1 H r Verstoorde nachtrust DE VLCIJW EN KAAK HEIIS HUISHOUDELIJK ALLERLEI. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT No. 7. 16 FEBRUARI 1934. TWEEDE BLAD. WERK! De werkloosheid is een kwaad, Dat maar niet wil verdwijnen. En 't doet dan ook de toekomst niet Bijzonder hoopvol schijnen. Er zijn nog immer velen, die Geregeld steun gaan halen, Waarvoor de „werkers" extra veel Belastingen betalen. Maar wie steeds gratis uit de ruif Van d'overheid mag eten, Kan daarvoor wel wat werk gaan doen, Dat anders werd vergeten. In enk'le plaatsen van ons land Laat men de regeling gelden, Dat tot den arbeid wordt verplicht Wie zich voor steun komt melden. Zoo kunnen werken uitgevoerd, Waarvan men niet zou droomen, Die anders zeer waarschijnlijk niet Aan d'orde zouden komen. De landsregeering doet thans mee 't Idee schijnt haar te lokken! Er wordt nu zestig millioen Voor werken uitgetrokken. Straks neemt men met versnelde vaart De wegen onderhanden; Er zijn er nog te weinig hier In 't rijk der Nederlanden. Er worden havens uitgediept, Men wil kanalen graven Kortom, men gaat het heele land Verbeet'ren en beschaven! Nu gaat men het belastinggeld Voor 'n nuttig doel besteden, (En heeft de fiscus reden, om Ons verder uit te kleeden!) De overheid is ook gebaat. Wordt 't werk ter hand genomen, Dan kan dit nieuwe wetsontwerp Dus elk ten goede komen. De werkloozen zullen 't plan Wel met gejuich begroeten: Zij werken liever voor hun brood Dan dat zij stempelen moeten! BIOSCOOP HET KORT VERHAAL ROUW E!\l KAAR UIS BURGERLIJKE STAND «£M r In verband met de werkloosheids bestrijding zal een wetsontwerp worden ingediend, waarbij 60 millioen gulden wordt gevraagd voor de uitvoering van groote werken. LUXOR-THEATER. In Luxor-Theater draait deze week: „De Gevangene van Port Zamba". (Devils in Love.) Op het fort Rondet, een buitenpost van het Fransche Vreemdelingenlegioen, beschuldigen André, de dokter (Victor Jory) en zijn vriend Jean (David Manners), den Commandant van groote wreedheid en het onnoodig blootstellen van zijn ondergeschikten aan levensgevaar. De oppasser van den Commandant, die hun gesprek afluistert, is het in het geheim geheel met hen eens. De vijandschap tusschen André en den Commandant komt tot een uitbarsting, als hij geroepen wordt om den Commandant te be handelen voor zijn kwaal. Den volgenden morgen is de Commandant dood; hij is vergiftigd. De dokter wordt be schuldigd van moord. Het Hoog Militair Ge rechtshof verklaart hem schuldig en hij wordt ter dood veroordeeld. Voor de straf echter vol trokken kan worden, stelt Jean hem in de gelegenheid om te vluchten en raadt hem aan zich te Port Zamba te verstoppen tot de werke lijke schuldige gevonden is. Na eenige maanden van drinken en fuiven in het café van Rena (Vivienna Osborne), komt André tot inkeer en opent hij een praktijk voor de armen van het stadje. Zijn bediende is Bimpy (Herbert Mundin), een aan lager wal geraakte Londenaar, die niet van den drank en de taschjes van de dames kan afblijven. Deze laatste kwaal doet hem het taschje stelen van Margot (Loretta Young) als zij in het stadje aankomt om haar oom te bezoeken, die belast is met een zendings- post. Wanneer de dokter naar het Zendingshuis gaat om het taschje vol geld dat Bimpy ge stolen heeft, terug te brengen, wordt hij diep getroffen door de schoonheid van het meisje. Op verzoek van haar oom besluit hij dan ook zijn medische kennis in dienst te stellen van de zending. In Margot's nabijheid wordt hij een geheel ander mensch