1
H
r
Verstoorde nachtrust
DE VLCIJW EN KAAK HEIIS
HUISHOUDELIJK ALLERLEI.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
No. 7. 16 FEBRUARI 1934.
TWEEDE BLAD.
WERK!
De werkloosheid is een kwaad,
Dat maar niet wil verdwijnen.
En 't doet dan ook de toekomst niet
Bijzonder hoopvol schijnen.
Er zijn nog immer velen, die
Geregeld steun gaan halen,
Waarvoor de „werkers" extra veel
Belastingen betalen.
Maar wie steeds gratis uit de ruif
Van d'overheid mag eten,
Kan daarvoor wel wat werk gaan doen,
Dat anders werd vergeten.
In enk'le plaatsen van ons land
Laat men de regeling gelden,
Dat tot den arbeid wordt verplicht
Wie zich voor steun komt melden.
Zoo kunnen werken uitgevoerd,
Waarvan men niet zou droomen,
Die anders zeer waarschijnlijk niet
Aan d'orde zouden komen.
De landsregeering doet thans mee
't Idee schijnt haar te lokken!
Er wordt nu zestig millioen
Voor werken uitgetrokken.
Straks neemt men met versnelde vaart
De wegen onderhanden;
Er zijn er nog te weinig hier
In 't rijk der Nederlanden.
Er worden havens uitgediept,
Men wil kanalen graven
Kortom, men gaat het heele land
Verbeet'ren en beschaven!
Nu gaat men het belastinggeld
Voor 'n nuttig doel besteden,
(En heeft de fiscus reden, om
Ons verder uit te kleeden!)
De overheid is ook gebaat.
Wordt 't werk ter hand genomen,
Dan kan dit nieuwe wetsontwerp
Dus elk ten goede komen.
De werkloozen zullen 't plan
Wel met gejuich begroeten:
Zij werken liever voor hun brood
Dan dat zij stempelen moeten!
BIOSCOOP
HET KORT VERHAAL
ROUW E!\l KAAR
UIS
BURGERLIJKE STAND
«£M
r
In verband met de werkloosheids
bestrijding zal een wetsontwerp worden
ingediend, waarbij 60 millioen gulden
wordt gevraagd voor de uitvoering van
groote werken.
LUXOR-THEATER.
In Luxor-Theater draait deze week:
„De Gevangene van Port Zamba".
(Devils in Love.)
Op het fort Rondet, een buitenpost van het
Fransche Vreemdelingenlegioen, beschuldigen
André, de dokter (Victor Jory) en zijn vriend
Jean (David Manners), den Commandant van
groote wreedheid en het onnoodig blootstellen
van zijn ondergeschikten aan levensgevaar. De
oppasser van den Commandant, die hun gesprek
afluistert, is het in het geheim geheel met hen
eens. De vijandschap tusschen André en den
Commandant komt tot een uitbarsting, als hij
geroepen wordt om den Commandant te be
handelen voor zijn kwaal.
Den volgenden morgen is de Commandant
dood; hij is vergiftigd. De dokter wordt be
schuldigd van moord. Het Hoog Militair Ge
rechtshof verklaart hem schuldig en hij wordt
ter dood veroordeeld. Voor de straf echter vol
trokken kan worden, stelt Jean hem in de
gelegenheid om te vluchten en raadt hem aan
zich te Port Zamba te verstoppen tot de werke
lijke schuldige gevonden is. Na eenige maanden
van drinken en fuiven in het café van Rena
(Vivienna Osborne), komt André tot inkeer en
opent hij een praktijk voor de armen van het
stadje. Zijn bediende is Bimpy (Herbert
Mundin), een aan lager wal geraakte Londenaar,
die niet van den drank en de taschjes van de
dames kan afblijven. Deze laatste kwaal doet
hem het taschje stelen van Margot (Loretta
Young) als zij in het stadje aankomt om haar
oom te bezoeken, die belast is met een zendings-
post.
Wanneer de dokter naar het Zendingshuis
gaat om het taschje vol geld dat Bimpy ge
stolen heeft, terug te brengen, wordt hij diep
getroffen door de schoonheid van het meisje.
