i BONT-ALLERLEI t ■1 li SPORT Vervolg Plaatselijk Nieuws. DE NAPOLEON VAN DEN HANDEL. Eens de vriendin der Czarina. Een pirate overvalt een Chineesche stoomschip. Redding uit U-booten- Zal de Sahara overwinnen. ■mÊm J 3 DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 102 WIELRENNEN. Vlaggetjes op ilo tram. Van hot bestuur van de Wielerbaan te Heem stede ontvingen wij de mededeeling, dat op de wedstrijddagen de tramwagens zullen worden voorzien van een vlaggetje (rood-geel met wiel). Tevens zullen op die dagen, evenals tijdens de voetbalwedstrijden, sportparkretourtjes ver krijgbaar zijn. TENNISWEDSTRIJDEN IN GROENEND AAL. Van 1622 Juli zullen op de tennisbanen in Groenendaal open tenniswedstrijden (B- tournooi) worden gehouden, omvattende dames- en heeren-enkelspel, dames- en heeren-dubbel- spel en gemengd dubbelspel. Deelnemers moeten zijn algemeen lid van den N. L. T. B. of werkend lid van een der bij dezen bond aangesloten vereenigingen. De wedstrijden vangen aan Maandag 16 Juli om 6 uur, Zaterdag 21 Juli om 2 uur, Zondag 22 Ju'i om 10 uur en de overige dagen om 6 uur. DUIVENSPORT. Gevleugelde Vrienden (Heemstede). Wedvlucht van Almelo, 170 K.M. Los 8 uur. Eerstgetoonde duif om 12 uur, 34 min. 36 sec. Laatste prijswinnaar om 4 uur, 42 min. 14 sec. Uitslag: 1, 12. N. Leuven; 2, 5, 10, 1 IA. Eveleens; 3, 14. P. v. Egmond; 4. 8, 13. L. de Winter; 6, 9. P. de Jong; 7. L. Kramer. Uitslag Wedvlucht van Limoges 768 K.M. van 30 Juni. Eerstgetoonde duif: Zondag 1 Juli, 6 uur. Laatste prijswinnaar: Zaterdag 7 Juli, 5 uur, 38 min. 29 sec. 1. A. v. Zadel. 2. P. v. Egmond. 3. 4. E. D. des Bouvries. A.s. Zaterdag wedvlucht van Bordeaux. Zondag jonge duivenvlucht van Gouda. UITSTAPJE VOOR OUDEN VAN DAGEN. Vrijdagmiddag half twee. Een ongekende drukte van auto's in alle deelen der gemeente, geposteerd voor de huisjes der minst met aardsche goederen bedeelden, van oudjes soms, die anders alleen een auto voor hun deur zien als zij doktershulp noodig hebben. Vele van die oudjes komen soms het heele jaar niet verder dan in de straat waarin zij wonen, of hoogstens in de dichtstbij zijnde kerk. Maar vandaag staat de auto voor om eens een uitstapje te maken naar buiten, om een kijkje te gaan nemen in plaatsen die zij nog kennen uit oude herinneringen. Het verzamelpunt is weer de Kerklaan, eerstens omdat dit een geschikte laan is om een grooten stoet te formeeren, maar ook omdat huize St. Bavo een groot kwantum passagiers voor dezen rit levert. Voor huize St. Bavo is het dan ook een groote bedrijvigheid. Zustertjes brengen maar steeds nieuwe passagiers aan, die door de goede zorgen van Mevr. Quarles van UffordDolleman en Zr. Derks van een goed plaatsje worden voor zien. Tegen half 3 is de stoet van een 40-tal luxe wagens, allen door de eigenaars voor dit doel belangeloos beschikbaar gesteld, geformeerd, de motorpolitie gaat aan den kop en nagewuifd door vele vrienden trekken de oudjes er op uit naar... ja, dat weten zij zelf niet. Wei heeft iedere chauffeur een briefje gekregen van de wegroute en is dan wel zoo welwillend deze aan de passagiers bekend te maken. Eerst gaat het door „Nieuw Heemstede", n.l. langs Raadhuisstraat en Camplaan naar de Heemsteedsche Dreef en door Bronsteepark. Voor de meesten is dit „vreemd terrein". „Ik dacht dat het hier nog weiland was", of „hier was toch het land van de boerderij van Meiman?" Ja, voorheen! Maar thans alles villa wijken. In een kalm gangetje ook nu weer is de heer Tromp voorrijder gaat het dan door het Haarlemmerhoutpark, langs het Spaarne en Hertenkamp, door Haarlem tot de Velserpont. Enkele die vroeger „Schoten" kenden, waren er nu al lang voorbij eer zij het wisten. Dan ging het door het Velserbeekpark in de richting Bloemendaal, over het „Kopje" en zoo naar „Kraantje Lek", waar als gebruikelijk