ONGEVRAAGD
DRUKWERK
m
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
V
j
K
TWEEDE BLAD.
vervolg Plaatselijk Nieuws.
Carmen Sylva, een koninklijke
schrijfster
wordt niet
teruggegeven
TOONEEL
BURGERLIJKE STAND
i
No. 2. 12 JANUARI 1934.
v i
m
DE ZEPPELIN-TREIN.
Met ingang van 1 Mei a.s. worden
door de Spoorwegen veertig nieuwe
Zeppelin-treinen ingevoerd.
Wanneer de Meimaand komt,
Dan zullen veertig treinen
In splinternieuw gewaad
In Nederland verschijnen.
Het reizende publiek
Zal heel verwonderd kijken;
Zoo'n trein is ultra sjiek.
Dat zal U spoedig blijken!
Het is natuurlijk niet
Zoo'n ouderwetsche stoomtrein!
Neen, hij wordt hoogst modern
En met een mooien stroomlijn.
't Lijkt wel een Zeppelin,
Zoo glad, en rond van voren.
't Zal een genoegen zijn,
Met dezen trein te sporen.
Door zijn bijzond'ren vorm
Gaat 't met een reuze-vaartje,
De snelheid is enorm.
Maar toch geen vrees bezwaart je,
Want zie, het mat'riaal
Kan wel een stoot verdragen:
Van 't allerhardste staal
Wordt iedre nieuwe wagen.
Je zit op je gemak
Op trijp en soepel leder,
Zelfs in de derde klas
Vlijt men zich zachtkens neder.
Verdwenen is de tijd
Der harde houten banken,
Het derde-klasserskoor
Juicht thans met blijde klanken.
Ja, 't wordt een mooie trein,
Zoo heerlijk comfortabel,
Zoo fraai van kleur en lijn,
Van snelheid formidabel.
En 't is wel een bewijs
Dat men wat aan durft pakken!
Alléén nu moest de prijs
Van 't ritje nog wat zakken!
^EKUADERING nation aal-sociAlisten
Vrijdagavond hield de kring Heemstede van
deNationaal-Socialistische beweging (groep-
Mussert) een openbare vergadering in Café-
Restaurant Lommeroord.
Na een korte inleiding van den Heemsteed-
schen groepsleider, den heer Reinders, voerde
allereerst het woord de heer Haalebos.
Op deze eerste vergaderavond in het nieuwe
jaar, aldus spr., is het wel belangrijk eens te
praten over het afgeloopen jaar. En dan mogen
wij over 1933 tevreden zijn. Maar dat geldt niet
voor de toekomst.
Spr. herinnert aan wat er op internationaal
gebied is gedaan in den vorm van conferenties,
en we zien in plaats van goede resultaten een
stijgende bewapening, en verslechtering der
economische toestanden, om maar niet te
spreken van de geldmanipulaties.
Wij allen, zegt spr., hier in de zaal en daar
buiten vragen ons af, waar dat naar toe moet.
Wij zeggen „naar de eenheid". En die is te be
reiken als het vertrouwen kan geschonken
worden aan degenen die deze willen brengen.
Uitvoerig schetst spr. het marchandeeren in
de partijen onderling, waaruit is ontstaan de
partijstrijd, vooral hier in Nederland erg met die
massapartijtjes.
De N.S.B. wil een sterk gezag. Natuurlijk,
zegt spr., anders komt men tot bandeloosheid.
Maar dat gezag moet komen uit de diverse cor
poraties van het volk.
In den breede valt spr. aan de stelling van
den liberaal Boon over de gelijkschakeling dei-
overtuigingen.
Bij ons is het geen questie van het volk te
vleien met mooie leuzen. Het is ons ook niet
om baantjes te doen, zelfs onze hoogste leider
doet alles con amore.
Wij stellen één lijn. Wij prediken de „eenheid".
Ons woord moet zijn „waarheid" en ons motief
moet zijn „kracht".
Wij beloven niet, wij geven geen leuze, wij
willen geen kuiperij.
Spr. besluit met de onevenwichtigheid van
dezen tijd aan te toonen. En daarom, met de
N.S.B. vooruit, Hou Zee! Langdurig applaus.
