T elefoongids LCCSJES MET DE FILMCAMERA OP DE LOER SPORT FILM NIEUWS UW DRUKKERIJ Hollywood in Japan. De kleeding van den heer des huizes. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT grenzen heeft die niet overschreden kunnen worden. Spel en werkelijkheid kan niet samen gaan. Herbert Hübner vertolkte de rol van den vader, die eerst fluisterend optreedt en den directeur vertelt wat zij wenschen en alras maken wij kennis met de tragiek in deze men- schenlevens, die a.h.w. in hun ellende aan elkaar zijn gesmeed. Wat een schitterend spel van Herbert Hübner en Luise Rainer als zijn dochter in de salon van Madame Pace. Wat een griezelige figuur de zoon, een toon beeld van ellende uitstekend weergegeven door Herbert Berghof, hij die Maandag den uitbun- digen Mortimer vertolkte. Wat een luguber type Madame Pace van Frieda Richard. En dan tenslotte de vertwijfeling van den directeur, Hans Thimig. Waarlijk wij achten het een voorrecht deze talentvolle acteurs en actrices van dit ensemble te hebben mogen zien spelen. Op beide avonden bracht het van zijn zit plaatsen opgerezen publiek Max Reinhardt en zijn medewerkers een warme ovatie. Wij hopen nog eens in de gelegenheid te zijn zulk spel te kunnen aanschouwen. N. Fr. SCHOUWBURG JANSWEG. Weldadigheids-Voorstelling „De Jantjes." Wegens het zeer groote succes van de door Haarlem's Tooneel gegeven voorstelling jan Herman Bouber's bekende stuk „De Jantjes is besloten Donderdag 31 Mei a.s. in den Schouw burg Jansweg een derde voorstelling te geven, waarvan de netto-opbrengst ten bate zal komen van de Vereeniging tot bestrijding der tubercu lose te Haarlem. Voor deze voorstelling heeft zich een comité van aanbeveling gevormd, waarin zitting hebben genomen de heeren G. D. Gratama, Dr. L. C. Kersbergen, Dr. M. Mauritz, Dr. S. J. van Slooten, Dr. P. Ozinga, Dr. A. A. G. Land, Robert Peereboom, J. B. Schuit, A. J. Meijerink en Frank Arnoldi. Plaatsbespreken is dringend aanbevolen, aan gezien de schouwburg op 24 dezer uitverkocht was. Ongetwijfeld zal Haarlem's Tooneel op 31 Mei ook weder voor een uitverkocht huis spelen, temeer daar een ieder het edele streven van deze uitstekend bekend staande tooneelvereeniging zal willen steunen. Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij naar de advertentie in dit nummer. WIELRENNEN. Den tweeden Pinksterdag hebben wederom op de wielerbaan te Heemstede interessante wed strijden plaats gehad. Reineveld en Metz wonnen met twee ronden voorsprong den 60 K.M. koppelwedstrijd. Van der Wulp won den eersten prijs in den klassementwedstrijd over 10 K.M. De Haarlemmer t>. van Dijk won den Heem- stede-brassard in een achtervolgingsrace van M. van Gelder. De uitslagen luiden als volgt: Sprintwedstrijd voor profs en onafhankelijken over 1000 M.: 1. M. v. d. Leur, Delft; 2. Bou quet, Amsterdam; 3. W. Metz, Haarlem. Wedstrijden voor nieuwelingen over 6 K.M. 1. A. Wester, Haarlem; 2. F. Drost, Haarlem; 3. R. Groot, Aerdenhout. Achtervolgingswedstrijd over 4 K.M. om den „Heemstede-Brassard" tusschen B. v. Dijk, Haarlem en M. v. Gelder, Amsterdam. Van Dijk won na 13 ronden. Wedstrijden voor profs en onafhankelijken over 10 K.M. in 5 klassen: 1. M. v. d. Wulp, Amsterdam; 2. Fruitema, Haarlem; 3. J. Wild schut, Den Haag. Wedstrijd voor amateurs over 15 K.M.1. A. Molendijk, Haarlem; 2. B. van Dijk, Haarlem; 3. J. Homma, Amsterdam en 4. C. v. Loon, Amsterdam. Internationale koppelwedstrijd voor profs en onafhankelijken over 60 K.M.: 1. W. Metz, HaarlemJ. Reineveld; 2. M. van der LeurJ. Wildschut; 3. S. HoevenW. Bon- gert, Amsterdam; 4. R. BrilmanH. Engelmoer; 5. De WolffStockelijnck, Brussel; 6. J. de Ruis—B. Duiker; 7. D. Fabel—-N. K. Fruitema. VOETBAL. Uit het H.B.C.