thee werd gedronken, sigaren en versnaperingen werden uitgereikt. Hier viel Mevr. Quarles van Ufford een bijzondere verrassing ten deel. Wij, die al eens meer in de gelegenheid waren kennis te nemen van de voorbereidingen van dezen jaarlijks terugkeerenden tocht, wisten wel dat het vooral Mevr. Quarles v. Ufford .was, die vrijwel de geheele organisatie voor haar rekening had, ook al mocht zij steeds een grooten steun ondervinden van Zuster Derks en den heer Tromp. Maar nu was bekend geworden dat zij spoedig Heemstede verlaat om zich elders te vestigen. Het plan om Mevr. Quarles bij deze laatste maal een aandenken te schenken vond bij allen bijval. En tijdens de thee werd haar namens de ouden van dagen een fraai bloemstuk in oud-koperen emmer aangeboden door een der aanwezigen, die haar zeide, dat zij zich nu eens niet zou kunnen onttrekken aan den dank der ouden van dagen voor alles wat zij in die jaren voor hen heeft gedaan. De feeststemming was er. De oudjes voelden zich weer jong. Zelfs een 85-jarige klauterde tegen „de Blinkert" op. Van den schommel werd een druk gebruik gemaakt, ook al ging het dan niet bijzonder hoog. Een oude baas van 65 jaar wist nog „een vogelnestje" te maken in de ringen Het instappen vorderde nog eenigen tijd, waarna over den Zeeweg naar Zandvoort werd gereden, om dan over de Zandvoortschelaan en door Aerdenhout den terugtocht te aanvaarden, waar de auto's met de circa 135 passagiers om ruim half 7 in Heemstede arriveerden. In Huize „St. Bavo" heerschte nog eenigen tijd een feeststemming. Mevr. Quarles en Zuster Derks moesten nog even in den kring en het „Lang zullen zij leven" daverde over de Kerk laan. Rest ons nog een woord van dank te brengen naast Mevr. Quarles, die zeker de ziel is van de organisatie, aan Zr. Derks en den heer Tromp voor de groote hulpvaardigheid, aan de eigenaars der auto's voor het geheel belangeloos beschik baar stellen der wagens, aan de firma's Tum- mers, Franken en Habermehl voor de geschonken gebakfes en andere versnaperingen, aan Br. Vermeer voor de keurige programma's en de vele geldelijke bijdragen van regenten van huize ,,St. Bavo" en particulieren, ter bekostiging der versnaperingen. Men kan er van verzekerd zijn, dat de oudjes een genoeglijken dag gehad hebben. John Davison Rockefeller. Vijf-en-negentig jaar oud! Zijn leven een aaneenschakeling van sprookjesachige successen! Rockefeller, een der rijkste man nen ter wereld, beroemd door zijn stichting der Standard Oil Com pany, een koopman en organisator als de wereld zelden aanschouwde, bereikte dezer dagen de fantastische ouderdom van 95 jaar! Zijn leven was een echt-Amerikaansche op eenvolging van brillante successen... John Davison Rockefeller 95 jaar oud! Wij kennen hem allen uit de geïllustreerde bladeren en uit de ontelbare anecdoten, dezen kalmen, ouden man, die ter ontspanning het liefste golf speeltZijn gezicht, met de honderden fijne rimpeltjes "en vouwtjes, met de dunne, opeen- geperste lippen en de rustige, ondoorgrondelijke oogen, het is ons allen bekend en vertrouwd! Men heeft reeds dikwijls erover gepeinsd of deze Rockefeller nu de rijkste man ter wereld is. De meest-uiteenloopende geruchten over zijn per soon doen de ronde! In den loop der tijd groeide hij uit tot een soort mythos. Succes, rijkdom en speculatie waren in hem belichaamd! De meeningen omtrent waarde en beteekenis van zijn persoonlijkheid wijken sterk van elkaar af: sommigen zien in hem een der grootste en on- baatzuchtigste weldoeners der Menscliheid, anderen slechts den onbarmhartigen rekenaar, die slechts één hartstocht kent: die van de speculatie! Rockefeller is overstroomd met een vloed van haat en naijver, hij werd gesmaad en vervolgd, terwijl anderen om het hardst zijn eenvoud, zijn goedheid, zijn medelijden en zijn idealistische