en hij vat een eerlijke liefde voor haar op. André wordt echter nog steeds gezocht. Een Inspecteur van Politie probeert Rena's ver trouwen te winnen om uit te vinden wie die dokter is, die zijn leven wijdt aan de zending. Rena probeert echter nog steeds André voor zich terug te winnen en zij verraadt herii niet. Margot vertelt André dat zij verloofd is met een officier, maar dat zij hem liefheeft. Hij komt te weten, dat de officier Jean zijn beste vriend is en liever dan hem te bedriegen gaat hij naar Rena terug. Margot krijgt dan bericht, dat haar verloofde en het geheele bezettingsleger van fort Rondet dreigen uitgeroeid te worden door de koorts. Op zoek naar een gids, komt zij in Rena's café en ontmoet daar André, die besluit haar te ver gezellen, al beteekent dit voor hem het verlies van zijn vrijheid. Rena, die hun liefde voor elkander bemerkt, doet afstand van hem en helpt hen vluchten. Als zij op het fort aankomen, wordt de dokter direct in arrest gesteld, hij mag zich echter vrij binnen de muren bewegen. Hij stelt dadelijk alles in het werk om de heer- schende epidemie te bestrijden. De oppasser van den vergiftigden Commandant is ook aangetast door de ziekte en André, vermoedende dat hij de werkelijke schuldige is, maakt gebruik van den angst van den man voor den dood en ont wringt hem een bekentenis. Jean sneuvelt bij ®en tegen Bedouinen en thans kunnen de dokter en Margot gelukkig worden. Door GUUS BETLEM Jr. Het zou den heer Pieters niet mogelijk ge weest zijn, te zeggen van welk geluid hij wakker was geschrokken, maar, het feit was er. Het feit, dat hij met een bonzend hart, rechtovereind in zijn bed zat, terwijl hij met ernstig starende oogen de duisternis doorboorde. Het scheen hem toe, als was hij geschrokken van een geluid, een bons, welke uit de beneden kamer moest komen, en toen even later een zacht knerpend geknars tot hem doordrong, sprong hij vastberaden uit zijn bed, terwijl hij met bevende vingers het knopje van het elec- trisch licht zocht. De heer Pieters was géén held, o néé... verre van dat! Maar, in geval van nood deinsde hij voor niéts terug, of lieverkoos hij van twee kwaden het minst erge. En waar Pieters in dit geval een rustig, angstig afwachten van den verderen loop der gebeurtenissen, die wellicht zouden kunnen bestaan in het binnensluipen van één of méérdere misdadigers in zijn slaapkamer met alle daaraan verbonden onaangename ge volgen, veel en véél erger dacht, dan moedig het gevaar tegemoet te treden, gewapend met een stoffer in de ééne en een schoen in de andere hand, koos hij het laatste. Waarmee dus in geen geval gezegd wil worden ik herhaal het dat de heer Pieters moedig was, doch waarmee uitsluitend bedoeld wordt, dat een benauwde kat een benauwden sprong doet. En hoewel de heer Pieters onmogelijk met een kat zou kunnen worden vergeleken, benauwd was ie in elk geval wel. Het trof dan ook wel bijzonder onaangenaam dat juist dien nacht Mevrouw Pieters, geboren De Man, bij haar zuster in de stad was blijven logeeren. Niet dat de heer Pieters in dat geval den aanval aan zijn eega zou hebben overgelaten... nee, vérre van dat... Doch in elk geval was het een feit, dat Mevrouw Pieters onder de vriend schappelijke kennissen van het echtpaar meesten tijds in het geheim werd betiteld met Mevrouw de Man, haar vroegere meisjesnaam, wijl ge noemde kennissen deze benaming meer passend vonden bij de gestalte en het voorkomen van Pieters' wettige echtgenoote. En onwillekeurig zou zij er dan ook toe hebben