ONTVOERING. TWEEDE BLAD Sterkte BIOSCOOP HET KORT VERHAAL DE V^DCDW I KAAK HuiS VARIA De Auto-Strada's in Italië Moeders zorgen No. 23. 8 JUNI 1934. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 5 De zomer heeft slechts één bezwaar: Den tijd, waarin de rozen bloeien Gaat men, als mooiste van het jaar, Voor velen hopeloos verknoeien. Wanneer de zon op 't heerlijkst schijnt, De bloemen ons naar buiten lokken, Dan zit d'examencandidaat Verwoed tc werken en te blokken. Veel wat hij in zijn hoofd nu stampt, Om 't op 't examen goed te weten, Is hij een laar of wat daarna Gelukkig weer voor goed vergeten. Maar ondertusschen vliegt de tijd En weet hij niet, hoe klaar te komen. Ras blijkt het een onmoog'lijkhcid Zichzelf examen-gaar te stoomen. Hoewel, hij is al gaar genoeg Wanneer hij eind'lijk zit te zweeten Aan 't tafeltje, waarvoor heel kalm If examinator is gezeten. O, aak'lige examentijd! Wie telt de slapelooze nachten Van hen, die in verslagenheid Geen blijden afloop durven wachten? Maar wie gedaan heeft, wat hij kon, Behoeft niet zoo benauwd te wezen! Die hoeft 't examen, goed beschouwd Als een verschrikking niet te vreezen. En d'and'ren? Kom, een kloeke daad! Kop op, mijn heeren candidaten! Berouw komt nu een beetje laat, En zelfverwijt kan thans niet baten. Met wat geluk rolt ge er door En houdt men U zelfs voor genieën! Nog korten tijd, dan zit g'er voor Ik wensch IJ sterkte in uw knieën! Ronduit gesproken ben ik blij, Dat 'k niet meer vreezen moet of hopen, Omdat d'examentijd voor mij Reeds lang voor goed is afgeloopen. LUXOR-THEATER. Vanaf 8 Juni draait in Luxor-Theater de film: „Paniek in den Dierentuin". Een Jesse L. Lasky productie. Inhoud Drommen menschen stroomen door de tourni quets van den dierentuin in Budapest. De apen met hun kluchtige streken, de zeld zame vogels, de leeuwen, tijgers, beren en andere wilde beesten, worden bezichtigd met belangstelling, verwondering en misschien met eenige angst, naar gelang van den leeftijd van den oezoeker. De grootste attractie voor de kinderen is Radjah echter, een reusachtige Afrikaansche oiitant, waarop zij ritjes door den tuin kunnen fnaken. Paul Vandor, een kleine jongen, is met zijn gouvernante ook onder de bezoekers. Het groot ste verlangen van het ventje is, ook een ritje te mogen maken, maar de gouvernante, een on sympathieke oude juffrouw, heeft niets geen haast om aan zijn verlangen te voldoen. Dr. Grünbaum, de vriendelijke directeur van den dierentuin heeft het erg druk met de dieren, waarvan er eenige ongesteld zijn. Bij zijn terug keer op het kantoor verneemt hij, dat men een dame haar bont ontstolen heeft. Na haar tot rust gebracht te hebben, verklaart hij aan zijn secretaris, dat Zani, een van de jongere oppassers die zeer gehecht is aan de dieren, de dief is. De secretaris dringt er op aan, Zani te ontslaan en hem aan de politie over te geven. Dr. Grünbaum laat Zani op kantoor komen. Deze bekent den diefstal te hebben gepleegd, maar verontschul digt zich, door te zeggen, dat hij het niet kan zien, dat menschen dieren dooden, om er hun eigen schoonheid mede te verhoogen. Hij be looft het niet weer te zullen doen, waarop de doctor besluit hem nog één kans te geven met de waarschuwing, dat dit onverbiddellijk de laatste maal is en dat hij den volgenden keel de gevolgen zal moeten dragen. Dan komen de weesmeisjes voor hun weke- lijksche uitstapje naar den dierentuin. Eve, een van de aardigste meisjes, en Zani gevoelen zich reeds lang tot elkaar aangetrokken, maar de eenige manier waarop zij met elkaar kunnen