Op verzoek van haar oom besluit hij dan ook
zijn medische kennis in dienst te stellen van de
zending. In Margot's nabijheid wordt hij een
geheel ander mensch en hij vat een eerlijke
liefde voor haar op.
André wordt echter nog steeds gezocht. Een
Inspecteur van Politie probeert Rena's ver
trouwen te winnen om uit te vinden wie die
dokter is, die zijn leven wijdt aan de zending.
Rena probeert echter nog steeds André voor
zich terug te winnen en zij verraadt herii niet.
Margot vertelt André dat zij verloofd is met een
officier, maar dat zij hem liefheeft. Hij komt te
weten, dat de officier Jean zijn beste vriend is
en liever dan hem te bedriegen gaat hij naar
Rena terug.
Margot krijgt dan bericht, dat haar verloofde
en het geheele bezettingsleger van fort Rondet
dreigen uitgeroeid te worden door de koorts. Op
zoek naar een gids, komt zij in Rena's café en
ontmoet daar André, die besluit haar te ver
gezellen, al beteekent dit voor hem het verlies
van zijn vrijheid. Rena, die hun liefde voor
elkander bemerkt, doet afstand van hem en
helpt hen vluchten. Als zij op het fort aankomen,
wordt de dokter direct in arrest gesteld, hij mag
zich echter vrij binnen de muren bewegen. Hij
stelt dadelijk alles in het werk om de heer-
schende epidemie te bestrijden. De oppasser van
den vergiftigden Commandant is ook aangetast
door de ziekte en André, vermoedende dat hij
de werkelijke schuldige is, maakt gebruik van
den angst van den man voor den dood en ont
wringt hem een bekentenis. Jean sneuvelt bij
®en tegen Bedouinen en thans kunnen
de dokter en Margot gelukkig worden.
Door GUUS BETLEM Jr.
Het zou den heer Pieters niet mogelijk ge
weest zijn, te zeggen van welk geluid hij wakker
was geschrokken, maar, het feit was er. Het
feit, dat hij met een bonzend hart, rechtovereind
in zijn bed zat, terwijl hij met ernstig starende
oogen de duisternis doorboorde.
Het scheen hem toe, als was hij geschrokken
van een geluid, een bons, welke uit de beneden
kamer moest komen, en toen even later een
zacht knerpend geknars tot hem doordrong,
sprong hij vastberaden uit zijn bed, terwijl hij
met bevende vingers het knopje van het elec-
trisch licht zocht.
De heer Pieters was géén held, o néé... verre
van dat! Maar, in geval van nood deinsde hij
voor niéts terug, of lieverkoos hij van twee
kwaden het minst erge. En waar Pieters in dit
geval een rustig, angstig afwachten van den
verderen loop der gebeurtenissen, die wellicht
zouden kunnen bestaan in het binnensluipen van
één of méérdere misdadigers in zijn slaapkamer
met alle daaraan verbonden onaangename ge
volgen, veel en véél erger dacht, dan moedig
het gevaar tegemoet te treden, gewapend met
een stoffer in de ééne en een schoen in de
andere hand, koos hij het laatste. Waarmee dus
in geen geval gezegd wil worden ik herhaal
het dat de heer Pieters moedig was, doch
waarmee uitsluitend bedoeld wordt, dat een
benauwde kat een benauwden sprong doet.
En hoewel de heer Pieters onmogelijk met een
kat zou kunnen worden vergeleken, benauwd
was ie in elk geval wel.
Het trof dan ook wel bijzonder onaangenaam
dat juist dien nacht Mevrouw Pieters, geboren
De Man, bij haar zuster in de stad was blijven
logeeren. Niet dat de heer Pieters in dat geval den
aanval aan zijn eega zou hebben overgelaten...
nee, vérre van dat... Doch in elk geval was het
een feit, dat Mevrouw Pieters onder de vriend
schappelijke kennissen van het echtpaar meesten
tijds in het geheim werd betiteld met Mevrouw
de Man, haar vroegere meisjesnaam, wijl ge
noemde kennissen deze benaming meer passend
vonden bij de gestalte en het voorkomen van
Pieters' wettige echtgenoote. En onwillekeurig
zou zij er dan ook toe hebben bijgedragen, den
inbreker of inbrekers met bekwamen spoed op
de vlucht te jagen, een taak, die momenteel
slechts rustte op de. ietwat tengere en gebogen
schoudertjes van haar echtvriend Theodorus
Pieters.
