ONGEVRAAGD DRUKWERK m DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT V j K TWEEDE BLAD. vervolg Plaatselijk Nieuws. Carmen Sylva, een koninklijke schrijfster wordt niet teruggegeven TOONEEL BURGERLIJKE STAND i No. 2. 12 JANUARI 1934. v i m DE ZEPPELIN-TREIN. Met ingang van 1 Mei a.s. worden door de Spoorwegen veertig nieuwe Zeppelin-treinen ingevoerd. Wanneer de Meimaand komt, Dan zullen veertig treinen In splinternieuw gewaad In Nederland verschijnen. Het reizende publiek Zal heel verwonderd kijken; Zoo'n trein is ultra sjiek. Dat zal U spoedig blijken! Het is natuurlijk niet Zoo'n ouderwetsche stoomtrein! Neen, hij wordt hoogst modern En met een mooien stroomlijn. 't Lijkt wel een Zeppelin, Zoo glad, en rond van voren. 't Zal een genoegen zijn, Met dezen trein te sporen. Door zijn bijzond'ren vorm Gaat 't met een reuze-vaartje, De snelheid is enorm. Maar toch geen vrees bezwaart je, Want zie, het mat'riaal Kan wel een stoot verdragen: Van 't allerhardste staal Wordt iedre nieuwe wagen. Je zit op je gemak Op trijp en soepel leder, Zelfs in de derde klas Vlijt men zich zachtkens neder. Verdwenen is de tijd Der harde houten banken, Het derde-klasserskoor Juicht thans met blijde klanken. Ja, 't wordt een mooie trein, Zoo heerlijk comfortabel, Zoo fraai van kleur en lijn, Van snelheid formidabel. En 't is wel een bewijs Dat men wat aan durft pakken! Alléén nu moest de prijs Van 't ritje nog wat zakken! ^EKUADERING nation aal-sociAlisten Vrijdagavond hield de kring Heemstede van deNationaal-Socialistische beweging (groep- Mussert) een openbare vergadering in Café- Restaurant Lommeroord. Na een korte inleiding van den Heemsteed- schen groepsleider, den heer Reinders, voerde allereerst het woord de heer Haalebos. Op deze eerste vergaderavond in het nieuwe jaar, aldus spr., is het wel belangrijk eens te praten over het afgeloopen jaar. En dan mogen wij over 1933 tevreden zijn. Maar dat geldt niet voor de toekomst. Spr. herinnert aan wat er op internationaal gebied is gedaan in den vorm van conferenties, en we zien in plaats van goede resultaten een stijgende bewapening, en verslechtering der economische toestanden, om maar niet te spreken van de geldmanipulaties. Wij allen, zegt spr., hier in de zaal en daar buiten vragen ons af, waar dat naar toe moet. Wij zeggen „naar de eenheid". En die is te be reiken als het vertrouwen kan geschonken worden aan degenen die deze willen brengen. Uitvoerig schetst spr. het marchandeeren in de partijen onderling, waaruit is ontstaan de partijstrijd, vooral hier in Nederland erg met die massapartijtjes. De N.S.B. wil een sterk gezag. Natuurlijk, zegt spr., anders komt men tot bandeloosheid. Maar dat gezag moet komen uit de diverse cor poraties van het volk. In den breede valt spr. aan de stelling van den liberaal Boon over de gelijkschakeling dei- overtuigingen. Bij ons is het geen questie van het volk te vleien met mooie leuzen. Het is ons ook niet om baantjes te doen, zelfs onze hoogste leider doet alles con amore. Wij stellen één lijn. Wij prediken de „eenheid". Ons woord moet zijn „waarheid" en ons motief moet zijn „kracht". Wij beloven niet, wij geven geen leuze, wij willen geen kuiperij. Spr. besluit met de onevenwichtigheid van dezen tijd aan te toonen. En daarom, met de N.S.B. vooruit, Hou Zee! Langdurig applaus. De heer Tj. v. d. Weiden als tweede spreker wil