praten, is, dat Zani doet alsof hij tot de dieren praat en zij deze woorden als tot haar zelf gezegd kan beschouwen. Een plan is gemaakt dat Eve zal ontsnappen, maar de moed zinkt haar in de schoenen. Zani pleit, dat zij het plan ten uitvoer zal brengen. Wanneer de meisjes over een bruggetje wandelen geeft Eve hun het teeken voor haar vlucht. Het meisje dat voor aan de troep loopt, springt in het meer. Van de verwarring maakt Eve gebruik te ontsnappen en zich in het kreupelhout te verbergen. Eerst als de meisjes in het weeshuis terug zijn, wordt Eve's vlucht ontdekt. Intusschen is Paultje beroofd van zijn ritje op den olifant. Het is sluitingstijd en de gouvernante zet hem in de bus om naar huis te gaan. Terwijl zij met een kennis staat te praten, ontglipt de kleine vent haar en gaat naar den dierentuin terug. Zani is weer in moeilijkheden. Hij steelt het schitterende bont van een dame die in adoratie staat voor de huid van een van zijn geliefde vosjes. Het bevel wordt gegeven. Zani zal aan de politie worden overgeleverd. De schemering valt. Zani vindt Eve en brengt haar naar een oud berenhol, waar zij voor- loopig veilig zijn. De dierentuin wordt nu door fakkeldragers doorzocht, om Eve, Zani en Paultje te vinden. In hun hol ontdekken Eve en Zani, dat zij elkaar liefhebben en bouwen zij grootsche luchtkasteelen voor de toekomst. Kleine Paul verkent intusschen schuchter den dierentuin. Uit brokstukken van een gesprek tusschen eenige oppassers leidt hij af, dat hij door de politie gezocht wordt. Met kloppend hart kruipt hij in het dierenhuis. Hier treft hij een oppasser aan, die door een wraakzuchtigen assistent in een leege kooi, welke hij aan het schoonmaken was, is opgesloten. Terwijl Paultje Door A. VAN SANTEN. Thomas Brown had zijn besluit genomen. Nooit was het bij hem opgekomen om zich ten koste van anderen op wederrechtelijke manier te verrijken. Maar deze kans mocht hij niet langer laten gaan; zij werd hem als het ware -pgedrongen. En bovendien, wat zou er van hem terechtkomen, als hij de mooie gelegenheid liet gaan? De volgende week zou hij op straat staan; na drie jaren trouwen dienst als bediende in de universiteitsclub, was hem zijn baantje drie weken geleden opgezegd. Mooi, dat ze hem nog een maand hadden aangehouden, daar niet van. Maar het was toch hard en hij voelde zich alles behalve vriendelijk gestemd jegens de geluk kigen, die niet zooals hij in de zorgen zaten. Ze lieten hem toch maar kalm aan de armoede ten prooi, die fijne dames en heeren, waarvoor hij zich had uitgesloofd en gebogen, heel nederig, als hij z'n fooitje kreeg, 'n Noodzakelijke aan vulling van zijn karige tractement, daar werd geen rekening mee gehouden! Een fooi blijft een fooi en wie hem aanneemt, moet buigen en dankbaar kijken. Op zijn kamertje haalde hij direct, nadat hij thuis was gekomen, het schrijven aan John Williams voor den dag. Hij wist, wat er in stond. Het gesprek tusschen Maud Williams, de eenige dochter van den millionnair en haar tante, had hij woord voor woord gehoord, terwijl hij op kleinen afstand van het tafeltje, waaraan de beide dames zaten te lunchen, op verdere orders gewacht had. Het meisje had haar vader ge schreven, dat ze met tante meeging en over een dag of tien terug kon zijn. Het motorjacht zou haar naar Florida brengen, heen en terug; hoogstens een dag of twee zou ze bij tante logeeren, want het was meer om het zeetochtje te doen dan om iets anders. De frissche lucht zou haar zeker opknappen; 'n prachtgelegenheid dicht voor het examen. Toen het briefje gereed was en