De heer Tj. v. d. Weiden als tweede spreker
wil met Zimmerman de vraag stellen „Marx of
Mussert".
Velen hebben nog geen keus gedaan en
zeggen: zoolang ik nog eet en drink is het mij
goed. Maar als het de rest slecht gaat, dan zal
het hen ook slecht gaan.
Geroep uit de zaal: „Marx was een Jood!"
Daar deze bezoeker zich niet wil onderwerpen
aan den eisch „rustig te blijven", wordt hij met
eenige anderen de zaal uitgezet.
Nadat de rust is teruggekeerd schetst spr.
zeer uitvoerig het streven van Marx. Vrijheid,
gelijkheid en broederschap was de leuze na de
Franschë revolutie, maar de vervulling van deze
leuze bleef uit.
Toen kwam de tijd van vraag en aanbod. In
die dagen riep Marx: „arbeiders van alle landen,
vereenigt U!" De arbeiders aanvaardden den
opgedrongen klassenstrijd, en Marx voorspelde
dat de kapitalisten hun eigen doodgravers
produceerden, doch het liep anders, omdat de
S.D.A.P. de scherpe puntjes van haar program
afvijlde en zoo de steunpilaar werd der kapita
listen.
Een der groote factoren waarom de S.D.A.P.
het niet verder heeft kunnen brengen dan 25
der partijen, wijdt spr. aan haar strijd tegen den
godsdienst.
De Katholieke Staatspartij besprekend, zegt
spr. dat vóór 50 jaar geen R.K. toegang had
tot een of ander ambt. Nu is dat anders, haar
doel is bereikt. Een partijtje, voor een zeker doel
opgericht, kan, als dit doel bereikt is, ver
dwijnen. Zoo is dus de Katholieke Staatspartij
gekomen aan den tijd van heen te gaan.
En de S.D.A.P.? Óch, zegt spr., die is eigen-
Zij schreef romans, novellen, sprookjes en
gedichten.
Een bijzonder talent voor talen.
Koningin Elisabeth, de vertrouwelinge van
het Roemeensche volk.
Zij was verwant aan het Huis Nassau.
In den oorlog was zij de ziel van het Roode
Kruis-werk.
Door Dr. Litt. ARN. SCHF.NTS.
Het is geen geheim, dat Carmen Sylva het
pseudoniem was van Koningin Elisabeth van
Romenië, de vorstin, die op 29 December 1843,
dus thans negentig' jaar geleden, werd geboren.
Men leefde wèl in een geheel anderen tijd, toen
omstreeks het middaguur de klokken van Neu-
wied aan het volk verkondigden, dat Vorst
Hermann zu Wied en zijn gemalin, een Prinses
van Nassau, een dochtertje hadden gekregen.
De kleine Prinses Elisabeth groeide voor
spoedig op en werd een gezond, vroolijk kind.
In Neuwied was zij zeer bemind; nog steeds
zijn daar verhalen in omloop uit haar kinder-
jaien en jeugd, waaruit blijkt, welk een groote
plaats zij in de harten innam. Haar opgewekt
heid en levendige fantasie maakten het niet ge
makkelijk, haar leiding te geven, doch haat
ouders wisten de juiste opvoedster voor haar te
kiezen, zoodat haar bijzondere begaafdheid niet
verstikt, doch in de juiste banen geleid werd.
Aan haar talenstudie werd veel aandacht ge
schonken; de jonge prinses sprak op haar vijf
tiende jaar Fransch en Engelsch als haar
moedertaal. Van de literatuur was zij zeer goed
op de hoogte; zij leerde echter ook Latijn,
ltaliaansch en wiskunde, wat in dien tijd iets
zeer ongewoons was. Zij las zelf echter geen
enkele roman, voordat zij negentien jaar oud
was; haar ouders vreesden, dat het lezen van
romans haar fantasie te zeer zou prikkelen. Deze
eerste roman was „Soil und Haben" van
Freybag.
