T elefoongids
LCCSJES
MET DE FILMCAMERA OP DE LOER
SPORT
FILM NIEUWS
UW DRUKKERIJ
Hollywood in Japan.
De kleeding van den heer
des huizes.
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
grenzen heeft die niet overschreden kunnen
worden. Spel en werkelijkheid kan niet samen
gaan.
Herbert Hübner vertolkte de rol van den
vader, die eerst fluisterend optreedt en den
directeur vertelt wat zij wenschen en alras
maken wij kennis met de tragiek in deze men-
schenlevens, die a.h.w. in hun ellende aan elkaar
zijn gesmeed.
Wat een schitterend spel van Herbert Hübner
en Luise Rainer als zijn dochter in de salon van
Madame Pace.
Wat een griezelige figuur de zoon, een toon
beeld van ellende uitstekend weergegeven door
Herbert Berghof, hij die Maandag den uitbun-
digen Mortimer vertolkte.
Wat een luguber type Madame Pace van
Frieda Richard. En dan tenslotte de vertwijfeling
van den directeur, Hans Thimig. Waarlijk wij
achten het een voorrecht deze talentvolle acteurs
en actrices van dit ensemble te hebben mogen
zien spelen.
Op beide avonden bracht het van zijn zit
plaatsen opgerezen publiek Max Reinhardt en
zijn medewerkers een warme ovatie.
Wij hopen nog eens in de gelegenheid te zijn
zulk spel te kunnen aanschouwen.
N. Fr.
SCHOUWBURG JANSWEG.
Weldadigheids-Voorstelling „De Jantjes."
Wegens het zeer groote succes van de door
Haarlem's Tooneel gegeven voorstelling jan
Herman Bouber's bekende stuk „De Jantjes is
besloten Donderdag 31 Mei a.s. in den Schouw
burg Jansweg een derde voorstelling te geven,
waarvan de netto-opbrengst ten bate zal komen
van de Vereeniging tot bestrijding der tubercu
lose te Haarlem.
Voor deze voorstelling heeft zich een comité
van aanbeveling gevormd, waarin zitting hebben
genomen de heeren G. D. Gratama, Dr. L. C.
Kersbergen, Dr. M. Mauritz, Dr. S. J. van
Slooten, Dr. P. Ozinga, Dr. A. A. G. Land,
Robert Peereboom, J. B. Schuit, A. J. Meijerink
en Frank Arnoldi.
Plaatsbespreken is dringend aanbevolen, aan
gezien de schouwburg op 24 dezer uitverkocht
was.
Ongetwijfeld zal Haarlem's Tooneel op 31 Mei
ook weder voor een uitverkocht huis spelen,
temeer daar een ieder het edele streven van deze
uitstekend bekend staande tooneelvereeniging
zal willen steunen.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij
naar de advertentie in dit nummer.
WIELRENNEN.
Den tweeden Pinksterdag hebben wederom
op de wielerbaan te Heemstede interessante wed
strijden plaats gehad.
Reineveld en Metz wonnen met twee ronden
voorsprong den 60 K.M. koppelwedstrijd.
Van der Wulp won den eersten prijs in den
klassementwedstrijd over 10 K.M.
De Haarlemmer t>. van Dijk won den Heem-
stede-brassard in een achtervolgingsrace van
M. van Gelder.
De uitslagen luiden als volgt:
Sprintwedstrijd voor profs en onafhankelijken
over 1000 M.: 1. M. v. d. Leur, Delft; 2. Bou
quet, Amsterdam; 3. W. Metz, Haarlem.
Wedstrijden voor nieuwelingen over 6 K.M.
1. A. Wester, Haarlem; 2. F. Drost, Haarlem; 3.
R. Groot, Aerdenhout.
Achtervolgingswedstrijd over 4 K.M. om den
„Heemstede-Brassard" tusschen B. v. Dijk,
Haarlem en M. v. Gelder, Amsterdam. Van Dijk
won na 13 ronden.
Wedstrijden voor profs en onafhankelijken
over 10 K.M. in 5 klassen: 1. M. v. d. Wulp,
Amsterdam; 2. Fruitema, Haarlem; 3. J. Wild
schut, Den Haag.
