uit te
noodigen hem in te halen, zag hij blijkbaar de
manoeuvres van de voor hen rijdende auto niet,
botste in volle vaart tegen de linkerzijde van de
auto en sloeg tegen den grond. A. C., die even
achter was, reed eerst tegen een boom en
smakte toen tegen een langs den weg staand
ijzeren hekwerk. De slachtoffers werden in het
café restaurant Lommeroord binnengedragen,
met vrij ernstige hoofd- en beenwonden.
Dr. Tombrock, die direct ter plaatse was, ver
leende de eerste hulp, waarna N. en L. per
ziekenauto van Mathot naar het St. Elisabeths
Gasthuis te Haarlem werden vervoerd.
C. kon, na verbonden te zijn, per auto naar
zijn woning te Rotterdam worden vervoerd. De
motoren liepen vrij ernstige schade op. De
auto van den heer E. werd niet ernstig be
schadigd.
GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN
TE HEEMSTEDE.
P. Bussbach, Fred, van Edenplein 30. A.
A. van Gils, Kerklaan 85. F. Mulder, Zand-
voortschelaan 167. M. S. C. E. Nix, Bosb.
Toussaintstraat 38. B. B. van den Hoorn,
Tooropkade 11. C. H. Bergisch, Javalaan
67. J. Liedermooy, H. W. Mesdaglaan 20.
W. Post, Wipperplein 19a.
Ondertrouwd A. Stevense en A. Moeke;
P. W. Hoek en F. Scholten; J. Ch. Reinders
Folmer en C. M. E. Reinders Folmer.
Getrouwd: P. v. Holten met W. Troost; H. E.
Schallig met J. C. Degens; J. Alta met J. M. J.
v. Egmont.
Bevallen: A. C. Merksv. Kouteren z.; G. W.
B. A. M. MullerEngelenbergh d.; E. M. H. L.
HoefslootKreijns d.; 1. J. J. André de la
Portele Roy d.
Overleden: J. M. v. Beek 78 j.; M. H. Deeger
77 j., Wed. W. J. Werker.
DOOR G. TH. ROTMAN
Uit vrees van in de stroop te stikken,
Moet hij maar aldoor blijven slikken,
En schoon hij veel van likken houdt,
Wordt dit hem toch wel wat benauwd;
Hij stompt verwoed de bus vol deuken
En springt als razend door de keuken,
Om eindelijk, o zonde en schande,
Ploemp! in de melkpan te belanden!
Intusschen staat de kraan steeds open
En blijft het water al maar loopen;
De keukenvloer staat weldra vol,
Ja zelfs de kamers! 't Is te dol!
En als de dames even later
De trap op willen, gutst het water
In woeste stroomen op hen af
De stakkers staan versteld, ja paf!
Dan stormen zij, nadat de stroomen
Wat tot bedaren zijn gekomen,
Van de politie vergezeld,
De trappen op en staan versteld!
Want boven 't spieg'lend watervlak
Daar bengelt, als een hulp'loos wrak,
Vriend Jim, die bij het sprongen maken
Aan 't keukenlicht was blijven haken!
Maar wacht, 'n dappere agent
Maakt aan zijn lijden gauw een end:
Terwijl hij door het water plast,
Pakt hij Jim bij z'n pooten vast
En heeft hem met één ruk bevrijd
Uit alle stroop en narigheid,
Niet echter zonder dat zijn ooren
Een stukje van hun vel verloren.
GEKLEEBE MIBDAGJAPON.
770.
effen crêpe de
van soupele
worden, b.v.
Dit japonnetje kan van.
rhine of kunstzijde, alsmede
wollen zomerstof gemaakt
crêpe, craquelé, enz.
Om den halsuit
snijding kan een
kraag gemaakt
worden van de
zelfde zijde, die
over elkander ge
slagen wordt en
met twee puntjes
waarop knoopjes
gezet worden op
het voorpand ge
hecht. Gekleedei
is dit garnituui
echter nog van or
gandië of crêpe
georgette.
De mouwen zijn
aangesloten iot
aan den elleboog
en worden van
daar af wat wij
der en afgewerkt
met een kleine
manchet, die in
een puntje (met
een knoop er op)
eindigt.