bijgedragen, den inbreker of inbrekers met bekwamen spoed op de vlucht te jagen, een taak, die momenteel slechts rustte op de. ietwat tengere en gebogen schoudertjes van haar echtvriend Theodorus Pieters. Deze was inmiddels twee treden van den trap afgedaald en vond het nadien bepaald nood zakelijk een oogenblik rust te houden van zijn afmattende bezigheid, waarbij hij zijn adem angstvallig inhield. Geen geluid verstoorde de stilte en Peters wilde dan ook iets of wat gerustgesteld zijn tocht voortzetten. Ik zeg... wilde. Want of het kwam door een roe, die door de slordige werkster van Mevrouw Pieters was vergeten vast te zetten, öf door Pieters nerveusiteit, of door nog andere oor zakenhet zal wel altijd onopgelost blijven, doch het was een feit, dat Pieters opeens den grond onder zijn voeten voelde wegglijden. Hij wankelde een oogenblik, en was juist van plan als een held op het veld van eer neer te storten, in dit geval op een matje onder aan den trap, toen hij op het denkbeeld kwam dat hij zich wellicht zou kunnen vastgrijpen. En.... het kón. Niet echter, dan nadat de beide meegenomen strijdmiddelen eerst waren losgelaten, met hel gevolg, dat onder roffelend gebonk en geronk achtereenvolgens de schoen en de stoffer op het matje beneden hem belandden, waar ze in afwachting der verdere dingen bleven liggen. Een oogenblik bleef Pieters, snakkend naar adem, boven den afgrond bengelen, terwijl hij met béide handen een leuning omklemde, dan met uiterste krachtsinspanning hief hij zich op en zette zich amechtig neer op de tree, waarbij hij aarzelend, als vreesde hij alsnog omlaag te kunnen storten, de leuning losliet. Zijn hart bonsde èn van schrik èn van angst. Angstvoor de gevolgen van zijn val, want als de inbrekers er waren en Pieters twijfelde er niet aan dan was het door hem veroor zaakte geweld voldoende om ze zelfs ingeval ze bij hun werk in slaap gevallen waren, energiek te doen ontwaken. En ademloos wachtte Pieters dan ook op de dingen die nü zouden komen. Het is een eigen aardig verschijnsel bij den mensch, dat hij in staat is gebeurtenissen van belang te voor voelen, en Pieters zou dan ook niet hebben kunnen zeggen, wat het was, dat hem eensklaps deed opstaan uit zijn ineengedoken houding. Het was eenvoudig een kwestie van intuïtie, wijl hij voelde, dat nü het oogenblik was aan gekomen tot handelen. Hij wachtte nog één moment, op een wijze, die mogelijkheid bood aan twee dingen en wel... verdedigen in geval van noodöf vlucht naar de zoo lokkende slaapkamer. Dan opeens klonk een stem door de stilte van het huis en het scheen of Pieters hart stilstond met kloppen: Hallo, halloAmerica, here here America! hetgeen althans was, wat de heer Pieters ervan verstond, daar hij te onvoldoende Engelsch kende om verder volgende, vlot ge sproken zinnen te kunnen verstaan. Zijn eerste impuls was, weer te gaan zitten, en aangezien een goed spreekwoord zegt, immer te handelen naar een eerste gedachte, zette dus Pieters zich inderdaad opnieuw op de traptree neer, terwijl hij een dankbare, diépe zucht slaakte. De radiopffwat een uil! Die liad-ie vergeten af te zettennatuurlijko, o wat een ezel! Pieters voelde zich als stapte hij regelrecht uit een badkuip of onder een douche vandaan, zóó lekker, wat had-ie daar in angst gezeten verschrikkelijk! En nü pas voelde Pieters hoe beangstigd hij geweest was. Hij trilde en beefde heelemaal. De stem van de radio sprak nog eens, maar Pieters was er nu geheel vertrouwd mee geraakt, zóó vertrouwd, dat hij