Deze was inmiddels twee treden van den trap
afgedaald en vond het nadien bepaald nood
zakelijk een oogenblik rust te houden van zijn
afmattende bezigheid, waarbij hij zijn adem
angstvallig inhield.
Geen geluid verstoorde de stilte en Peters
wilde dan ook iets of wat gerustgesteld zijn
tocht voortzetten.
Ik zeg... wilde. Want of het kwam door een
roe, die door de slordige werkster van Mevrouw
Pieters was vergeten vast te zetten, öf door
Pieters nerveusiteit, of door nog andere oor
zakenhet zal wel altijd onopgelost blijven,
doch het was een feit, dat Pieters opeens den
grond onder zijn voeten voelde wegglijden. Hij
wankelde een oogenblik, en was juist van plan
als een held op het veld van eer neer te storten,
in dit geval op een matje onder aan den trap,
toen hij op het denkbeeld kwam dat hij zich
wellicht zou kunnen vastgrijpen. En.... het kón.
Niet echter, dan nadat de beide meegenomen
strijdmiddelen eerst waren losgelaten, met hel
gevolg, dat onder roffelend gebonk en geronk
achtereenvolgens de schoen en de stoffer op
het matje beneden hem belandden, waar ze in
afwachting der verdere dingen bleven liggen.
Een oogenblik bleef Pieters, snakkend naar
adem, boven den afgrond bengelen, terwijl hij
met béide handen een leuning omklemde, dan
met uiterste krachtsinspanning hief hij zich op
en zette zich amechtig neer op de tree, waarbij
hij aarzelend, als vreesde hij alsnog omlaag te
kunnen storten, de leuning losliet.
Zijn hart bonsde èn van schrik èn van angst.
Angstvoor de gevolgen van zijn val, want
als de inbrekers er waren en Pieters twijfelde
er niet aan dan was het door hem veroor
zaakte geweld voldoende om ze zelfs ingeval ze
bij hun werk in slaap gevallen waren, energiek
te doen ontwaken.
En ademloos wachtte Pieters dan ook op de
dingen die nü zouden komen. Het is een eigen
aardig verschijnsel bij den mensch, dat hij in
staat is gebeurtenissen van belang te voor
voelen, en Pieters zou dan ook niet hebben
kunnen zeggen, wat het was, dat hem eensklaps
deed opstaan uit zijn ineengedoken houding.
Het was eenvoudig een kwestie van intuïtie,
wijl hij voelde, dat nü het oogenblik was aan
gekomen tot handelen.
Hij wachtte nog één moment, op een wijze,
die mogelijkheid bood aan twee dingen en wel...
verdedigen in geval van noodöf vlucht
naar de zoo lokkende slaapkamer.
Dan opeens klonk een stem door de stilte van
het huis en het scheen of Pieters hart stilstond
met kloppen: Hallo, halloAmerica, here
here America! hetgeen althans was, wat de heer
Pieters ervan verstond, daar hij te onvoldoende
Engelsch kende om verder volgende, vlot ge
sproken zinnen te kunnen verstaan.
Zijn eerste impuls was, weer te gaan zitten,
en aangezien een goed spreekwoord zegt, immer
te handelen naar een eerste gedachte, zette dus
Pieters zich inderdaad opnieuw op de traptree
neer, terwijl hij een dankbare, diépe zucht
slaakte.
De radiopffwat een uil! Die liad-ie
vergeten af te zettennatuurlijko, o
wat een ezel!
Pieters voelde zich als stapte hij regelrecht uit
een badkuip of onder een douche vandaan, zóó
lekker, wat had-ie daar in angst gezeten
verschrikkelijk! En nü pas voelde Pieters hoe
beangstigd hij geweest was. Hij trilde en beefde
heelemaal. De stem van de radio sprak nog
eens, maar Pieters was er nu geheel vertrouwd
mee geraakt, zóó vertrouwd, dat hij gemoedelijk
begon terug te brabbelen, vanaf zijn hooge,
veilige zitplaats.
