Zie de maan
DE VDCDW EUf KAAK ÜUIS
ALLERLEI HEERLIJKS VOOR SINTERKLAAS.
Bestrijding van de
al-oude St. Nicolaas-
viering
No. 48. 1 DECEMBER 1933.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD.
lie, de maan schijnt door de boomen.
la, dit lied is weer van pas.
't Avondje zal weldra komen;
December nadert ras.
leder heeft dan zijn verlangen,
Dat niet altijd wordt voldaan.
(Irooten, kleinen, ouden, jongen
Zingen 't liedje van de maan!
't Maantje straalt aan hoogen hemel
•1 Is een zilv'ren luchtballon.
Jantje denkt: „Was 't maar een voetbal
Waar ik fijn mee trappen kon!"
Kleine Toos kijkt ook naar 't maantje
F.n ze zegt, die kleine schat:
O wat zou ik heerlijk smullen
Als 'k zóó'n groote borstplaat had!"
Josefien, de oudste dochter,
Kijkt naar 't mannetje in de maan
Hem er uit te laten komen,
Dat krijgt zij maar niét gedaan!
't Zilv'ren maantje doet mamaatje
iok een denkbeeld aan de hand:
Want een fijn gedreven schaaltje
Als cadeau vindt zij charmant!
Als een reuze-riks ziet vader
t Maantje aan den hemel staan.
Als gevolg van de malaise
Zijn z'n centen naar de maan!
Als de woning ingericht wordt.
FLUWEELEN HUISJASJE
en FRACTISCHE JAPON.
5
Karaktervolle meubelen, die niet duur zijn.
Een gezellige, warme omgeving, zonder veal
kosten.
Door G. C. MEIJER—SCHWENCKE.
De moderne binnenhuis-architecten houden
thans, veel meer dan vroeger het geval was,
rekening met de eischen, die men redelijkerwijze
kan stellen aan meubilair.
Wanneer jonge menschen gaan trouwen en
aan de inrichting der nieuwe woning gaan
denken, dan weten zij vaak zoo bitter weinig
hiervan af.
Het gemakkelijkst is om naar een pieubel-
magazijn te gaan en een plan te vragen voor de
inrichting der diverse kamers.
Alhoewel wij niet mogen ontkennen, dat door
deskundig advies inderdaad een mooi geheel
verkregen kan worden, krijgt het nieuwe huis
niet iets persoonlijks der bewoners. Gebrek aan
belangstelling in binnenhuis-architectuur, brengt
er velen niet toe, dit punt eens grondig te be-
studeeren.
Het vormen van een geheel behoeft inderdaad
niet meer te kosten, dan de aanschaffing van
allerlei meubels, die eigenlijk niet bij elkander
passen.
In korte trekken willen wij hieronder eenige
wenken geven, waarmede men wellicht rekening
kan houden, bij geheele of gedeeltelijke nieuwe
inrichting der woning.
In de eerste plaats moet de inrichting doel
matig zijn, d.w.z. dat geen gordijnen moeten
worden opgehangen, die licht en lucht aan de
woning ontnemen.
Ziet men mooie dingen, die echter niet prac-
tisch zijn in het gebruik dan bepale men zijn
keus tot andere.
Men vermijde het om houtsoorten, b.v. grenen,
te schilderen om het een aanzien van eikenhout
te geven. Grenenhout met zijn krachtige aderen
is op zichzelf reeds mooi en de tint wordt door
beitsen of politoeren nog veel dieper, zoodat de
lijnen prachtig uitkomen. Wil men dit hout
verven, b.v. voor kinderkamer e.d., uitstekend,
doch dan met een of andere kleur lakverf en
géén imitatie eikenhout.
leder ding moet zijn beteekenis hebben, moet
men zien voor welk recht het doel heeft, bij
welk materiaal zij aanpassen.
Stoelen die niet in de juiste verhouding ge
maakt zijn en daardoor niet gemakkelijk zitten,
zijn uit den booze.
Overbodige wandversiering ziet men in
moderne kamers niet meer, evenmin als allerlei
stofnesten in den vorm van drukbewerkte
vaasjes en pullen. Slechts hier en daar een goed
schilderij, een kleine houtsnede, geen overvloed
van portretten en op de juiste plaats een vaas,
i die door vorm en kleur het oog boeit.
