Zie de maan DE VDCDW EUf KAAK ÜUIS ALLERLEI HEERLIJKS VOOR SINTERKLAAS. Bestrijding van de al-oude St. Nicolaas- viering No. 48. 1 DECEMBER 1933. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. lie, de maan schijnt door de boomen. la, dit lied is weer van pas. 't Avondje zal weldra komen; December nadert ras. leder heeft dan zijn verlangen, Dat niet altijd wordt voldaan. (Irooten, kleinen, ouden, jongen Zingen 't liedje van de maan! 't Maantje straalt aan hoogen hemel •1 Is een zilv'ren luchtballon. Jantje denkt: „Was 't maar een voetbal Waar ik fijn mee trappen kon!" Kleine Toos kijkt ook naar 't maantje F.n ze zegt, die kleine schat: O wat zou ik heerlijk smullen Als 'k zóó'n groote borstplaat had!" Josefien, de oudste dochter, Kijkt naar 't mannetje in de maan Hem er uit te laten komen, Dat krijgt zij maar niét gedaan! 't Zilv'ren maantje doet mamaatje iok een denkbeeld aan de hand: Want een fijn gedreven schaaltje Als cadeau vindt zij charmant! Als een reuze-riks ziet vader t Maantje aan den hemel staan. Als gevolg van de malaise Zijn z'n centen naar de maan! Als de woning ingericht wordt. FLUWEELEN HUISJASJE en FRACTISCHE JAPON. 5 Karaktervolle meubelen, die niet duur zijn. Een gezellige, warme omgeving, zonder veal kosten. Door G. C. MEIJER—SCHWENCKE. De moderne binnenhuis-architecten houden thans, veel meer dan vroeger het geval was, rekening met de eischen, die men redelijkerwijze kan stellen aan meubilair. Wanneer jonge menschen gaan trouwen en aan de inrichting der nieuwe woning gaan denken, dan weten zij vaak zoo bitter weinig hiervan af. Het gemakkelijkst is om naar een pieubel- magazijn te gaan en een plan te vragen voor de inrichting der diverse kamers. Alhoewel wij niet mogen ontkennen, dat door deskundig advies inderdaad een mooi geheel verkregen kan worden, krijgt het nieuwe huis niet iets persoonlijks der bewoners. Gebrek aan belangstelling in binnenhuis-architectuur, brengt er velen niet toe, dit punt eens grondig te be- studeeren. Het vormen van een geheel behoeft inderdaad niet meer te kosten, dan de aanschaffing van allerlei meubels, die eigenlijk niet bij elkander passen. In korte trekken willen wij hieronder eenige wenken geven, waarmede men wellicht rekening kan houden, bij geheele of gedeeltelijke nieuwe inrichting der woning. In de eerste plaats moet de inrichting doel matig zijn, d.w.z. dat geen gordijnen moeten worden opgehangen, die licht en lucht aan de woning ontnemen. Ziet men mooie dingen, die echter niet prac- tisch zijn in het gebruik dan bepale men zijn keus tot andere. Men vermijde het om houtsoorten, b.v. grenen, te schilderen om het een aanzien van eikenhout te geven. Grenenhout met zijn krachtige aderen is op zichzelf reeds mooi en de tint wordt door beitsen of politoeren nog veel dieper, zoodat de lijnen prachtig uitkomen. Wil men dit hout verven, b.v. voor kinderkamer e.d., uitstekend, doch dan met een of andere kleur lakverf en géén imitatie eikenhout. leder ding moet zijn beteekenis hebben, moet men zien voor welk recht het doel heeft, bij welk materiaal zij aanpassen. Stoelen die niet in de juiste verhouding ge maakt zijn en daardoor niet gemakkelijk zitten, zijn uit den booze. Overbodige wandversiering ziet men in moderne kamers niet meer, evenmin als allerlei stofnesten in den vorm van drukbewerkte vaasjes en pullen. Slechts hier en daar een goed schilderij, een kleine houtsnede, geen overvloed van portretten en op de juiste plaats een vaas, i die door vorm