Ja, jameende hij, in zijn blijdschap
grappig wordend: yes, yes, je zegt het maar
hoor! Ik versta er toch geen snars van
parlez vous, oh neen, dat is Fransch, da's waar
ook! speak youehehAmericans?
No, Noyes, a little. You have me Ieelijk
laten eh font, fout, fehlerzoek maar uit! en
hij grinnikte zóó luid, dat hij zelf schrok van
zijn stem.
Dan overwoog de heer Pieters, de radio even
te gaan afzetten, doch hie'raan waren zoovele
bezwaren verbonden, dan moest hij heele
maal naar beneden oin het electrische licht aan
te draaien. En misschien verhoogde de kans,
dat hij dienzelfden nacht nog zijn nek zou
breken, op hetzelfde matje waar zijn stoffer en
schoen beland waren. Neen hoor, laat maar
aanstaan. Ook was de mogelijkheid niet uit
gesloten dat die „kaffer" van een meid nog
veel meer traproeden had laten loszitten, zoodat
een herhaling van het gebeurde niet was uit
gesloten, ja, volgens den heer Pieters, vrijwel
zou vaststaan zelfs.
En toen dan ook juist de stem vanuit de
kamer den luisteraars mededeelde dat het einde
van de uitzending gekomen was, waarna hij met
een hartelijk „good-bye" afscheid nam, besloot
hij verder van iedere inmenging af te zien, en
zoo spoedig mogelijk zijn legerstede weer op te
zoeken. Een oogenblik talmde hij nog, of de
radio wellicht weer opnieuw begon, doch toen
alles verder stil bleef, heesch hij zich overeind,
en beklom met lichte schreden de even tevoren
afgedaalde treden.
Het licht uitdraaien op den bovengang, in de
slaapkamerzich behagelijk onder de dekens
nestelen, het was alles werk van een oogenblik,
en even later gaven verschillende eigenaardige,
snurkende, sputterende geluiden te kennen, dat
de heer Pieters sliep
Een welverdiende rust na de vermoeienissen
en doorgestane angsten van de afgeloopen
minutenen toen hij dan ook eenige „uren"
later, naar het hem toescheen in werkelijk
heid was het een „kwartier" opnieuw ont
waakte door een gerucht uit de benedenkamers,
grinnikte hij en murmelde: Yes, yes, no, yes....
I speak Americans, ga je gang maar, morgen
zal ik je wel afzetten! t
Een donkere gedaante klom juist op hetzelfde
moment over de vensterbank van des heeren
Pieters' achterkamer en belandde zoo in den
tuin, waar hij door een andere schim werd op
gewacht.
Bê je klaar? sprak deze, terwijl hij
tegelijkertijd zijn collega tegemoet trad.
Deze, een vriendelijk heerschap, met een ge
ruite pet op, tilde behoedzaam een zak door
het venster, waarna hij sprak; Ja, kom we
smoren 'm. Was ik me daar bijna bij ge
weest! Scheelde maar een haar. Wat kunnen
sommige menschen zoo'n luidspreker toch alle
machtig onhandig ergens neerzettenOp de
punt van de tafel, die moest d'r wel afkieperen.
En? informeerde de ander ademloos.
Nou, ènNiks hoor. D'r kwam d'r
maar een naar beneje en toen bracht me dat
beroerde ding ineens op een idee, ik kon nu
voor radio spreken, en ik sprak: Hallo, Hallo,
here America! Dacht ie natuurlijk dat-ie dat
ding aan had laten staan. Toen is ie terug
gegaan. Héél verstandig!
Verstandig!!!
Ja, natuurlijk, of dacht je dat ik 'm met een
koppie thee opgewacht zou hebben? Nee, 't was
héél verstandig van 'm! Nou... kom, we gane...
Het is maar goed, dat de heer Pieters nóóit
heeft geweten, aan wélk een groot gevaar hij
ontsnapt is, doch ook zónder dat, was de ont
dekking den volgenden morgen al erg genoeg.
DRIE EEUWEN OBERAMMERGAU.
De pest-epidemie van 1634.
De Passiespelen een gelofte!