Kunstbloemen verbannen wij uit onze kamers,
j doch een bowl met versche bloemen of als deze
j duur zijn wat takken van groene heesters doen
evengoed zeer goede diensten.
Behang, vloerbedekking, gordijnen, bekleeding
van bank, stoelen, kussens en wat al meer,
I moeten gekozen worden in harmonieëerende
i tinten, opdat een geheel wordt verkregen, dat
de binnenkomenden doet gevoelen dat de be-
j woners met zorg, smaak en overleg te werk
zijn gegaan, zonder dat overdaad uit de een of
andere mag spreken.
Rust en kalmte moeten er van het interieur
S uitgaan, factoren, die thans meer dan ooit
j noodig zijn om evenwicht te brengen in het
I geestesleven der menschen. Voor héél veel hangt
Nr. 2059/2062
De koude winteravonden komen weer en hier
door het verlangen naar een warm jasje. Het
nodel van dit huisjasje is gedacht van fluwee.
doch kan natuurlijk evengoed van een andere
warme stof gemaakt worden, b.v. van een man
tel, dien men niet meer als zoodanig dragen kan
Het model is zeer eenvoudig,
heeft mouwen, die iets wij
der zijn dan het gewone mo
del. terwijl 't rechte kraagje
hoog gesloten kan worden
met knoop en knoopsgat,
doch ook open gedragen kar
worden. Een paar zakken 0(
zijde zijn practisch om een o
inder in te bergen.
Zoon jasje lijkt ons te
vens zeer geschikt voor da-
nes, die haar werk op kanto
ren e.a. hebben, omdat het
zoo'n heerlijke bescherming
geeft tegen koude.
Patronen in alle matei-
kunnen aangevraagd worder
onder Nr. 2062.
De eischen, die aan eet
japon gesteld worden, die
men veel moet dragen, zijr,
dat deze eenvoudig en prac
tisch moet zijn. maar teven'
goed kleedt. Wij meenen dat
bijgaand model, gemaakt van
effen stof of velvet met lor
garnituur hieraan voldoet
Als afwisseling worden ver
schillende garnituren ge-,
maakt, terwijl men hierbij a.
gehaakte of gebreide niet
mag vergeten, die zoowel 'n
fijne als angora wol worder
uitgevoerd.
In het rechte voorpano
wordt 'n split aangebracht,
dat omgebiesd of gefeston
neerd wordt en met knoopjes en lusjes sluit. De
postuurnaad aan de schouders zorgt voor de noo-
dige bovenruimte, terwijl op verzoek het patroon
van kapjes voor den bovenarm, ter verbreeding
van de schouderlijn wordt gegeven. De rok
heeft vier banen, terwijl de beide zijbanen een
tuitvormig opgestikt zakje laten zien.
Patronen zijn in alle maten te verkrijgen en
kunnen aangevraagd worden onder Nr. 2059.
VOOR ONZE LEZERESSEN.
Patronen worden :oezezonoen na overschrij
ving van 0.58 op postrekening 62626 vaD
den Modedienst Den Haag of na inzending per
postwissel of in postzegt. s aan de Mode
redactrice, Roelofstraat 109. Den Haag. üe-
wenschte maat en nummer vooral duidelijk ver
melden
D 59
het slagen van een huwelijk af van de sfeer, die
van het huis en beide menschen onderling uit
gaat en vanzelfsprekend zal deze aanmerkelijk
beter zijn, indien %ien een gezellig en aange
naam milieu heeft, waarvan' warmte uitgaat.
Zoowel man als vrouw zullen dan zeker wel
instemmen met het spreekwoord: „Eigen Haard
is Goud Waard".
Indien men op weinig kostbare wijze de kin
deren wil verrassen met lekkernijen, waar zij
veel van houden, kan men zonder de gebruike-
ke borstplaat nog allerlei heerlijks voor hen
aken.
Marsepein blijft eveneens voor groot en klein
en tractatie en indien men bonbondoozen be-
aard heeft of een honbonnière ten geschenke
il geven, kan men deze vullen met marsepein-
vruchten.