met Zimmerman de vraag stellen „Marx of Mussert". Velen hebben nog geen keus gedaan en zeggen: zoolang ik nog eet en drink is het mij goed. Maar als het de rest slecht gaat, dan zal het hen ook slecht gaan. Geroep uit de zaal: „Marx was een Jood!" Daar deze bezoeker zich niet wil onderwerpen aan den eisch „rustig te blijven", wordt hij met eenige anderen de zaal uitgezet. Nadat de rust is teruggekeerd schetst spr. zeer uitvoerig het streven van Marx. Vrijheid, gelijkheid en broederschap was de leuze na de Franschë revolutie, maar de vervulling van deze leuze bleef uit. Toen kwam de tijd van vraag en aanbod. In die dagen riep Marx: „arbeiders van alle landen, vereenigt U!" De arbeiders aanvaardden den opgedrongen klassenstrijd, en Marx voorspelde dat de kapitalisten hun eigen doodgravers produceerden, doch het liep anders, omdat de S.D.A.P. de scherpe puntjes van haar program afvijlde en zoo de steunpilaar werd der kapita listen. Een der groote factoren waarom de S.D.A.P. het niet verder heeft kunnen brengen dan 25 der partijen, wijdt spr. aan haar strijd tegen den godsdienst. De Katholieke Staatspartij besprekend, zegt spr. dat vóór 50 jaar geen R.K. toegang had tot een of ander ambt. Nu is dat anders, haar doel is bereikt. Een partijtje, voor een zeker doel opgericht, kan, als dit doel bereikt is, ver dwijnen. Zoo is dus de Katholieke Staatspartij gekomen aan den tijd van heen te gaan. En de S.D.A.P.? Óch, zegt spr., die is eigen- Zij schreef romans, novellen, sprookjes en gedichten. Een bijzonder talent voor talen. Koningin Elisabeth, de vertrouwelinge van het Roemeensche volk. Zij was verwant aan het Huis Nassau. In den oorlog was zij de ziel van het Roode Kruis-werk. Door Dr. Litt. ARN. SCHF.NTS. Het is geen geheim, dat Carmen Sylva het pseudoniem was van Koningin Elisabeth van Romenië, de vorstin, die op 29 December 1843, dus thans negentig' jaar geleden, werd geboren. Men leefde wèl in een geheel anderen tijd, toen omstreeks het middaguur de klokken van Neu- wied aan het volk verkondigden, dat Vorst Hermann zu Wied en zijn gemalin, een Prinses van Nassau, een dochtertje hadden gekregen. De kleine Prinses Elisabeth groeide voor spoedig op en werd een gezond, vroolijk kind. In Neuwied was zij zeer bemind; nog steeds zijn daar verhalen in omloop uit haar kinder- jaien en jeugd, waaruit blijkt, welk een groote plaats zij in de harten innam. Haar opgewekt heid en levendige fantasie maakten het niet ge makkelijk, haar leiding te geven, doch haat ouders wisten de juiste opvoedster voor haar te kiezen, zoodat haar bijzondere begaafdheid niet verstikt, doch in de juiste banen geleid werd. Aan haar talenstudie werd veel aandacht ge schonken; de jonge prinses sprak op haar vijf tiende jaar Fransch en Engelsch als haar moedertaal. Van de literatuur was zij zeer goed op de hoogte; zij leerde echter ook Latijn, ltaliaansch en wiskunde, wat in dien tijd iets zeer ongewoons was. Zij las zelf echter geen enkele roman, voordat zij negentien jaar oud was; haar ouders vreesden, dat het lezen van romans haar fantasie te zeer zou prikkelen. Deze eerste roman was „Soil und Haben" van Freybag. Niemand kon echter beletten, dat het „bosch roosje", zooals zij genoemd werd om haar wilde spelletjes in park en bosch met drie reusachtige St. Bernardshonden, zelf ging schrijven. Op haar negende jaar maakte zij reeds gedichten, op