Ar«jfc NGSTVALLIG WAKEN WIJ DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. BELASTING-ONTDUIKERS Verschrikk'lijk moet het wezen Wanneer men vreugd'loos leeft, Wanneer het rimp'lig voorhoofd Van zorgen is omzweefd, Als men om 't fijnst dineetje Geen sikkepit meer geeft, En 't lekkerste sigaartje Opeens geen smaak meer heeft; Wanneer men niet meer eten En niet meer slapen kan, Wanneer men zich voor altijd Voelt: een gebroken man, Omdat men zijn geweten Bezwaard heeft met een schuld: Verdiensten of vermogen Te laag zijn ingevuld! Gelukkig bleef die kwelling Tot nog toe mij bespaard; Wat ik had aan te geven Was nooit de moeite waard! Maar 't schijnt dat zeek're lieden Ruim van geweten zijn: Wat zij den fiscus bieden Is slechts een valsche schijn! Eenmaal daarmee begonnen Doen zij het keer op keer; Zij hebben na hun wandaad Geen rustig uurtje meer! üe goedertieren Fiscus Heeft met hen medelij, Roept liefd'rijk tot de stakkers: „Kom, meldt U aan bij mij, En stort vrijwillig wat gij Tekort mij hebt gedaan, Dan laat ik als belooning U verder straffeloos gaan. Maar als g'u vóór 1 Maart niet Vrijwillig tot mij keert, Dun volgt een zware boete Die U totaal ruïneert! Wil tijdig overwegen Of 't niet de moeite loont Uw baantje schoon te vegen, Nu 't middel wordt getoond. Of is het slijk der aarde Meer dan gemoedsrust waard? Bedenk, wat een ellende Gij aan U zelf bespaart: Niet langer de gedachte, Wat 't eind van 't lied zal zijn! Geen slupelooze nachten En geen gewetenspijn! Vooruit dan, ten kantore Gesneld met man en macht, Alwaar met open armen Uw vriend de Fiscus wacht! Vervolg PlaatselijK Nieuws. I DE V^OUW E\ DAAD KuiS No. 6.-9 FEBRUARI 1934. Tot 1 Maart a.s. kan men nog straffe loos aangifte van belastingontduiking doen. De colporteur gaf het inteekenformulier op het „Algemeen Landbouwblad" aan den man tegenover hem. „Zet maar even uw handteekening," zeide hij, „dan is de zaak in orde. U kent onze bijzondere voordeelen: wie een jaar-abonnement neemt, is gratis voor tienduizend gulden verzekerd tegen landbouwongevallen." Met een ernstigen trek om zijn oolijk, rond gelaat keek de ander naar het papier, dat voor hem lag. Dan grijnsde hij een beetje verlegen en krabde zich achter het oor. „Ja, hoor eens," antwoordde hij aarzelend, „ik ben maar een eenvoudig man en kan die geleerdheid niet zoo dadelijk begrijpen. Je moet me niet kwalijk nemen, dat ik dit pampierke eerst op mijn gemak wil bestudeeren. Jullie, stads- menschen, zijn zoo verduiveld slim en bij-de- hand. Je kan me wel mijn doodvonnis laten onderteekenen De colporteur voelde zich een beetje teleur gesteld. „Lees dan het formulier nog eens op uw ge mak door," zeide hij vriendelijk. Met een smakkend geluid zoog Arie een groote rookwolk uit zijn pijp. „Dat zullen we doen," antwoordde hij na een oogenblik nadenkens. „Weet je wat, terwijl mijn broer Krelis en ik dat paperas op ons gemak bestudeeren, loopt u intusschen bij Jorissen aan. Zoo'n abonnement met gratis verzekering is nou juist iets voor hem. Je moet hem maar vertellen, dat je gehoord hebt van het ongeluk, dat zijn ijverigen, werkzamen broer getroffen heeft, waardoor nu zijn oppassende, propere vrouw en zijn lieve bloedjes van kinderen in moeilijke omstandigheden achterblijven. Zie je, als je hem dat zegt, dan raak je hem in zijn gevoelige punt. Hij roept telkens, dat zooiets hem ook wel eens zou kunnen treffen Arie snoot luidruchtig zijn neus. Hij