en kleur het oog boeit. Kunstbloemen verbannen wij uit onze kamers, j doch een bowl met versche bloemen of als deze j duur zijn wat takken van groene heesters doen evengoed zeer goede diensten. Behang, vloerbedekking, gordijnen, bekleeding van bank, stoelen, kussens en wat al meer, I moeten gekozen worden in harmonieëerende i tinten, opdat een geheel wordt verkregen, dat de binnenkomenden doet gevoelen dat de be- j woners met zorg, smaak en overleg te werk zijn gegaan, zonder dat overdaad uit de een of andere mag spreken. Rust en kalmte moeten er van het interieur S uitgaan, factoren, die thans meer dan ooit j noodig zijn om evenwicht te brengen in het I geestesleven der menschen. Voor héél veel hangt Nr. 2059/2062 De koude winteravonden komen weer en hier door het verlangen naar een warm jasje. Het nodel van dit huisjasje is gedacht van fluwee. doch kan natuurlijk evengoed van een andere warme stof gemaakt worden, b.v. van een man tel, dien men niet meer als zoodanig dragen kan Het model is zeer eenvoudig, heeft mouwen, die iets wij der zijn dan het gewone mo del. terwijl 't rechte kraagje hoog gesloten kan worden met knoop en knoopsgat, doch ook open gedragen kar worden. Een paar zakken 0( zijde zijn practisch om een o inder in te bergen. Zoon jasje lijkt ons te vens zeer geschikt voor da- nes, die haar werk op kanto ren e.a. hebben, omdat het zoo'n heerlijke bescherming geeft tegen koude. Patronen in alle matei- kunnen aangevraagd worder onder Nr. 2062. De eischen, die aan eet japon gesteld worden, die men veel moet dragen, zijr, dat deze eenvoudig en prac tisch moet zijn. maar teven' goed kleedt. Wij meenen dat bijgaand model, gemaakt van effen stof of velvet met lor garnituur hieraan voldoet Als afwisseling worden ver schillende garnituren ge-, maakt, terwijl men hierbij a. gehaakte of gebreide niet mag vergeten, die zoowel 'n fijne als angora wol worder uitgevoerd. In het rechte voorpano wordt 'n split aangebracht, dat omgebiesd of gefeston neerd wordt en met knoopjes en lusjes sluit. De postuurnaad aan de schouders zorgt voor de noo- dige bovenruimte, terwijl op verzoek het patroon van kapjes voor den bovenarm, ter verbreeding van de schouderlijn wordt gegeven. De rok heeft vier banen, terwijl de beide zijbanen een tuitvormig opgestikt zakje laten zien. Patronen zijn in alle maten te verkrijgen en kunnen aangevraagd worden onder Nr. 2059. VOOR ONZE LEZERESSEN. Patronen worden :oezezonoen na overschrij ving van 0.58 op postrekening 62626 vaD den Modedienst Den Haag of na inzending per postwissel of in postzegt. s aan de Mode redactrice, Roelofstraat 109. Den Haag. üe- wenschte maat en nummer vooral duidelijk ver melden D 59 het slagen van een huwelijk af van de sfeer, die van het huis en beide menschen onderling uit gaat en vanzelfsprekend zal deze aanmerkelijk beter zijn, indien %ien een gezellig en aange naam milieu heeft, waarvan' warmte uitgaat. Zoowel man als vrouw zullen dan zeker wel instemmen met het spreekwoord: „Eigen Haard is Goud Waard". Indien men op weinig kostbare wijze de kin deren wil verrassen met lekkernijen, waar zij veel van houden, kan men zonder de gebruike- ke borstplaat nog allerlei heerlijks voor hen aken. Marsepein blijft eveneens voor groot en klein en tractatie en indien men bonbondoozen be- aard heeft of een honbonnière ten geschenke il geven, kan men deze vullen met marsepein- vruchten. Toffee's of andere kleverige snoeperijen pakt men in dubbele papiertjes, b.v. mooi gebloemd vloeipapier wordt belegd met boterhampapier, ervan worden vierkantjes geknipt, waarop b.v. een toffee komt en daarna draait men het over blijvende papier om of bindt er een heel smal lintje of gekleurd draadje om. Wij laten hieronder een en ander volgen: DIKKE SPECULAAS. Een Sinterklaas zonder het genot van een heerlijk stuk speculaas is bijna niet denkbaar. We willen het recept hiervoor dan ook niet aan onze lezeressen onthouden, opdat zij een flinke voorraad kunnen bakken. 