DE VERSCHIJNING KE-VL€fJW TM FflJIX u TWEEDE BLAD. HET KORT VERHAAL Innerlijke gedachten komen in het gelaat tot uitdrukking De kunst van inkoopen Melk als voorjaarskuur Cl L No. 21. 25 MEI 1934. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 5 iet bijzonder om en bewonderd, te noemen, doch idag subliem spel tuk van Italiaan- ,Sechs Personen an heel andere ;t ons goed dat regeven, daar wij dezen bekwamen bewonderen. :n einen Autor" werkelijke leven neel kan worden moeten het dan lirecteur, die als dat het tooneel OT MAN ;n doovemansoor de pannekoeken, en, werden netjes innen vijf minuten de twee jongens, eggingen, konden Ic hadden ze zich door ELSA KAISER. De jonge baron Van Longreve had bij zijn huwelijk een aardig oud kasteeltje van zijn vader ten geschenke gekregen. Het lag welis waar erg afgelegen, op de grens van Noord- Brabant en België, te midden van heide en veen grond en bosschen, maar het zag er zeer poëtisch, romantisch en middeleeuwsch uit. Erik van Longreve en zijn vrouw Marianne waren er dan ook erg blij mee. Toen ze van de huwelijksreis terugkwamen, liepen ze vol verrukking achter den butler aan. Ze trokken door alle zalen, kamers en de bibliotheek, tot zelfs in de kelders ging men. De hooge schouwen, de gobelins, de wapen rustingen, de gebeeldhouwde trappen, diepe nissen en venstergaten in den toren, deden het jonge vrouwtje kreten van verrukking slaken. Haar boudoir, de bibliotheek, de heerenkamer, de danszaal en alle overige vertrekken waren streng in stijl gehouden, hoewel er de moderne gemakken niet ontbraken. „is er óók een spook?" vroeg de jonge chate laine den butler. Deze boog deftig, afgemeten en zeide: „Het spijt mij, mevrouw de barones, maar hier is géén spook aanwezig. Mag ik mevrouw de barones en meneer de baron verzoeken, een klein souper te gebruiken, dat zooeven in gereedheid is gebracht?" Toen de nachtwind geheimzinnig door de hooge hoornen van het park fluisterde, stond het jonge paar nog lang voor het geopende venster en genoot van het heerlijke schouwspel, een fan- tastischen, maanlichten nacht. „En tóch zou het heerlijk zijn, Erik, als we een spook hadden," zei Marianne en vleide zich licht huiverend tegen hem aan. „Een spook zou iets vertrouwelijks geven aan ons kasteel." Erik glimlachte. „De gewoonten van spoken zijn meestal niet erg vertrouwelijk, lieveling," zei hij, en trok de zware fluweelen gordijnen dicht. Nadat de jongelui volkomen in afzondering 3 maanden op hun kasteel hadden doorgebracht, meenden zij dat nu wel de tijd was gekomen om eens gasten te vragen. „We kunnen hun dan bedanken voor de geschenken", zei Marianne, glimlachend naar haar echtgenoot opziend. Enkele dagen later was het huis dan ook vól met gasten. Er waren bridge-tafeltjes in de groote zaal gezet en buiten op het terras werd gedanst. De butler had handen vol werk. Rijtoeren in den omtrek, allerlei leuke uit stapjes, picnicken werden voor de gasten ondernomen. Toen mén zoo een paar dagen bij elkaar was, kwam op een avond, juist toen één der oudste gasten zijn glas ophief om op het welzijn van het jonge paar te klinken, de butler achter Erik's stoel staan en fluisterde discreet: „Meneer de baron, in de hal wacht U Mr. Drummond." Een vroolijk „aha" ontsnapte den baron. George Drummond, zijn eenige schoolvriend, dien hij in vier jaar niet gezien had, zat nu beneden op hem te wachten. Met een verontschuldiging rees Erik op en zeide: „Sta mij toe, dat U even alleen blijft!" George staarde rustig naar de kolossale berenhuid die voor het haardvuur lag. Hij sprong op, toen Erik naast hem was. „Erik, beste