was blijkbaar zelf ook diep onder den indruk van het treurige geval. Krelis zuchtte eens. „Tja, het is toch wat te zeggen," beaamde hij. De colporteur was dadelijk vol belangstelling. „Wanneer is dat ongeluk met dien broer van Jorissen gebeurd?", informeerde hij. Arie stond op en greep naar zijn pet. Men kon 't hem aanzien, dat het hem moeite kostte, er over te spreken. „De vorige week," lichtte hij kortaf in, „een klap van een hollend paarden foetsjie Zijn hand maakte een beweging in de ruimte. I Terwijl de colporteur de aangeduide richting insloeg naar de boerderij van Jorissen, stonden Arie en Krelis achter een heg hem na te kijken. Stuiptrekkend van het lachen stonden de twee grappenmakers achter de heg. „Als je de comedie wilt zien," waarschuwde Krelis eindelijk, „dan moeten we ons haasten." „Je hebt gelijk, ouwe jongen," stemde Arie toe. Met z'n tweeën schoten ze het achterwegje in, renden dwars over het erf van Natzijl en morrelden dan aan de deur van Natzijl's stal. Langs dien stal kwamen ze in de schuur van Jorissen's huis en ze wisten, dat ze door een spleet vanuit de schuur in de woonkamer konden gluren. „Pas op, jö, voor den stier," waarschuwde Krelis, toen ze den stal passeerden. Want de stier van Natzijl was een kwaaie! Veilig bereikten ze het lage schuurtje van Jorissen. Ze verdrongen zich voor de muur spleet en begonnen in hun verdekte schuilplaats weer te brullen van het lachen. Daar, in het aangrenzend vertrek, stond de colporteur bij de tafel en ze zagen hoe Jorissen naar hem keek met een begin van kwaadheid in zijn norsche oogen. Lieve deugd, het spektakel nam een aanvang! Jorissen sloeg dreunend met zijn hand op de tafel en de schaterende toeschouwers zagen, hoe j de colporteur verschrikt achteruit week in hun 1 richting. Maar dan, plotseling, hoorden Arie en Krelis een krakend geluid achter zich. De deur van het schuurtje werd gerammeid en knarste op i haar scharnieren; daarachter klonk een woedend I gebriesch en gesnuif. In doodsangst keken Arie en Krelis elkander aan. Zij begrepen 't: de stier van Natzijl was losgebroken! JAARVERGADERING „FONDS VOOR ZIEKENHU1SVERPLEGING". Er was Vrijdagavond maar een zeer matige opkomst voor deze belangrijke vergadering. Na de opening door den voorzitter met een woord van welkom, volgden eenige mede- deelingen, o.a. dat het Diakonessenhuis te Haarlem en St. Johannes de Deo den verplegings- prijs hadden verlaagd, voorts dat de gemeente raad van Haarlem had besloten de prijzen in het St. Elisabethsgasthuis te Haarlem eveneens te verlagen. Na voorlezing en goedkeuring der notulen volgden de jaarverslagen van den secretaris en den penningmeester. Uit het verslag van den secretaris bleek, dat het ledental over 1933 gestegen was van 5245 tot 5259. In totaal werden verpleegd 203 personen tegen 230 over 1932. De totale verpleegduur bedroeg 4218 dagen tegenover 4615 verpleegdagen in 1932. 56 op namen vereischten de maximum verpleegduur van 35 dagen. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat aan contributie was ontvangen ƒ11.418.15, andere inkomsten, waaronder gemeentelijke subsidie ƒ4.832.92, totaal 16.251.07, terwijl de uitgave in totaal bedroeg 15.595.18, zoodat er een jaarsaldo was van 655.89. Onder applaus werd aan beide functionarissen dank gebracht voor hun werk. Als bestuursleden worden herbenoemd de heeren P. F. Meure en L. C. Snoeks. Bij het vaststellen van het aantal verpleeg dagen stélde het bestuur voor, om over 1934 weer 42 dagen te bepalen. De heer N. J. v. d. Linden betreurt het, dat in deze moeilijke tijden het gemeentebestuur van Haarlem de kosten voor buitengemeenten heeft verhoogd, en stelt de vraag of het bestuur de •mogelijkheid van vele opnamen in dit gasthuis heeft overwogen, waardoor die 42 dagen in het gedrang kunnen komen. De penningmeester zet de motieven dier ver hooging uiteen, n.l. een tekort op de begrooting van deze inrichting. Het is, aldus spr., voor ons een reden, om alleen in uiterste gevallen van deze inrichting gebruik te maken en mocht dit noodzakelijk zijn, dan zal er wel iets op gevonden worden. Wij zelf kunnen echter medewerken door geen ge bruik te maken van deze inrichting dan in het uiterste geval, en dan zullen de prijzen wel ver minderen. Onder applaus wordt daarna de duur van 42 dagen over 1934 vastgesteld. Stonden Arie en Krelis achter een heg. Arie's mond was wijd opengespalkt van het lachen en Krelis' lange lichaam schudde zoo hevig van vroolijkheid, dat hij zich aan de heg moest vasthouden. „Die stadsche meneer!", hikte Arie. Krelis veegde zrch met zijn rooden zakdoek de tranen uit de oogen. „Ik zie hem al staan in de kamer bij Jorissen," hijgde hij, „als hij vraagt naar het ernstige ongeluk, dat den ijverigen, werkzamen broer getroffen heeft...." „De ijverige, werkzame broer," snikte Arie, „de dagdief, de strooper, die nu in de gevange nis zit. Jorissen wordt al woest als hij den naam van zijn broer hoort noemen." „En zijn arme bloedjes van kinderen: de struikroovers, die alles wegkapen, wat onder hun bereik komt." „Jorissen denkt natuurlijk, dat de colporteur hem voor den gek houdt. Hij slaat hem minstens twee blauwe oogen," brulde Arie. Als lid der controlecommissie wordt in een vacature benoemd de heer W. de Bruin. Bij de rondvraag wordt dank gebracht aan den penningmeester voor zijn groote hulp vaardigheid bij het opnemen van zieken in de inrichtingen en het bestuur voor het vele werk dat in het belang van fonds en leden ook dit jaar weer is verricht. Hierna sluiting. KUNSTKRING HEEMSTEDE. Concert van Anna Stroink, Lien Vitringa en het Haarlemsche Strijktrio. Met een kleine variatie op een bekend slag woord zouden we kunnen zeggen: „Wat de Heemsteedsche Kunstkring geeft, is altijd goed!" Dit bleek weer Maandagavond, toen in het ge bouw van den Protestantenbond een concert werd gegeven door Anna Stroink, Lien Vitringa en het Haarlemsche Strijktrio. De temperamentvolle zangeres zong voor de pauze liederen van Purcell, Schubert en H. Wolf. Haar mooi vol geluid kwam in „Die Krahe en vooral in „Ganymed" van Schubert wel bij zonder tot zijn recht, terwijl zij na de pauze in de liederen van Fauré, Aubert, RhenéBaton en Debussy een bekorende afwisseling van op merkelijke kracht en teere pianissimo's ten toon spreidde. Zij besloot haar programma met een viertal volksliederen, respectievelijk uit Grieken land, Rusland, Peru en Lima, gezongen in de oorspronkelijke taal en hoogst expressief van voordracht. Zij verwierf een dankbaar applaus, waarin zij zeer terecht haar voortreffelijke be geleidster aan den vleugel, Mej. Lien Vitringa, liet deelen. Beide dames ontvingen een wel verdiende bloemenhulde. C .b32. De stier van Natzijl was losgebroken. Ze hadden nu geen aandacht meer voor het geen in de woonkamer van Jorissen plaats greep. In panischen schrik keken ze naar de deur van het schuurtje en zochten een