Niemand kon echter beletten, dat het „bosch
roosje", zooals zij genoemd werd om haar wilde
spelletjes in park en bosch met drie reusachtige
St. Bernardshonden, zelf ging schrijven. Op haar
negende jaar maakte zij reeds gedichten, op
haar Twaalfde jaar waagde zij zich aan een
novelle, ophaar veertiende jaar ontpopte zich
een voorliefde voor griezeldrama's. Van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat kon zij soms
zitten schrijven.
Later maakte zij verre reizen met Groot
vorstin Helena van Rusland, een bloedverwante
van haar moeder. Ook in dien tijd zat zij niet
stil; zij leerde Russisch en Zweedsch en legde
zich ijverig toe op de muziek. In dezen tijd was
het ook, dat bij haar de wensch opkwam, onder
wijzeres te worden, waarbij zij zich beriep op
Brentano's woorden: „Uw beroep is, wat Uw
roeping is". Doch toen zij naar huis ging om
haar plan, het examen voor onderwijzeres af te
leggen, tot uitvoering te brengen, kwam er een
plotselinge ommekeer. In, het voorjaar van 1867
ontmoette zij den voormaligen Prins KarèT van
Hohenzollern; reeds den volgenden dag vroeg
hij haar hand en vier weken later werd de
bruiloft gevierd.
In Roemenië wachtte haar in menig opzicht
een belangrijke taak. Ze hield onwrikbaar vast
aan haar standpunt, dat vrouwen met politiek
niets te maken hadden, en waar de politieke
verdeeldheid in Roemenië in alle kringen was
doorgedrongen, was het reeds van groote be-
teekenis, dat door haar voorbeeld politieke
gesprekken in gezelschap van dames niet meer
„bon ton" werden geacht. Verder heeft ze zeer
veel tot stand gebracht op het gebied van
armenzorg en verbetering gebracht in het
huiselijk- en gezinsleven van haar nieuwe land-
genooten.
Juist hier kon zij door haar invloed zeer veel
bereiken.
Ze streefde er altijd naar, idealisme en liefde
voor geestelijke waarden aan te kweeken.
Zeer verdienstelijk heeft zij zich ook gemaakt
tegenover de Romeensche taal. Al spoedig bleek
haar, dat er zelfs in de geschreven taal geen
eenheid bestond en dat er op dit gebied nog
zeer veel gedaan moest worden. Na de geboorte
van een dochtertje begon ze goede kinderboeken
in het Roemeensch te vertalen of te laten ver
talen; zoo legde zij den grondslag voor een
Roemeensche literatuur, die in staat was om het
geheele volk te bereiken.
Haar belangstelling voor de Roemeensche taal
deed ook de Roemenen zelf meer waardeering
ervoor gevoelen; dit is. wellicht de grootste
dienst, die zij het Roemeensche volk bewezen
heeft. Ook voor schilderkunst en muziek deed
zij gaandeweg meer belangstelling ontstaan,
door haar smaak zoowel als door haar persoon
lijke werkzaamheid.
Een groote smart kwam in haar leven, toen
zij haar geliefde dochtertje Maria, vier jaar oud,
door de roodvonk verloor, te meer, waar zij
nooit een tweede kind heeft gekregen. Al haar
moederlijk gdVoel concentreerde zich toen_ op
het Roemeensche volk, dat haar enthousiast
huldigde, toen haar gemaal vijftien jaar na haar
huwelijk tot Koning van Roemenië werd uit
geroepen. Steeds meer hebben haar onderdanen
haar trouwens getoond, hoezeer zij aan haar
gehecht waren, en haar als een Roemeensche
beschouwden. In de moeilijke dagen van den
RussischTurkschen oorlog, waarbij Roemenië
in den strijd werd meegesleept, gaf zij zich met
algeheele toewijding aan het hulpwerk. In de
troonzaal liet zij naaimachines plaatsen om ver-
EEN GEKLEEDE JAPON
en
MODERNE KRAGEN.
(3028/3029)
Niet elke vrouw kan
zich de weelde veroor
loven om voor elke spe
ciale gelegenheid een af
zonderlijke japon te be
zitten.
Waar het zeer geklee
de toilet nog slechts bij
extra feestgelegenheden
gedragen wordt, geven
wij hier een japon, die
voor verschillende doel
einden gedragen kan
worden en buitengewoon
goed kleedt.