-kamp. H.B.C. II heeft het op 2en Pinksterdag tegen Vogelenzang 1 tot geen beslissing kunnen brengen, al was het dan een beslissingswedstrijd voor een blijvende plaats in de le klas der D.H.V.B. Het werd 3—3. Er zal dus nog eens een wedstrijd noodig zijn. Of deze a.s. Zondag al gespeeld wordt, is heden (Woensdagavond) nog niet bekend. H.B.C. III schoot weer een weinigje naar de bovenste plaats, door nu van T.Y.B.B. III met 20 te winnen. Of ze echter de degradatie ont- loopen staat nog niet vast. Er is sprake geweest, dat Volendam a.s. Zon dag op bezoek zou komen bij H.B.C. I voor een vriendschappelijke match. Naar wij echter vernamen gaat H.B.C. a.s. Zondag een propaganda-wedstrijd spelen in Warmenhuizen tegen Santpoort. Dat kan een mooie wedstrijd worden, daar Santpoort zeker met wraakplannen rondloop over de smadelijke 20 nederlaag in de competitie en H.B.C. eens wil toonen dat de training niet voor niets is. Daar in het hooge Noord-Holland zullen de bezoekers dus op een feilen strijd kunnen rekenen. Vooral een fairen strijd, hoor. Dat is de beste propaganda!! F. DUIVENSPORT. Gevleugelde Vrienden, Heemstede. Wedvlucht van Noyon (Frankrijk), 322 K.M. In concours 108 duiven. Losgelaten 6.50 v.m. De uitslag was: 1, 6, 9, 10 A. v. Zadel; 2, 8 A. Eveleens; 3, 19 A. Verdonschot Jr.; 4, 7, 20 L. J. Kramer; 5 H. A. Bouwmeester; 11, 14, 16, 18, 22 J. C. Hoen; 12 Gebr. Laarman; 13 W. v. Huis; 15 N. Leuven; 17 P. de Jong; 21 P. v. Egmond; 23, 24 G. v. Zanten. Eerstgetoonde duif 10 uur 59 min. 45 sec. Laatste prijswinnaar 11 uur 29 min. 25 sec. A.s. Zondag wedvlucht van Compiège, 354 K.M. ZWEMMEN. HP.C.-NIEUWS. Internationale wedstrijden in de zwemvijvers van Groenendaal. Aanstaande Zaterdag over één week, dus 9 Juni, krijgen we in Groenendaal prachtige zwem wedstrijden te zien. De H.P.C. krijgt de B.S.V. (Bremen) te gast. Deze club behoort zoowel op zwem- als op pologebied tot een van de beste van Duitschland. En die club komt in Heemstede. Zoo krijgen we in Heemstede te zien twee Europeesche kampioenen, n.l. Fischer en Küp- pers. Fischer is de Duitsche kampioen en record houder op de 100 M. vrije slag. Zijn tijd op dezen afstand bedraagt 59.1 sec. Met zoo'n tijd wordt hij zeker kampioen van Europa. Küppers is de Duitsche kampioen en record houder op de 100, 200 en 400 M. rugslag. Op de 100 en 200 M. is hij zelfs de recordhouder van Europa. Zijn record op de 100 M. rugslag is slechts 1 sec. boven het wereldrecord. Met zijn tijd over dezen afstand, n.l. 1 min. 8.8 sec., is hij op twee na de beste van de wereld. Ook hij zal kampioen worden van Europa. Met 16 man komen de Düitschers naar H.P.C. Behalve Fischer en Küppers zijn er nog drie andere zwemmers die Duitschland moeten ver tegenwoordigen op de Europeesche kampioen schappen in Maagdenburg in de ploeg aanwezig. De schoolslagzwemmer van Bremen is wel is waar niet zoo'n crack als Fischer en Küppers, maar toch nog zoo goed om de beste van Nederland te zijn. De waterpoloploeg van de B.S.V. is veel sterker als bijv. Poseidon (Köln) en deze won onlangs nog van het „Kikvorschen"-team! Wie