Wedstrijd voor amateurs over 15 K.M.1. A.
Molendijk, Haarlem; 2. B. van Dijk, Haarlem; 3.
J. Homma, Amsterdam en 4. C. v. Loon,
Amsterdam.
Internationale koppelwedstrijd voor profs en
onafhankelijken over 60 K.M.:
1. W. Metz, HaarlemJ. Reineveld; 2. M. van
der LeurJ. Wildschut; 3. S. HoevenW. Bon-
gert, Amsterdam; 4. R. BrilmanH. Engelmoer;
5. De WolffStockelijnck, Brussel; 6. J. de
Ruis—B. Duiker; 7. D. Fabel—-N. K. Fruitema.
VOETBAL.
Uit het H.B.C.-kamp.
H.B.C. II heeft het op 2en Pinksterdag tegen
Vogelenzang 1 tot geen beslissing kunnen
brengen, al was het dan een beslissingswedstrijd
voor een blijvende plaats in de le klas der
D.H.V.B. Het werd 3—3.
Er zal dus nog eens een wedstrijd noodig zijn.
Of deze a.s. Zondag al gespeeld wordt, is heden
(Woensdagavond) nog niet bekend.
H.B.C. III schoot weer een weinigje naar de
bovenste plaats, door nu van T.Y.B.B. III met
20 te winnen. Of ze echter de degradatie ont-
loopen staat nog niet vast.
Er is sprake geweest, dat Volendam a.s. Zon
dag op bezoek zou komen bij H.B.C. I voor een
vriendschappelijke match.
Naar wij echter vernamen gaat H.B.C. a.s.
Zondag een propaganda-wedstrijd spelen in
Warmenhuizen tegen Santpoort. Dat kan een
mooie wedstrijd worden, daar Santpoort zeker
met wraakplannen rondloop over de smadelijke
20 nederlaag in de competitie en H.B.C. eens
wil toonen dat de training niet voor niets is.
Daar in het hooge Noord-Holland zullen de
bezoekers dus op een feilen strijd kunnen
rekenen.
Vooral een fairen strijd, hoor. Dat is de beste
propaganda!! F.
DUIVENSPORT.
Gevleugelde Vrienden, Heemstede.
Wedvlucht van Noyon (Frankrijk), 322 K.M.
In concours 108 duiven. Losgelaten 6.50 v.m.
De uitslag was:
1, 6, 9, 10 A. v. Zadel; 2, 8 A. Eveleens;
3, 19 A. Verdonschot Jr.; 4, 7, 20 L. J. Kramer;
5 H. A. Bouwmeester; 11, 14, 16, 18, 22 J. C.
Hoen; 12 Gebr. Laarman; 13 W. v. Huis; 15 N.
Leuven; 17 P. de Jong; 21 P. v. Egmond; 23, 24
G. v. Zanten.
Eerstgetoonde duif 10 uur 59 min. 45 sec.
Laatste prijswinnaar 11 uur 29 min. 25 sec.
A.s. Zondag wedvlucht van Compiège,
354 K.M.
ZWEMMEN.
HP.C.-NIEUWS.
Internationale wedstrijden in de zwemvijvers
van Groenendaal.
Aanstaande Zaterdag over één week, dus 9
Juni, krijgen we in Groenendaal prachtige zwem
wedstrijden te zien. De H.P.C. krijgt de B.S.V.
(Bremen) te gast. Deze club behoort zoowel op
zwem- als op pologebied tot een van de beste
van Duitschland. En die club komt in Heemstede.
Zoo krijgen we in Heemstede te zien twee
Europeesche kampioenen, n.l. Fischer en Küp-
pers. Fischer is de Duitsche kampioen en record
houder op de 100 M. vrije slag. Zijn tijd op
dezen afstand bedraagt 59.1 sec. Met zoo'n tijd
wordt hij zeker kampioen van Europa.
Küppers is de Duitsche kampioen en record
houder op de 100, 200 en 400 M. rugslag. Op
de 100 en 200 M. is hij zelfs de recordhouder
van Europa. Zijn record op de 100 M. rugslag
is slechts 1 sec. boven het wereldrecord. Met
zijn tijd over dezen afstand, n.l. 1 min. 8.8 sec.,
is hij op twee na de beste van de wereld. Ook
hij zal kampioen worden van Europa.