De rok heeft twee
banen, die glad
om de heupen
zijn en naar onder
toe wijder uitloopen, terwijl twee smalle
nervures (voor zoowel als achter, die op het
patroon aangegeven worden) in de stof ge
stikt worden in den vorm ,an een heup
stuk, waardoor de rechte lijn eenigszins
verbroken wordt.
Om het middel een smalle ceintuur, even
eens met knoopgarneering.
Patronen kan men in alle maten aanvra
gen onder no. 770. De prijs bedraagt f 0.58.
VOOR ONZE LEZERESSEN!
Patronen worden toegezonden na storting van
het bedrag op postrekening 62626 van den Mode-
dienst, den Haag. ot na inzending per postwissel
of in postzegels aan de Moderedactrice, Roelofs
straat 109, den Haag Gewenschte maat en num
mer vermelden.
GEKLEEDE MIDDAGJAPON.
Ook voor gezetto figuren.
782.
Effen zijde, voor
oudere dames, b.v.
zwarte matte zijde
met een garneerin?
om hals en mouwen
van zijde crêpe, geor
gette geeft aan deze
japon een bijzonder
gekleed aanzien.
De rug der taille
bestaat uit één ge
heel, evenals de ach
terbaan, doch de
voorzijde der japon
heeft aan de taille
apart opgestikte dee-
len, die correspon-
deeren met de naden
der uit drie deelen
bestaande voorbaan
en welke op onge
veer 35 c.M. van den
onderkant eindigen
in uitspringende
plooien.
De sluiting op dt
zijnaad der blouse
geschiedt met druk
knoopen, terwijl drie
knoopjes als gamee
ring dienen.
De met plooien vallende halsafwerking
wordt door een opening in het voorpan-f
gehaald om als chabot te eindigen.
Patronen worden beschikbaar gesteld tot
en met maat 52 onder vermelding van
No. 782. De prijs bedraagt f 0.58.
VOOR ONZE LEZERESSEN!
Patronen worden toegezonden na storting van
het bedrag op postrekening 62626 van den Mode-
dienst, den Haag, of na inzending per postwissel
of ,n postzegels aan de Moderedactrice, Roelofs
straat 109, den Haag. Gewenschte maat en num
mer vermelden.
EERBIED VOOR DEN
OUDERDOM
Toen wij kinderen waren, werd ons geleerd,
eerbied te hebben voor grijze haren. Onze
moeder zei het reeds en later werd het op school
door de onderwijzeres met nadruk herhaald. En
over het algemeen werd die wijze raad door de
jeugd ook wel in praktijk gebracht. Maar dat
was de tijd voor den oorlog
De oorlog veranderde de geheele menschheid,
ook de jeugd. De filosofisch aangelegde waar
nemer kreeg in de jaren na den oorlog onge
twijfeld den indruk, dat het jongere geslacht
nergens meer veel eerbied voor had en zeker
niet voor den ouderdom. Men liet oude menschen
bijv. staan, niet alleen in trams, maar ook in
treinen, wachtkamers, vergaderzalen, kerken
Met een opgewekt gelaat kwam Jan Vaar
boom „Het Oude Hoekje" binnen. Hij was er
een sinds jaren bekende gast, hoewel hij er
meestal slechts eens in de twee weken kwam
lunchen. De juffrouw met de spichtige elle
bogen, begroette hem met een vriedelijken
hoofdknik en ook onder de gasten in het eivolle
zaaltje waren er vele, die hem in het voorbij
gaan een „hallo" toeriepen.
Jan Vaarboom, die het beroep van verzeke
ringsagent uitoefende, liep rechtdoor naar een
tafeltje achter in de zaal, waar hij David
Humber reeds op zich vond wachten.
In de twaalf lunchrooms, welke Vaarboom op
twaalf achtereenvolgende dagen (de Zondagen
niet medegerekend) bezocht, waren er steeds
jongemannen, die in het koffie-uurtje zijn komst
verbeidden. Jan Vaarboom noemde hen zijn sub-
agenten.
Zij waren het, die hem geregeld op de hoogte
hielden van de verlovingen en aanstaande
huwelijken in de wereld der kantoorbedienden.
Wel, ouwe jongen, is er nieuws?