zouden tegen zulke cracks moeten zwemmen? H.P.C. heeft gedacht, om de beste Nederlandsche zwemmers tegen de Düitschers te laten starten. Op de 100 M. schoolslag komen uit voor Ned.: A. v. Kalken (D.J.K.) en P. Kruithoff (R.Z.C.). Op de 100 M. rugslag St. Scheffer (D.J.K.) en A. v. d. Meer (Z.C. „Haarlem") en op de 100 M. vrije slag C. v. Aelst (H.Z. en P.C.) en onze clubgenoot B. Mooi. Verder staat op het programma Holland Duitschland 3 X 100 M. wisselslag-estafette. De Hollandsche ploeg zal bestaan uit de drie Neder landsche recordhouders, n.l. Scheffer, Kruithoff en Mooi, terwijl de Duitsche ploeg op den schoolslagzwemmer Rademacher na geheel compleet fs. Verder wordt er nog een demonstratie schoon- springen gehouden door Mette (Het IJ) en Dennebooin (A.Z. 1870). Even vóór den waterpofo-wedstrijd H.P.C. B.S.V. (Bremen) wordt verzwommen de 10 X 50 M. vrije slag estafette tusschen de Düitschers en Kring Haarlem. H.P.C.-leden, komt allen kijken. Vrijdagavond a.s. speelt ons eerste een oefen wedstrijd tegen de „Dolfijn", aan den Heiligen Weg. Op 3 Juni a.s. doen ons eerste en tweede zevental mee aan den nationalen polodag in Utrecht. In het Sportfondsenbad (Amsterdam) zal B. Mooi deelnemen aan de wedstrijden van Het IJ op 31 Mei a.s. Hij start op de 200 M. vrije slag heeren tegen den recordhouder G. van Voorst (A.Z. 1870). Ons adspiranten-zevental (H.P.C. A) speelt op Vrijdag 1 Juni om 7.30 uur tegen haar con currente H.V.G.B. A, aan de Houtvaart. Even later speelt ons zevende haar competitie-wed strijd tegen H.V.G.B. 5, ook aan de Houtvaart (Haarlem). Hoe een filmjournaal in Nederland ontstaat. Wij bezichtigen een filmfabriek. Hindernissen voor den filmreporter. ER ZIJN NOG EENIGE EXEM PLAREN VOORRADIG VAN DE VOOR DEN BLOEMBOLLENHANDEL a f 0.25 per stuk Na storting van het bedrag op onze postgirorekening No. 59525, zen den wij U het exemplaar onmid dellijk franco toe. Administratie Ged. Oude Gracht 88 - Haarlem Opgericht 1783 Telef. 1014414079 Bij de ontwakende belangstelling voor de Nederlandsche filmindustrie, die Loe Barnstijn met zijn „De Jantjes" heeft gewekt en die thans door de Neco-film met „De Omweg" wel weer opnieuw zal worden geprikkeld, leek het ons van belang eens 'n uitgebreid antwoord op de vraag te geven „Hoe ontstaat ons Nederlandsch filmjour naal?" Gij filmliefhebbers en -sters, die, lui in een clubfauteuil uitgestrekt, of met opgetrokken knieën op een klapstoeltje gezeten, naar het witte doek tuurt, wat trekt U eigenlijk naar de bioscoop? Zijn het die schalksche oogen, die U tegenlachen en het guitige mondje, dat zoete melodietjes kweelt, zijn het de opwindende klopjachten of de gruwelijke oorlogstafereelen, die U koude rillingen bezorgen, zijn het mis schien Betty Boop en Mickey Mouse, die U uw zakdoek met lachtranen doorweeken; kortom komt U hier om enkele uren te verwijlen in het sprookjesparadijs der films, of interesseeren U ook die brokken nuchtere werkelijkheid, die aan iedere filmfantasie voorafgaan? Wilt U ook weten „hoe" Het is waar, wanneer wij uitgaan, trachten wij liefst den alledag te vergeten in het rijk der romantiek. Daarom beschouwen velen het film journaal als een noodzakelijk kwaad, waarin zij half mokkend en half duttend berusten. Voor den modernen mensch echter is dit gedeelte van het programma even belangrijk en onont-, beerlijk als het dagelijksche nieuwsblad en de radio-reportage. De