Toffee's of andere kleverige snoeperijen pakt
men in dubbele papiertjes, b.v. mooi gebloemd
vloeipapier wordt belegd met boterhampapier,
ervan worden vierkantjes geknipt, waarop b.v.
een toffee komt en daarna draait men het over
blijvende papier om of bindt er een heel smal
lintje of gekleurd draadje om.
Wij laten hieronder een en ander volgen:
DIKKE SPECULAAS.
Een Sinterklaas zonder het genot van een
heerlijk stuk speculaas is bijna niet denkbaar.
We willen het recept hiervoor dan ook niet
aan onze lezeressen onthouden, opdat zij een
flinke voorraad kunnen bakken.
500 gram bloem, 250 gram boter (margarine),
250 gram donkerbruine basterd, 2 flinke eet
lepels speculaaskruiden, eenige eetlepels melk,
I flinke theelepel bakpoeder, 50 gram amande
len, 50 gram sucade.
Men vet vooraf een bakblik met boter in of
indien dit al te groot is, eenige deksels van
biscuitblikken, die men echter met reepen vetvrij
papier moet voeren om de zijkanten te ver-
hoogen. De amandelen worden in heet water
gebroeid en van het huidje ontdaan, daarna ge
halveerd. De sucade snijdt men aan kleine
stukjes en maakt daarna een stevige deegbal
van de gezeefde bloem en bakpoeder, boter,
suiker en melk, terwijl de sucade eveneens wordt
medegewerkt. Mocht het deeg te droog blijken,
dan wordt nog een lepel melk bijgevoegd. Het
moet dezelfde stevigheid hebben als deeg voor
zandgebak en mag dus ook weer niet te slap
zijn.
De bal wordt met een met meel bestoven deeg-
rol uitgerold en op het bakblik overgebracht,
terwijl de bovenkant belegd wordt met de gehal
veerde amandelen, die men everr in het deeg
drukt.
In matig warmen oven ongeveer een half uur
bakken, daarna afgekoeld in stukken snijden.
Indien men geen speculaaskruiden kan krij
gen, neemt men 10 gram gemalen kruidnagelen,
2 theelepels kaneel, nootmuskaat.
AMANDELROTSJES.
500 gram suiker, 1 /2 d.L. water, 35 gram
amandelen, sap van f2 citroen.
Men smelt de suiker in het water op een kleine
pit en wanneer alles opgelost is, brengt men
het aan de kook gedurende 15 minuten, daarna
Ze was een nijver miertje en aangezien in
deze zonderlinge samenleving de wijsheid van
oude fabels gelogenstraft wordt en de miertjes
er slechter plegen af te komen dan de krekels,
was ze heel blij. als noodhulp in een groot
warenhuis te worden aangenomen voor de maand
December.
Ze pakte.
Van 's morgens tot 's avonds, omwoeld door
de drukte der feestdagen.
Haar handen vouwden stukken karton tot
doozen, knoopten touwtjes, legden zorgzaam
stukjes vloei over kostbare dingen, haar handen
werkten en werkten. Ongeduldige menschen
drongen, mopperden, ruzieden vóór haar. Zij
antwoordde werktuiglijk, op altijd denzelfden
soms wat vermoeid beleefden toon: „Dadelijk,
mevrouw.... alsublieft, meneer.... even wachten
dame...."
Pakjes, pakjes, pakjes.... Zij zag die, doode-
lijk moe, als ze eindelijk naar huis ging, zag ze
dansen voor haar oogen, zag ze in haar slaap.
Pakjes met bonbons, met zijden shawls, taschjes,
odeur, postpapier, snuisterijen, kostbaar bont...
Pakjes, die de wereld ingingen en vreugde
brachten ergens, pakjes vól van alles, wat haar
meisjeshart kon begeeren, alles, wat zij nooit
had bezeten en wel nooit bezitten zou.
Na de drukte van St. Nicolaas volgde dan een
inzinking, daarna kwam de nieuwe stroom aan-
golven, weer pakjes en nog eens pakjes. Die
wikkelde ze in kleurige vloeitjes met hulsttakjes
er op en Kestblokken.... dat was het verschil.