500 gram bloem, 250 gram boter (margarine), 250 gram donkerbruine basterd, 2 flinke eet lepels speculaaskruiden, eenige eetlepels melk, I flinke theelepel bakpoeder, 50 gram amande len, 50 gram sucade. Men vet vooraf een bakblik met boter in of indien dit al te groot is, eenige deksels van biscuitblikken, die men echter met reepen vetvrij papier moet voeren om de zijkanten te ver- hoogen. De amandelen worden in heet water gebroeid en van het huidje ontdaan, daarna ge halveerd. De sucade snijdt men aan kleine stukjes en maakt daarna een stevige deegbal van de gezeefde bloem en bakpoeder, boter, suiker en melk, terwijl de sucade eveneens wordt medegewerkt. Mocht het deeg te droog blijken, dan wordt nog een lepel melk bijgevoegd. Het moet dezelfde stevigheid hebben als deeg voor zandgebak en mag dus ook weer niet te slap zijn. De bal wordt met een met meel bestoven deeg- rol uitgerold en op het bakblik overgebracht, terwijl de bovenkant belegd wordt met de gehal veerde amandelen, die men everr in het deeg drukt. In matig warmen oven ongeveer een half uur bakken, daarna afgekoeld in stukken snijden. Indien men geen speculaaskruiden kan krij gen, neemt men 10 gram gemalen kruidnagelen, 2 theelepels kaneel, nootmuskaat. AMANDELROTSJES. 500 gram suiker, 1 /2 d.L. water, 35 gram amandelen, sap van f2 citroen. Men smelt de suiker in het water op een kleine pit en wanneer alles opgelost is, brengt men het aan de kook gedurende 15 minuten, daarna Ze was een nijver miertje en aangezien in deze zonderlinge samenleving de wijsheid van oude fabels gelogenstraft wordt en de miertjes er slechter plegen af te komen dan de krekels, was ze heel blij. als noodhulp in een groot warenhuis te worden aangenomen voor de maand December. Ze pakte. Van 's morgens tot 's avonds, omwoeld door de drukte der feestdagen. Haar handen vouwden stukken karton tot doozen, knoopten touwtjes, legden zorgzaam stukjes vloei over kostbare dingen, haar handen werkten en werkten. Ongeduldige menschen drongen, mopperden, ruzieden vóór haar. Zij antwoordde werktuiglijk, op altijd denzelfden soms wat vermoeid beleefden toon: „Dadelijk, mevrouw.... alsublieft, meneer.... even wachten dame...." Pakjes, pakjes, pakjes.... Zij zag die, doode- lijk moe, als ze eindelijk naar huis ging, zag ze dansen voor haar oogen, zag ze in haar slaap. Pakjes met bonbons, met zijden shawls, taschjes, odeur, postpapier, snuisterijen, kostbaar bont... Pakjes, die de wereld ingingen en vreugde brachten ergens, pakjes vól van alles, wat haar meisjeshart kon begeeren, alles, wat zij nooit had bezeten en wel nooit bezitten zou. Na de drukte van St. Nicolaas volgde dan een inzinking, daarna kwam de nieuwe stroom aan- golven, weer pakjes en nog eens pakjes. Die wikkelde ze in kleurige vloeitjes met hulsttakjes er op en Kestblokken.... dat was het verschil. Tusschen de koordjes stak ze een twijgje hulst, attentie van het warenhuis voor de klanten. roert men er, nadat het vuur zooveel mogelijk getemperd is, de gehakte, geblancheerde aman delen door en de citroensap en giet de massa over in een ingevet blik, b.v. een biscuit-deksel, die zoo noodig nog verhoogd wordt door een randje beboterd boterhampapier. Indien het geheel afgekoeld is, doch nog niet geheel en al stijf, snijdt men vierkantjes, die men later gemakkelijk afbreekt en daarna in papiertjes wikkelt. MARSEPEIN-AARDAPPELTJES. 