wereldbeschouwing roemden! Wie liegt wie heeft gelijk? Hoe is de werkelijkheid? Heeft deze Rocke feller een gewoon hart, zooals alle stervelingen, of is hij het type van den demonischen koopman, den Napoleon van den handel, zooais hij vaak genoemd wordt? Onmogelijk, dit geweldige leven in de kleinste kleinigheden na te gaan. Slechts enkele der meest-markante scènes daaruit kunnen we hier weergeven! Vampier of fijnbesnaard mensch? Rockefeller heeft in zijn leven fantastisch hooge sommen besteed aan het oprichten van instituten, waar de Menschheid van haar lijden bevrijd wordt. Ziekenhuizen, sanatoria, en ook tal van wetenschappelijke instellingen verrezen in zijn naam, voor zijn rekening gebouwd! Op vele wijzen heeft hij getracht het sociale leed te helpen verzachten. Op dezelfde wijze, waarop hij de geweldige Standard Oil Company grond vestte, schiep hij een voortreffelijke steun- 1 organisatie, die een voorbeeld is van organisatie- talent! Een speciaal bureau heeft niets anders te doen, dan alle verzoekbrieven te lezen en te j ziften, welke iederen dag binnenkomen. Vier- vijfde van deze brieven zijn, zooals Rockefeller zélf in zijn memoires schrijft, in den regel ver zoeken van particulieren aard. Iemand noemde hem bijvoorbeeld eens „de wolf in het schaapsvel". Ook de brief van een oude dame, welke enkele jaren geleden door de Amerikaansche bladen circuleerde, was typisch. Deze dame had ééns pertinent verklaard, dat zij het geld van dezen smerigen vampier niet zou aannemen, al zou zij daarmee een kind j van den hongerdood kunnen redden! Eater nam zij dit harde oordeel terug en bekende ruiterlijk het volgende: „ik sloeg Rockefeller dagen achtereen gade, in de hoop, een handeling, een woord te ontdekken, dat verried, dat in die schaapshuid de wolf stak! Maar tevergeefs; deze oude, beleefde, fijnbesnaarde heer was steeds de goedheid zélve, steeds bereid te lachen en te helpen en zijn blauwe oogen straalden van medelijden, als hem iets trof. Met volmaakte openhartigheid sprak hij over zijn verleden, zijn heden en over zijn plannen en op alles ant woordde hij zonder omwegen, zonder ver sierselen Een reclameplaat verovert de wereld! Men mag de veel aangevochten persoonlijkheid van Rockefeller beoordeelen, zooals men wil: in ieder geval was hij een organisatorisch genie, een reclamevakman van het grootste formaat, een enorme psycholoog, die wist, hoe hij door buitengewoon handig ingekleede propaganda- veldtochten de belangstelling der massa moest wekken en wakker houden! Maar ook van zuiver-commercieel standpunt uit bezien, was hij een der beste kooplieden ter wereld! Zeer interessant en belangwekkend was de wijze, waarop het reusachtige land China voor de petroleum der Standard Oil Company werd gewonnen. Een gigantische veroveringsveldtocht werd tot in de kleinste détails uitgewerkt; de strijd om de Chineesche markt scheen echter in den beginne hopeloos. De Chineesche priesters en de hoogere handelsmagnaten verweerden zich uit alle macht tegen de Amerikaansche petroleum. De priesters deden iedereen in den ban, die het waagde petroleum te branden en de groote handelsgilden in China boycotten iedereen, die petroleum durfde te verkoopen! Rockefeller was echter slimmer dan alle koop lieden van China tezamen! Daar de lampen der Chineezen stinkende, rookende dingen waren, die weinig licht, maar des te meer walm en roet verspreidden, construeerde hij een goed- koope, doelmatige lamp, die hij de Chineesche bevolking in een psychologisch uiterst geraffi neerde reclameveldtocht opvergde. In honderde dorpen van Centraal-China werd een reclame plaat aangeplakt, zoo vertelt Rockefeller zélf, waarop de afbeelding van zoo'n lamp voor kwam! De tekst luidde als volgt, neergeschreven in Chineesche karakters, door iemand, die de Chineesche