Het bovenstuk heeft
•eii punthals, met klein
kanten vestje, terwijl de
raglan mouwen een gar
neering hebben van naar
den rug toevallende plat
te plooien, die tot niets
toe loopen boven den
ri "i elleboog en apart opge-
II U stikt worden.
W De rok bestaat uit een
smalle voor- en achter
baan, met plooien aan de onderzijde en schuin
opgeknipte zijkanten, waardoor als het ware een
heupstuk wordt gevormd, terwijl aan weerszijden
van deze banen zijstukken worden gezet. Om het
middel een smalle ceintuur met gesp.
Patronen zijn in alle gewenschte maten ver
krijgbaar.
Een verscheiden
heid van kragen
brengt variatie aan
een japon, die op
zichzelf zeer een
voudig kan zijn.
Nummer 1 geeft
aan een fluweelen
of tafzijden garni
tuur, dat zoowel 1
effen, geruit, ge
werkt, of gestreept
kan zijn.
Aan den kraag die aan den rug rond is, worden
reepen geknipt, die geknoopt worden. De volgen
de kraag sluit met een drukknoop midden vóói
en heeft een apart overgeslagen reep. die als eer
chabot afhangt.
Het derde of 1- model bestaat uit vier ge
deelten, die met een schuine lijn aan elkaar ge
stikt worden, terwijl elk vierde deel uit reeper,
bestaaf die met een ajour- of flanei-steek met el
kander verbonden worden.
Prijs der drie patronen van deze garnituurs
0.48. (Gewer'<"-Ve maat hierbij vermelden).
VOOR ONZE LEZERESSEN.
Patronen worden toegezonden na overschrij
ving van j 0.58 op postrekening 62626 van
den Modedienst Den Haag of na inzending per
postwissel of in postzegels aan de Mode
redactrice, Roelofstraat 109, Den Haag. Ge
wenschte maat en nummer <-ooral duidelijk ver
melden.
bandmateriaal te vervaardigen en aan een der
naaimachines werkte zij ijverig mede.
Het was wellicht de grootste voldoening voor
haar, dat ook de armste vrouwen uit het volk
voor dit werk geen geld wilden aannemen en
er een eer in stelden, een week lang zonder
loon voor het Roode Kruis te hebben gewerkt.
Ook bij de verpleging der gewonden heeft
Koningin Elisabeth grootsche, ja, onvergetelijke
dingen gedaan Ongetwijfeld zal men haar
smartelijk gemist hebben in den wereldoorlog,
waar Roemenië eveneens in betrokken werd.
Als schrijfster maakte zij gebruik van het
pseudoniem Carmen Sylva, onder welken naam
zij tal van gedichten, romans en tooneelstukken
uitgaf.
j Het beroemste werd zij door haar sprookjes,
die behooren tot het fijnste en het meest
artistieke, dat zij geschreven heeft. In deze
sprookjes wijst zij op geduld en werkzaamheid
als de hoogste roeping van den mensch.
ENKELE PRACTISCHE WENKEN.
Drillerige jus.
Wanneer men kalfjus wil hebben, die na be
koeling stijf is, kan men in de jus eenige beentjes
laten koken of er later blaadjes gelatine in
oplossen.
Vlekken van koffie en melk.
Deze vlekken verwijdert men uit zijde door
ze te bestrijken met glycerine en daarna uit te
wasschen met lauw water. Aan den verkeerden
kant opstrijken.
Een uitstekend vlekken-water verkrijgt men
door een mengsel van 90 gram alcohol, 60 gram
geest van salmoniak en 40 gram benzine.
lijk nog maar het N.V.V., waarin ondergebracht
zijn de modern georganiseerde arbeiders.
En nu, zegt spr., zouden die heeren willen dat
alleen de vier groote partijen regeeren. Maar wij,
roept spr., zullen zorgen dat dit niet gebeurt.
Het is juist aan ons om dien heeren duidelijk te
maken dat zij hun tijd gehad hebben (applaus).
Thans gaat het, vervolgt spr., tegen de
anarchie in het productiestelsel en nog meer. De
productie is niet voor het privaat bezit, maar
juist omgekeerd.