225 gram poedersuiker, 150 gram amandelen, 1 theelepel citroensap, 1 eiwit. Men maalt de suiker eerst eenige malen door i een amandelmolen of wrijft ze door de zeef om alle klontjes te verwijderen. De amandelen wor den in heet water gebroeid gedurende ongeveer 5 minuten en het velletje met duim en wijsvinger verwijderd, daarna gemalen en vermengd met het citroensap en het eiwit en tot een stijf deeg gekneed. Indien het ei groot is, kan men met 1 eiwit volstaan, zoo dit niet het geval is, ge bruikt men twee eiwitten. Men Iaat de massa eenige uren rusten en vormt er kleine balletjes van, met een min of I meer ongelijke vorm, terwijl men met een dun, puntig houtje hier en daar een prikje geeft, om I de putten te imiteeren en rolt de aardappeltjes 1 door chocoladepoeder of kaneel. Ze was altijd een nijver en braaf miertje geweest. Zoo eentje, die zich niet het hoofd op hol laat brengen door dwaze films, door opgeschroefde, onware verhalen, door ijdele droomen. Als je uit een groot gezin komt en om je heen altijd den strijd om werk en het harde werken zelf hebt gezien, als je later zelf altijd in betrekking bent geweest en ten slotte de ellende van de werkloosheid aan den lijve onder vond, wordt je wel nuchter, wéét je wel, dat er geen schatrijke, knappe jongemannen, een half uur nadat ze je hebben leeren kennen, hart en hand aan je voeten leggen! Dan weet je óók wel, dat je nooit een filmster zult worden of j een gravin of een millionairsvrouw, doch wel j altijd zult blijven doorwerken en nog blij moogt zijn, als er altijd werk is en je misschien ééns een goeden man leert kennen, die samen met je het leven bevecht. Ze was dus nuchter genoeg en toch, dezen Sint Nicolaas.... was het de stroom van pakjes? Nooit tevoren had ze ih een warenhuis gewerkt. Ze was jarenlang op kantoor geweest, tot de malaise kwam, de directie haar met mooie ge tuigschriften ontsloeg. Sindsdien pakte ze alles aan. Dit werk vermoeide haar echter méér dan iets, wat ze nog ooit gedaan had. Ze keerde eiken avond naar huis terug met gezwollen voe ten van het staan en hoofdpijn van de benauwde centrale-verwarming-atmosfeer en het roezen en jachten en hitsen. Maar dat alles was niet erg. De pakjes waren het, die haar kwelden, ver volgden en sarden. Ze zag die, als ze 's nachts lag te staren in 't donker, te moe om dadelijk in te slapen, zag al die papieren, door haarzelf gevouwen, al die touwtjes, door haar geknoopt, alles, alles, wat ze had ingepakt.... Altijd maar pakken voor een ander, zei ze eens tegen een collega, eentje, die vast was aan gesteld, ouder dan zij. Altijd voor een ander. Ik zou óók wel 'es iets willen krijgen, een mooie shawl, een taschje, wat odeur. Maar als ik uit gepakt ben, dan kan ik weggaan.... St. Nicolaas en Kerstmis hebben voor mij geen pakjes! Haar oogen broeiden in het smalle, aardige gezichtje. De oudere keek haar peinzend aan. Ze was wel knap, dat meisje, ze had iets aan trekkelijks, dacht ze. Mannen keken glimlachend naar haar, sommigen maakten een praatje. De oudere merkte wel, dat het meisje langzamer hand minder toegankelijk daarvoor werd, zag