menschelijke nieuws gierigheid is nu eenmaal grenzeloos en groeit nog met den tijd. In deze eeuw, waarin bijna niets tot het onmogelijke behoort, nemen wij niet eens meer genoegen met het gedrukte of gesproken woord; zien en hooren willen wij alle belangrijke gebeurtenissen, die we zelf niet kunnen meemaken. Wij zijn echter langzamerhand geneigd het iets als vanzelfsprekends te beschouwen, dat de wereld aan ons voorbijtrekt binnen het bestek van een filmtheater, terwijl wij weinig aandacht wijden aan de stille werkers die dit tot stand brengen en de moeilijkheden, waarmee zij te kampen hebben. En deze laatste zijn lang niet denkbeeldig. Bij de reportage-films immers is de wereld het tooneel en alle menschen zijn mede spelers. Men kan geen verandering brengen in de ensceneering, geen extra lichten inschakelen, wanneer de zon afwezig is en geen enkele scène herhalen. Ook hebben niet alle belangrijke gebeurtenissen de vriendelijkheid om van te voren aan te kondigen, wanneer ze zullen op treden. Het werk van den filmreporter is daarom in vele opzichten te vergelijken met dat van den gewonen verslaggever; hij moet steeds gespitst zijn op nieuwtjes, altijd paraat wezen om er direct op uit te trekken en de menschen zooveel mogelijk de sensaties te laten ondergaan, die hij zelf beleeft. Moeilijkheden bij de jacht op nieuws. Het groote verschil tusschen beide is echter, dat de dagbladreporter slechts rekening te houden heeft met zichzelf, terwijl de filmverslag gever niet alleen zijn oogen en ooren, maar ook camera en microfoon goed den kost moet geven. En dit is niet zoo eenvoudig. Het gaat er niet om een reeks beelden en geluiden te verzamelen aan de hand waarvan men later de geheele ge beurtenis kan reconstrueeren, doch om een har monisch geheel van voorstellingen en klanken te verkrijgen, die een volledigen indruk geven van het gebeurde. Niet de kwantiteit is hierbij hoofd zaak, maar de kwaliteit. Duizend meter film, die één voorval van alle kanten belicht, zou misschien een belangrijk historisch document kunnen zijn, maar tevens een patent slaap middel; honderd meter echter, die de pakkendste momenten weergeven en waarbij de geluiden de gewenschte sfeer scheppen, diè „doen het 'm!" Aan den cameraman en den sound-mixer is het nu om de juiste combinatie te vinden. Hierbij hebben zij echter geen uren den tijd om alle effecten te probeeren, hoogstens enkele minuten om te mixen. Hoe doet het buitenland het? In dit bedrijf doet zich misschien wel meer dan in eenig ander het tempo van dezen tijd gelden. Elke seconde is kostbaar, ieder daarvan kan „de belangrijkste" zijn en geen ervan komt ooit terug. De groote buitenlandsche film maatschappijen als b.v. „Fox Movietone News" en de „Ufa-Tonwoche" hebben overal agent schappen, die direct alarm maken, zoodra er iets belangrijks gebeurt. Een paar telefoontjes zijn dan voldoende om een klein legertje van operateurs, sound-mixers en diverse helpers te mobiliseeren, dat, in de razende jacht op nieuws, auto's noch vliegtuigen spaart. In Nederland gaat dit natuurlijk wel iets eenvoudiger. Ten eerste is ons grondgebied niet zoo groot, dat het een uitgebreid net van agentschappen zou rechtvaardigen en verder komen de „daverende dingen" hier gewoonlijk niet zoo plotseling uit de lucht gevallen, maar zijn te vinden in de kolommen der nieuwsbladen. Dat de Neder landers echter wel weten, wat tempo is, toonen