gemoedelijk begon terug te brabbelen, vanaf zijn hooge, veilige zitplaats. Ja, jameende hij, in zijn blijdschap grappig wordend: yes, yes, je zegt het maar hoor! Ik versta er toch geen snars van parlez vous, oh neen, dat is Fransch, da's waar ook! speak youehehAmericans? No, Noyes, a little. You have me Ieelijk laten eh font, fout, fehlerzoek maar uit! en hij grinnikte zóó luid, dat hij zelf schrok van zijn stem. Dan overwoog de heer Pieters, de radio even te gaan afzetten, doch hie'raan waren zoovele bezwaren verbonden, dan moest hij heele maal naar beneden oin het electrische licht aan te draaien. En misschien verhoogde de kans, dat hij dienzelfden nacht nog zijn nek zou breken, op hetzelfde matje waar zijn stoffer en schoen beland waren. Neen hoor, laat maar aanstaan. Ook was de mogelijkheid niet uit gesloten dat die „kaffer" van een meid nog veel meer traproeden had laten loszitten, zoodat een herhaling van het gebeurde niet was uit gesloten, ja, volgens den heer Pieters, vrijwel zou vaststaan zelfs. En toen dan ook juist de stem vanuit de kamer den luisteraars mededeelde dat het einde van de uitzending gekomen was, waarna hij met een hartelijk „good-bye" afscheid nam, besloot hij verder van iedere inmenging af te zien, en zoo spoedig mogelijk zijn legerstede weer op te zoeken. Een oogenblik talmde hij nog, of de radio wellicht weer opnieuw begon, doch toen alles verder stil bleef, heesch hij zich overeind, en beklom met lichte schreden de even tevoren afgedaalde treden. Het licht uitdraaien op den bovengang, in de slaapkamerzich behagelijk onder de dekens nestelen, het was alles werk van een oogenblik, en even later gaven verschillende eigenaardige, snurkende, sputterende geluiden te kennen, dat de heer Pieters sliep Een welverdiende rust na de vermoeienissen en doorgestane angsten van de afgeloopen minutenen toen hij dan ook eenige „uren" later, naar het hem toescheen in werkelijk heid was het een „kwartier" opnieuw ont waakte door een gerucht uit de benedenkamers, grinnikte hij en murmelde: Yes, yes, no, yes.... I speak Americans, ga je gang maar, morgen zal ik je wel afzetten! t Een donkere gedaante klom juist op hetzelfde moment over de vensterbank van des heeren Pieters' achterkamer en belandde zoo in den tuin, waar hij door een andere schim werd op gewacht. Bê je klaar? sprak deze, terwijl hij tegelijkertijd zijn collega tegemoet trad. Deze, een vriendelijk heerschap, met een ge ruite pet op, tilde behoedzaam een zak door het venster, waarna hij sprak; Ja, kom we smoren 'm. Was ik me daar bijna bij ge weest! Scheelde maar een haar. Wat kunnen sommige menschen zoo'n luidspreker toch alle machtig onhandig ergens neerzettenOp de punt van de tafel, die moest d'r wel afkieperen. En? informeerde de ander ademloos. Nou, ènNiks hoor. D'r kwam d'r maar een naar beneje en toen bracht me dat beroerde ding ineens op een idee, ik kon nu voor radio spreken, en ik sprak: Hallo, Hallo, here America! Dacht ie natuurlijk dat-ie dat ding aan had laten staan. Toen is ie terug gegaan. Héél verstandig! Verstandig!!! Ja, natuurlijk, of dacht je dat ik 'm met een koppie thee opgewacht zou hebben? Nee, 't was héél verstandig van 'm! Nou... kom, we gane... Het is maar goed, dat de heer Pieters nóóit heeft geweten, aan wélk een groot gevaar hij ontsnapt is, doch ook zónder dat, was de ont dekking den volgenden morgen al erg genoeg. DRIE EEUWEN OBERAMMERGAU. De pest-epidemie van 1634. De Passiespelen een gelofte! Reeds in de maand October van het af