gedachten sluimeren in die groote oogen, zag hoe aarzelend van verlangen haar kleine handen soms iets moois inpakten. Zoon kind.... dacht de oudere vrouw, die niet knap was. Het leven had weinig verlokkingen voor haar. Ze was al lang in het warenhuis, had er velen zien komen met aardige gezichtjes, met frissche, onberoerde leventjes en had ge zien, hoezeer alles, wat die meisjes omringde, op ze inwerkte. Al die donkere winterdagen rondom Sint Nicolaas en Kerstmis dacht het oudere meisje daaraan, dacht van alles dooreen: Nonsens, wat gaat me dit meisje aan? Nu ja, ze is lief.... ik heb niemand, ik zou makkelijk wat voor haar kunnen koopen.... maar natuurlijk doe je zoo iets niet en welk verschil zou het maken? Toch... zoo heelemaal niets krijgen, na al die pakjes voor anderen te hebben klaargemaakt.... Wat was dat voor een onsympathiek heertje, waar ze gisteren mee schertste? Hij zei zoo iets van: „Zoudt u niet zoo'n bont willen hebben?" Waar om laten ze zoo'n kind niet met rust? Maar ik zie niet in, waarom ik me druk zou maken, ze gaat me niet aan. De vlugge handen van het nijvere bijtje, dat er van droomt een kleurige, blijde vlinder te worden, liever dan een levenlang te zwoegen, aarzelen-liefkoozen, verlangend-rond een mooi taschje. Eigenlijk is het een avondtaschje. Zooiets, wat je haast nooit kunt gebruiken, iets wat zoo heer lijk overbodig is, zoo verrukkelijk nutteloos.... O, al de overbodige dingen, de vele, vele, die alleen maar mooi zijn, die je nooit zult hebben... Er komt een harde trek om den kleinen mond, als ze eindelijk het taschje inpakt. Wat helpt het, zichzelf te beklagen? Niemand geeft je zooiets voor niets. Met hard werken ben je blij als je niet verhongert tegenwoordig. Wat geven idealen? Misschien komt er wel nooit iemand, van wien je heel veel houdt, of mis schien zal hij je niet kunnen trouwen. Mis schien Vele gedachten verdringen zich achter de starende oogen van het meisje, terwijl haar handen pakken en pakken. Dan gaat ze landerig naar haar kamer. Er komt weer een middagmaal met boontjes of bloemkool of rooie kool en waterige soep vooraf en een smakeloos minia tuur puddinkje na.... De tafel is gedekt. En op haar bord ligt een pakje In kleurig papier, kleurig verpakt. Onthutst, wantrouwend,verbaasd en ongeloovig, toch vol hoop opeens, maakt ze het open. Wat kan het zijn? Ze is wees, familie die haar pakjes stuurt met de feestdagen, hééft ze niet En dan houdt ze het in de handen: het taschje. Het mooie, het heerlijk nuttelooze avond taschje. Zooiets voor haar! Zoo'n stukje weelde, zoo'n stukje overvloed, een deeltje van het teveel, dat ze sinds dagen om zich heen heeft gezienUit die duizenden pakjes één voor haar, van de duizenden vreugden één voor haar. En nu wordt de dans der pakjes in haar ge dachten tot een vreugde-dans. En het maal roode kool met een puddinkje een feestmaal. Er is iets moois geweest, iets dat plotseling alle bitterheid, alle ontgoocheling, alle hopeloosheid wegvaagde. Er bloeide iets, mooi als een Kerst roos, er lachte iets gul en helder, zooals men lacht op Sint Nicolaas: een kinderlach. Iemand gaf je wat, zoo maar, voor niets. En nu weet je opeens, dat er nog iets anders is dan werken, of niet werken, dan geld hebben of arm zijn iets kostbaarsiets eeuwigs. IIIminimiiiiiiiiiiiiiiiminiuminiiiiiiiiiiihiimmmm Verbod en Keur voor den „Klaasdag". In de geschiedenis van de Sinterklaas-viering van ons land, en in hoofdzaak te Amsterdam, is een strijdperiode geweest die