zij niet zoozeer door letterlijk achter nieuwtjes aan te vliegen, als wel door snel werk te leveren in de filmfabriek. Om een voor beeld te noemen: bij den voetbalwedstrijd BelgiëHolland, die te Antwerpen gespeeld werd, kwamen de heeren verslaggevers 's avonds ong. te 9 uur met de opnamen in de fabriek. Den volgenden ochtend ong. 9 uur was 180 M. film in verscheidene copieën gereed om onmid dellijk naar diverse bioscopen verzonden te worden, opdat ze nog dienzelfden middag kon worden vertoond. En dit zonder dat iemand zijn nachtrust er geheel bij had ingeboet! Het fabrieksbedrijf. Wat gebeurt er nu eigenlijk in een filmfabriek? De firma Orion Profilti in Den Haag was zoo vriendelijk ons en met ons den belangstellen den lezer een kijkje te geven in haar bedrijf. De jonge maatschappij heeft juist een nieuwe fabriek in werking gesteld, romantisch gelegen tusschen de eerste boomen van het Haagsche Bosch. Een welwillend gids toonde zich de technische leider. Volgen wij hem, dan komen wij allereerst in het archief, waar duizenden levens- en klankbeelden bewaard worden. Vooral de laatste zijn voor eventueele aanvul lingen van belang, want nietwaar: „l'histoire se répète" en zeker in de wereld van het geluid. Van hier gaat onze tocht langs diverse spoel bakken, gefixeerd en gewasschen worden hier de negatieven, om tenslotte in lange linten om de droogwielen gewonden te worden. Deze manipulaties zullen ieder, die iets omtrent het ontwikkelen van fotografische beelden weet, wel bekend zijn. De teksten worden ingelascht. In een kleine drukkerij worden de teksten ge drukt, om naderhand op de filmband ingelascht te worden. De beeld- en geluidsbanden worden in een apart vertrekje gecontroleerd, waar men tevens nagaat of ze met elkaar in overeen stemming zijn. Tenslotte worden beelden en klanken vereenigd op één band en deze wordt in een kleine studio ter keuring afgedraaid. De geheele fabriek is zooveel mogelijk volgens de eischen des tijds ingericht, ofschoon men nog niet overal de nieuwste toestellen en instru menten heeft. Er is veel wat nog door menschen- handen gedaan wordt en dat bij de allernieuwste methodes uitsluitend aan machines wordt over gelaten. Maar de maatschappij is begrijpe lijkerwijze, gezien haar jeugd niet kapitaal krachtig genoeg om de allermodernste machines aan te schaffen; hetgeen trouwens niet loonend zou zijn in dit betrekkelijk kleine afzetgebied. Bovendien is het volslagen onnoodig en werkt het bedrijf zóó uitstekend. Een speciaal-opname-studio. Veel zorg wordt besteedt aan den bouw van een opname-studio, dat wel hoofdzakelijk voor reclame-doeleinden zal worden gebruikt, maar waar ook particulieren zich kunnen laten filmen. Wie weet komen hier nog wel „sterren" aan het licht! AI heeft Nederland dan nog geen Greta Garbo's en Maurice Chevalier's voortgebracht, de Nederlandsche filmindustrie heeft met „De Jantjes" al een flinken stap in de goede richting gedaan. Wat wij verder op dit gebied kunnen presteeren, is voorloopig een open vraag. De toekomst zal het uitwijzen. De Bioscoop is een noodzakelijke levensbehoefte. Filmsterren zijn onbekend Het „Gele gevaar" niet in de film-industrie. Japan doet tegenwoordig in bijna niets meer onder voor de groote landen van Europa, en zelfs niet voor Amerika. Met laatstgenoemd land heeft het een grooten zin voor het practische gemeen, die heel sterk tot uiting komt in de