kerel", en ze drukten elkanders hand. „Een verrassing, George, je logeert natuur lijk hier. Kom gauw mee, ik wil je aan mijn vrouw voorstellen en aan al de andere gasten. Waar was je al die jaren? Ik ben blij dat je gekomen bent." Pratend kwamen de vrienden in de eetzaal. Toen George Drummond aan de chatelaine en de gasten voorgesteld was en de plaats aan tafel had ingenomen, vertelde hij van zijn reis rond de wereld, die hij wel voor de helft per vliegtuig had afgelegd. Kolossaal vriend. Men tafelde dien avond lang. Intusschen had, de butler zich tevergeefs af gevraagd: „Waar moet die gast slapen?" Alle kamers waren bezet. Behalve die eene, in de torenkamer, geheel boven. Na het diner kwam hij bij den heer en mevrouw met dat voorstel. Drummond vond het best. „Ik slaap wel dichter bij den hemel", verklaarde hij lachend. Den anderen morgen echter, bemerkten de gasten aan het ontbijt reeds, dat Drummond af wezig was. Hij was lang niet meer zoo vroolijk als den avond tevoren. Hij zat stil en somber voor zich uit te staren. Hij deed niet mee met bridge, tennis, doch bleef stil zitten peinzen. Tevergeefs probeerde Erik George aan het praten te krijgen, doch ook dit gelukte hem niet. „Is er iets?" vroeg hij. „Neen, dank je, er is niets", weerde deze de belangstellende vragen af. Maar den derden dag na zijn aankomst, nam hij Erik bij zijn arm, trok hem mee over den gang en plantte hem in één van de diepe venster nissen en zei geheel onverwacht: „Erik ik ver trek nog vanavond." „Wat, wat zeg je", vroeg Erik verwonderd en teleurgesteld. George bleef zwijgen. „Hoor eens", begon Erik energiek, „we hebben nog nooit geheimen voor elkaar ge had, nu moet je mij zeggen wat er is." „Nu, goed dan", zei de ander en staarde met vermoeide oogen naar buiten. „Erik, ben jij wel eens in die torenkamer geweest?" „ja zeker, natuurlijk" zei Erik verwonderd. „Neen", klonk het ernstig, „ik bedoel, of je er wel eens een nacht in hebt doorgebracht?" „Neen, dat niet, maar waarom. hoezoo.. wilde Erik weten. „Wel", antwoordde George hem, „dan zou ik je aanraden het eens te doen of anders die kamer afsluiten." „ik zal het met Marianne bespreken", zei Erik. „Vandaag gaat Sir Archibald weer naar Londen terug, dan kan jij diens kamer krijgen. Dus dan blijf je." „Goed dan", stemde de ander toe. „Ik voel er meer voor samen een onderzoek in te stellen", zeide George ernstig. De geheele dag ging verder vroolijk voorbij en toen alle gasten zich des avonds in hun kamers hadden teruggetrokken, trokken deze twee vrienden ondanks herhaalde pogingen van Marianne om méé te mogen naar de geheim zinnige torenkamer. Marianne was vast besloten om niet naar bed te gaan eer Erik beneden was. Zwijgend gingen de beide heeren de nauwe wenteltrap opgingen het kleine kamertje binnen,zonder licht aan te doenen gingen zitten in de fauteuils die bij het venster stonden. „Nu moet je echter nog een poosje geduld hebben," zei George tot zijn vriend. „Ik werd altijd tegen drie uur in den nacht gewekt." Zwijgend zaten ze bij elkaar en keken uit in den nacht. Het was bijna volslagen donker, maar plotse ling begon er een licht te schemeren, en tóén... gebeurde het. Tegenover het venster, daar waar de duister nis het diepst was stond plotseling een ge raamte. Wit, onheilspellend, en buitengewoon groot, stond het daar, de holle oogkassen en het ontvleeschde gelaat waren van een huivering wekkende afschuwelijkheid. Langzaam hief het, als in een gebaar, den rechterarm op. De verschijning scheen naderbij te komenwerd grooter en grooter Erik slaakte een gesmoorden kreet en knipte het licht aan dat voor