geloopen jaar zijn de voornaamste spelers voor de Passiespelen in Oberammergau gekozen. De opvoering dezer spelen in het jaar 1934 heeft een bijzondere beteekenis, daar het dan driehonderd jaar geleden zal zijn, sedert deze spelen voor het eerst in 1634 plaatsvonden, naar aanleiding van de gelofte afgelegd tijdens het heerschen van een pest-epidemie. Beieren is steeds een religieus land geweest. Kunstzin en muzikale aanleg waren, samen met die vroomheid, de factoren die de Mysterie- of Passiespelen in het leven riepen. De eerste Passiespelen stammen reeds uit de 12e eeuw. Streng handhaafden deze spelen aanvankelijk de letter van de Schrift. Later bleef alleen de achtergrond schriftuurlijk, al zijn natuurlijk de spelen aan een Bijbelsch gegeven ontleend. Des te zelfstandiger de Spelen worden, des te meer verwijderen zij zich van de Leer der Kerk. Van de kerk werd de plaats van opvoering verlegd naar het marktplein. Toentertijd hadden tal van steden en dorpen ieder hun eigen Passiespel. Oorspronkelijk had de geestelijkheid de leiding van het spel, later werd er meer geacteerd. De spelen namen in omvang toe, zoodat b.v. in 1514 de Passiespelen te Bozen zeven dagen lang duurden. Daarmede nam de wereldschheid dei- spelen toe, marktkooplieden deden hun intrede bij de spelen, tal van ongewenschte toestanden slopen geleidelijk in. Ten tijde van de Hervor ming verminderden de Passiespelen overal, ook in Beieren, al bleef het land Katholiek. Het laatste steunpunt van de zuivere Passie spelen is Oberammergau gebleven. Men moet echter niet denken, dat pas in 1634 het eerste Passiespel in Oberammergau heeft plaats gevonden. In het jaar 1633 woedde de pest in de bergdorpen, daar gebracht door de soldaten van vreemden oorsprong, zoodat b.v. in Ober ammergau van de 600 inwoners er 84 aan de pest bezweken. Toen legde de gemeente in de kerk de gelofte af iedere tien jaar de schoone tragedie van het leven en sterven van den Christus op te voeren. De eerste opvoering vond na het wijken van de pest in 1634 plaats. Maar men begrijpe goed, dat de bewoners van Ober ammergau alleen maar een in die eeuwen reeds geregeld opgevoerd Passiespel beloofden iedere tien jaar met bijzonderen luister te herhalen. Het Passiespel te Oberammergau is van veel en veel ouderen datum, slechts de luisterrijke op voering is driehonderd jaar oud. In wezen was de toentertijd afgelegde belofte een soort betooging tegen de Hervorming, een vlucht terug naar God, een nieuwe Belijdenis tegenover de Roomsch-Katholieke Kerk, waarvan men in die dagen vermeende, dat zij bedreigd zou zijn door het latere Protestantisme. Het feitelijk gegeven van de Passiespelen te Oberammergau stamt uit een oud Mysteriespel van de 15e eeuw, afkomstig van het Rijksstift van de Heilige Ulrich en Afra te Augsburg. Reeds in de zestiende eeuw werd dit spel aangevuld met tooneelen van de hand van een dichter uit Augsburg, Sebastian Wild. In het jaar 1740 maakte pater Rosner een geheel nieuwe, verbeterde bewerking van het Passie spel, waarbij de woorden in klassieken versmaat werden gezet. Zoo bleef het spel een halve eeuw lang onveranderd. Maar in 1810 verbeterde pater Ottmar Weiss 1 de tooneelen en de tekst opnieuw, al liet hij de kern in wezen. De daarbij behoorende muziek is van den organist te Oberammergau uit het jaar 1820, Rochus Dedler, en van den stijl van Mozart. Een laatste correctie bracht de pastoor Daisenberger tusschen de jaren 1850 en 1860 aan. De bewoners van Oberammergau hebben dus wel redenen om