film-industrie. De film is langzamerhand één van de voor naamste behoeften geworden van het Japansche volk. De menschen zijn arm en talrijk, de bios coop is bijna hun eenige ontspanning, vandaar dan ook dat de films daar massaproducten ge worden zijn. Massaproduct in alle opzichten: de productie moet zoo goedkoop mogelijk zijn, ter wijl er in een ongehoord groot aantal gerepro duceerd wordt. Japan levert per jaar gemiddeld duizend films! Toch hoeft men voorloopig geen vrees te koesteren, dat de Japansche filmindustrie de Europeesche en Amerikaansche sterke concur rentie zal aandoen, althans niet bij het blanke publiek. De Japansche film is in onze oogen een zeer primitief kunstwerk, voor zoover er überhaupt van kunst sprake is. Om de productie zoo goedkoop mogelijk te houden, werkt men vaak met minderwaardige middelen. Het grootste deel der spelers zijn n.l. werkloozen, of komen voort uit arbeidskazernen, waar het armste deel der bevolking woont. Met hun oorspronkelijke beroep wordt geen rekening gehouden. Iedere kapper, slager of mandenvlechter is gelukkig, wanneer hij voor een gulden per dag bij de film kan komen. Natuurlijk zijn het dan grootendeels figuranten en die treden geheel op den achter grond. Zij vormen slechts een entourage voor de sterren en hun handelingen. Men moet zich echter niet voorstellen, dat een Japansche ster veel gemeen heeft met zijn Amerikaansche of Europeesche filmbroedërs. Hij is een goede speler en dat is alles. Hij verdient een honderd of tweehonderd gulden per maand en moet per jaar in ongeveer 100 filmen spelen. Het publiek apprecieert zijn prestaties zeker, maar stelt die ondergeschikt aan het stuk zelf. Na een bezoek aan de bioscoop heeft men het in Japan ook niet over de spelers, maar over den auteur en den inhoud van het stuk. Vandaar dan ook, dat de diverse filmhelden en filmheldinnen daar niet hoogelijk vereerd worden en autogramjagers vrijwel niet voorkomen. Ook de inhoud en de handeling der stukken zijn zeer primitief. Meestal heeft men oude Ja pansche sagen en legenden als onderwerp, maar ook sportfilms zijn tegenwoordig zeer geliefd. Daar de soldatenstand daar hoog in aanzien is, is het niet mogelijk om militaire humoresken op te voeren. De blijspelen handelen in een burger lijk milieu of op het platte land. Het Japansche publiek stelt verder heel be scheiden eischen aan de aankleeding van het tooneel. De coulissen zijn altijd erg primitief en worden onveranderd voor verscheidene filmen gebruikt. Alles bij elkaar genomen hoeven wij in de film-industrie voorloopig zeker niet bang te zijn voor het „gele gevaar". De Japansche film is en blijft nog een curiositeit, die men één hoog stens twee keer gaat zien. NOG EENS: DE PLASTISCHE FILM. Zal het „witte doek" verdwijnen? In Frankfort aan den Main werd onlangs voor een uitgelezen kring van vakmenschen een nieuwe uitvinding van professor Kogel uit Karls ruhe gedemonstreerd, die een oplossing zou be- teekenen voor het in de filmindustrie nog steeds actueele probleem van de plastische film. Prof. Kogel heeft zich in het geheel niet met de apparaten bemoeid, noch met die voor de opname, noch met die voor de weergave. Hij heeft een verandering aangebracht in het projectievlak. Inplaats van het tot nog toe ge bruikte „witte doek" maakt hij gebruik van een op een bijzondere wijze geconstrueerde nikkelen oppervlakte. Met behulp hiervan wordt het beeld