de tafel stond. Een hel wit licht viel door de porceleinen kap. De verschijning was verdwenen. De twee jongemannen keken elkaar ver schrikt aan. „Nu?" vroeg George. „Ja," zeide Erik, „dat zal ik morgen onder zoeken." „Ga nu vlug mee en neem de kamer van Sir Archibald." Beiden stonden op, verlieten snel het kleine vertrek, sloten de deur behoedzaam achter zich en gingen toen naar ieders kamer. Beneden zat Marianne, en glimlachte vaag, met bleeke lippen. Dien anderen morgen stelden George en Erik een onderzoek in. Er was niets te zien. Zwijgend en ontmoedigd gingen de beide mannen het park in, en kwamen aan het eind van hun landgoed. Een hooge toren, die bijna geheel uit glas bestond, rees voor hen op. Instinctmatig zagen de beide vrienden achter zich. Het venster van de torenkamer was juist boven de torenkamer zichtbaar. „Wat is dat voor een observatorium?" vroeg George. Erik antwoordde niet en deed nog een paar stappen naar voren en belde aan. Na eenige oogenblikken werd de deur ge opend door een heer die een lange witte dokters- jas droeg. Erik stelde zichzelf en zijn vriend voor. Daarna vroeg hij: „Woont U hier?" „Neen," antwoordde de onbekende, „ik ben de assistent van professor Zeegers. Ik woon hier niet." „Zouden wij den professor een oogenblikje mogen spreken?" „Het spijt me, de professor is er niet." Erik gaf zijn kaartje af, waarna de vrienden vertrokken. Een paar uur later kwam de butler met een kaartje van professor Zeegers. Erik ging zijn bezoeker eenige schreden tegemoet. Professor Zeegers, een man van middelbaren leeftijd, met aangename manieren, trad glim lachend het vertrek binnen. „Ik vrees, dat U komt klagen. Ik maak anthro- potomische studiënErik knikte en vertelde daarna de gebeurtenis van den nacht. „Juist, juist," gaf de professor toe. „Het spijt mij zeer, doch ik kan uit den aard mijner zaak mijn laboratorium moeilijk verplaatsen. Het geheel is zéér kostbaar geweest, en bovendien kan ik hier niet mede tiaar de stad verhuizen. Als U luiken voor het venster wilt aanbrengen, zult U géén last meer ondervinden en U zoudt mij daarmede tevens een grooten dienst bewijzen. De vorige bewoners van dit kasteel hebben me ook dikwijls heel wat onaangenaamheden be zorgd. Ik ben nog steeds in een onaangenaam proces met hen verwikkeld." Erik beloofde dadelijk voor een en .ander te zullen zorgdragen en met een handdruk scheid den de beide heeren. „Hè," zei Marianne des avonds tot haar man. „Wat was dat jammer, ik had zóó graag het spook gezien. Het is zoo romantisch en tenslotte blijkt alles maar een nuchter optisch verschijnsel te zijn." „Dat ben ik niet met je eens," zei Erik. „Heeft Schopenhauer niet gezegd: „De wereld is mijn verschijning," zou dan onze verschijning niet een astraal in zich hebbenDe wetenschap is enkel een paar schreden verder dan drie eeuwen geleden. We hebben verklaringen voor alles, verklaringen wat onze voorouders niet hadden, en dat is het eenige verschil." De bekende Engelsche portretschilder Sir William Orpen heeft eens gezegd: „Als ik een mooi gelaat zie, weet ik, dat goede gedachten hieraan ten grondslag liggen. Het gelaat van een mensch wordt door zijn gedachten gevormd." Sir W. Orpen heeft zeer zeker gelijk met dezen uitspraak. Niet alleen wint een leelijk gelaat door een mooi gedachtenleven en komt bij een mooi gelaat een onaangenaam karakter tot uitdrukking, doch de uitwerking van het innerlijke voelen gaat boven alles uit en vermag zelfs het gelaat geheel en al te doen veranderen. Deze persoonlijke schoonheid kan er niet als een kunstmatig vernisje opgelegd worden, doch moet in onze