in een enveloppe gesloten, had Miss Williams aan hem gevraagd het even in de postbus te doen en hij had er op dat moment geen oogenblik aan ge dacht, wat een prachtkans hem daar geboden werd. Pas op 't laatste oogenblik, toen hij op het punt stond om de opdracht uit te voeren, had hij opeens een helder oogenblik gekregen. Brown wierp het briefje ongeopend in de kachel en zag het in vlammen opgaan. Een voorzorgsmaatregel; je kon nooit weten. Nu kon niemand bewijzen, dat het niet op de post verloren was gegaan! Hij ging aan tafel zitten en schreef een kort epistel aan den ouden heer Williams. Vanzelf sprekend niet met zijn gewone hand, maar met 'n soort drukletters, 'n Paar zinnen, maar vol komen duidelijk Miss Williams was in goede handen, schreef hij, maar als haar vader haar gezond en wel terug wilde zien, moest haar vader over twee dagen, precies om twee uur 's middags, een enveloppe met honderdduizend dollars persoonlijk komen brengen op een hei, eenige uren afstands van de stad. De plek was nauwkeurig omschreven; 'n kruispunt van twee paden waar geen woning of boschje te bekennen viel. De enveloppe, waarin Brown het briefje stak, werd daarna door den amateur-ontvoerder van 't adres voorzien; 'n leelijke, vierkante poot, maar duidelijk. Toen alles gereed was, deed Brown zijn overjas aan en ging hij het op de post brengen. Zijn hand beefde niet, toen hij het in de bus liet vallen; er was immers geen gevaar bij! Den dag daarna dacht hij veel na over zijn kansen en hij deed zijn werk in de club werk tuigelijk. Hoewel hij niet bang was, dat zijn plan zou mislukken, kon hij een zekere onrust niet van zich afzetten. Je las in de kranten immers zoo dikwijls, dat de een of andere waaghals, door een klein foutje in de gevangenis terecht was gekomen. En stel het geval, dat ze hem te pakken kregen? Wat zat er dan voor hem op? In ieder probeert den oppasser te bevrijden, verschuift ij den verkeerden grendel... hij heeft de tijger- kooi geopend! Door een panische schrik be vangen, vliegt hij in een leege kooi, waarvan hij de deur achter zich dicht trekt. De tijger zoekt zijn weg naar het olifantenhuis, waar hij nog een ouden twist uit te vechten heef met Radjah. Een ongeloofelijke zware strijd ontspint zich. Radjah en de andere olifanten, dol van angst, breken los en vertrappen alle kooien, zoodat binnen korten tijd alle leeuwen, tijgers en panters in wilde wanorde door elkaar sluipen en springen. Intusschen zijn Eve en Zani ontdekt, maar voordat zij gevangen genomen kunnen worden, klinkt de alarmbel van het wilde dierenhuis en iedereen haast zich naar het tooneel van den strijd. Groote netten en brandslangen worden voor den dag gehaald en Dr. Grünbaum, die het werk leidt, roept Radjah. De reusachtige olifant ge hoorzaamt aan het bevel en houdt de woeste dieren in één hoek van het huis, terwijl Zani aan een touw naar beneden wordt gelaten om Paultje, wiens barricade bijna omver geloopen is, te redden. Wanneer Zani en het kind halfweg opgehaald zijn, springt plotseling een rondsluipende tijger naar hem op. Alhoewel zwaar gewond, slaagt Zani er in, het touw vast te houden, tot hij en het jongetje in veiligheid zijn gebracht. De wilde nacht is voorbij! Eve wordt naar het weeshuis teruggebracht, terwijl Zani in een ambulance-wagen door de politie wordt medegenomen. Paultje's vader, ontzaglijk dankbaar voor het redden van zijn zoontje, springt echter voor Zani in de bres. Hij neemt Zani en Eve onder zijn bescherming en stuurt hen naar zijn farm, waar zij gelukkig mogen worden. Breede blanke banden