Met 16 man komen de Düitschers naar H.P.C.
Behalve Fischer en Küppers zijn er nog drie
andere zwemmers die Duitschland moeten ver
tegenwoordigen op de Europeesche kampioen
schappen in Maagdenburg in de ploeg aanwezig.
De schoolslagzwemmer van Bremen is wel is
waar niet zoo'n crack als Fischer en Küppers,
maar toch nog zoo goed om de beste van
Nederland te zijn.
De waterpoloploeg van de B.S.V. is veel
sterker als bijv. Poseidon (Köln) en deze won
onlangs nog van het „Kikvorschen"-team!
Wie zouden tegen zulke cracks moeten
zwemmen? H.P.C. heeft gedacht, om de beste
Nederlandsche zwemmers tegen de Düitschers te
laten starten.
Op de 100 M. schoolslag komen uit voor Ned.:
A. v. Kalken (D.J.K.) en P. Kruithoff (R.Z.C.).
Op de 100 M. rugslag St. Scheffer (D.J.K.) en
A. v. d. Meer (Z.C. „Haarlem") en op de
100 M. vrije slag C. v. Aelst (H.Z. en P.C.) en
onze clubgenoot B. Mooi.
Verder staat op het programma Holland
Duitschland 3 X 100 M. wisselslag-estafette. De
Hollandsche ploeg zal bestaan uit de drie Neder
landsche recordhouders, n.l. Scheffer, Kruithoff
en Mooi, terwijl de Duitsche ploeg op den
schoolslagzwemmer Rademacher na geheel
compleet fs.
Verder wordt er nog een demonstratie schoon-
springen gehouden door Mette (Het IJ) en
Dennebooin (A.Z. 1870).
Even vóór den waterpofo-wedstrijd H.P.C.
B.S.V. (Bremen) wordt verzwommen de 10 X
50 M. vrije slag estafette tusschen de Düitschers
en Kring Haarlem.
H.P.C.-leden, komt allen kijken.
Vrijdagavond a.s. speelt ons eerste een oefen
wedstrijd tegen de „Dolfijn", aan den Heiligen
Weg. Op 3 Juni a.s. doen ons eerste en tweede
zevental mee aan den nationalen polodag in
Utrecht.
In het Sportfondsenbad (Amsterdam) zal
B. Mooi deelnemen aan de wedstrijden van Het
IJ op 31 Mei a.s. Hij start op de 200 M. vrije
slag heeren tegen den recordhouder G. van
Voorst (A.Z. 1870).
Ons adspiranten-zevental (H.P.C. A) speelt
op Vrijdag 1 Juni om 7.30 uur tegen haar con
currente H.V.G.B. A, aan de Houtvaart. Even
later speelt ons zevende haar competitie-wed
strijd tegen H.V.G.B. 5, ook aan de Houtvaart
(Haarlem).
Hoe een filmjournaal in Nederland ontstaat.
Wij bezichtigen een filmfabriek.
Hindernissen voor den filmreporter.
ER ZIJN NOG EENIGE EXEM
PLAREN VOORRADIG VAN DE
VOOR DEN
BLOEMBOLLENHANDEL
a f 0.25 per stuk
Na storting van het bedrag op onze
postgirorekening No. 59525, zen
den wij U het exemplaar onmid
dellijk franco toe.
Administratie
Ged. Oude Gracht 88 - Haarlem
Opgericht 1783 Telef. 1014414079
Bij de ontwakende belangstelling
voor de Nederlandsche filmindustrie,
die Loe Barnstijn met zijn „De Jantjes"
heeft gewekt en die thans door de
Neco-film met „De Omweg" wel weer
opnieuw zal worden geprikkeld, leek
het ons van belang eens 'n uitgebreid
antwoord op de vraag te geven „Hoe
ontstaat ons Nederlandsch filmjour
naal?"