Tusschen de koordjes stak ze een twijgje hulst,
attentie van het warenhuis voor de klanten.
roert men er, nadat het vuur zooveel mogelijk
getemperd is, de gehakte, geblancheerde aman
delen door en de citroensap en giet de massa
over in een ingevet blik, b.v. een biscuit-deksel,
die zoo noodig nog verhoogd wordt door een
randje beboterd boterhampapier.
Indien het geheel afgekoeld is, doch nog niet
geheel en al stijf, snijdt men vierkantjes, die
men later gemakkelijk afbreekt en daarna in
papiertjes wikkelt.
MARSEPEIN-AARDAPPELTJES.
225 gram poedersuiker, 150 gram amandelen,
1 theelepel citroensap, 1 eiwit.
Men maalt de suiker eerst eenige malen door
i een amandelmolen of wrijft ze door de zeef om
alle klontjes te verwijderen. De amandelen wor
den in heet water gebroeid gedurende ongeveer
5 minuten en het velletje met duim en wijsvinger
verwijderd, daarna gemalen en vermengd met
het citroensap en het eiwit en tot een stijf deeg
gekneed. Indien het ei groot is, kan men met
1 eiwit volstaan, zoo dit niet het geval is, ge
bruikt men twee eiwitten.
Men Iaat de massa eenige uren rusten en
vormt er kleine balletjes van, met een min of
I meer ongelijke vorm, terwijl men met een dun,
puntig houtje hier en daar een prikje geeft, om
I de putten te imiteeren en rolt de aardappeltjes
1 door chocoladepoeder of kaneel.
Ze was altijd een nijver en braaf miertje
geweest. Zoo eentje, die zich niet het hoofd
op hol laat brengen door dwaze films, door
opgeschroefde, onware verhalen, door ijdele
droomen. Als je uit een groot gezin komt en om
je heen altijd den strijd om werk en het harde
werken zelf hebt gezien, als je later zelf altijd
in betrekking bent geweest en ten slotte de
ellende van de werkloosheid aan den lijve onder
vond, wordt je wel nuchter, wéét je wel, dat er
geen schatrijke, knappe jongemannen, een half
uur nadat ze je hebben leeren kennen, hart en
hand aan je voeten leggen! Dan weet je óók
wel, dat je nooit een filmster zult worden of j
een gravin of een millionairsvrouw, doch wel j
altijd zult blijven doorwerken en nog blij
moogt zijn, als er altijd werk is en je misschien
ééns een goeden man leert kennen, die samen
met je het leven bevecht.
Ze was dus nuchter genoeg en toch, dezen Sint
Nicolaas.... was het de stroom van pakjes?
Nooit tevoren had ze ih een warenhuis gewerkt.
Ze was jarenlang op kantoor geweest, tot de
malaise kwam, de directie haar met mooie ge
tuigschriften ontsloeg. Sindsdien pakte ze alles
aan. Dit werk vermoeide haar echter méér dan
iets, wat ze nog ooit gedaan had. Ze keerde
eiken avond naar huis terug met gezwollen voe
ten van het staan en hoofdpijn van de benauwde
centrale-verwarming-atmosfeer en het roezen
en jachten en hitsen. Maar dat alles was niet
erg. De pakjes waren het, die haar kwelden, ver
volgden en sarden. Ze zag die, als ze 's nachts
lag te staren in 't donker, te moe om dadelijk
in te slapen, zag al die papieren, door haarzelf
gevouwen, al die touwtjes, door haar geknoopt,
alles, alles, wat ze had ingepakt....
Altijd maar pakken voor een ander, zei ze
eens tegen een collega, eentje, die vast was aan
gesteld, ouder dan zij. Altijd voor een ander. Ik
zou óók wel 'es iets willen krijgen, een mooie
shawl, een taschje, wat odeur. Maar als ik uit
gepakt ben, dan kan ik weggaan.... St. Nicolaas
en Kerstmis hebben voor mij geen pakjes!
Haar oogen broeiden in het smalle, aardige
gezichtje. De oudere keek haar peinzend aan.