naar verschillende kanten gereflecteerd, zoodat het daardoor voor het menschelijk oog plastisch zichtbaar wordt. Het moet een buitengewoon diepen indruk gemaakt hebben op de gasten, die de voorstelling bijwoonden. Evenwel zullen wij eerst moeten afwachten of deze uitvinding werkelijk een doorslaand succes zal hebben voordat wij aan de practische waarde ervan gelooven. PEER GYNT VERFILMD. Een uit Duitsche, Fransche, Engelsche en Zweedsche filmproducenten bestaande groep heeft met de erfgenamen van den bekenden dichter Ibsen een contract gesloten tot de ver filming van „Peer Gynt". Over de bezetting in de verschillende versies wordt nog onderhandeld. Naar men zegt is er veel kans op dat Douglas Fairbanks Jr. de titelrol zal spelen in de Engelsche versie. ALEXANDER KORDA VERFLIMT NIJINSKY. Alexander Korda is de regisseur, die met zijn film „zes vrouwen en een koning" met een slag het middelpunt der belangstelling geworden is. Als volgend onderwerp heeft hij nu het leven van den grooten Russischen danser Waslaw Nijinsky gekozen. Zooals te voorzien was, wil hij niet scheiden van den filmspeler, die hem als Hendrik de Achtste zooveel geluk gebracht heeft, zoodal Charles Laughton waarschijnlijk weer zal moeten meespelen. Hij krijgt dan de ge wichtige rol van Diaghilews, den tegenspeler van Nijinsky. CHARLIE CHAPLIN ALS REGISSEUR. Binnenkort zal er een nieuwe film uitgegeven worden, waaraan ook Charlie Chaplin zijn medewerking zal verleenen. Hij zal hierin echter niet optreden in de hoofdrol, doch als regisseur werkzaam zijn. De vrouwelijke hoofdrol in deze film, die de veelbelovende titel „De vrouw van Parijs" draagt, zal gespeeld worden door Pail lette Goddard. Ook verder heeft Charlie Chaplin grootsche plannen. Hij wil n.l. een aanvang maken met een film, die het leven van Napoleon beschrijven zal. In het voorjaar gaan de kleuren in de natuur van de donkere tinten over naar het mooie zachte groen, dat het oog en hart zoo weldadig aandoet in al zijn teere schakeeringen. Ook de kleeding van de heeren, die den ge- heelen winter donker was, gaat over in lichte nuances, waarbij vooral beige en grijs van donker tot licht de aandacht zullen vragen. Wie rekening moet houden met zijn beurs en niet meer dan één costuum kan aanschaffen, doet het beste zijn keus te bepalen op effen stoffen. De industrie op het gebied van heeren- stoffen heeft echter ook mooie ruiten gefabri ceerd, die weinig van de hoofdkleur verschillen, doch door een donkeren draad worden aan gegeven; ook deze stoffen zijn zeer geschikt om veel gedragen te worden. In het oog vallende strepen of ruiten zijn slechts dan aan te raden, indien men over meerdere costuums beschikt. Donkerblauw staat altijd keurig en gekleed, doch jammer genoeg is het niet practisch in het dragen, omdat men er alles op ziet. Gezette heeren en zij, die meer op leeftijd komen, doen het beste, stof te kiezen, die weinig in het oog valt. Door het aanbrengen van een passend over hemd en mooie das breekt men de somberheid van het geheel. Deze beide laatste dragen er zeer toe bij om den persoon in questie een gedistingeerd aanzien te geven en hieraan kan dan ook niet genoeg zorg besteed worden. Men ziet bij de gekleurde overhemden veel meer dan voorheen bijpassende boorden dragen, echter niet meer de lage modellen, maar de hoogere, die stijf gestreken worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 9