Gij filmliefhebbers en -sters, die, lui in een
clubfauteuil uitgestrekt, of met opgetrokken
knieën op een klapstoeltje gezeten, naar het
witte doek tuurt, wat trekt U eigenlijk naar de
bioscoop? Zijn het die schalksche oogen, die U
tegenlachen en het guitige mondje, dat zoete
melodietjes kweelt, zijn het de opwindende
klopjachten of de gruwelijke oorlogstafereelen,
die U koude rillingen bezorgen, zijn het mis
schien Betty Boop en Mickey Mouse, die U uw
zakdoek met lachtranen doorweeken; kortom
komt U hier om enkele uren te verwijlen in het
sprookjesparadijs der films, of interesseeren U
ook die brokken nuchtere werkelijkheid, die aan
iedere filmfantasie voorafgaan?
Wilt U ook weten „hoe"
Het is waar, wanneer wij uitgaan, trachten
wij liefst den alledag te vergeten in het rijk der
romantiek. Daarom beschouwen velen het film
journaal als een noodzakelijk kwaad, waarin zij
half mokkend en half duttend berusten. Voor
den modernen mensch echter is dit gedeelte van
het programma even belangrijk en onont-,
beerlijk als het dagelijksche nieuwsblad en
de radio-reportage. De menschelijke nieuws
gierigheid is nu eenmaal grenzeloos en groeit
nog met den tijd. In deze eeuw, waarin bijna
niets tot het onmogelijke behoort, nemen wij
niet eens meer genoegen met het gedrukte of
gesproken woord; zien en hooren willen wij
alle belangrijke gebeurtenissen, die we zelf niet
kunnen meemaken.
Wij zijn echter langzamerhand geneigd het
iets als vanzelfsprekends te beschouwen, dat de
wereld aan ons voorbijtrekt binnen het bestek
van een filmtheater, terwijl wij weinig aandacht
wijden aan de stille werkers die dit tot stand
brengen en de moeilijkheden, waarmee zij te
kampen hebben. En deze laatste zijn lang niet
denkbeeldig. Bij de reportage-films immers is de
wereld het tooneel en alle menschen zijn mede
spelers. Men kan geen verandering brengen in
de ensceneering, geen extra lichten inschakelen,
wanneer de zon afwezig is en geen enkele
scène herhalen. Ook hebben niet alle belangrijke
gebeurtenissen de vriendelijkheid om van te
voren aan te kondigen, wanneer ze zullen op
treden. Het werk van den filmreporter is daarom
in vele opzichten te vergelijken met dat van den
gewonen verslaggever; hij moet steeds gespitst
zijn op nieuwtjes, altijd paraat wezen om er
direct op uit te trekken en de menschen zooveel
mogelijk de sensaties te laten ondergaan, die
hij zelf beleeft.
Moeilijkheden bij de jacht op nieuws.
Het groote verschil tusschen beide is echter,
dat de dagbladreporter slechts rekening te
houden heeft met zichzelf, terwijl de filmverslag
gever niet alleen zijn oogen en ooren, maar ook
camera en microfoon goed den kost moet geven.
En dit is niet zoo eenvoudig. Het gaat er niet
om een reeks beelden en geluiden te verzamelen
aan de hand waarvan men later de geheele ge
beurtenis kan reconstrueeren, doch om een har
monisch geheel van voorstellingen en klanken te
verkrijgen, die een volledigen indruk geven van
het gebeurde. Niet de kwantiteit is hierbij hoofd
zaak, maar de kwaliteit. Duizend meter film,
die één voorval van alle kanten belicht, zou
misschien een belangrijk historisch document
kunnen zijn, maar tevens een patent slaap
middel; honderd meter echter, die de pakkendste
momenten weergeven en waarbij de geluiden de
gewenschte sfeer scheppen, diè „doen het 'm!"
Aan den cameraman en den sound-mixer is het
nu om de juiste combinatie te vinden. Hierbij
hebben zij echter geen uren den tijd om alle
effecten te probeeren, hoogstens enkele minuten
om te mixen.
Hoe doet het buitenland het?