meer dan honderd vijftig jaar geduurd heeft. Weinig menschen zijn hiervan op de hoogte. Zij die telkenjare het festijn van de verrassingen en voor den gekhouderij vieren, weten niet dat het er met de mogelijkheid tot feestvieren nu en dan slecht heeft voorgestaan. Het Sinterklaasfeest heeft meerdere felle tegenstanders gehad. En waren deze een weinig meer gelukkig geweestWe zouden ver moedelijk het feest niet meer kennen! De strijd tegen het feest van Sinterklaas was in wezen een kerkelijke strijd. Alleen was de feestviering van dezen naamdag tot motief ge kozen naast vele anderen omdat ze daar voor gelukkige motieven bood. Het was een strijd van de sterker wordende hervormden na den Lutherschen strijd tegen het nog overmachtige Katholieke kerkgezag en het wereldsch stadsbestuur. Voor het eerst na den Beeldenstorm in 1566, en daarna na de Reformatie in 1578, deden gereformeerde predikanten en ouderlingen harts tochtelijke pogingen het heerschende gebruik van St. Nicolaasfeest afgeschaft te krijgen. De ergste grief aanvankelijk voor de uiterst fanatiek geloovige Gereformeerden, was dat het feest grootendeels op den openbaren weg ge vierd werd. Want vooral op Dam en omgeving, waar de beroemde en gezochte Sinterklaasmarkt gehouden werd, kon het bar druk toegaan. Dat was hun 'n gruwel! En ieder jaar trouw vervoegden zich de predi kanten bij Burgemeesteren van Amsterdam en deden hun beklag en drongen aan de markt te verbieden. „Weg met den Klaasdag!" riepen ze Eerst in het jaar 1613 kwam het eerste teeken van succes! Op den 5en December van dit jaar n.l. werd van de puie van het oude stadhuis op den Dam (dat is dezelfde plek waarop tegen woordig de koningin staat wanneer zij Amster dam bezoekt en zich den volke vertoont) de stee-klok geluid! En hierbij werd afgekondigd: Dat het van nu af verboden zou zijn gelijk dat tot vorige jaar mogelijk was om op den Dam en omgeving op 6 December in het openbaar eetbare waren te verkoopen! Wie er zich tegen verzette, diens waren zouden worden in beslag genomen en hem of haar een boete worden opgelegd van „Dertigh Stuyvers"! Zelfs werd verboden den volgenden dag de Sinte-Klaas koeken en geschenken openlijk over de straat te drager) of thuis te brengen, tenzij men zich een gelijke boete wilde getroosten! 1 De ouders waren voor hun kinderen en meesters en mevrouwen voor hun dienstboden aansprakelijk! Zoo luidde de „Keur ende Verbod voor het vieren van den Klaasdag"! Het hielp niemandal! In dubbel aantal kwamen de Amsterdammers verzot als ze waren op hun lol-dag naar den Dam en kochten er de Klaasjens en slikkerdemikjens i Ende ze vierden den Heilige dat het 'n aard had! I Jaren ging het weer goed, schoon de kerke lijke strijders geen jaar lieten voorbijgaan. Maar de overheid kreeg op de burgers geen vat! Men vierde feest en was vroolijk en daarmee uit! I Maar in het jaar 1638 was het mis! Don vorigen „Klaasdag" had Amstels burgerij wat al te erg de bloemetjes buiten gezet en waren de perken der toelaatbaarheid overschreden! De predikanten lieten niet op zich wachten en het resultaat was dat er op 3 December 1638 een nieuwe „Keur" werd afgekondigd door Burge- meesteren en Schepenen van Amsterdam. Hierbij werd verboden: Het staan met kramen of kruiwagens op den Vijgendam tot het verkoopen van poppengoed, snoeperijen en andere eetbare waren Het was dus de bedoeling het stroomen van het feestvierend volk naar de plek des onheils tegen te gaan en het voortbestaan van de al-oude marktdag