loopen van stad tot stad Het Romeinsche wereldrijk zou ondenkbaar geweest zijn zonder zijn heirwegen. Van Rome, het hart der toenmalige wereld, uitstralend, liepen deze als brengers der beschaving in rechte lijnen door het Italiaansche schiereiland en ver weg tot in de landen der „Barbaren". Grootsch uitgedacht en uitgevoerd "overwonnen deze straten alle hindernissen der natuur en ver bonden de groote centra met elkaar langs den kortsten weg. geval niet de doodstraf. Want hij had Miss Williams immers niet ontvoerd, 't Was hoog stens afdreiging en al stond daar gevangenis straf op, hoe lang wist hij niet eens, dan had hij gratis onderdak; .eigenlijk een buitenkansje in dezen crisistijd! Tegen den avond begon hij zijn best te doen om een lijdenden indruk te maken. Hij klaagde over zware hoofdpijn, slofte opvallend en zakte herhaaldelijk op een stoel neer. ,,'k Zou maar inrukken," zei de chef, toen het spelletje een paar uiir geduurd had. „Als je griep onder je leden hebt, kunnen we je hier best missen." Daarna riep hij een taxi en liet zich naar huis rijden, waar hij den avond doorbracht met een paar cognacgrocjes en nadenken over zijn kansen. Hij ging vroeg naar bed om den volgenden morgen beter voor zijn zware taak berekend te zijn. Op het bepaalde uur wandelde hij stevig dooi over het pad op de hei, dat naar de bepaalde plek voerde. Hij kwam een kwartiertje vroeger, dan kon hij het slagveld beter overzien en zich overtuigen, dat Williams nergens politieagenten of rechercheurs had laten opstellen. Hij keek scherp rond, maar geen mensch was op de ver laten vlakte te bekennen en toen hij op het kruispunt kwam, zette hij zich rustig neer op een steen. Afwachten, geduldig wachten en uit kijken, was nu de boodschap. Zou Williams komen? Natuurlijk! Geen lolletje als je zoo'n brief krijgt, 't Was wel een paarden middel, maarenfin, aan terugkeeren was geen denken en over een paar dagen kwam het meisje gezond en wel thuis. Alleen die zeven of acht dagen, dat hij in doodelijke spanning op haar terugkomst zou moeten wachten, zouden een extra kwelling voor den vader worden Heel in de verte kwam iemand aanstappen, langs hetzelfde pad, waarover hij gekomen was. Williams natuurlijk. Over een minuut of tien kon hij bij het kruispunt zijn. Brown liet gee.i oogenblik den blik van de naderende gestalte afdwalen en het duurde niet lang of hij kon den man duidelijk zien. Een deftige, vrij oude heer, stevig gebouwd en met de houding van een oud-militair. Volgens de aanwijzing in den brief droeg hij een pakje in de handen, dat hij voor de borst hield; een onverwacht revolverschot was dus uitgesloten. Eindelijk kwam het groote moment. Brown had een masker opgezet en trad zwijgend op den naderenden wandelaar toe. Deze keek hem zonder een spoor van woede aan en gaf hem een pakje. Zonder een woord te zeggen keerde hij den bandiet den rug toe en stapte terug in de richting vanwaar hij gekomen was. Brown deed eenige passen in de tegenover gestelde richting. Zou hij het pakje openmaken? Haast was er niet bij. Williams had er immers alle belang bij om hem echte, ongemerkte dollarbiljetten te geven. Maar, na een poosje, kon Brown de verzoeking toch niet weerstaan. Hij scheurde het pakpapier open. Vlak er ondei zag hij eenige bankbiljetten. In orde dus. Op zijn kamer zou hij den verderen inhoud wel controleeren en danweg met den trein, zoover mogelijk naar liet -Zuiden! Op zijn kamer deed hij het pakje open. 