eigen ziel plooien. Er zijn menschen, die als het ware een ver- frisschenden wind doen waaien, als zij ons huis binnentreden. Waar zij ook komen, doet hun aanwezigheid weldadig aan, er gaat warmte van hen uit. Zij weten iets van hun eigen inner lijke mooie voelen te doen uitstralen op anderen. Moreele depressie of verstoordheid kan men duidelijk van een gelaat aflezen. De mondhoeken trekken naar beneden, het voorhoofd rimpelt en bij hen, die zich veel en spoedig aan dergelijke stemmingen overgeven blijven de sporen op het gelaat achter in den vorm van diepe groeven en wordt het weinig aantrekkelijker. Laten we van tijd tot tijd onzen spiegel ter hand nemen en ons eigen gezicht bestudeeren. Maar, wij moeten dit inzonderheid doen, indien wij minder vriendelijke gedachten koesteren of slecht geluimd zijn. Het schaadt ons niet het spiegelbeeld van ons eigen „Ik" in een dergelijke bui eens goed op te nemen, en denken wij er dan tevëns aan, dat zóó ons gelaat zal worden, indien wij ons door een minder goede stemming bij voortduring laten beheerschen. Wij moeten ons wellicht in spannen om ons tot vroolijk zijn te dwingen, wanneer iets tegen onze verwachting in ons teleurstelt, doch de toekomst zal die moeite ruimschoots loonen. Ons gelaat zal een veel prettiger uitdrukking krijgen, wanneer wij onze mondhoeken tot een lachje vormen. Vreugde en blijdschap zullen onze oogen een dieperen glans geven en zijn niet de oogen de spiegel der ziel? Het spreekt vanzelf, dat men niet steeds voortdurend lachend door het leven kan gaan, doch laten we dan toch trachten, de minder aangename dingen, die wij allen, zonder onderscheid moeten door maken, niet dadelijk van ons gelaat af te laten lezen. De koopkunst van de huisvrouw onder de loupe. Indien men ons, huisvrouwen, de vraag voor legt: „Hoe lang hebt gij noodig om b.v. een paar schoenen te koopen?", dan zult ge wellicht eenigszins verwonderd opkijken en deze vraag min of meer bespottelijk vinden. We vinden het vanzelfsprekend zoolang te zoeken en te passen, totdat wij een paar schoenen hebben gevonden, dat aan onze eischen voldoet. De bedrijfsleider van groote zaken vindt deze vraag echter minder overbodig, zelfs belangrijk, daar hiermede zijn winstpercentage gemoeid is. Stellen wij ons een zeer groot bedrijf voor met verschillende filialen, dan zullen de finan- ciëele uitkomsten veelal geheel verschillend zijn. In filiaal I heeft men 10 verkoopsters en filiaal II, dat geheel en al op denzelfden voet is inge richt, heeft eenzelfde aantal verkoopsters. Spoe dig echter bemerkt men, dat in de eerste zaak voldoende krachten aanwezig zijn, doch in de tweede komt men handen te kort om de klanten behoorlijk te bedienen. In deze laatste zaak spant men zich in zooveel men kan, doch kan niet'ieder bedienen zooals dit vereischt wordt en meerder personeel moet aangesteld worden. Het eigenaardige van het geval is, 'dat het aantal koopers in beide zaken ongeveer gelijk is. De bedrijfsleider nu zal zich in verbinding moeten stellen met een psychi-technisch bureau en hier om advies vragen. Na verloop van een maand zal, dank zij het deskundige onderzoek, het raadsel opgelost zijn en dank zij het gron dige onderzoek in verband met den tijd welke noodig is om tot een bepaalde keus te komen en dank zij de aanteekeningen van den gemiddelden tijdsduur kan er een overzicht gegeven worden, die zoowel mannen als vrouwen noodig hadden om hun keus op een paar schoenen te bepalen. Rekening wordt hierbij tevens gehouden met den welstand der menschen, die zeer zeker van invloed is. Uit de statistiek zal blijken, dat