den kop in te drukken. Om radicaal te zijn mochten zelfs de bewoners van den Dam en van de Ganzenpoort, van de Nes en alle omliggende straten hun pothuysen, i vensterwinkels en stoepen aan niemand voor het i doel van verkoopen van eetwaren verhuren of leenen. Deden zij het toch, dan liepen ze kans door 's Heeren dienaars of provoosten der aal moezeniers te worden beboet voor 25 zilveren i guldens, hun waren ontnomen en naar het aal moezeniersweeshuis te zien gebracht Dat was de zegepraal voor dit jaar van de gereformeerde Predikanten en Oudrlingen. Zij brachten het zelfs dat jaar zoover de opvoering van den „Gysbreght" van Vondel, die door dezen voor een aanvankelijke Klaasdag was geschre ven, 'n maand uit te stellenD.w.z. te ver bieden. Vermoedelijk hierdoor is de opvoering van dit drama in de latere jaren steeds om en de bij Nieuwjaar gebleven inplaats van in het begin van de maand December. In den grond gaf het alles niets. De zucht tot j feestvieren binnen en buitenshuis op Klaasdag was ingeworteld en ging er niet uit! Maar elk jaar gingen de predikanten volgens I besluit van den Kerkeraad naar het Stadhuis om de Burgemeesteren te „begroeten" maar in werkelijkheid om te verzoeken.... „de super- stitueuze insolentiën en de grove exhorbitantiën, afgodische abuysen ende stoutigheden, welke op St. Nicolaï-dag plegende te geschieden te voorkomen en redres in de ydelheden van ge noemden dagh en avond te nemen i De wereldlijke heeren ontvingen de kerkelijke heeren doorgaans minzaam. In het jaar 1657 be tuigden ze zelfs „dat zij met droefheyd hadden gezien, dat het erger was geweest dan nog voor dezen En in het jaar 1661 kreeg Dominus Clerquins zelfs de voldoening, dat de kramen welke tersluik en ondanks het bekende plakkaat, waien opgeslagen, op bevel van de Heeren van de 1 Gerechte weer werden omver geworpen! Daartegenover: Toen de HH. predikanten en I Ouderlingen het volgend jaar kwamen om te „begroeten" werden ze minder welwillend ont vangenToen zij n.l. na de gebruikelijke wenschen weer eens verzochten de feestviering van Klaasdag op den Dam tegen te gaan, ant woordden de Burgemeesters„dat zij het vieren van den Klaasdag goed keurden dat de kerkelijken alle vrijheid hadden zorg te dragen voor 't geene strekt tot meerdere stich ting der gemeente, maar dat zij aan H.H. Ed. Achtb. moesten overlaten de voorzorgen te nemen voor de openbare orde van hare stad..." Nog jaren lang hielden niettemin de kerkelijke overheden den strijd vol. Jaar in jaar uit kwamen zij bij burgemeesteren van de stad met het ver zoek uit Christelijke overweging het Sinterklaas feest op Dam en Vijgendam tegen te gaan In het jaar 1672 deden zij dit vooral... „om de byzondere bekommerlycke tyden" In het jaar 1674 probeerden zij de viering te verhinderen, omdatKlaasdag op een bede dag viel en in 1678 omdat hij op een Zondag viel En ofschoon in den loop der tijden de be groetingen langzaam een einde schijnen te hebben genomen, heeft de kerkelijkheid ten leste toch in haar ernstig streven gezegevierd. Want ofschoon de viering van het feest van den Heilige Nicolaas tot op heden bestaat, is zij werkelijk geheiligd tot een intiem binnenkamers- feest. De „ontaarde pret bij den ruwen hoop en dikwijls krakeel en vechtpartijen tijdens den openbare markt op den Vijgendam" bestaat sedert jaren niet meer en heel het uiterlijke lol-uitvieren op straat op Sinterklaas is lang zaam verstorven,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1933 | | pagina 7