middel om te vluchten. Maar er was geen uitweg! Krelis viel en begon luidkeels te gillen. Weer kraakte de deur onder een hevigen bons. „We zijn verloren," kreunde Arie schor. Voor zijn oogen rees het sombere visioen op van puntige stierenhorens, die hem door boordenZijn vrouw en kinderen tot weduwe en weezen gemaakt Dan dacht hij plotseling aan de gratis ver zekering tegen Iandbouw-ongevallen, die aan het abonnement op het „Algemeen Landbouwblad" verbonden was. Als hij dan zelf tóch een verloren man was, zou hij voor zijn vrouw en kinderen doen wat hij kon! Hij rukte het inteekenformulier, dat de col porteur hem gegeven had, uit zijn jaszak en schreef met een afgeknauwd stukje potlood in groote onbeholpen letters zijn handteekening. Dan wierp hij het biljet door de spleet in Jorissen's woonkamer, waar de colporteur nog altijd verbluft den woedenden Jorissen aan staarde. „Maar ik begrijp niet," stamelde hij, „ik kom u spreken over een abonnement op het Alge meen LandbouwbladIs uw broer Plots werd de deur van de woonkamer open geworpen. „De stier van Natzijl is losgebroken!" Tegelijk viel er een papiertje voor de voeten van den colporteur. Terwijl Jorissen wegijlde om hulp te ver- leenen, raapte de stedeling het paperas op. Wat duivel, het leek wel een inteekenbiljet! Verbaasd vouwde hij het open en ontdekte toen, dat het in allen vorm, zij het ietwat on beholpen, door Arie was onderteekend. Nooit van zijn leven heeft de colporteur be grepen, hoe dat formulier in de kamer van Jorissen was gekomen, evenmin als hij ooit heeft geweten, hoe de stier van Natzijl hem aan een abonnementje heeft geholpen! J. C. W. DUNCKER. De zang van Anna Stroink werd afgewisseld door het Haarlemsche Strijktrio, bestaande uit Frans Vonk (viool) en Frederik Leidner (alt viool), terwijl de cello-partij wegens ziekte van Cor de Wilde werd gespeeld door Louis van Maanen, die zich bijzonder goed bij de anderen aanpaste. Zij openden het programma met het Strijktrio in Bes gr. t. op. 38 van Boccherini, waarin zij, evenals in het Strijktrio in c. kl. t. van Beethoven, schitterend samenspel ten ge- hoore gaven. Na de pauze vertolkten zij het Strijktrio van Jean Cras, qua uitvoering even eens te roemen, hoewel de indruk, die deze muziek op den toehoorder maakt, natuurlijk af hankelijk is van persoonlijken smaak. Het publiek toonde zich na de uitvoering enthousiast over de prestaties der kunstenaars, zoodat het optreden van het Haarlemsche Strijk trio ook ditmaal in alle opzichten een succes was en de Kunstkring ook op dezen avond al waren de toehoorders ditmaal niet overtalrijk met voldoening kan terugzien. WERELDTENTOONSTELLING TE BRUSSEL 1935. O De Nederlandsche Kamer van Koophandel in België te Brussel heeft zich, in verband met het feit, dat de Nederlandsche Regeering niet voor nemens is zich officieel te doen vertegen woordigen bij gelegenheid van de Wereld tentoonstelling te Brussel in 1935, bereid ver klaard om mogelijke deelnemers aan deze ten toonstelling zooveel mogelijk te steunen. Eventueele exposanten kunnen zich daarvoor wenden tot de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem, Nassauplein 6, waar nadere inlichtingen te verkrijgen zijn. er voor, dat de redactioneele inhoud van ons blad strikt neutraal blijft. Ons blad heeft geen speciale poli tieke of godsdienstige richting. Zij laat iedereen in hare kolommen aan het woord mits het maar beschaafd is en geschikt voor