volksziel door en door kende: I „Geluk, lang leven, troost en vrede! Als Gij geluk, lang leven, troost, gezondheid en vrede j wenscht te bezitten, moet Ge U omgeven door licht! Licht bij dag en... licht bij nacht. En om I in dit licht te kunnen leven, moet ge een „Mei- Fu-Hong-Lanip" laten branden, die volgens wetenschappelijke proefnemingen is vervaardigd en échte Mei-Fu-olie branden, want als men deze kleine lamp en deze olie laat branden, is het licht, dat ge verkrijgt, als het daglicht zoo heerlijk!" Van alle kanten stroomden nu de nieuwsgierigen aan, om deze plaat te lezen: Rockefeller had over de geheele linie ge zegevierd! Op zijn zevende jaar de eerste handelszaak! Toen de millionnair Rockefeller nog een kleine rakker van een jongen was, had hij reeds een zakboekje, waarin hij alle uitgaven en in komsten noteerde. Op zijn zevende jaar sloot hij, onder leiding van zijn moeder zijn eerste handelszaak af. Deze zaak was het begin van zijn bijna sprookjesachtige carrière! De kleine Rockefeller bezat enkele kalkoensche hanen, hij mestte die dieren zelf en verkocht ze ook per soonlijk met een overeenkomstige winst. Zijn bezit groeide aan, hij bezocht later een handels cursus en liep dagen en weken achtereen alle mogelijke zaken af om te vragen, of men niet een leerling kon gebruiken. Op 27 September 1855 begon de groote Rockefeller zijn triomf tocht als leerling van de firma „Hewitt <5 Tuttle". Eenigen tijd later begon hij voor zich zelf! Met een som van 2000 Dollars nam hij aandeel in een onderneming. Zijn eigen vader leende hem nog 1000 Dollars, onder voorwaarde, dat hij tot zijn 21ste jaar rente zou betalen daarop. Dat was 10% en de jonge Rockefeller was overgelukkig; als de jongere compagnon van een nieuwe firma, die zich „Clark <S Rocke feller" noemde, begon hij thans eigen zaken te doen! Het zal het erfdeel van een lateren tijd zijn, het leven en den gedachtengang van den olie magnaat en trustkoning Rockefeller te beoor deelen. Over den nieuwen vorm van economie, die hij in 't leven had geroepen, zijn de meeningen zeer verdeeld. Hier zou men op het gebied der philosophic komenOf hij de menschelijke arbeidskracht verhoogd of verlaagd heeft, of de vertrusting van het wereldhuishouden onder gang, dan wel succes beteekent, dat kan en mag thans niet onderzocht worden! Vast staat slechts, dat dit fenomenale leven een der nuchtersten en tegelijk raadselachtigsten, een der zakelijksten en consequentsten was, die ooit geleefd werden! Rusland's schoonste vrouw sterft in ellende. In een stil paleis te Madrid hangt een schil derij, dat een groot kunstenaar heeft gemaakt van een wondermooie vrouw. Diezelfde vrouw is enkele dagen geleden in de grootste armoede, verlaten en ongemerkt in een Londensche kliniek gestorven. Zij heette Marja Taberkoff en was eenmaal aan het hof van den Tsaar een der meest geziene personen, tevens een der schoon ste verschijningen. Zij werd de „Russische Juno" genoemd. In haar vroegste jeugd was zij danse res in het keizerlijk ballet; op haar zeventiende jaar trad zij in het huwelijk met den schatrijken hofjuwelier Taberkoff. Ondanks den grooten rijkdom, die haar ten deel viel, behield de jonge vrouw haar frissche natuurlijkheid. Zij was al spoedig zeer bemind aan het hof en behoorde na korten tijd tot degenen, waar de Tsarina dagelijks mee omging. Aan haar voorspraak was het ook te danken, dat een pijnlijk incident ten gunste van het echtpaar Taberkoff kon worden bijgelegd. Bij een hoffeest veroorloofde een grootvorst, die nauw verwant was aan de keizer lijke familie, zich vrijheden tegenover de jonge vrouw, wier schoonheid grooten indruk op hem had gemaakt. In haar verontwaardiging gaf Madame Taberkoff hem een klinkende oorvijg en het had weinig gescheeld, of de hofjuwelier was hierdoor in ongenade gevallen. De