mannen ge middeld niet meer dan 5 paar schoenen voor den dag laten halen, alvorens hun keus te maken en dat zij hiermede in den regel in 15 minuten gereed zijn. Vrouwen echter hebben bijna een half uur noodig en laten zich ettelijke paren loonen In filialen, die in de betere wijken liggen, heeft men eveneens meer tijd noodig om te be slissen, dan in de volkswinkels en als curiositeit gaf de tabel nog aan, dat de vlugste verkoop niet meer dan 5 minuten vraagt, terwijl er zelfs klanten zijn, die een vol uur noodig hebben vóór zij een paar schoenen naar hun zin hebben gevonden. Niet dan na grondig onderzoek, en na liet aanteekening houden van alle mogelijke ge gevens is men tot het samenstellen dezer tabellen gekomen. Het resultaat van het onderzoek heeft dan ook FRAAI MODEL VAN FANTAS1ESTOF. Nr. 63451. Met toestemming van de redactie nemen wij uit het ..Practisch Modeblad een model over. dat speciaal voor zwaardere figuren geschikt is. De volledige beschrijving ervan vergt te vee: plaatsruimte, doch komt voor i.i genoemd blad, dat belangstellenden le zeressen door onze mo deredactrice op aanvrag kosteloos wordt toege zonden (Porto 6 et.). Het kiezen van een goed patroon door da mes met een meer ge zet figuur is altija moeilijk. Dit koinr ïoofdzakelijk daardoor, dat de buitenlandsch-- patronen, die hier in Holland verkrijgbaa. zijn. met onze Holland sche figuren in het ge heel geen rekening hou den. daar zij feitelijk ontworpen zijn voor de .smallere dames Gezette dames moe ten zooveel mogelij k modellen kiezen met revers, 'shawlkragen of punthalzen. Wijde pof mouwen en hoog aan gesloten hals zijn vol strekt uit den booze. De ceintuur moet smal zijn en liefst uit het zelfde materiaal zijn vervaardigd als de japon. De taillelijn dient 5 a 10 c.M. on der het middel geno men te worden. Hier mede wordt bij onder staande patronen reke ning gehouden. Wij raden onze leze ressen aqn. vooral groote motieven te ver mijden. daar effen stoffen het meest af- kleeden Alhoewel ook een offen weefsel voor deze japon, die speciaal voor gezette figuren is ontworpen, gekozen kan worden, werkt het model er toe mede, fantasiestof te kiezen. Het spreekt vanzelf, dat geen geruit dessin verwerkt moet wor den, doch een motief, dat in de lengte is aangebracht. De ,z.g. geribde weefsels, die als het ware aaneengesloten koordjes vormen, zijn voor deze japon eveneens geschikt Wollen zoowel ais zijden weefsels geven een goed klee dend geheel. De japon heef' schouderstukken, waaraan het lijfje gezet, dat aan de rechterzijde een schuin opgestikte pun- :e zien geeft. De chabot of volant kraag eindigt op taille hoogte terwijl ui1- de linker-zijnaad een smalle reep stof komt, die met de gesp aan het rechterpand gesloten wordt De rok heeft twee banen die midden-voor en achter ge deeltelijk opgestikte plooien te zien geven. Moderne mouw en klein ^stje in de halsuitsnijding van lichte zijde Patronen van deze bij uitstek voor gezette figuren ge schikte japon zijn verkrijgbaar in alle groote maten. O.i Is- dit model een van de successen van het seizoen. De prijt s slechts ƒ0.58. GOEDE KNIPPATRONEN. Patronen kunnen per brief aangevraagd worden met bijsluiting van 0.58 in postzegels aan de Moderedactrice van dit blad, Roelofsstraat 109 te 's-Gravenhage De patronen worden U tegelijk met een num mer van ons nieuwe Modeblad, waarin ongeveer 50 modellen zijn afgebeeld, toegezonden. Denkt U er vooral aan, de juiste maat en het nummer op te geven. 