Uw huiskamer. U kunt ons een blijk van waardeering geven door ons Uw abonnements- opgave toe te zenden. QED. OUDE GRACHT 88 HAARLEM TELEFOON 10] 14 4 ABONNE MENTSPRIJS f I.2S p. halfj. bij voor uitbetaling te voldoen HOUDT UW LIJN IN EVENWICHT. Wilt gij een vermageringskuur ondernemen? Raadpleeg eerst uw dokter. Onlangs vroeg een mijner vriendinnen haar dokter om raad, naar aanleiding van een ver- mageringsdieet, dat zij zichzelve opgelegd had en tengevolge waarvan zij zich slap en mise rabel gevoelde. Op de vraag van haar dokter, waarom zij, die toch niet meer dan tien pond boven het normale gewicht was, zich zooveel ontzegde, antwoordde zij, doodsbang te zijn om dik te worden. „Ik neem," zoo zeide zij, „geregeld in gewicht toe, en ik moet toegeven, het eten smaakt me altijd bijzonder goed, zoodat ik eet, tot ik inderdaad genoeg heb. Nu ben ik begonnen met het eten van allerlei snoeperijen, suiker, toespijs, boter, melk en aardappelen na te laten, en eet niet meer dan 2 boterhammen, enz., enz., per dag, omdat ik voel, dat ik tè veel eet." De dokter vertelde haar, dat ze door haar ver keerd toegepast dieet langzaam, maar zéker op weg was zich te ondervoeden en ziek te worden. Temeer was dit een ernstige zaak, aangezien zij van nature niet sterk en nerveus is. De mensch heeft nu eenmaal een zeker aantal calorieën noodig en een tekort hiervan kan niet ongestraft blijven, evenzeer heeft men bepaalde voedingsstoffen noodig. Het beste is, om zoo lang het dikker worden niet toe te schrijven is aan een ziekte van de stofwisseling, aan een onvoldoend werken van de inwendige klieren, waardoor men veelal 20, 30 en meer ponden boven het normale gewichtspunt komt, de hoeveelheid voedsel, die men tot zich neemt eenvoudig te verminderen, en daarbij vooral niet uit het oog te verliezen, dat men rustig moet eten en goed kauwen. Zeker is er veel, dat men kan nalaten, om het dikker worden niet in de hand te werken en hieronder is in de eerste plaats te verstaan het eten van gebakjes, koekjes, chocolade en vette gebakken spijzen, zalm en paling, vet vleesch, enz. Hier kan men buiten zónder schade voor het lichaam. Al het andere voedsel kan men echter met mate eten, suikergebruik geheel of gedeeltelijk na te laten, wat dunner gesmeerde boterhammen eten en zet men dit gedurende eenigen tijd ernstig door, dan zullen de resul taten niet uitblijven. Drinken gedurende de maaltijden is niet aan te bevelen, evenmin vóór of onmiddellijk na het eten. Vooral een huisvrouw is zoo heel gauw in de gelegenheid om tusschen de maaltijden door iets te eten, wat zij evenwel niet telt. Bij de bereiding van cake, b.v. wat rozijntjes of wat sucade, dan eens onder het schillen van appels eenige partjes hiervan, zoo zijn er telkens kleine hoeveelheden naar binnengewerkt. Tusschen de maaltijden moet men niets eten of drinken, een glas water of een kop thee zonder suiker uitgezonderd. Water, tusschen twee maaltijden gedronken, werkt zuiverend en houdt de ingewanden schoon. Een groote vijand, die dikker worden be vordert is constipatie, zoodat men steeds moet trachten dit te voorkomen en zoo mogelijk één maal per week „schoon schip" houden. Ontstaat het dikworden, zooals wij hierboven reeds schreven, tengevolge van een te langzaam werkende stofwisseling en neemt men wekelijks 400 a 500 gram toe, dan zal medische regeling van het dieet noodig zijn, terwijl de arts dan tevens die geneesmiddelen, in den regel