Ze was wel knap, dat meisje, ze had iets aan
trekkelijks, dacht ze. Mannen keken glimlachend
naar haar, sommigen maakten een praatje. De
oudere merkte wel, dat het meisje langzamer
hand minder toegankelijk daarvoor werd, zag
gedachten sluimeren in die groote oogen, zag
hoe aarzelend van verlangen haar kleine handen
soms iets moois inpakten.
Zoon kind.... dacht de oudere vrouw, die niet
knap was. Het leven had weinig verlokkingen
voor haar. Ze was al lang in het warenhuis, had
er velen zien komen met aardige gezichtjes,
met frissche, onberoerde leventjes en had ge
zien, hoezeer alles, wat die meisjes omringde,
op ze inwerkte.
Al die donkere winterdagen rondom Sint
Nicolaas en Kerstmis dacht het oudere meisje
daaraan, dacht van alles dooreen: Nonsens,
wat gaat me dit meisje aan? Nu ja, ze is lief....
ik heb niemand, ik zou makkelijk wat voor haar
kunnen koopen.... maar natuurlijk doe je zoo
iets niet en welk verschil zou het maken? Toch...
zoo heelemaal niets krijgen, na al die pakjes
voor anderen te hebben klaargemaakt.... Wat
was dat voor een onsympathiek heertje, waar
ze gisteren mee schertste? Hij zei zoo iets van:
„Zoudt u niet zoo'n bont willen hebben?" Waar
om laten ze zoo'n kind niet met rust? Maar ik
zie niet in, waarom ik me druk zou maken, ze
gaat me niet aan.
De vlugge handen van het nijvere bijtje, dat
er van droomt een kleurige, blijde vlinder te
worden, liever dan een levenlang te zwoegen,
aarzelen-liefkoozen, verlangend-rond een mooi
taschje.
Eigenlijk is het een avondtaschje. Zooiets, wat
je haast nooit kunt gebruiken, iets wat zoo heer
lijk overbodig is, zoo verrukkelijk nutteloos....
O, al de overbodige dingen, de vele, vele, die
alleen maar mooi zijn, die je nooit zult hebben...
Er komt een harde trek om den kleinen
mond, als ze eindelijk het taschje inpakt. Wat
helpt het, zichzelf te beklagen? Niemand geeft
je zooiets voor niets. Met hard werken ben je
blij als je niet verhongert tegenwoordig. Wat
geven idealen? Misschien komt er wel nooit
iemand, van wien je heel veel houdt, of mis
schien zal hij je niet kunnen trouwen. Mis
schien
Vele gedachten verdringen zich achter de
starende oogen van het meisje, terwijl haar
handen pakken en pakken. Dan gaat ze landerig
naar haar kamer. Er komt weer een middagmaal
met boontjes of bloemkool of rooie kool en
waterige soep vooraf en een smakeloos minia
tuur puddinkje na....
De tafel is gedekt. En op haar bord ligt een
pakje
In kleurig papier, kleurig verpakt. Onthutst,
wantrouwend,verbaasd en ongeloovig, toch vol
hoop opeens, maakt ze het open. Wat kan het
zijn? Ze is wees, familie die haar pakjes stuurt
met de feestdagen, hééft ze niet
En dan houdt ze het in de handen: het taschje.
Het mooie, het heerlijk nuttelooze avond
taschje. Zooiets voor haar! Zoo'n stukje weelde,
zoo'n stukje overvloed, een deeltje van het
teveel, dat ze sinds dagen om zich heen heeft
gezienUit die duizenden pakjes één voor
haar, van de duizenden vreugden één voor haar.
En nu wordt de dans der pakjes in haar ge
dachten tot een vreugde-dans. En het maal
roode kool met een puddinkje een feestmaal.
Er is iets moois geweest, iets dat plotseling alle
bitterheid, alle ontgoocheling, alle hopeloosheid
wegvaagde. Er bloeide iets, mooi als een Kerst
roos, er lachte iets gul en helder, zooals men
lacht op Sint Nicolaas: een kinderlach. Iemand
gaf je wat, zoo maar, voor niets. En nu weet
je opeens, dat er nog iets anders is dan werken,
of niet werken, dan geld hebben of arm zijn
iets kostbaarsiets eeuwigs.
IIIminimiiiiiiiiiiiiiiiminiuminiiiiiiiiiiihiimmmm
Verbod en Keur voor den „Klaasdag".