trots te zijn op hun oude Passiespelen. Zij hebben eendrachtig weerstand geboden aan alle verlokkingen van Miinchen, l-NEZE rubriek mag zich in de steeds toe- nemende populariteit van de dames ver heugen. De huishoudelijke wenken en adviezen die hierin regelmatig voorkomen zullen de dames meerdere malen f 1.25 hebben doen besparen. Wij leggen op dit laatste den nadruk omdat een abonnement op DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT slechts f 1.25 per halfjaar bij vooruit betaling kost. GEO. OUDE GRACHT 88 HAARLEM TELEFOON 1 01 44 PRACTISCHE WENKEN Vilten hoeden lean men heel goed zelf reini gen. Men borstelt de hoed eerst grondig schoon en wrijft hem daarna met een schoon lapje, ge drenkt in lauw water en ammoniak. Zoodra het lapje vuil is, neemt men een nieuw en behandelt de hoed zoolang, totdat het doekje niet meer vuil wordt. Men moet het lapje echter niet al te nat maken, daar de hoed daardoor zijn model zou verliezen. Elastiekjes, die men om kleine pakjes doet, moeten zuinig bewaard worden; zij kunnen allerlei goede diensten bewijzen en b.v. om het cellophaan-papier gedaan worden, dat jampotjes afsluit. Indien bij een groote kamerbeurt cretonne of glasgordijnen opgebonden moeten worden, ge bruikt men hiervoor eventueel deze elastiekjes, die trouwens de pakjes boterhammen, die men aan de kinderen medegeeft, ook stevig bijeen houden. Losgelaten messen kan men weer in de heften bevestigen door fijne hars te vermengen met fijn krijt, hiermede de opening van het heft vullen, dan het lemmet in den oven of tusschen een tang boven het vuur sterk verhitten en zoo beet mogelijk in het vulsel steken, dat daardoor smelten moet. Men moet het lemmet stevig aandrukken en goed op zijn plaats wringen. Om motten te verdrijven wordt het volgende aanbevolen. In kasten, welke veel gebruikte kledings stukken bevatten, moet men juchtlederen voor werpen opbergen en bij gebrek hieraan bij een leerhandelaar stukjes afval van genoemd leer koopen. De reuk van echt juchtleder houdt de motten uit uw kasten en heelt tevens het voordeel jaren lang stand te houden. Tapijten beveiligt men tegen motten door deze veel en lang met den stofzuiger te be werken. Heeft een mot onverhoopt toch kans gezien haar eitjes op deze onwelkome plaatsen te deponeeren, dan neemt men natte doeken, legt deze op de .apijten en strijkt er over met een héét strijkijzer. De damp, die hierdoor ont wikkeld, doodt Mevrouw Mot en haar na geslacht. Glas-etiketten. Etiketten met een stijfselpapje op glazen ge plakt, trekken muizen aan. Men gebruike daarom beter lijm of liever nog versch eiwit. Het eiwit wordt dan tot schuim geklopt, waarmede de etiketten door middel van een penseeltje be streken worden. Met een schoone doek worden ze op de ruiten gedrukt. Eenmaal gedroogd, laten de etiketten niet meer los, ook al is de plaats vochtig. EEN POPJE VAN WOL. Noodig plm. 60 gram vierdraadswol in een of andere zachte tint, een stuk karton, van onge veer 20 c.M. lang, een kaartje zwarte stopwol en binnen in een klein piepend muisje, dat men in iederen speelgoedwinkel koopen kan. Het kan evengoed iets anders zijn, dat een geluidje geeft als men erop drukt. Men begint de wol in de lengte om het karton te winden, tot men bijna alle wol heeft ver bruikt, daarna neemt men een draad en houdt de wol aan den onderkant zoolang bijeen, schuift de draden voorzichtig van het karton, zóó dat zij niet door elkander komen en windt op 2% c.M. van één der kanten een draad eenige malen stijf er omheen