98 duidelijk aangegeven, dat de 'bedrijfsleider mef genoemde factoren wel dégelijk rekening moet houden en dat het aantal personeel varieert naar gelang van de ligging der filialen en de koop kracht in de verschillende stadswijken.' De finan- ciëele resultaten houden hiermede dan ook ten nauwste verband en het is dan ook niet te ver wonderen, dat de grootste zakenmenschen dank baar zijn, advies op psychotechnisch gebied te kunnen inwinnen, omdat zij hierdoor op weten schappelijke wijze advies kunnen verkrijgen, op welke wijze zij bezuinigingen aan kunnen brengen tot meerderen bloei hunner onder- nemin gen. Tegen bloedarmoede, bleekzucht, nieraandoe- ningen en vele andere kwalen en kwaaltjes is mierikswortel-melk zeer aan te bevelen. Men neemt twee eetlepels fijn geraspte mierikswortel, twee eetlepels honing, j/2 L. melk, die men met 25. gram amandelen heeft laten trekken gedurende een half uur, sap van een halve citroen. Alles voegt men bij de melk en laat het te zamen op een laag pitje nog een minuut of vijf trekken. Men verdeelt deze hoeveelheid over een dag en neemt hiervan telkens een half theekopje. lederen dag maakt men een versch aftreksel der verschillende ingrediënten. Bij nerveuze toestanden en keelpijn is honing- melk zeer aan te bevelen. Men lost een volle eetlepel honing op in j/2 L. warme melk. Bij verkoudheid en keelpijn drinkt men de melk warm, in andere gevallen koud. Ook citroenmelk is zeer aan te bevelen om het lichaam te zuiveren en zuren en slakken te doen verwijderen. Men legt een citroen in warm water gedurende eenige oogenblikken, waardoor men aanmerke lijk veel meer sap verkrijgt en perst hem daarna uit, voegt hierbij >/2 L.'versche melk en klopt zoolang totdat de melk gelijkmatig geronnen is. ONZE KEUKEN. Wat eten we deze week? Zondag: Juliennesoep, Gebraden haas, Appel moes, Aardappelen, Blanc manger. Maandag: Wortelsoep, Kalfsnierstuk, Bloem kool, Aardappelen, Dinsdag: Vleesch in schelpen, Soufflé van andijvie,- Aardappelpurée, Citroenvla. Woensdag: Runderlapjes, Worteltjes, Aard appelen, warm beschuitschoteltje. Donderdag: Varkenskarbonade, Gestoofde prei, Aardappelen, Gev. eierpaiineköeken. Vrijdag II: Selderijsoep, Kaasomelet, Witte bieten en andijvie, Aardappelen, Botersaus, Karnemelkpudding. Vrijdag II: Selderijsoep, Kaasommelet, Witte bobnen met tomatensaus, Aardappelen. Zaterdag: Stamppot van aardappelen met iookspek, Saffraan rijst. GEBRADEN HAAS. 1 Haas, 250 gram boter, zout en 2 d.L. roode wijn. Men kan den haas bij den poelier laten lar- deeren, doch het zelf eveneens doen. Men moet dan evenwel een lardeernaald hebben en 150 gram lardeerspek, dat men in dunne reepjes snijdt, die men op gelijke afstanden in het vleesch rijgt. Het lardeeren maakt het vleesch smakelijker, daar liet anders erg droog is. Het gemakkelijkst is' een haas in een z.g. hazenpan te braden, doch heeft men déze niet, dan gebruikt men een groote vleeschpan, waarbij men een goed passende deksel moet hebben. Men smelt de boter in de pan en is deze goed warm, dan komt de gezouten haas er in, die ongeveer 2 uur moet braden, en telkens gekeerd moet worden. Ziet men dat de jus te bruin wordt, dan doet men' er van tijd tot tijd een klein half kopje water bij, terwijl men het vleesch regelmatig met de jus moet bedruipen. Is het vleesch goed gaar, dan wordt de haas uit de pan genomen, en de jus verder met water en twee kopjes wijn afgemaakt. Veelal geeft de poelier het bloed bij den haas, en maakt men hiermede de jus af, terwijl dan evenwel wat water en 1 d.L. wijn worden bij gevoegd. Heeft men géén groote pan, waarin de haas in zijn geheel gebraden kan worden, dan is liet beste, dat hij vooraf in stukken wordt gesneden. Van eventueele resten maakt men hazenpeper. GEVULDE EIERPANNEKOEKEN. 