'n Tiental dollarbiljetten kwam te voorschijn gevouwen om een kartonnen doosje, dat de kern van het pakje vormde. Brown rukte het open en werd doodsbleek. Op een stapeltje ge vouwen kranten lag een briefje- Zijn hand trilde, toen hij het las. „Waarde Brown, mijn dochter begreep direct hoe de vork in de steel zat. De oude dame, met wie zij op reis zou gaan, kreeg toevallig een aanrijding en ligt in het ziekenhuis. We maken geen werk van hef zaakje, omdat we niet weten, of U misschien machtige connecties in de onder wereld hebt. De ingesloten biljetjes wilt U wel accepteeren als troostprijs, nietwaar?" „je moet maar pech hebben," riep Brown woedend. Met het Romeinsche wereldrijk vervielen ook zijn wegen en bijna 2000 jaar moesten voorbij gaan voor een dergelijke gedachte geboren en verwerkelijkt kon worden. Zoolang legde men, tot in onzen tijd toe, slechts straten aan van dorp tot dorp, die dan, aaneengerijd, tenslotte ook een verbinding vormden tusschen de ver schillende hoofdsteden. riet Italië van Mussolini is er met recht trotsch op, dat hetzelfde land, dat het belang rijkste wegennet der oudheid bezat, ook onder de Europeesche landen van tegenwoordig in de ontwikkeling van den modernsten verkeersweg, de autobaan, zoo ver vooruit is. Reeds jaren ge- I leden werden de autowegen van Milaan naar de Italiaansche meren aangelegd. Men moest ze vanuit een vliegtuig overzien om het verschil te kunnen waarnemen, tusschen deze wegen ge kozen in onzen tijd van motoren en de vroegere straten. Als dunne draden winden de oude straten zich van plaats tot plaats en als een breede blanke band legt zich daarover de autoweg, niet gebroken door kruisende spoor wegen en dwarsstraten, die er onder of over heen worden geleid. Hier kan de motor on gehinderd in volle vaart rijden. Het systeem van autowegen js tegenwoordig in Noord-Italië verreweg het best ontwikkeld. Vanuit Milaan gaan niet minder dan vier „auto strada's". Dwars door de Noord-ltaliaansche vlakte, langs den Zuidrand der Alpen rijdt men thans over een modernen autoweg van Turijn over Milaan, Bergamo, Brescia en Verona naar Venetië, binnenkort zelfs naar Triest. Midden- Italië bezit de auto-strada Florence, Montecatini, Lucca, Viareggio, die langs den voet der Apen nijnen door de lachende velden van Toscana voert en eindigt bij Viareggio, Italië's drukste en elegantste badplaats aan de Thyrreensche Zee. Rome is zoo verbonden met het zeestrand bij Ostia en Napels met Pompeji, zoodat men daar de gelegenheid heeft in het heerlijke land schap oeroude en moderne kunstwerken bij elkaar te bewonderen. Behalve deze autowegen zijn in de laatste jaren in Italië nog andere bouwwerken voor het verkeer ontstaan, die onze bewondering af dwingen. Daar is b.v. de „Gardesana", de weg om het Gardameer, die voor het grootste deel in loodrechte rotswanden direct boven het water is uitgehouwen met talrijke tunnels en prachtige kunstbouwwerken en van waaruit men een sprookjesachtig mooi uitzicht heeft op het meer. Dan de 4 K.M. lange autobrug, die Venetië met het vaste land verbindt, zoodat men thans de betooverende lagunenstad per auto kan binnen trekken. Verder werd onlangs in Venetië de grootste garage van Europa geopend, waarin nu 1300, binnenkort zelfs 2000 wagens kunnen. Men kan per auto bijna naar de krater van de Vesuvius, ja zelfs de 3000 M. hooge, met sneeuw bedekte en vuurspuwende Etna is niet meer veilig. Hoe zij werkten waakt. Altijd in de weer nooit rust! Zij blijven gelooven in het goede, dat zij in de harten hunner kinderen hebben gezaaid Door TINE BREEBAART. Zijn moeders voeten wel ooit langer dan slechts een zeer korte spanne tijds in rust? Wordt