Komende op de tegenwoordige wijze van
werken onzer volksvertegenwoordiging voert
spr. in gedachten zijn auditorium naar een
nachtzitting der Tweede Kamer, waar alleen de
nog aan de beurt komende sprekers aanwezig
zijn, of op den dag als de spreker bijna alleen
aanwezig is en de andere heeren in de koffie
kamer zitten of ergens hun correspondentie af
handelen. Dat is een paskwil.
Neen, besluit spr., de bezem moet gehanteerd
worden. Deze democratische maatschappij is
ziek door verval van krachten. Een nieuwe
maatschappij moet er komen. Hou Zee!
Van de gelegenheid tot vragen stellen werd
een ruim gebruik gemaakt.
GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE
HEEMSTEDE
Opgave van 9 Januari 1934.
A. C. Beyer, Timorstraat 9. W. G. Weyer,
Heemst. Dreef 154. H. Keuning, Fred, van
Eedenplein 16. J. C. van Meeuwen, Laan van
Bloemenhove 15. G. H. Zeilmaker, Rijnstraat
37. F. H. Thomas, Camplaan 28. H. Th.
Vink, Valkenburgerplein 9. A. P. Kaiser,
Heerenweg 113. C. C. Küpfer, Glipperweg L
C. Postuma, Achterweg 24rd. A. H. J.
Schweitzer, Heemst. Dreef 75. - G. J. J. Tel-
kamp, Laan van Rozenburg 7.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: de Wed. Neuie, Haem-
stedeplein 8, een paar afgesneden kousen; Mevr.
Smit, Zandvoortschelaan 43, een gebreide sjaal;
Van der Walle, Javalaan 32, een ceintuur;
Kubatz, Lucas van Leydenlaan 6, een rijwiel-
belastingmerk; M. Edam, Schreveliusstraat 34,
Haarlem, een rijwielbelastingmerk; Bureau van
Politie, Raadhuisstraat, een dop van een benzine
tank van een auto, een grijs wollen handschoen
en een zilveren vulpotlood.
ABONNE MENTSPRIJSj
f 1.25'p. halfj, bij voor
uitbetaling te voldoen
QED. OUDE GRACHT 88
HAARLEM
TELEFOON 10144
B
Met „ongevraagd" be
doelt men feitelijk
„ongewenscht".
DE EERSTE HEEM
STEEDSCHE COURANT
is ook ongevraagd maar
zeker niet ongewenscht
drukwerk. Dat merken
wij iederen dag.
Welnu, geachte lezeres
of lezer, zet dat woordje
„ongevraagd" dan om
in „gevraagd" d. w. z.
abonneert U nog vanaf
heden. Voor de kosten
behoeft U het zeer
zeker niet te laten.
Met slechts f I.25 per
halfjaar kunt U ons een
tastbaar blijk geven, dat
U ons blad waardeert.
OVERZICHT DER WERKLOOSHEID.
Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemidde
ling kwamen in den loop dezer week 433 aan
biedingen in van werkzoekenden, t.w.:
46 grondwerkers,
10 metselaars,
13 schilders,
42 timmerlieden,
16 opperlieden,
128 bioemistarbeiders,
99 losse werklieden,
7 metaalbewerkers,
3 kantoorbedienden,
2 bouwkundig teekenaars,
3 bakkers,
stucadoors,
64 werkzaam in andere beroepen.
STADSSCHOUWBURG.
Gijsbrecht van Aemstel.
Hoeveel malen zal de Gijsbrecht van Aemstel
reeds ten tooneele zijn gevoerd? Ik weet het
niet. Doch steeds blijkt dat voor de opvoering
groote belangstelling bestaat. Een belangstelling
die blijven zal, vooral nu de Amsterdamsche
tooneelvereeniging met een verjongde Gijsbrecht
is gekomen.
Allereerst heeft de ensceneering een vernieu
wing ondergaan, die heel prettig aandeed.
Hoe schoon waren die wintersche landschap
pen, die besneeuwde weilanden en die hemel
met rossen gloed. Dit alleen al was een lust te
aanschouwen. Meii behoefde zijn fantasie geen
hoogen vlucht te laten maken om zich in de
Hollandsche dreven te wanen.