In dit bedrijf doet zich misschien wel meer
dan in eenig ander het tempo van dezen tijd
gelden. Elke seconde is kostbaar, ieder daarvan
kan „de belangrijkste" zijn en geen ervan komt
ooit terug. De groote buitenlandsche film
maatschappijen als b.v. „Fox Movietone News"
en de „Ufa-Tonwoche" hebben overal agent
schappen, die direct alarm maken, zoodra er
iets belangrijks gebeurt. Een paar telefoontjes
zijn dan voldoende om een klein legertje van
operateurs, sound-mixers en diverse helpers te
mobiliseeren, dat, in de razende jacht op nieuws,
auto's noch vliegtuigen spaart. In Nederland
gaat dit natuurlijk wel iets eenvoudiger. Ten
eerste is ons grondgebied niet zoo groot, dat
het een uitgebreid net van agentschappen zou
rechtvaardigen en verder komen de „daverende
dingen" hier gewoonlijk niet zoo plotseling uit
de lucht gevallen, maar zijn te vinden in de
kolommen der nieuwsbladen. Dat de Neder
landers echter wel weten, wat tempo is, toonen
zij niet zoozeer door letterlijk achter
nieuwtjes aan te vliegen, als wel door snel werk
te leveren in de filmfabriek. Om een voor
beeld te noemen: bij den voetbalwedstrijd
BelgiëHolland, die te Antwerpen gespeeld
werd, kwamen de heeren verslaggevers 's avonds
ong. te 9 uur met de opnamen in de fabriek.
Den volgenden ochtend ong. 9 uur was 180 M.
film in verscheidene copieën gereed om onmid
dellijk naar diverse bioscopen verzonden te
worden, opdat ze nog dienzelfden middag kon
worden vertoond. En dit zonder dat iemand
zijn nachtrust er geheel bij had ingeboet!
Het fabrieksbedrijf.
Wat gebeurt er nu eigenlijk in een filmfabriek?
De firma Orion Profilti in Den Haag was zoo
vriendelijk ons en met ons den belangstellen
den lezer een kijkje te geven in haar bedrijf.
De jonge maatschappij heeft juist een nieuwe
fabriek in werking gesteld, romantisch gelegen
tusschen de eerste boomen van het Haagsche
Bosch. Een welwillend gids toonde zich de
technische leider. Volgen wij hem, dan komen
wij allereerst in het archief, waar duizenden
levens- en klankbeelden bewaard worden.
Vooral de laatste zijn voor eventueele aanvul
lingen van belang, want nietwaar: „l'histoire se
répète" en zeker in de wereld van het geluid.
Van hier gaat onze tocht langs diverse spoel
bakken, gefixeerd en gewasschen worden hier
de negatieven, om tenslotte in lange linten om
de droogwielen gewonden te worden. Deze
manipulaties zullen ieder, die iets omtrent het
ontwikkelen van fotografische beelden weet, wel
bekend zijn.
De teksten worden ingelascht.
In een kleine drukkerij worden de teksten ge
drukt, om naderhand op de filmband ingelascht
te worden. De beeld- en geluidsbanden worden
in een apart vertrekje gecontroleerd, waar men
tevens nagaat of ze met elkaar in overeen
stemming zijn. Tenslotte worden beelden en
klanken vereenigd op één band en deze wordt in
een kleine studio ter keuring afgedraaid. De
geheele fabriek is zooveel mogelijk volgens de
eischen des tijds ingericht, ofschoon men nog
niet overal de nieuwste toestellen en instru
menten heeft. Er is veel wat nog door menschen-
handen gedaan wordt en dat bij de allernieuwste
methodes uitsluitend aan machines wordt over
gelaten. Maar de maatschappij is begrijpe
lijkerwijze, gezien haar jeugd niet kapitaal
krachtig genoeg om de allermodernste machines
aan te schaffen; hetgeen trouwens niet loonend
zou zijn in dit betrekkelijk kleine afzetgebied.
Bovendien is het volslagen onnoodig en werkt
het bedrijf zóó uitstekend.
Een speciaal-opname-studio.
Veel zorg wordt besteedt aan den bouw van
een opname-studio, dat wel hoofdzakelijk voor
reclame-doeleinden zal worden gebruikt, maar
waar ook particulieren zich kunnen laten filmen.
Wie weet komen hier nog wel „sterren" aan
het licht! AI heeft Nederland dan nog geen Greta
Garbo's en Maurice Chevalier's voortgebracht,
de Nederlandsche filmindustrie heeft met
„De Jantjes" al een flinken stap in de goede
richting gedaan. Wat wij verder op dit gebied
kunnen presteeren, is voorloopig een open
vraag. De toekomst zal het uitwijzen.