kher- preparaten, zal voorschrijven, om te bevorderen, dat de overtollige vetvorming wordt tegen gegaan. Nimmer mag men er echter toe over gaan om op eigen houtje deze klierpreparaten in te nemen, daar medische controle hierbij vereischt wordt, ook en voofal in verband met het hart. Vele middelen, die in den handel zijn en tgvens veelal onschadelijk, hebben geen andere werking, dan den stoelgang in hooge mate te bevorderen, waardoor de oorzaak niet ver holpen wordt. Houdt men hiermede weer op, dan zal men weer dikker worden, indien men j dan tevens géén dieet houdt en hiervoor aanleg heeft. Maak een flinke wandeling, leef matig, eet langzaam en kauw goed, ziehier de een voudige regels, die ertoe bijdragen, het dik worden zooveel mogelijk te voorkomen, en die in ieders vermogen liggen om toe te passen. SCHOONMAKEN VAN SCHILDERIJEN. Schilderstukken kunnen worden schoon gemaakt op een zeer eenvoudige manier, waar door tevens de kleuren worden opgehaald. Men neemt een aardappel, schilt deze en snijdt hem in twee stukken, die men in koud water dompelt en over de oppervlakte heen wrijft, daarna af sponzen met lauw water, afdrogen met een lap zijde en tenslotte eenige druppels lijnolie op een lap flanel doen en hiermede nogmaals het ge- heele schilderij afwrijven. Dit laatste voorkomt, dat de verf geschaad wordt door het vocht. FRAAIE JAPON. Ook voor gezette figuren. We zouden deze japon van fantasie-fluw eel «rillen maken met een garneering van effen zijden crêpe georgette, dat vanonder de re vers uitkomt, langs de hals gaat, om door een opening, die in de revers gemaakt wordt, in een dubbele chabot te eindigen. Deze gar neering is zeer ongemeen en het geheel kleedt zeer af. De mouw bestaat uit een aan gesloten voeringmouw, waarvan het onder ste gedeelte uit het materiaal der stof be staat en nauw aangesloten is, de bovenmouw valt er overheen, zóó dat hij 15 a 20 c.M. kor ter is dan de ondermouw, terwijl het wijde ondergedeelte wordt tegen gevoerd met crêpe georgette. De garneering bestaat op de rok uit knoopen, terwijl het lijfje één knoop als sluiting heeft. De voorbaan bestaat uit twee gedeelten en de achterbaan is uit één stuk Fraaie patronen zijn in elke gewenschte maat bij on3 verkrijgbaar. VOOR ONZE LEZERESSEN. Patronen worden toegezonden na overschrij ving van 0.58 op postrekening 62626 van den Modedienst Den Haag of na inzending per postwissel of in postzegels aan de Mode redactrice. Roelolstraat 109. Den Haag, Ge wenschte maat en numm-u oc-?l duidelijk ver mei. MEDISCHE WENKEN. Valeriaan bij beklemming. Beklemming, of een gevoel van benauwdheid, dat door nerveuze depressie, longlijden of hart- aandoening veroorzaakt kan worden, moet door den arts behandeld worden. Een kalmeerend middel, dat tevens geheel on schadelijk is, kan men van tijd tot tijd echter zelf aan de patiënten toedienen, n.l. valeriaan en wel 20 druppels in een waterglas. Natte voeten veroorzaken geen ziekten, zoo lang men in beweging is, doch wel, indien men natte kousen en schoenen aanhoudt, wanneer men zitten blijft. Noodig is de voeten goed af te wrijven en droge kousen en pantoffels aan i te hebben. Bacteriën op vruchten. Vruchten moeten, indien zij met de schil ge- nuttigd worden, eerst onder stroomend water flink gewasschen worden, aangezien men anders ziektekiemen naar binnen kan krijgen, die schadelijk zijn voor de gezondheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 3