In de geschiedenis van de Sinterklaas-viering
van ons land, en in hoofdzaak te Amsterdam, is
een strijdperiode geweest die meer dan honderd
vijftig jaar geduurd heeft.
Weinig menschen zijn hiervan op de hoogte.
Zij die telkenjare het festijn van de verrassingen
en voor den gekhouderij vieren, weten niet dat
het er met de mogelijkheid tot feestvieren nu
en dan slecht heeft voorgestaan.
Het Sinterklaasfeest heeft meerdere felle
tegenstanders gehad. En waren deze een weinig
meer gelukkig geweestWe zouden ver
moedelijk het feest niet meer kennen!
De strijd tegen het feest van Sinterklaas was
in wezen een kerkelijke strijd. Alleen was de
feestviering van dezen naamdag tot motief ge
kozen naast vele anderen omdat ze daar
voor gelukkige motieven bood.
Het was een strijd van de sterker wordende
hervormden na den Lutherschen strijd tegen het
nog overmachtige Katholieke kerkgezag en het
wereldsch stadsbestuur.
Voor het eerst na den Beeldenstorm in 1566,
en daarna na de Reformatie in 1578, deden
gereformeerde predikanten en ouderlingen harts
tochtelijke pogingen het heerschende gebruik
van St. Nicolaasfeest afgeschaft te krijgen.
De ergste grief aanvankelijk voor de uiterst
fanatiek geloovige Gereformeerden, was dat het
feest grootendeels op den openbaren weg ge
vierd werd. Want vooral op Dam en omgeving,
waar de beroemde en gezochte Sinterklaasmarkt
gehouden werd, kon het bar druk toegaan. Dat
was hun 'n gruwel!
En ieder jaar trouw vervoegden zich de predi
kanten bij Burgemeesteren van Amsterdam en
deden hun beklag en drongen aan de markt te
verbieden.
„Weg met den Klaasdag!" riepen ze
Eerst in het jaar 1613 kwam het eerste teeken
van succes!
Op den 5en December van dit jaar n.l. werd
van de puie van het oude stadhuis op den
Dam (dat is dezelfde plek waarop tegen
woordig de koningin staat wanneer zij Amster
dam bezoekt en zich den volke vertoont) de
stee-klok geluid! En hierbij werd afgekondigd:
Dat het van nu af verboden zou zijn
gelijk dat tot vorige jaar mogelijk was om
op den Dam en omgeving op 6 December in het
openbaar eetbare waren te verkoopen! Wie er
zich tegen verzette, diens waren zouden worden
in beslag genomen en hem of haar een boete
worden opgelegd van „Dertigh Stuyvers"!
Zelfs werd verboden den volgenden dag de
Sinte-Klaas koeken en geschenken openlijk over
de straat te drager) of thuis te brengen, tenzij
men zich een gelijke boete wilde getroosten!
1 De ouders waren voor hun kinderen en
meesters en mevrouwen voor hun dienstboden
aansprakelijk!
Zoo luidde de „Keur ende Verbod voor het
vieren van den Klaasdag"!
Het hielp niemandal!
In dubbel aantal kwamen de Amsterdammers
verzot als ze waren op hun lol-dag naar
den Dam en kochten er de Klaasjens en
slikkerdemikjens
i Ende ze vierden den Heilige dat het 'n aard
had!
I Jaren ging het weer goed, schoon de kerke
lijke strijders geen jaar lieten voorbijgaan. Maar
de overheid kreeg op de burgers geen vat! Men
vierde feest en was vroolijk en daarmee uit!
I Maar in het jaar 1638 was het mis! Don
vorigen „Klaasdag" had Amstels burgerij wat
al te erg de bloemetjes buiten gezet en waren
de perken der toelaatbaarheid overschreden! De
predikanten lieten niet op zich wachten en het
resultaat was dat er op 3 December 1638 een
nieuwe „Keur" werd afgekondigd door Burge-
meesteren en Schepenen van Amsterdam.
Hierbij werd verboden: Het staan met
kramen of kruiwagens op den Vijgendam tot
het verkoopen van poppengoed, snoeperijen en
andere eetbare waren
Het was dus de bedoeling het stroomen van
het feestvierend volk naar de plek des onheils
tegen te gaan en het voortbestaan van de
al-oude marktdag den kop in te drukken.