Het geheel beviel ons beter dan de opvoe
ringen die wij vroeger van Verkade en Royaards
aanschouwden.
Hoe schoon was het slottooneel aan den
waterkant, waar Gijsbrecht afscheid zal nemen
van vrouw en kinderen, die hij gelast scheep te
gaan. Hier aanschouwden wij een grootsch
tooneel als nooit te voren.
Albert van Dalsum gaf van Gijsbrecht van
Aemstel een echt menschelijke wedergave. Hoe
schoon was vooral het slot, wanneer hij berust
in zijn lot, hier zagen wij inderdaad een ge-
loovig en berustend mensch voor ons.
Charlotte Kohier speelde Badeloch schitterend,
geheel doorvoeld. Zij was de liefhebbende
vrouwe van Aemstel, die de liefde tot haar man
als het hoogste stelde. Aan het slot kwam zij
tot een steeds stijgende opstandigheid, zooals
wij nooit te voren hebben gezien.
Wij zien haar de verhalen, die gedaan worden
over het verloop van den strijd, door Arent,
Gijsbrecht en den bode als in een visioen mee
leven.
Naast deze beiden noemen wij Ben Rooyaards,
die een prachtigen Arent voorstelde en dan ook
J. Sternheim als de bode, die zijn omstandig
verhaal doet als uit het hart gegrepen.
Verder noemen wij Ben Groenier als Vosmeer
de Spie, die hiervan een schittairende vertolking
gaf.
La Chapelle gaf een goede uitbeelding van
Gosewijn. De scène in het klooster was schitte
rend van eenvoud en rust.
Van Warmelo als Willebrord was iets te
langzaam en op sommige momenten slecht te
verstaan.
De reien werden gesproken door één stem in
het donker, hetgeen ons nu juist niet zoo beviel,
want het is o.i. toch prettiger, wanneer men een
figuur aanschouwt.
Doch Willy Haak heeft deze zware taak op
bijzondere wijze vervuld en het was een lust
naar haar te luisteren. Kortom, een overweldi
gende opvoering, waarvoor de Amsterdamsche
Tooneelvereeniging allen lof verdient. De waar
deering van het talrijke publiek bleek wel uit
het applaus, dat tot een ovatie aangroeide. Men
was niet tevreden voordat ook Defresne ten
tooneele was verschenen. Fr.
Italiaansche Opera.
„Madame Butterfly".
Dinsdagavond werd aan het Wilsonsplein
Madame Butterfly opgevoerd, waarin Theiko
Kiwo, als gast de ro! van Madama Butterfly
vervulde.
De vele aanwezigen, de Schouwburg was goed
bezet, hebben veel genoten van dezen op hoog
peil staanden avond.
Al werd er wel veel van onze fantasie ge
vergd, om aan te nemen, dat in Theiko Kiwo
een 15-jarige voor ons stond, daar zij te forsch
was om zulk een jeugdigen leeftijd uit te beel
den, hoofdzaak was dat zij een mooi geluid liet
hooren en schitterend spel te zien gaf.
Haar smart en daarnaast het intens vertrou
wen in den terugkeer van Pinkerton, was schit
terend uitgebeeld. Vooral het slot, waar zij,
Hara Keri (door de wet opgelegde zelfmoord)
zal plegen en afscheid neemt van haar zoontje,
was ontroerend van schoonheid.
Pinkerton, door üuiseppe Traverso en Sharp-
Iess, door Spartaco Marchi, gaven goed samen
spel te zien en beschikten beiden over een
schitterend geluid.
Spartaco Marchi scheen echter minder ge
disponeerd.
Óok de andere medewerkenden verdienen een
woord van lof.
De décors waren schitterend en het bruids
kleed van Theiko Kiwo was een oogenlust.
De dirigent Vincenzo Marini verdient weder
om een woord van lof, voor zijn leiding van het
orkest; vooral de vertolking van de nachtstem
ming stond op hoog peil.
Het daverend applaus, dat minuten lang aan
hield, beloonde de medewerkenden voor deze
schitterende opvoering. Fr.