200 gram zelfrijzend bakmeel, 2 eieren, plm. 3'/2 d.L. melk, zout, 75 gr. Sunmaid rozijnen, 2 zure appelen, 50 gram sucade. Men klopt nu de eieren met de melk en doet de bloem in een kom, voegt het zout bij en maakt een kuiltje in de bloem, waarin men een weinig van de vloeistof giet en dit van het midden uit met een houten lepel met de bloem vermengt. Telkens giet men weer wat vocht bij, totdat de bloem en melk met elkander vermengd zijn en een glad beslag is verkregen. De rozijnen, de aan kleine blokjes gesneden appelen, de ge snipperde sucade worden dooreen geroerd en op een bord gedaan. In de koekepan wordt een stukje boter ge smolten of een weinig slaolie warm' gemaakt en zóóveel beslag bijgevoegd, totdat de bodem be dekt is, hierop strooit men melange en dan giet men nogmaals beslag in de pan. Is de pannekoek lichtbruin dan wordt hij om gekeerd en aan de andere zijde gebakken, waarna de koeken op een schotel gestapeld worden, die in den oven geplaatst worden of op een pan, niet warm water gevuld, opdat zij goed wann opgediend kunnen worden. VOOR DE SMAAK. Voor roomborstplaat gebruikt men room in- plaats van water, terwijl men op 250 gr. suiker b.v. 15 gram poederchocolade neemt, die men eerst vermengt met de suiker. Voor koffie- borstplaat neemt men géén water, doch koffie. Men heeft noodig: een steelpannetje, een schoon kwastje, een beker water en een dikke breinaald. Men doet water en suiker in de steel pan, en brengt dit aan de kook, af en toe roerende, daarna draait men liet gas laag en veegt de kanten van het pannetje met een kwastje af, zoodat het suiker-schuim verwijderd wordt. De houten lepel maakt men eveneens schoon. Men blijft af en toe roeren, tot de suiker stroop de vereischte dikte heeft. Men kan zich hiervan overtuigen, door de dikke breinaald, die in den beker met water staat in de suikeroplossing te steken, en de aanhangende stroop met de vingers tot een samenhangend balletje te vormen. Men neemt daarna de pan van het vuur en roert zóólang tot de massa dof wordt, daarna giet men de massa in de met koud water afgespoelde ringen, die men op vetvrij papier heeft geplaatst. Is de borstplaat stijf, dan neemt men de ringen voorzichtig van het papier en laat de andere zijde drogen, waarna men de ringen losmaakt. SOUFFLE VAN ANDIJVIE. 4 struiken andijvie, 2 eieren, 25 gram bloem, 25 gram boter, 1 d.L. room, noot, zout, 1 d.L. groetitennat. Men maakt de andijvie schoon door de buitenste Ieelijke bladeren te verwijderen, snijdt en wasciit ze, waarna men ze opzet zonder water, doch met een weinig zout en bij het koken liet groentenwater zooveel mogelijk, Iaat verkoken. Is de andijvie gaar, dan doet men ze even op een vergiet en hakt ze daarna héél fijn. De boter wordt in een kleine pan gedaan, ge smolten, de bloem er doorgeroerd en het groentenwater en de room, waarna' men liet sausje 5 min. roerende door laat koken. Het laatst voegt men de fijn gehakte andijvie bij, zoo noodig nog zout en noot, de geklopte eierdooiers en het stijf geklopte eiwit. De massa wordt nu in een ingevet vuurvast schoteltje gedaan en gedurende 20 minuten in een matig warmen oven geplaatst! Bij liet opdienen, moet men zorgen, dat de soufflé niet neerslaat. PRACTI8CHE WENK Een heel eenvoudig middel om glimmende plekken te doen verdwijnen van kieedingstukken is liet leggen van een in water gedrenkte doek op de plaatsen en hierover heen met een warnr ijzer te persen, zoodat de damp van liet water opstijgt, daarna met een stevigen horstel af borstelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 7