er wel eens over nagedacht welk een grooten afstand zij per dag atlegt? Is het wel te verwonderen, dat die voeten des avonds moede en pijnlijk zijn? Vol verlangen wordt uitgezien naar het rustige avonduurtje, wanneer weliswaar de verstelmand opgehoopt met kousen of waschreparaties wacht, maar dan volgt tenminste een rusttijd. Altijd in de weer, bezig met een of ander werkje voor het gezin, zóó kennen wij de mééste moeders! Haar groote liefde voor hare kinderen doet haar echter wel eens te veel eigen rust over het hoofd zien. Het begint reeds met het kleine wiegekindje en alle zorgen om zijn welzijn, deze vragen menigen voetstap Zij is de aangewezen persoon om het kleine hulpelooze wichtje te verzorgen, te baden, te voeden, te kleeden. Zij leidt de eerste schreden, zijn spel, gaat met hem uit en als een trouwe zorg waakt zij over zijn gansche bestaan, vraagt zich nooit af of het soms niet te veel is wat zij doet. Vele moeders wenschen de kleintjes wel eens grooter, omdat zij zooveel werk geven, dat de verzorging hare physieke krachten te boven gaat, maar wanneer de kinderen ouder zijn, dan zien die moeders zelve in, dat iedere leeftijd zijn lief, maar óók zijn leed geeft. Dit laatste in dien zin bedoeld, dat iedere leef tijd zijn eigen moeiten met zich brengt, en zoo lang als wij, moeders leven, en al worden onze kinderen zelfs reeds ouder, dan nog blijven de moeilijkheden, die zij, reeds op eigen beenen staande, ondervinden, ons zoo ter harte gaan. Men zegt wel eens, als de kinderen maar eerst naar school gaan, dan wordt het gemakkelijker. Ook dit is niet het geval, want het kind weet, dat hij met al zijn zorgen en kleine verdrietig heden bij Moeder kan komen en dat een énkel bemoedigend woord van haar kant veel leed kan opheffen. Trouwens, hoevelen hebben geen moeite met hun lessen en kunnen slechts met moeite mee. Vele moeders zijn echter gedeeltelijk zelve de schuld, dat zij altijd zoo in de weer zijn, omdat zij de kinderen, grooter geworden zijnde, niet leeren zelf aan te pakken. Het gaat vaak zooveel vlugger als moeder het zelf doet en hierin ligt juist de fout. Kinderen zijn kleine egoïsten en wennen er zoo aan, hun moeder als altijd dienende geest voor hen heen en weer te zien draven. Slechts zelden zullen zij uit zichzelf iets doen; daarom is het noodig, den kinderen vroeg allerlei kleine werkjes op te dragen, die verricht moeten worden, niet alleen als ze zelf zin hebben, doch eenvoudig omdat het een opgelegde taak is. Hoevele nachten zijn er niet, die de over vermoeide moeder slapeloos doorbrengt, niet alleen omdat de moede voeten haar uit den slaap houden, doch door de drukkende zorgen, die de tijden met zich medebrengen. Zorgen om de opgroeiende kinderen, die zij al het mooie en ware, dat in haar ziel was, mee gegeven heeft op hun levensweg, door woord en daad, maar die het leven veelal zóó verbittert door het „zwarte spook" der werkloosheid. De wil om te werken is aanwezig, doch waar is de uitkomst te vinden en hoe vaak gebeurt het niet, dat in jonge menschen gedachten ge wekt worden door het gedwongen nietsdoen en het gezelschap waar zij onwillekeurig verzeild raken, die zij van huis uit niet meekregen. De trippelende kleine voetjes, geleid door moeders zorgen, worden eenmaal voeten van mannen en vrouwen, die stevig in het leven dienen te staan. Zeker is, dat de gedachte aan de leidster dezer wankele schreden en de groote, dienende liefde, die van haar uitging, haar kinderen op eigen beenen staande zal behoeden, ook in déze tijden van ellende en druk, voor verkeerde