Het Nederlandsch-Indische Tooneel.
„De Vier Müllers".
Zondagavond was de Stadsschouwburg uit
verkocht, hetgeen ons geen verwondering
baarde, daar Cor Ruys en Louis de Bree in
bovengenoemde comedie zouden optreden.
De inhoud is vrij eenvoudig. De 80-jarige
rentenier Phillipp Müller wordt op zijn ouden
dag geroepen den vrede in de familie Müller te
herstellen en de zaak van zijn zoon Moritz van
een debacle te redden.
Philipp Müller heeft de textielfabriek van zijn
zoon Moritz opgericht en groot gemaakt en zoo
als hij zelf zegt met één penhouder, terwijl
Moritz 22 schrijfmachines noodig heeft om de
zaak af te breken, waaruit blijkt dat hij geen
goed zakenman is.
Nu heeft de oude heer meer vertrouwen in
zijn kleinzoon, die uit de zaken van zijn vader is
getreden en in dezelfde branche een Naamlooze
Vennootschap heeft opgericht, daarin bijgestaan
door zijn grootvader. Zoodat onder de heeren
Müller oorlog is ontstaan.
En dan is er nog een vierde Müller, een achter
achterneef, die spionnage-diensten verricht en
tusschen de drie generaties heen en weer loopt
om boodschappen over te brengen en nieuwtjes
te verklappen, waarmede hij zijn brood verdient.
Zooals wij reeds zeiden, een eenvoudig ge
geven, doch voor onzen tijd geschreven en zeer
aanvaardbaar.
Als entourage van deze Müllers zien wij ver
schillende personen. Zoo zien wij allereerst Ella
Müller de vrouw van Moritz, die haar man ver
waarloost en voor niets anders interesse heeft
dan voor bridgen en toch aan het slot zich een
gevoelvolle vrouw betoond. Verder verschijnt
Dr. Hertha Becker, de fabrieksdokter, die met
Otto trouwen zal en de reeds genoemde MendI,
die overal verschopt wordt en toch onmisbaar is.
Het familiedrama komt tenslotte toch tot een
goed einde door het wijs beleid van den ouden
heer.
Cor Ruys vertolkte de rol van Philipp Müller
op bijzonder comische wijze, de zaal brulde van
den lach om de rake en grappige gezegden en
dan weer was het zoo stil dat men een speld
kon hooren vallen bij de ernstige momenten. Hij
betoonde zich wederom een veelzijdig en groot
acteur. Jacq. Reule was Moritz Müller, die ge
chargeerd spel te zien gaf, doch overigens niet
onverdienstelijk speelde. Louis Borel als Otto
Müller was o.i. niet zoo'n goed zakenman als
waarvoor hij moest doorgaan, daarvoor was
zijn spel te slap.
Mendl. Müller door Louis de Bree daarentegen
was onbetaalbaar, een raskomiek, waarom de
zaal reeds lachte voordat hij een woord ge
sproken had.
Gusta Chrispijn Mulder gaf een juiste weder
gave van Ella Müller. Lily Bouwmeester speelde
als de bekoorlijke Hertha Becker en gaf in haar
eenvoudige rol mooi en rustig spel te zien.
Eline Pisuisse deed ons de echte Ameri-
kaansche miss Mary Clogau aanschouwen.
Kortom het was een gezellige avond, waar
voor het publiek zich zeer dankbaar betoonde.
Wij kunnen onzen lezers dan ook aanraden de
volgende opvoering in den Schouwburg Jans-
weg op 20 Januari te gaan bijwonen.
Fr.
Ondertrouwd: P. v. Amelrooy en C. J. Pleune;
G. van Bakel en I. B. Paul; F. J. Galesloot en
J. E. Jansen.
Getrouwd: J. J. Jansen met K. E. Schreurs;
W. Hut met J. Zwiers; H. J. J. Govers met L. P.
Hekman.
Bevallen: E. J. Smoorenburgv. d. Linde d.;
M. J. KlokLagas z.
Overleden: Dirk Brand 76 j:, geh. met H. C.
Goedhart; D. G. Muhring 78 j., wed. van J. B.
v. d. Berg.