Om radicaal te zijn mochten zelfs de bewoners
van den Dam en van de Ganzenpoort, van de
Nes en alle omliggende straten hun pothuysen,
i vensterwinkels en stoepen aan niemand voor het
i doel van verkoopen van eetwaren verhuren of
leenen. Deden zij het toch, dan liepen ze kans
door 's Heeren dienaars of provoosten der aal
moezeniers te worden beboet voor 25 zilveren
i guldens, hun waren ontnomen en naar het aal
moezeniersweeshuis te zien gebracht
Dat was de zegepraal voor dit jaar van de
gereformeerde Predikanten en Oudrlingen. Zij
brachten het zelfs dat jaar zoover de opvoering
van den „Gysbreght" van Vondel, die door dezen
voor een aanvankelijke Klaasdag was geschre
ven, 'n maand uit te stellenD.w.z. te ver
bieden. Vermoedelijk hierdoor is de opvoering
van dit drama in de latere jaren steeds om en
de bij Nieuwjaar gebleven inplaats van in het
begin van de maand December.
In den grond gaf het alles niets. De zucht tot
j feestvieren binnen en buitenshuis op Klaasdag
was ingeworteld en ging er niet uit!
Maar elk jaar gingen de predikanten volgens
I besluit van den Kerkeraad naar het Stadhuis
om de Burgemeesteren te „begroeten" maar
in werkelijkheid om te verzoeken.... „de super-
stitueuze insolentiën en de grove exhorbitantiën,
afgodische abuysen ende stoutigheden, welke op
St. Nicolaï-dag plegende te geschieden te
voorkomen en redres in de ydelheden van ge
noemden dagh en avond te nemen
i De wereldlijke heeren ontvingen de kerkelijke
heeren doorgaans minzaam. In het jaar 1657 be
tuigden ze zelfs „dat zij met droefheyd hadden
gezien, dat het erger was geweest dan nog voor
dezen
En in het jaar 1661 kreeg Dominus Clerquins
zelfs de voldoening, dat de kramen welke
tersluik en ondanks het bekende plakkaat, waien
opgeslagen, op bevel van de Heeren van de
1 Gerechte weer werden omver geworpen!
Daartegenover: Toen de HH. predikanten en
I Ouderlingen het volgend jaar kwamen om te
„begroeten" werden ze minder welwillend ont
vangenToen zij n.l. na de gebruikelijke
wenschen weer eens verzochten de feestviering
van Klaasdag op den Dam tegen te gaan, ant
woordden de Burgemeesters„dat zij het
vieren van den Klaasdag goed keurden dat
de kerkelijken alle vrijheid hadden zorg te
dragen voor 't geene strekt tot meerdere stich
ting der gemeente, maar dat zij aan H.H. Ed.
Achtb. moesten overlaten de voorzorgen te
nemen voor de openbare orde van hare stad..."
Nog jaren lang hielden niettemin de kerkelijke
overheden den strijd vol. Jaar in jaar uit kwamen
zij bij burgemeesteren van de stad met het ver
zoek uit Christelijke overweging het Sinterklaas
feest op Dam en Vijgendam tegen te gaan
In het jaar 1672 deden zij dit vooral... „om
de byzondere bekommerlycke tyden"
In het jaar 1674 probeerden zij de viering te
verhinderen, omdatKlaasdag op een bede
dag viel en in 1678 omdat hij op een Zondag
viel
En ofschoon in den loop der tijden de be
groetingen langzaam een einde schijnen te
hebben genomen, heeft de kerkelijkheid ten leste
toch in haar ernstig streven gezegevierd.
Want ofschoon de viering van het feest van
den Heilige Nicolaas tot op heden bestaat, is zij
werkelijk geheiligd tot een intiem binnenkamers-
feest. De „ontaarde pret bij den ruwen hoop en
dikwijls krakeel en vechtpartijen tijdens den
openbare markt op den Vijgendam" bestaat
sedert jaren niet meer en heel het uiterlijke
lol-uitvieren op straat op Sinterklaas is lang
zaam verstorven,