haar Twaalfde jaar waagde zij zich aan een novelle, ophaar veertiende jaar ontpopte zich een voorliefde voor griezeldrama's. Van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat kon zij soms zitten schrijven. Later maakte zij verre reizen met Groot vorstin Helena van Rusland, een bloedverwante van haar moeder. Ook in dien tijd zat zij niet stil; zij leerde Russisch en Zweedsch en legde zich ijverig toe op de muziek. In dezen tijd was het ook, dat bij haar de wensch opkwam, onder wijzeres te worden, waarbij zij zich beriep op Brentano's woorden: „Uw beroep is, wat Uw roeping is". Doch toen zij naar huis ging om haar plan, het examen voor onderwijzeres af te leggen, tot uitvoering te brengen, kwam er een plotselinge ommekeer. In, het voorjaar van 1867 ontmoette zij den voormaligen Prins KarèT van Hohenzollern; reeds den volgenden dag vroeg hij haar hand en vier weken later werd de bruiloft gevierd. In Roemenië wachtte haar in menig opzicht een belangrijke taak. Ze hield onwrikbaar vast aan haar standpunt, dat vrouwen met politiek niets te maken hadden, en waar de politieke verdeeldheid in Roemenië in alle kringen was doorgedrongen, was het reeds van groote be- teekenis, dat door haar voorbeeld politieke gesprekken in gezelschap van dames niet meer „bon ton" werden geacht. Verder heeft ze zeer veel tot stand gebracht op het gebied van armenzorg en verbetering gebracht in het huiselijk- en gezinsleven van haar nieuwe land- genooten. Juist hier kon zij door haar invloed zeer veel bereiken. Ze streefde er altijd naar, idealisme en liefde voor geestelijke waarden aan te kweeken. Zeer verdienstelijk heeft zij zich ook gemaakt tegenover de Romeensche taal. Al spoedig bleek haar, dat er zelfs in de geschreven taal geen eenheid bestond en dat er op dit gebied nog zeer veel gedaan moest worden. Na de geboorte van een dochtertje begon ze goede kinderboeken in het Roemeensch te vertalen of te laten ver talen; zoo legde zij den grondslag voor een Roemeensche literatuur, die in staat was om het geheele volk te bereiken. Haar belangstelling voor de Roemeensche taal deed ook de Roemenen zelf meer waardeering ervoor gevoelen; dit is. wellicht de grootste dienst, die zij het Roemeensche volk bewezen heeft. Ook voor schilderkunst en muziek deed zij gaandeweg meer belangstelling ontstaan, door haar smaak zoowel als door haar persoon lijke werkzaamheid. Een groote smart kwam in haar leven, toen zij haar geliefde dochtertje Maria, vier jaar oud, door de roodvonk verloor, te meer, waar zij nooit een tweede kind heeft gekregen. Al haar moederlijk gdVoel concentreerde zich toen_ op het Roemeensche volk, dat haar enthousiast huldigde, toen haar gemaal vijftien jaar na haar huwelijk tot Koning van Roemenië werd uit geroepen. Steeds meer hebben haar onderdanen haar trouwens getoond, hoezeer zij aan haar gehecht waren, en haar als een Roemeensche beschouwden. In de moeilijke dagen van den RussischTurkschen oorlog, waarbij Roemenië in den strijd werd meegesleept, gaf zij zich met algeheele toewijding aan het hulpwerk. In de troonzaal liet zij naaimachines plaatsen om ver- EEN GEKLEEDE JAPON en MODERNE KRAGEN. (3028/3029) Niet elke vrouw kan zich de weelde veroor loven om voor elke spe ciale gelegenheid een af zonderlijke japon te be zitten. Waar het zeer geklee de toilet nog slechts bij extra feestgelegenheden gedragen wordt, geven