Reeds in de maand October van het af
geloopen jaar zijn de voornaamste spelers
voor de Passiespelen in Oberammergau
gekozen. De opvoering dezer spelen in het
jaar 1934 heeft een bijzondere beteekenis,
daar het dan driehonderd jaar geleden zal
zijn, sedert deze spelen voor het eerst in
1634 plaatsvonden, naar aanleiding van de
gelofte afgelegd tijdens het heerschen van
een pest-epidemie.
Beieren is steeds een religieus land geweest.
Kunstzin en muzikale aanleg waren, samen met
die vroomheid, de factoren die de Mysterie- of
Passiespelen in het leven riepen. De eerste
Passiespelen stammen reeds uit de 12e eeuw.
Streng handhaafden deze spelen aanvankelijk de
letter van de Schrift. Later bleef alleen de
achtergrond schriftuurlijk, al zijn natuurlijk de
spelen aan een Bijbelsch gegeven ontleend. Des
te zelfstandiger de Spelen worden, des te meer
verwijderen zij zich van de Leer der Kerk. Van
de kerk werd de plaats van opvoering verlegd
naar het marktplein. Toentertijd hadden tal van
steden en dorpen ieder hun eigen Passiespel.
Oorspronkelijk had de geestelijkheid de leiding
van het spel, later werd er meer geacteerd. De
spelen namen in omvang toe, zoodat b.v. in
1514 de Passiespelen te Bozen zeven dagen lang
duurden. Daarmede nam de wereldschheid dei-
spelen toe, marktkooplieden deden hun intrede
bij de spelen, tal van ongewenschte toestanden
slopen geleidelijk in. Ten tijde van de Hervor
ming verminderden de Passiespelen overal, ook
in Beieren, al bleef het land Katholiek.
Het laatste steunpunt van de zuivere Passie
spelen is Oberammergau gebleven. Men moet
echter niet denken, dat pas in 1634 het eerste
Passiespel in Oberammergau heeft plaats
gevonden. In het jaar 1633 woedde de pest in
de bergdorpen, daar gebracht door de soldaten
van vreemden oorsprong, zoodat b.v. in Ober
ammergau van de 600 inwoners er 84 aan de
pest bezweken. Toen legde de gemeente in de
kerk de gelofte af iedere tien jaar de schoone
tragedie van het leven en sterven van den
Christus op te voeren. De eerste opvoering vond
na het wijken van de pest in 1634 plaats. Maar
men begrijpe goed, dat de bewoners van Ober
ammergau alleen maar een in die eeuwen reeds
geregeld opgevoerd Passiespel beloofden iedere
tien jaar met bijzonderen luister te herhalen.
Het Passiespel te Oberammergau is van veel en
veel ouderen datum, slechts de luisterrijke op
voering is driehonderd jaar oud.
In wezen was de toentertijd afgelegde belofte
een soort betooging tegen de Hervorming, een
vlucht terug naar God, een nieuwe Belijdenis
tegenover de Roomsch-Katholieke Kerk, waarvan
men in die dagen vermeende, dat zij bedreigd zou
zijn door het latere Protestantisme. Het feitelijk
gegeven van de Passiespelen te Oberammergau
stamt uit een oud Mysteriespel van de 15e eeuw,
afkomstig van het Rijksstift van de Heilige
Ulrich en Afra te Augsburg.
Reeds in de zestiende eeuw werd dit spel
aangevuld met tooneelen van de hand van een
dichter uit Augsburg, Sebastian Wild. In het
jaar 1740 maakte pater Rosner een geheel
nieuwe, verbeterde bewerking van het Passie
spel, waarbij de woorden in klassieken versmaat
werden gezet. Zoo bleef het spel een halve
eeuw lang onveranderd.
Maar in 1810 verbeterde pater Ottmar Weiss
1 de tooneelen en de tekst opnieuw, al liet hij de
kern in wezen. De daarbij behoorende muziek
is van den organist te Oberammergau uit het
jaar 1820, Rochus Dedler, en van den stijl van
Mozart. Een laatste correctie bracht de pastoor
Daisenberger tusschen de jaren 1850 en 1860 aan.