stormen van de Russische revolutie ver nietigden ook het ongestoorde geluk van Marja Taberkoff. Haar man werd doodgeschoten door bolsjewisten, die zijn zaak wilden plunderen. Zijzelf slaagde erin, te vluchten en zich eenigen tijd in Rusland verborgen te houden. Toen kon zij naar Engeland vluchten op het schip van een Engelsch kapitein, die haar door zijn handigheid het ontkomen mogelijk maakte, maar daarvoor ook al het geld vroeg, dat zij nog bezat. In Engeland trachtte zij met ongebroken moed een hieuw leven te beginnen als taalleerares en als keukenmeisje in groote hotels, doch al haar pogingen mislukten. Zoo was zij nog dankbaar, toen een kleine gemeente op de verre Orkney- eilanden haar de slecht betaalde betrekking van herderin aanbood. Jarenlang deed zij met ijver haar werk, doch op den duur was zij niet be stand tegen dit ruwe leven. Doodziek keerde zij naar Londen terug, waar een toeval haar in aanraking bracht met den arts, die haar ook in Rusland had behandeld. Hij herkende de vroe gere schoonheid en ontfermde zich over haar; hij kon de verzwakte vrouw echter niet meer in het leven behouden en zoo is zij dan enkele dagen geleden in zijn kliniek gestorven. Een dolle bandietenstreek in Oost-Azië. Bijna tegelijk met het bericht, dat Chineesche zeeroovers het Engelschc stoomschip „Shuntien" hebben overvallen en de passagiers hebben ont voerd, ontvangen wij bericht omtrent een soort gelijk staaltje van zeerooverij in de Chineesche wateren, waarvan het Chineesche stoomschip „Tai Yi" het slachtoffer is geworden. In tegen stelling met het andere bevond het zich niet dicht bij de kust, doch in volle zee, ter hoogte van Hongkong. Op een donkeren nacht hadden de bandieten zich met hun jonken gewaagd in wateren, waar tot dusver een dergelijk misdrijf nog niet was voorgevallen. Hoewel het schip, behalve zijn bemanning, ais voorzorgsmaatregel nog een speciaal wachtscommando van oud gediende Chineesche soldaten aan boord had, slaagde de overval volkomen. Plotseling waren de roovers verschenen. Zij bonden hun jonken aan de varende stoomboot vast, sprongen van alle kanten op het dek en begonnen een wilde schietpartij. De soldaten werden gedood, evenals een stuurman, die het waagde om tegenstand te bieden. Toen drongen de roovers de hutten der passagiers binnen. Deze waren volkomen ver rast. Zoo juist uit hun slaap gewekt, werden zij bijeen gedreven op het dek, waar zij de lijken van hun verdedigers zagen liggen. Wie zich ver zette, kreeg eveneens een kogel. Nu begon de plundering. Volgens een schijn baar vooraf nauwkeurig vastgestelde regeling werd de lading van het schip bijeengebracht en overgeladen in de jonken. De passagiers werden beroofd en de kapitein zoolang gemarteld, tot dat hij vertelde, waar de scheepskas verborgen was. Dit alles ging zoo snel in zijn werk, dat de autoriteiten in Hongkong, welke thans het geval onderzoeken, overhellen tot de meening, dat er bij dit kwade zaakje verraad in het spel is ge weest. Waarschijnlijk was een lid der bemanning een handlanger van de roovers. Tenslotte hebben de zeeroovers nog de voor zorgsmaatregelen genomen om de passagiers lijsten te vernietigen, zoodat thans moeilijk meer kan worden nagegaan, hoeveel menschen er bij den overval zijn gedood en hoeveel er wellicht in hun angst overboord gesprongen en verdron ken zijn. In de kustwateren wordt thans koortsachtig gezocht naar het hoofd van de zeeroovers. Het is een vrouw; men zag haar tijdens den overval op het dek van de „Tai Yi" staan en met luide stem bevelen uitdeelen, die onmiddellijk werden opgevolgd. Er zijn op het oogenblik nog twee andere vrouwen, die eveneens aan het hoofd staan van zeerooversbenden. Deze stellen zich echter tevreden met den kleineren buit, dien zij dicht bij de kust kunnen behalen. Er zijn hooge prijzen