wij hier een japon, die voor verschillende doel einden gedragen kan worden en buitengewoon goed kleedt. Het bovenstuk heeft •eii punthals, met klein kanten vestje, terwijl de raglan mouwen een gar neering hebben van naar den rug toevallende plat te plooien, die tot niets toe loopen boven den ri "i elleboog en apart opge- II U stikt worden. W De rok bestaat uit een smalle voor- en achter baan, met plooien aan de onderzijde en schuin opgeknipte zijkanten, waardoor als het ware een heupstuk wordt gevormd, terwijl aan weerszijden van deze banen zijstukken worden gezet. Om het middel een smalle ceintuur met gesp. Patronen zijn in alle gewenschte maten ver krijgbaar. Een verscheiden heid van kragen brengt variatie aan een japon, die op zichzelf zeer een voudig kan zijn. Nummer 1 geeft aan een fluweelen of tafzijden garni tuur, dat zoowel 1 effen, geruit, ge werkt, of gestreept kan zijn. Aan den kraag die aan den rug rond is, worden reepen geknipt, die geknoopt worden. De volgen de kraag sluit met een drukknoop midden vóói en heeft een apart overgeslagen reep. die als eer chabot afhangt. Het derde of 1- model bestaat uit vier ge deelten, die met een schuine lijn aan elkaar ge stikt worden, terwijl elk vierde deel uit reeper, bestaaf die met een ajour- of flanei-steek met el kander verbonden worden. Prijs der drie patronen van deze garnituurs 0.48. (Gewer'<"-Ve maat hierbij vermelden). VOOR ONZE LEZERESSEN. Patronen worden toegezonden na overschrij ving van j 0.58 op postrekening 62626 van den Modedienst Den Haag of na inzending per postwissel of in postzegels aan de Mode redactrice, Roelofstraat 109, Den Haag. Ge wenschte maat en nummer <-ooral duidelijk ver melden. bandmateriaal te vervaardigen en aan een der naaimachines werkte zij ijverig mede. Het was wellicht de grootste voldoening voor haar, dat ook de armste vrouwen uit het volk voor dit werk geen geld wilden aannemen en er een eer in stelden, een week lang zonder loon voor het Roode Kruis te hebben gewerkt. Ook bij de verpleging der gewonden heeft Koningin Elisabeth grootsche, ja, onvergetelijke dingen gedaan Ongetwijfeld zal men haar smartelijk gemist hebben in den wereldoorlog, waar Roemenië eveneens in betrokken werd. Als schrijfster maakte zij gebruik van het pseudoniem Carmen Sylva, onder welken naam zij tal van gedichten, romans en tooneelstukken uitgaf. j Het beroemste werd zij door haar sprookjes, die behooren tot het fijnste en het meest artistieke, dat zij geschreven heeft. In deze sprookjes wijst zij op geduld en werkzaamheid als de hoogste roeping van den mensch. ENKELE PRACTISCHE WENKEN. Drillerige jus. Wanneer men kalfjus wil hebben, die na be koeling stijf is, kan men in de jus eenige beentjes laten koken of er later blaadjes gelatine in oplossen. Vlekken van koffie en melk. Deze vlekken verwijdert men uit zijde door ze te bestrijken met glycerine en daarna uit te wasschen met lauw water. Aan den verkeerden kant opstrijken. Een uitstekend vlekken-water verkrijgt men door een mengsel van 90 gram alcohol, 60 gram geest van salmoniak en 40 gram benzine. lijk nog maar het N.V.V., waarin ondergebracht zijn de modern georganiseerde arbeiders. En nu, zegt spr., zouden die heeren willen dat alleen de vier groote partijen regeeren. Maar wij, roept spr., zullen zorgen dat dit niet gebeurt. Het is juist aan ons om dien heeren duidelijk te maken dat