om een hals te vormen. De draad aan den onderkant wordt verwijderd en een klein bosje draadjes wordt aan beide zijden van den hals apart genomen en aan den onderkant omwonden, waardoor de pols en handen ontstaan. De muis wordt binnen in de wol gedaan, en een wollen draad eenige malen om het middel gebonden, de beenen worden aan den onderkant met wol omwonden en daarna uitgeklopt, zoo dat de wol uit gaat staan. Het haar maken we van de Fransche knoopjes, van de zwarte stopwol, evenals de oogen, neus, MODERNE JAPON No. 3039. Effen stof met een garneering van geruite tafzijde geeft deze japon een zeer modern aanzien. Wil men het geheel alleen van stof maken.' dan volge men ;t voorbeeld, dat rechts is aangege ven. De rok bestaat uit zes smalle bü- nen, waarvan de middelste naden aan vóór- en ach terbaan een waaie: plooi hebben, om de onderwijdte te vergrooten. Het bovengedeel te van de pas geeft een rechte lijn, die over den boven arm valt; terwijl de mouw aan den bovenkant eenige plooitjes heeft, die aan de binnenzijde worden ingestikt Naar verkiezing kan het bovenste deel apart gemaakt worden en met 'n drukknoop onder da strik sluiten. Patronen in alle maten kunnen aange vraagd worden onder nr. 3039. -m- Roereieren kan men op zuinige wijze be reiden, indien men er eenige lepels paneer meel bij voegt en wat geraspte kaas. Het gerecht maakt dan veel meer uit, is smake lijker en voedzamer. Melk kan niet overkoken, indien men di bovenrand met spekzwoerd besmeert. He zuur worden voorkomt men in warme dagen indien men een dessertlepel zout op 1 litei liter melk bij het koken toevoegt. VOOR ONZE LEZERESSEN. Patronen worden toegezonden na overschrij ving van ƒ0.58 op postrekening 62626 van den Modedienst Den Haag oi na inzending per postwissel of in postzegels aan de Mode redactrice. Roelofstraat 109 Den Haag. Ge wenschte maat en nummer ooral duidelijk ver mei. :i. mond en wenkbrauwen, terwijl wij in het midden van het lijfje een rijtje knoopjes imiteeren. Men ziet, zoo'n wollen popje is in een wip te maken en bijzonder geschikt voor baby's. Voor de grootere meisjes van drie tot vijf jaar is een poppenfamilie van wol, bestaande uit: vader, moeder en twee of drie kinderen, een geschenkje, dat bijzonder in den smaak valt en niet veel kost. Men kan b.v. wolresten van ver schillende kleuren voor de poppetjes verwerken en deze tevens in verschillende grootten maken. Vader Pop het grootst, moeder iets kleiner, b.v.- 20 a 18 c.M. en de kinderen 12, 10 en 8 c.M., terwijl de moeder-pop dan nog een klein baby popje in de armen kan krijgen, dat met een draadje wol gehecht wordt. de Passiespelen op het tooneel in de Beiersche hoofdstad-op te voeren. Zij blijven hun eigen dorp getrouw! Gedurende de eerste tweehonderd jaar vonden de Passiespelen plaats op het kerkhof te Ober ammergau. Maar in 1834 werd het tooneel der opvoering verplaatst naar het begin van het eigenlijke dorp Oberammergau, waar later de groote hal verrees. Die toestand is tot heden onveranderd ge bleven. En dit jaar zal men daar het driehonderd jarig bestaan der wereldberoemde Passiespelen te Oberammergau herdenken! Ondertrouwd: Jac. Westerlaken en G. D. Mooser. Getrouwd: S. Degeling met J. T. Kosters; P. J. Luiten met H. M. Droog. Bevallen: J. MokCarstens d.; A. Duindam v. Deursen z.; A. ColletKruijff z.; A. C. Ver- donkschotDraijer z. Overleden: Ch. Huisman 74 j., geh. C. Hols- vooge; M. A. Kostka 66 j.; G. Wuister 76 j. Üfchiïtó II

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 5