op de hoofden van de aanvoerders en aan- voerdsters dezer zeerooversbenden gezet, doch tot dusverre is men er niet in geslaagd om één hunner in handen te krijgen. Opzienbare uitvinding van een Italiaansch ingenieur. Sinds de uitvinding van de onderzeeboot hou den zich de ingenieurs en constructeurs van alle zeevarende landen bezig met de oplossing van het probleem, hoe het mogelijk gemaakt kan worden, de bemanning van gezonken onderzeeërs te redden. We herinneren ons allemaal een groot aantal U-boot-catastrophen, die de laatste jaren plaatsvonden en waarbij de bemanning den ver stikkingsdood sterven moest, wijl hen van buiten af niet tijdig genoeg hulp geboden kon worden. Nog in dit voorjaar v/as het, dat de Eerste Lord in het Engelsche Lagerhuis er met nadruk op wees, dat men de gedachte om U-boot-beman- ningen te helpen door middel van hefschepen maar moest laten varen. Een oplossing van het probleem zou alleen gevonden kunnen worden in de richting van zelfhulp der bezetting. Twee ingenieurs der Italiaansche Monfalcone- scheepswerven zijn er nu, volgens hun meening in geslaagd dit probleem tot een goede oplossing te brengen en weliswaar zóó, dat door deze uit vinding de veiligheid der bemanning in vollen omvang gewaarborgd is. De uitvinding bestaat uit een stalen cylinder, die als een torpedo uit een der zijkamers van het gezonken schip door middel van samengeperste lucht weggeschoten wordt, maar door een stalen tros met de boot verbonden blijft, zoodat hij, na de oppervlakte bereikt te hebben weer naar den onderzeeër toegehaald kan worden. De „red dingstorpedo" kan eiken keer één man der bezet ting herbergen, die uit het inwendige van het schip door middel van waterdichte deuren toe gang tot den cylinder krijgt. Bevindt hij zich in den cylinder, dan sluit zich achter hem de water dichte ,deur en opent zich de bovendeur der persluchtkamer. Het „reddingsgeschut" stijgt zeer snel naar de oppervlakte. De inzittende van den cylinder kan het op stijgen, dat door den bouw van den cylinder teweeggebracht wordt, precies controleeren. Boven aangekomen, opent hij den cylinder en vertrouwt zich, uitgerust met reddingsapparaten, aan het water toe, terwijl op een gegeven signaal de torpedo weer naar beneden gehaald wordt, om daar een nieuwen man op te nemen. Op deze wijze is het mogelijk de leden der bemanning één voor één aan de oppervlakte te brengen! Zoodra de cylinder opnieuw de U-boot bereikt, perst hij het in de zijkamer gedrongen water weer naar buiten. De buitenste waterdichte deur sluit zich en de torpedo is weer klaar om opnieuw te starten. De Italiaansche uitvinders zijn over de reeds genomen proeven zeer tevreden, maar ze zullen er toch nog mee doorgaan. Bij de Engelsche marine neemt men op het oogenblik proeven met een ander systeem. Het gaat nier namelijk om het zoogenaamde „Davis- Reddingstoestel". Dit is in principe een soort duiker-reddingspak, waarmee ieder lid der be manning is toegerust en dat in een oogenblik van gevaar gauw genoeg aangetrokken kan worden. Ook hier komen de reddingzoekenden uit de boot in het water. Het toestel werkt onge veer als de zooeven beschreven Italiaansche inrichting. Alleen met dit verschil, dat het loozen van het binnengestroomde water steeds in de U-boot moet plaats vinden. Men zal met belang stelling de ontwikkeling van deze reddings systemen tegemoet zien. Bouwland door de groeiende woestijn bedreigd De nomaden op den vlucht. Uit Midden-Afrika komen verontrustende be richten: de moeizaam in cultuur gebrachte streken van de Fransche en Engelsche bezittin gen in de Soedan en in Nigerië worden ten zeerste bedreigd door het steeds verder voort- schuiven van de zandmassa's der Sahara. Reeds tientallen jaren lang heeft men zich ongerust gemaakt over de geleidelijke uitbreiding van de groote