zij hun tijd gehad hebben (applaus). Thans gaat het, vervolgt spr., tegen de anarchie in het productiestelsel en nog meer. De productie is niet voor het privaat bezit, maar juist omgekeerd. Komende op de tegenwoordige wijze van werken onzer volksvertegenwoordiging voert spr. in gedachten zijn auditorium naar een nachtzitting der Tweede Kamer, waar alleen de nog aan de beurt komende sprekers aanwezig zijn, of op den dag als de spreker bijna alleen aanwezig is en de andere heeren in de koffie kamer zitten of ergens hun correspondentie af handelen. Dat is een paskwil. Neen, besluit spr., de bezem moet gehanteerd worden. Deze democratische maatschappij is ziek door verval van krachten. Een nieuwe maatschappij moet er komen. Hou Zee! Van de gelegenheid tot vragen stellen werd een ruim gebruik gemaakt. GEVESTIGDE GEZINSHOOFDEN TE HEEMSTEDE Opgave van 9 Januari 1934. A. C. Beyer, Timorstraat 9. W. G. Weyer, Heemst. Dreef 154. H. Keuning, Fred, van Eedenplein 16. J. C. van Meeuwen, Laan van Bloemenhove 15. G. H. Zeilmaker, Rijnstraat 37. F. H. Thomas, Camplaan 28. H. Th. Vink, Valkenburgerplein 9. A. P. Kaiser, Heerenweg 113. C. C. Küpfer, Glipperweg L C. Postuma, Achterweg 24rd. A. H. J. Schweitzer, Heemst. Dreef 75. - G. J. J. Tel- kamp, Laan van Rozenburg 7. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: de Wed. Neuie, Haem- stedeplein 8, een paar afgesneden kousen; Mevr. Smit, Zandvoortschelaan 43, een gebreide sjaal; Van der Walle, Javalaan 32, een ceintuur; Kubatz, Lucas van Leydenlaan 6, een rijwiel- belastingmerk; M. Edam, Schreveliusstraat 34, Haarlem, een rijwielbelastingmerk; Bureau van Politie, Raadhuisstraat, een dop van een benzine tank van een auto, een grijs wollen handschoen en een zilveren vulpotlood. ABONNE MENTSPRIJSj f 1.25'p. halfj, bij voor uitbetaling te voldoen QED. OUDE GRACHT 88 HAARLEM TELEFOON 10144 B Met „ongevraagd" be doelt men feitelijk „ongewenscht". DE EERSTE HEEM STEEDSCHE COURANT is ook ongevraagd maar zeker niet ongewenscht drukwerk. Dat merken wij iederen dag. Welnu, geachte lezeres of lezer, zet dat woordje „ongevraagd" dan om in „gevraagd" d. w. z. abonneert U nog vanaf heden. Voor de kosten behoeft U het zeer zeker niet te laten. Met slechts f I.25 per halfjaar kunt U ons een tastbaar blijk geven, dat U ons blad waardeert. OVERZICHT DER WERKLOOSHEID. Bij het plaatselijk orgaan der arbeidsbemidde ling kwamen in den loop dezer week 433 aan biedingen in van werkzoekenden, t.w.: 46 grondwerkers, 10 metselaars, 13 schilders, 42 timmerlieden, 16 opperlieden, 128 bioemistarbeiders, 99 losse werklieden, 7 metaalbewerkers, 3 kantoorbedienden, 2 bouwkundig teekenaars, 3 bakkers, stucadoors, 64 werkzaam in andere beroepen. STADSSCHOUWBURG. Gijsbrecht van Aemstel. Hoeveel malen zal de Gijsbrecht van Aemstel reeds ten tooneele zijn gevoerd? Ik weet het niet. Doch steeds blijkt dat voor de opvoering groote belangstelling bestaat. Een belangstelling die blijven zal, vooral nu de Amsterdamsche tooneelvereeniging met een verjongde Gijsbrecht is gekomen. Allereerst heeft de ensceneering een vernieu wing ondergaan, die heel prettig aandeed. Hoe schoon waren die wintersche landschap pen, die besneeuwde weilanden en die hemel met rossen gloed. Dit alleen al was een lust te aanschouwen. Meii behoefde zijn fantasie geen hoogen vlucht te laten maken om zich in de Hollandsche dreven te