dingen. Vrees is een slechte geleidster en daarom willen wij, moeders, ook al lijkt de toekomst wel eens donker en somber, blijven gelooven aan het goede, dat wij in de harten onzer kinderen hebben gezaaid. DE PRACTISCHE HUISVROUW zal gaarne zoo noodig radijs eenige dagen versch houden, zonder dat aroma of kleur hier door inboeten; zij zal de bossen daarom met het groen in een kom met water moeten zetten, zóó, dat de radijsjes zelf niét in het water komen; zal gaarne weten, hoe zij op eenvoudige wijze een postzegel van een briefomslag kan losmaken, zonder de laatste te beschadigen en heeft niets anders te doen, dan met een niét tè warm strijkijzer over den postzegel heen te strijken; zal bij het stijf kloppen van room of eiwit steeds een daartoe bestemde klopper gebruiken, bestaande uit een metalen koker, waarin een stamper met gaatjes, welke op en neer gehaald wordt, waardoor men in een oogwenk het ver- eischte resultaat verkrijgt, terwijl niet vergeten mag worden, een tikje zout bij te voegen; dit bevordert eveneens het stijf worden. Deze eierkloppers zijn in alle winkels voor huis houdelijke artikelen in enkele maten te verkrijgen en zijn onmisbaar in iedere huishouding. ZAKGELD. De vraag over het al of niet geven van zak geld wordt nogal eens door ouders besproken en de meeningen hierover loopen tamelijk uiteen. Onlangs vroeg een moeder ons, hoe wij hierover dachten en ons antwoord was: „Geeft den kinderen zakgeld, doch niet tè veel en leer ze tevens in- ruil hiervoor kleine plichten te ver vullen." Bij het niet nakomen van de opgedragen taak wordt onherroepelijk een deel ingehouden, al zijn het slechts enkele centen. Het eergevoel der kinderen zal hen prikkelen, dit te voorkomen; zij leeren al vroeg de beteekenis van het woord „plicht" kennen,' iets wat wij in onze jeugd zeker meer leerden begrijpen en vervullen dan de jeugd van heden. Aan ons ouders is in deze de schuld, want wij trachten hen niet te door dringen van de groote beteekenis ook in het latere leven van het vervullen van den plicht. Denken wij slechts aan het vers, dat De Genestet hieraan wijdde, waarin hij spreekt van den vriend met ijzeren hand, den plicht. EEN JAPON VOOR GEZETTE FIGUREN. No. 228. De hierbij afge beelde japon is gemaakt van be drukte voorjaars- stof. Het lijfje is zoowel van voren als van achteren geheel glad. De halsopening is af gewerkt met een jabot, die vanaf den schoudernaad naar voren valt. De mouw moet vooral gemakke lijk zitten en heeft bij den pols een in den naad aan gebrachte strook. Het heupstuk, dat aardig van tee- kening is, loopt middenvoor met een punt op. De klokkende rok- panden worden glad aan het heupstuk beves tigd. Patroon hiervan verkrijgbaar in de maten 4650 voor den prijs van f 0.58. WELKE MAAT HEEFT U? Hebt U wel de maat, die U dacht? Dik wijls weet men niet eens precies, in welke maat men een patroon bestellen moet. De juiste maat neemt IJ door te meten, a) omtrek van rug en buste, onder dc armen door, over het breedste gedeelte; b) omtrek heupwijdte pl.m. 15 a 20 c.M onder de taille. Dit wist U waarschijnlijk wel. doch tal van andere dingen, die noodig zijn om de maat goed op te nemen, zijn U wellicht niet bekend. Hierover kunnen wij interes santé bijzonderheden lezen in het Mei nummer van „Het Practische Modeblad dat tegen toezending van een G-eents posl zegel, door de Moderedactrice v. d. blad te 's-Gravcnhage, koste loos aan U wordt toegezonden. Ook tal van andere wetenswaardige ar tikelen, die U uitsluitsel geven over hei maken van Uw kleeding kunt U in di aantrekkelijke nummer vinden. GOEDE KNIPPATRONEN. Patronen Kunnen per orief aangevraagd worden met bijsluiting van 0.58 in postzegels aan de Moderedactrice var, dit blad, Roelofsstraat 109 te s-Gravenhage. De patronen worden U tegelijk met een num- 50 modellen zijn afgebeeld, toegezonden. Denkt U er vooral aan, de juiste maat en het nummer ->p te neven. 