De Bioscoop is een noodzakelijke
levensbehoefte.
Filmsterren zijn onbekend
Het „Gele gevaar" niet in de
film-industrie.
Japan doet tegenwoordig in bijna niets meer
onder voor de groote landen van Europa, en
zelfs niet voor Amerika. Met laatstgenoemd land
heeft het een grooten zin voor het practische
gemeen, die heel sterk tot uiting komt in de
film-industrie.
De film is langzamerhand één van de voor
naamste behoeften geworden van het Japansche
volk. De menschen zijn arm en talrijk, de bios
coop is bijna hun eenige ontspanning, vandaar
dan ook dat de films daar massaproducten ge
worden zijn. Massaproduct in alle opzichten: de
productie moet zoo goedkoop mogelijk zijn, ter
wijl er in een ongehoord groot aantal gerepro
duceerd wordt. Japan levert per jaar gemiddeld
duizend films!
Toch hoeft men voorloopig geen vrees te
koesteren, dat de Japansche filmindustrie de
Europeesche en Amerikaansche sterke concur
rentie zal aandoen, althans niet bij het blanke
publiek. De Japansche film is in onze oogen
een zeer primitief kunstwerk, voor zoover er
überhaupt van kunst sprake is. Om de productie
zoo goedkoop mogelijk te houden, werkt men
vaak met minderwaardige middelen. Het grootste
deel der spelers zijn n.l. werkloozen, of komen
voort uit arbeidskazernen, waar het armste deel
der bevolking woont. Met hun oorspronkelijke
beroep wordt geen rekening gehouden. Iedere
kapper, slager of mandenvlechter is gelukkig,
wanneer hij voor een gulden per dag bij de film
kan komen. Natuurlijk zijn het dan grootendeels
figuranten en die treden geheel op den achter
grond. Zij vormen slechts een entourage voor
de sterren en hun handelingen. Men moet zich
echter niet voorstellen, dat een Japansche ster
veel gemeen heeft met zijn Amerikaansche of
Europeesche filmbroedërs. Hij is een goede
speler en dat is alles. Hij verdient een honderd
of tweehonderd gulden per maand en moet per
jaar in ongeveer 100 filmen spelen. Het publiek
apprecieert zijn prestaties zeker, maar stelt die
ondergeschikt aan het stuk zelf. Na een bezoek
aan de bioscoop heeft men het in Japan ook niet
over de spelers, maar over den auteur en den
inhoud van het stuk. Vandaar dan ook, dat de
diverse filmhelden en filmheldinnen daar niet
hoogelijk vereerd worden en autogramjagers
vrijwel niet voorkomen.
Ook de inhoud en de handeling der stukken
zijn zeer primitief. Meestal heeft men oude Ja
pansche sagen en legenden als onderwerp, maar
ook sportfilms zijn tegenwoordig zeer geliefd.
Daar de soldatenstand daar hoog in aanzien is,
is het niet mogelijk om militaire humoresken op
te voeren. De blijspelen handelen in een burger
lijk milieu of op het platte land.
Het Japansche publiek stelt verder heel be
scheiden eischen aan de aankleeding van het
tooneel. De coulissen zijn altijd erg primitief en
worden onveranderd voor verscheidene filmen
gebruikt.
Alles bij elkaar genomen hoeven wij in de
film-industrie voorloopig zeker niet bang te zijn
voor het „gele gevaar". De Japansche film is
en blijft nog een curiositeit, die men één hoog
stens twee keer gaat zien.
NOG EENS: DE PLASTISCHE FILM.
Zal het „witte doek" verdwijnen?
In Frankfort aan den Main werd onlangs voor
een uitgelezen kring van vakmenschen een
nieuwe uitvinding van professor Kogel uit Karls
ruhe gedemonstreerd, die een oplossing zou be-
teekenen voor het in de filmindustrie nog steeds
actueele probleem van de plastische film.