wanen. Het geheel beviel ons beter dan de opvoe ringen die wij vroeger van Verkade en Royaards aanschouwden. Hoe schoon was het slottooneel aan den waterkant, waar Gijsbrecht afscheid zal nemen van vrouw en kinderen, die hij gelast scheep te gaan. Hier aanschouwden wij een grootsch tooneel als nooit te voren. Albert van Dalsum gaf van Gijsbrecht van Aemstel een echt menschelijke wedergave. Hoe schoon was vooral het slot, wanneer hij berust in zijn lot, hier zagen wij inderdaad een ge- loovig en berustend mensch voor ons. Charlotte Kohier speelde Badeloch schitterend, geheel doorvoeld. Zij was de liefhebbende vrouwe van Aemstel, die de liefde tot haar man als het hoogste stelde. Aan het slot kwam zij tot een steeds stijgende opstandigheid, zooals wij nooit te voren hebben gezien. Wij zien haar de verhalen, die gedaan worden over het verloop van den strijd, door Arent, Gijsbrecht en den bode als in een visioen mee leven. Naast deze beiden noemen wij Ben Rooyaards, die een prachtigen Arent voorstelde en dan ook J. Sternheim als de bode, die zijn omstandig verhaal doet als uit het hart gegrepen. Verder noemen wij Ben Groenier als Vosmeer de Spie, die hiervan een schittairende vertolking gaf. La Chapelle gaf een goede uitbeelding van Gosewijn. De scène in het klooster was schitte rend van eenvoud en rust. Van Warmelo als Willebrord was iets te langzaam en op sommige momenten slecht te verstaan. De reien werden gesproken door één stem in het donker, hetgeen ons nu juist niet zoo beviel, want het is o.i. toch prettiger, wanneer men een figuur aanschouwt. Doch Willy Haak heeft deze zware taak op bijzondere wijze vervuld en het was een lust naar haar te luisteren. Kortom, een overweldi gende opvoering, waarvoor de Amsterdamsche Tooneelvereeniging allen lof verdient. De waar deering van het talrijke publiek bleek wel uit het applaus, dat tot een ovatie aangroeide. Men was niet tevreden voordat ook Defresne ten tooneele was verschenen. Fr. Italiaansche Opera. „Madame Butterfly". Dinsdagavond werd aan het Wilsonsplein Madame Butterfly opgevoerd, waarin Theiko Kiwo, als gast de ro! van Madama Butterfly vervulde. De vele aanwezigen, de Schouwburg was goed bezet, hebben veel genoten van dezen op hoog peil staanden avond. Al werd er wel veel van onze fantasie ge vergd, om aan te nemen, dat in Theiko Kiwo een 15-jarige voor ons stond, daar zij te forsch was om zulk een jeugdigen leeftijd uit te beel den, hoofdzaak was dat zij een mooi geluid liet hooren en schitterend spel te zien gaf. Haar smart en daarnaast het intens vertrou wen in den terugkeer van Pinkerton, was schit terend uitgebeeld. Vooral het slot, waar zij, Hara Keri (door de wet opgelegde zelfmoord) zal plegen en afscheid neemt van haar zoontje, was ontroerend van schoonheid. Pinkerton, door üuiseppe Traverso en Sharp- Iess, door Spartaco Marchi, gaven goed samen spel te zien en beschikten beiden over een schitterend geluid. Spartaco Marchi scheen echter minder ge disponeerd. Óok de andere medewerkenden verdienen een woord van lof. De décors waren schitterend en het bruids kleed van Theiko Kiwo was een oogenlust. De dirigent Vincenzo Marini verdient weder om een woord van lof, voor zijn leiding van het orkest; vooral de vertolking van de nachtstem ming stond op hoog peil. Het daverend applaus, dat minuten lang aan hield, beloonde de medewerkenden voor deze