Dit was de stereotype vraag, welke hij steeds
aan zijn sub-agenten stelde. Jan Vaarboom
hunkerde naar nieuwtjes uit de kantoorwereld,
doch uitsluitend op het gebied van verlovingen,
aanstaande huwelijken en promoties.
Een verlovings- of huwelijksbericht betee-
kende voor hem de kans op het afsluiten van
een nieuwen verzekeringspost.
Zijn sub-agenten hielden Jan Vaarboom vlug
en correct op de hoogte van alle pijlschoten uit
Amor's koker, welke in de kantoorwereld doel
getroffen hadden. Dan haastte de verzekerings
agent zich den doorboorden harten zijn geluk-
wenschen te gaan aanbieden, vergezeld van den
dringenden raad, om een verzekeringspolis mede
te nemen in het huwelijksbootje.
Toen Jan Vaarboom zijn vraag aan den
sub-agent gesteld had, vond er een klein in
termezzo plaats.
Een jongeman
met breede schou
ders en krachtig
gespierde armen
baande zich een
weg door de rijen
der tafeltjes en
begroette David
Humber met een
glimlach van op
luchting.
Ha! Ik zie,
dat er hier nog
een stoel onbezet
is. U veroorlooft
mij toch?"
Natuurlijk was
er geen enkele
reden en David
Humber wendde baande zich een weg door
zich tot Vaar- jg rjjen (jer tafeltjes,
boom:
Nieuws? Op
't oogenblik heel
weinig. Toch is er misschien een kansje in het
vooruitzicht: Dikkers schijnt het hof te maken
aan Dora Penning. Men zegt evenwel, dat ook
Powelaars een oogje op haar heeft. We zullen
moeten afwachten, aan wien ze de voorkeur
schenktZooals u ziet, luncht Dora op het
oogenblik met hen beiden".
Jan Vaarboom keek in de richting, welke zijn
sub-agent hem aanduidde; dan fronste hij
ernstig de wenkbrauwen.
Laten we hopen, dat Dora haar keuze op
Powelaars bepaalt. Want als ze Dikkers neemt,
valt er voor ons niets te verdienen
Toen Humber hem verwonderd aanstaarde,
liet hij er zachtjes op volgen:
De Maatschappij zal Dikkers niet als ver
zekerde willen aannemen. De man ziet er uit
als een lijder aan tuberculose. De dokter zal
hem zeker afkeuren.
Er viel een oogenblik van stilte. Dan mengde
de man met de breede schouders en de ge
spierde armen zich in het gesprek:
U neemt me niet kwalijk, dat ik even een
vraag stel? Zaken zijn zaken, niet waar? ...Als
ik u goed begrepen heb, dan is deze heer (hij
wees op Vaarboom) werkzaam in het ver
zekeringsbedrijf?
Jan Vaarboom knikte.
En u betaalt een zekere provisie aan
menschen, die u op de hoogte stellen van ver
lovingen en huwelijken in den kring hunner
kennissen?
Ja, stemde Jan toe. Dat wil zeggen:
wanneer er een verzekering tot stand komt.
De man met de breede schouders knikte op
zijn beurt.
Begrepen. Ik zal er aan denken. Waar kan
ik u vinden, wanneer ik u een mededeeling te
doen heb?
De verzekeringsman gaf den nieuwen sub
agent zijn kaartje.
Toen er twee weken verstreken waren, trad
Jan Vaarboom weder, opgewekt als altijd, „Het
Oude Hoekje" binnen.
Aan het tafeltje achter in de zaal zat David
Humber zijn komst te verbeiden. De sub-agent
groette op een bijzonder vriendelijke wijze.
Goed nieuws, meneer Vaarboom! Dora
Penning is verloofd. En ze deed een goede keus
dat wil zeggen: van ons standpunt bezien.
Ze heeft Powelaars genomen.
Vaarboom wreef zich de handen.
Verstandige meid, prees hij. Ze heeft
blijkbaar ingezien, dat een verbintenis met een
ziekelijken man, die niet eens een levens
verzekering kan sluiten, weinig aantrekkelijk
heden biedt
Hij brak den zin af, daar hij tusschen de rijen
tafeltjes den breed-geschouderden sub-agent
recht op zich zag afstevenen.
Toen hij tot Jan was doorgedrongen, klopte
hij hem joviaal op den schouder.