99 Komen wij echter na cjeze kleine afdwaling weer op ons uitgangspunt terug, het zakgeld, dan zijn wij van meening, dat het thans meer dan ooit noodig is, dat kinderen op de juiste wijze met geld leeren omgaan en sparen. Wie dit niet reeds jong leert, zal de strijd om het bestaan op anderen leeftijd veel zwaarder vallen. Het kind moet reeds vroeg leeren, dat geld het natellen waard is en de waarde ervan zal voor hem grooter zijn als hij ervoor „gewerkt" heeft. Er zijn in ieder gezin met kinderen genoeg werkjes, die door hen gedaan kunnen worden en die de huisvrouw veel werk uit de hand nemen; zijn er méérdere kinderen, die een taak kunnen vervullen, dan wordt deze om beurten afgewisseld, zoodat niemand zich te beklagen heeft, dat hij juist altijd het vervelende moet doen. Bedden afhalen moet tot de vaste plichten van alle kinderen behooren, van meisjes, zoowel als jongens; niet aftrekken, doch keurig netjes moe ten dekens en lakens opgevouwen worden en over een stoel gehangen worden; hierbij kunnen de grooten de kleintjes helpen; b.v. schoenen poetsen, tafel dekken, helpen afwasschen, boodschappen" doen en nog veel meer kan door de kinderen gedaan worden. Het groote voordeel hiervan is thans, dat zij veel handiger worden dan kinderen, die nóóit iets doen. Een vast zakgeld zal den kinderen dan iedere week worden gegeven, waarmede zij echter niet naar willekeur mogen handelen, althans niet als zij nog niet oud genoeg zijn om het geld goed te besteden. Het geld wordt in een potje door de kindeien bewaard en van het opgespaarde geld kunnen zij later een of ander koopen, wat zij gaarne hebben, of wel voor de verjaardagscadeautjes besteden. Om de kinderen voor elk werkje, dat zij doen, eenige centen uit te betalen, lijkt ons minder ge schikt; zij moeten ook vrijwillig werken; daarom is het éénmaal per week uitbetaalde zak geld de beste oplossing. ASPERGETIJD. Wij zijn midden in den aspergetijd en gelukkig zijn zij thans billijker dan andere jaren, zoodat wij ze, hetzij als voorschotel, hetzij in een room saus gestoofd als groente, aan onze huisgenooten kunnen voorzetten. De beste tijd om van asperges te genieten, is tot ongeveer 20 Juni; dan zijn de smaak en het aroma het fijnst. De asperges worden voorzichtig en dun ge schild, terwijl men 'vooral moet oppassen, dat de kop, die voor het fijnste geldt, niet afbreekt. De schillen worden gewasschen en in den oven of op een blik op de kachel gedroogd, daarna in een linnen zakje bewaard, dat op een droge plaats wordt opgeborgen; men heeft dan in den winter een heerlijk fijn toevoegsel om bij de be reiding van bouillon en soep met de andere kruiden tegelijk met het vleesch te laten trekken. De meeste menschen houden van asperges niet boter. Men moet ze echter na het schillen niet in het water laten liggen, doch alleen wasschen en in kokend water met zout leggen. Men schept ze met een schuimspaan eruit; ze worden in bos jes van b.v. 10 stuks gebonden. Is men in het bezit van een aspergeschaal, dan worden ze hierop gelegd; anders worden ze op een lang werpige schaal gelegd, terwijl men er gesmolten boter, harde eieren en nootmuskaat bij presen teert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 3