De bewoners van Oberammergau hebben dus
wel redenen om trots te zijn op hun oude
Passiespelen. Zij hebben eendrachtig weerstand
geboden aan alle verlokkingen van Miinchen,
l-NEZE rubriek mag zich in de steeds toe-
nemende populariteit van de dames ver
heugen. De huishoudelijke wenken en adviezen
die hierin regelmatig voorkomen zullen de
dames meerdere malen f 1.25 hebben doen
besparen. Wij leggen op dit laatste den nadruk
omdat een abonnement op DE
EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
slechts f 1.25 per halfjaar bij vooruit
betaling kost.
GEO. OUDE GRACHT 88
HAARLEM
TELEFOON 1 01 44
PRACTISCHE WENKEN
Vilten hoeden lean men heel goed zelf reini
gen. Men borstelt de hoed eerst grondig schoon
en wrijft hem daarna met een schoon lapje, ge
drenkt in lauw water en ammoniak.
Zoodra het lapje vuil is, neemt men een nieuw
en behandelt de hoed zoolang, totdat het doekje
niet meer vuil wordt.
Men moet het lapje echter niet al te nat
maken, daar de hoed daardoor zijn model zou
verliezen.
Elastiekjes, die men om kleine pakjes doet,
moeten zuinig bewaard worden; zij kunnen
allerlei goede diensten bewijzen en b.v. om het
cellophaan-papier gedaan worden, dat jampotjes
afsluit.
Indien bij een groote kamerbeurt cretonne of
glasgordijnen opgebonden moeten worden, ge
bruikt men hiervoor eventueel deze elastiekjes,
die trouwens de pakjes boterhammen, die men
aan de kinderen medegeeft, ook stevig bijeen
houden.
Losgelaten messen kan men weer in de heften
bevestigen door fijne hars te vermengen met
fijn krijt, hiermede de opening van het heft
vullen, dan het lemmet in den oven of tusschen
een tang boven het vuur sterk verhitten en zoo
beet mogelijk in het vulsel steken, dat daardoor
smelten moet.
Men moet het lemmet stevig aandrukken en
goed op zijn plaats wringen.
Om motten te verdrijven wordt het volgende
aanbevolen.
In kasten, welke veel gebruikte kledings
stukken bevatten, moet men juchtlederen voor
werpen opbergen en bij gebrek hieraan bij een
leerhandelaar stukjes afval van genoemd leer
koopen.
De reuk van echt juchtleder houdt de motten
uit uw kasten en heelt tevens het voordeel jaren
lang stand te houden.
Tapijten beveiligt men tegen motten door
deze veel en lang met den stofzuiger te be
werken. Heeft een mot onverhoopt toch kans
gezien haar eitjes op deze onwelkome plaatsen
te deponeeren, dan neemt men natte doeken,
legt deze op de .apijten en strijkt er over met
een héét strijkijzer. De damp, die hierdoor ont
wikkeld, doodt Mevrouw Mot en haar na
geslacht.
Glas-etiketten.
Etiketten met een stijfselpapje op glazen ge
plakt, trekken muizen aan. Men gebruike daarom
beter lijm of liever nog versch eiwit. Het eiwit
wordt dan tot schuim geklopt, waarmede de
etiketten door middel van een penseeltje be
streken worden. Met een schoone doek worden
ze op de ruiten gedrukt. Eenmaal gedroogd,
laten de etiketten niet meer los, ook al is de
plaats vochtig.
EEN POPJE VAN WOL.
Noodig plm. 60 gram vierdraadswol in een of
andere zachte tint, een stuk karton, van onge
veer 20 c.M. lang, een kaartje zwarte stopwol
en binnen in een klein piepend muisje, dat men
in iederen speelgoedwinkel koopen kan. Het kan
evengoed iets anders zijn, dat een geluidje geeft
als men erop drukt.
Men begint de wol in de lengte om het karton
te winden, tot men bijna alle wol heeft ver
bruikt, daarna neemt men een draad en houdt
de wol aan den onderkant zoolang bijeen, schuift
de draden voorzichtig van het karton, zóó dat
zij niet door elkander komen en windt op 2%
c.M. van één der kanten een draad eenige malen
stijf er omheen om een hals te vormen.