schitterende opvoering. Fr. Het Nederlandsch-Indische Tooneel. „De Vier Müllers". Zondagavond was de Stadsschouwburg uit verkocht, hetgeen ons geen verwondering baarde, daar Cor Ruys en Louis de Bree in bovengenoemde comedie zouden optreden. De inhoud is vrij eenvoudig. De 80-jarige rentenier Phillipp Müller wordt op zijn ouden dag geroepen den vrede in de familie Müller te herstellen en de zaak van zijn zoon Moritz van een debacle te redden. Philipp Müller heeft de textielfabriek van zijn zoon Moritz opgericht en groot gemaakt en zoo als hij zelf zegt met één penhouder, terwijl Moritz 22 schrijfmachines noodig heeft om de zaak af te breken, waaruit blijkt dat hij geen goed zakenman is. Nu heeft de oude heer meer vertrouwen in zijn kleinzoon, die uit de zaken van zijn vader is getreden en in dezelfde branche een Naamlooze Vennootschap heeft opgericht, daarin bijgestaan door zijn grootvader. Zoodat onder de heeren Müller oorlog is ontstaan. En dan is er nog een vierde Müller, een achter achterneef, die spionnage-diensten verricht en tusschen de drie generaties heen en weer loopt om boodschappen over te brengen en nieuwtjes te verklappen, waarmede hij zijn brood verdient. Zooals wij reeds zeiden, een eenvoudig ge geven, doch voor onzen tijd geschreven en zeer aanvaardbaar. Als entourage van deze Müllers zien wij ver schillende personen. Zoo zien wij allereerst Ella Müller de vrouw van Moritz, die haar man ver waarloost en voor niets anders interesse heeft dan voor bridgen en toch aan het slot zich een gevoelvolle vrouw betoond. Verder verschijnt Dr. Hertha Becker, de fabrieksdokter, die met Otto trouwen zal en de reeds genoemde MendI, die overal verschopt wordt en toch onmisbaar is. Het familiedrama komt tenslotte toch tot een goed einde door het wijs beleid van den ouden heer. Cor Ruys vertolkte de rol van Philipp Müller op bijzonder comische wijze, de zaal brulde van den lach om de rake en grappige gezegden en dan weer was het zoo stil dat men een speld kon hooren vallen bij de ernstige momenten. Hij betoonde zich wederom een veelzijdig en groot acteur. Jacq. Reule was Moritz Müller, die ge chargeerd spel te zien gaf, doch overigens niet onverdienstelijk speelde. Louis Borel als Otto Müller was o.i. niet zoo'n goed zakenman als waarvoor hij moest doorgaan, daarvoor was zijn spel te slap. Mendl. Müller door Louis de Bree daarentegen was onbetaalbaar, een raskomiek, waarom de zaal reeds lachte voordat hij een woord ge sproken had. Gusta Chrispijn Mulder gaf een juiste weder gave van Ella Müller. Lily Bouwmeester speelde als de bekoorlijke Hertha Becker en gaf in haar eenvoudige rol mooi en rustig spel te zien. Eline Pisuisse deed ons de echte Ameri- kaansche miss Mary Clogau aanschouwen. Kortom het was een gezellige avond, waar voor het publiek zich zeer dankbaar betoonde. Wij kunnen onzen lezers dan ook aanraden de volgende opvoering in den Schouwburg Jans- weg op 20 Januari te gaan bijwonen. Fr. Ondertrouwd: P. v. Amelrooy en C. J. Pleune; G. van Bakel en I. B. Paul; F. J. Galesloot en J. E. Jansen. Getrouwd: J. J. Jansen met K. E. Schreurs; W. Hut met J. Zwiers; H. J. J. Govers met L. P. Hekman. Bevallen: E. J. Smoorenburgv. d. Linde d.; M. J. KlokLagas z. Overleden: Dirk Brand 76 j:, geh. met H. C. Goedhart; D. G. Muhring 78 j., wed. van J. B. v. d. Berg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 4