Hallo, ouwe jongen. Heb je al gehoord, dat
Dora Penning zich met Powelaars heeft ver
loofd? Dat wordt een aardig provisiezaakje voor
ons beiden, beste kerel!"
Jan Vaarboom glimlachte beleefd.
Pardon, zeide hij. Meneer Humber heeft
mij het eerst deze tijding aangebracht. Wanneer
de zaak tot stand komt, is hij dus de recht
hebbende op het aandeel in de provisie.
Doch de breed-geschouderde schudde energiek
het hoofd.
Ik ben 't niet met je eens, ouwe kerel!
Ik heb het werk voor u gedaan.
De beide anderen staarden hem verbluft aan.
Het werk? Hoe bedoelt u?
De hercules glimlachte.
Wel, heel
eenvoudig. In een
stille straat heb ik
dat magere, tob-
berige kereltje
eens eventjes ver
teld, dat ik een
bal gehakt van
hem zou maken,
als hij het nog
eens durfde wa
gen, zijn oogen
naar Dora Pen
ning op te heffen.
Nu: het pieterige
kereltje heeft de
wijste partij ge
kozen. Hij meed
sindsdien Dora
angstvalig. Toen
kreeg Powelaars
het veld vrij, en
hij heeft van de
kans gebruik ge
maakt
Terwijl de Hercules triomfantelijk grijns
lachte, schudde Vaarboom langzaam het hoofd.
Meneer, zeide hij, ik geloof, dat ik in het
vervolg maar liever niet meer van uw diensten
gebruik zal maken. Uw methoden lijken me
toch wel wat origineel
Dan week hij langzaam achteruit voor de
breede schouders en de gespierde armen
J. C. W. DUNCKER.
In een stille straat.
zelfs. Die kleine attentie, die voor elk fijn
gevoelig mensch iets vanzelfsprekends moest
zijn, verdween en dat was misschien het
duidelijkste bewijs ervoor, dat de jeugd allen
eerbied voor den ouderdom verloren had.
Het verschijnsel gaf aanleiding tot onver
kwikkelijke voorvallen in gezinnen en zelfs in
het beroep. De jeugd scheen niet alleen den
eerbied voor den ouderdom, maar ook alle tact
verloren te hebben. En zonder tact is tenslotte
elk samenleven onmogelijk.
Den laatsten tijd is in dit opzicht een ver
andering ten goede waar te nemen. Men ziet
steeds vaker, dat er aan oude menschen kleine
attenties worden bewezen, dat de jeugd hun het
leven een weinig gemakkelijker en aangenamer
tracht te maken. Dit is iets, waarover men zich
slechts kan verheugen, tot welke generatie men
ook behoort. Maaréén ding moet ons van
het hart. Bij die attenties wordt maar al te vaak
medelijdend-'beschermend opgetreden en dat kan
toch zeker niet tactvol genoemd worden. Het is
al niet prettig oud te zijn en minder goed voort
te kunnen dan vroeger, maar dubbel schrijnend
is het, hieraan door de houding van anderen te
worden herinnerd. Bewijst gij dus een attentie,
doet het dan natuurlijk, als iets vanzelfsprekends.
Het moet een beleefdheid zijn, geen hulp
verleening. Alleen zoo toont men, ook innerlijk
beschaafd te zijn.
Dus je vriend is getrouwd met zijn typiste;
en gaat het nogal goed?
Och ja, alleen met dit verschil, dat zij
vroeger voor hem schreef, wat hij wilde, en dat
ze hem nu voorschrijft wat zij wil.
Hebt u het lek in de leiding gevonden?
vroeg mevrouw.
Ja, mevrouw, antwoordde de fitter.
-En het gas dat inmiddels vervlogen is?
vroeg mevrouw.
O, dat vindt u aan het eind van de maand
op de rekening, mevrouw, zei de man.
Hatelijk.
„Dat is mijn zoontje. Vin je niet, dat hij
sprekend op mij lijkt?"
„Nu ja, wat zou dat? Als hij maar gezond is."
Verzoek.
Boerin (die een telegram heeft opgesteld voor
haar dochter, tot den telegrafist): „Ge mot as't
oeblieft 'n bietje hard tillegraifeere, mien Anneke
is 'n bietje deufl"