De draad aan den onderkant wordt verwijderd
en een klein bosje draadjes wordt aan beide
zijden van den hals apart genomen en aan den
onderkant omwonden, waardoor de pols en
handen ontstaan.
De muis wordt binnen in de wol gedaan, en
een wollen draad eenige malen om het middel
gebonden, de beenen worden aan den onderkant
met wol omwonden en daarna uitgeklopt, zoo
dat de wol uit gaat staan.
Het haar maken we van de Fransche knoopjes,
van de zwarte stopwol, evenals de oogen, neus,
MODERNE JAPON
No. 3039.
Effen stof met een garneering van geruite
tafzijde geeft deze japon een zeer modern
aanzien. Wil men
het geheel alleen
van stof maken.'
dan volge men ;t
voorbeeld, dat
rechts is aangege
ven.
De rok bestaat
uit zes smalle bü-
nen, waarvan de
middelste naden
aan vóór- en ach
terbaan een waaie:
plooi hebben, om
de onderwijdte te
vergrooten.
Het bovengedeel
te van de pas geeft
een rechte lijn, die
over den boven
arm valt; terwijl
de mouw aan den
bovenkant eenige
plooitjes heeft, die
aan de binnenzijde
worden ingestikt
Naar verkiezing
kan het bovenste
deel apart gemaakt
worden en met 'n
drukknoop onder
da strik sluiten.
Patronen in alle maten kunnen aange
vraagd worden onder nr. 3039.
-m-
Roereieren kan men op zuinige wijze be
reiden, indien men er eenige lepels paneer
meel bij voegt en wat geraspte kaas. Het
gerecht maakt dan veel meer uit, is smake
lijker en voedzamer.
Melk kan niet overkoken, indien men di
bovenrand met spekzwoerd besmeert. He
zuur worden voorkomt men in warme dagen
indien men een dessertlepel zout op 1 litei
liter melk bij het koken toevoegt.
VOOR ONZE LEZERESSEN.
Patronen worden toegezonden na overschrij
ving van ƒ0.58 op postrekening 62626 van
den Modedienst Den Haag oi na inzending per
postwissel of in postzegels aan de Mode
redactrice. Roelofstraat 109 Den Haag. Ge
wenschte maat en nummer ooral duidelijk ver
mei. :i.
mond en wenkbrauwen, terwijl wij in het
midden van het lijfje een rijtje knoopjes
imiteeren.
Men ziet, zoo'n wollen popje is in een wip
te maken en bijzonder geschikt voor baby's.
Voor de grootere meisjes van drie tot vijf jaar
is een poppenfamilie van wol, bestaande uit:
vader, moeder en twee of drie kinderen, een
geschenkje, dat bijzonder in den smaak valt en
niet veel kost. Men kan b.v. wolresten van ver
schillende kleuren voor de poppetjes verwerken
en deze tevens in verschillende grootten maken.
Vader Pop het grootst, moeder iets kleiner,
b.v.- 20 a 18 c.M. en de kinderen 12, 10 en 8 c.M.,
terwijl de moeder-pop dan nog een klein baby
popje in de armen kan krijgen, dat met een
draadje wol gehecht wordt.
de Passiespelen op het tooneel in de Beiersche
hoofdstad-op te voeren. Zij blijven hun eigen
dorp getrouw!
Gedurende de eerste tweehonderd jaar vonden
de Passiespelen plaats op het kerkhof te Ober
ammergau.
Maar in 1834 werd het tooneel der opvoering
verplaatst naar het begin van het eigenlijke
dorp Oberammergau, waar later de groote hal
verrees.
Die toestand is tot heden onveranderd ge
bleven. En dit jaar zal men daar het driehonderd
jarig bestaan der wereldberoemde Passiespelen
te Oberammergau herdenken!
Ondertrouwd: Jac. Westerlaken en G. D.
Mooser.
Getrouwd: S. Degeling met J. T. Kosters;
P. J. Luiten met H. M. Droog.
Bevallen: J. MokCarstens d.; A. Duindam
v. Deursen z.; A. ColletKruijff z.; A. C. Ver-
donkschotDraijer z.
Overleden: Ch. Huisman 74 j., geh. C. Hols-
vooge; M. A. Kostka 66 j.; G. Wuister 76 j.
Üfchiïtó
II