Afrikaansche woestijn. Zorgvuldige metingen hebben het vermoeden bevestigd, dat de zandgordel elk jaar bijna een kilometer in omvang toeneemt. Sedert er een geregeld auto verkeer dwars door de Sahara is ontstaan, heeft men deze waarnemingen met meer practische gegevens kunnen aanvullen. Landstreken, waar men enkele jaren geleden nog weiden of althans met hoornen begroeide steppen vond, zijn thans geheel verzand. Aan de hand van oude land kaarten, waar oasen op staan, die thans geheel onbekend zijn, heeft mer; kunnen vaststellen, dat de woestijnzóne tusschen het Tsjad Meer en Gao de laatste 300 jaar minstens 250 K.M. breeder is geworden. Op die kaarten staan vele bewoonde en vruchtbare plaatsen aangegeven, die thans j alleen nog maar in de overleveringen der nomaden voortleven, omdat zij reeds lang diep j in het zand begraven liggen. Uit de veranderingen in den plantengroei van I de bedreigde zandgebieden kan men conclusies maken omtrent de snelheid, waarmee de woestijn zich vergroot. De boomen, die anders elk jaar door de nomadenvolken werden gesnoeid en het volgend jaar altijd veel nieuwe loten hadden ge vormd, kwijnen thans en kunnen geen nieuwe loten meer voortbrengen. Dat is een duidelijk bewijs, dat hun wortels door het toenemend uit drogen van den bodem langzamerhand afsterven. Zoo verdwijnen eerst de dwerubosschen uit deze streken en daarna komt het zand zelf hen in bezit nemen. De veeteelt die er tot nu toe op bescheiden schaal werd uitgeoefend, is niet langer loonend. De armzalige akkers leveren geen oogst meer op. Als het zoover is, verlaten ook de nomaden het gebied, dat zij tot nu toe bewoond hadden en vluchten voor het zand naar vruchtbaarder streken. in Nigerië heeft men nu getracht om de uit breiding der Sahara tegen te houden door het aanplanten van snel en welig groeiende boomen en struiken. Zoo ontstaat er een groene dam, die liet binnendringen van de zandstroomen tegenhoudt. Het is echter duidelijk, dat dit middel op den duur niet in staat is om de be dreigde streken te redden, vooral wanneer het slechts in één provincie wordt toegepast, dan wel hier en daar verspreid op plaatsen, waar de betrokken bestuursambtenaar een goed inzicht op deze zaak heeft. Nu men door het autoverkeer tot het besef is gekomen, hoe ernstig de uit breiding in werkelijkheid is, kan men niet langer onttrekken aan den gebiedenden eiscli, om er maatregelen op groote schaal tegen te nemen. Op den duur is slechts succes mogelijk, wanneer alle mogendheden, die in het randgebied dei- woestijn bezittingen hebben, samenwerken om de vruchtbare strook aan den Zuidrand der groote woestijn, die voor het binnenland van Afrika zooveel beteekent, te redden. Dit brengt ook hun eigen belang mee, want tenslotte hebben zij niets aan woestijngebieden, die hulpeloos aan het alles vernietigende zand zijn prijsgegeven. Het zou gevaarlijk zijn, om den toestand langer werkeloos aan te zien, terwijl nog de mogelijkheid bestaat om door metischen- hand de uitbreidingen van het heete, droge woestijnzand tegen te gaan. Het is een grootsche strijd, die hier tegen de natuur moet worden gevoerd. RIJKSTELEFOONNET. Opgave van nieuwe aansluitingen te Heem stede in het tijdvak 3 Juli tot 11 Juli. Tfnr. Gidsvermelding. 29580. Beudt en Schamhart, A.: Lanckhorst- Iaan 99. 29575. Botbijl Gillis Atelier „Haemstede", Ge brand glas in lood-, verf- en glas- handel etc.: Raadhuisstraat 7. 26084. Capelle, L. H. van: Spiegelenburgh- laan la, Aerdenhout. 29572. Dijkstra, F.: Fabrikant, Raadhuis plein 3. 29581. Gaarlandt, H.A.H. W. Mosdaglaan 24. i 29579. Jong Czn., J. de: Oud-Leeraar H. B. S„ Ritzema Boskade 2. 29576. Post, G. C.: Tooropkade 6. i 29571. Slot, Klaas Rens: Zuivelproducten, Jan van Goyenstraat 7. -i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1934 | | pagina 5