Prof. Kogel heeft zich in het geheel niet met
de apparaten bemoeid, noch met die voor de
opname, noch met die voor de weergave. Hij
heeft een verandering aangebracht in het
projectievlak. Inplaats van het tot nog toe ge
bruikte „witte doek" maakt hij gebruik van een
op een bijzondere wijze geconstrueerde nikkelen
oppervlakte. Met behulp hiervan wordt het beeld
naar verschillende kanten gereflecteerd, zoodat
het daardoor voor het menschelijk oog plastisch
zichtbaar wordt. Het moet een buitengewoon
diepen indruk gemaakt hebben op de gasten, die
de voorstelling bijwoonden. Evenwel zullen wij
eerst moeten afwachten of deze uitvinding
werkelijk een doorslaand succes zal hebben
voordat wij aan de practische waarde ervan
gelooven.
PEER GYNT VERFILMD.
Een uit Duitsche, Fransche, Engelsche en
Zweedsche filmproducenten bestaande groep
heeft met de erfgenamen van den bekenden
dichter Ibsen een contract gesloten tot de ver
filming van „Peer Gynt". Over de bezetting in
de verschillende versies wordt nog onderhandeld.
Naar men zegt is er veel kans op dat Douglas
Fairbanks Jr. de titelrol zal spelen in de
Engelsche versie.
ALEXANDER KORDA VERFLIMT NIJINSKY.
Alexander Korda is de regisseur, die met zijn
film „zes vrouwen en een koning" met een slag
het middelpunt der belangstelling geworden is.
Als volgend onderwerp heeft hij nu het leven
van den grooten Russischen danser Waslaw
Nijinsky gekozen. Zooals te voorzien was, wil
hij niet scheiden van den filmspeler, die hem als
Hendrik de Achtste zooveel geluk gebracht heeft,
zoodal Charles Laughton waarschijnlijk weer
zal moeten meespelen. Hij krijgt dan de ge
wichtige rol van Diaghilews, den tegenspeler
van Nijinsky.
CHARLIE CHAPLIN ALS REGISSEUR.
Binnenkort zal er een nieuwe film uitgegeven
worden, waaraan ook Charlie Chaplin zijn
medewerking zal verleenen. Hij zal hierin echter
niet optreden in de hoofdrol, doch als regisseur
werkzaam zijn. De vrouwelijke hoofdrol in deze
film, die de veelbelovende titel „De vrouw van
Parijs" draagt, zal gespeeld worden door Pail
lette Goddard. Ook verder heeft Charlie Chaplin
grootsche plannen. Hij wil n.l. een aanvang
maken met een film, die het leven van Napoleon
beschrijven zal.
In het voorjaar gaan de kleuren in de natuur
van de donkere tinten over naar het mooie
zachte groen, dat het oog en hart zoo weldadig
aandoet in al zijn teere schakeeringen.
Ook de kleeding van de heeren, die den ge-
heelen winter donker was, gaat over in lichte
nuances, waarbij vooral beige en grijs van
donker tot licht de aandacht zullen vragen.
Wie rekening moet houden met zijn beurs en
niet meer dan één costuum kan aanschaffen,
doet het beste zijn keus te bepalen op effen
stoffen. De industrie op het gebied van heeren-
stoffen heeft echter ook mooie ruiten gefabri
ceerd, die weinig van de hoofdkleur verschillen,
doch door een donkeren draad worden aan
gegeven; ook deze stoffen zijn zeer geschikt
om veel gedragen te worden.
In het oog vallende strepen of ruiten zijn
slechts dan aan te raden, indien men over
meerdere costuums beschikt.
Donkerblauw staat altijd keurig en gekleed,
doch jammer genoeg is het niet practisch in
het dragen, omdat men er alles op ziet.
Gezette heeren en zij, die meer op leeftijd
komen, doen het beste, stof te kiezen, die weinig
in het oog valt.
Door het aanbrengen van een passend over
hemd en mooie das breekt men de somberheid
van het geheel. Deze beide laatste dragen er
zeer toe bij om den persoon in questie een
gedistingeerd aanzien te geven en hieraan kan
dan ook niet genoeg zorg besteed worden.
Men ziet bij de gekleurde overhemden veel
meer dan voorheen bijpassende boorden dragen,
echter niet meer de lage modellen, maar de
hoogere, die stijf gestreken worden.