VOOR ONZE JONGENS EN MEISJES
n
I
HA
BIN
G.H
u
KERSTB
Raadl
Hebt
GE
Om het
een huis
SPEC
V
6
DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT
No. 51. 21 DECEMBER 1934.
No. 51.
rr
't Was op een heel kouden December-
nacht, wel veertien eeuwen geleden, dat
Ambrosius, de oude geleerde sterrenkijker
vol geduld naar boven zat te turen. Hoe
wel er bijna geen enkel sterretje te be
speuren was, omdat de lucht vol dikke
sneeuwwolken hing, kon Ambrosius er
maar niet toe komen om naar z'n bed te
gaan. Met knipperende oogjes (want 't
was intussehen al half drie geworden)
volgde hij een ongewone wolk, die zich
van de andere onderscheidde, omdat ze
zoo'n zilverachtigen gloed had.
,,'k Begrijp er niets van", bromde Am
brosius, die gewend was hardop te praten.
,,al!e wolken gaan gewoon hun weg. ze
drijven allemaal denzelfden kant uit, alsof
ze krijgertje spelen en alleen die eene wolk
gaat dwars tegen alles in. Kijk, hij kom'
warempel recht op mij af", en verblind
door 't felle licht dat Ambrosius door der
sterrenkijker tegenstraalde, kneep hij z'r
oonen haastig dicht.
Plotseling werd er
op 't raam getikt;
Ambrosius, die in geen
jaren van emand be
zoek had gehad en
zeker niet zoo midden
in den racht. voelde
z'n knieën knikken
van angSi.
„Ik ben 't, het
Kerstmannetje" hoor
de Ambrosius roepen
toen er voor de twee
de maal geklopt werd,
„doe toch open Am
brosius", en deze
haastte zich thans 't
raam omhoog *p schui
ven. Eerst kwamen er
toen een paar be
sneeuwde, voeten naar
binnen, zoo glinste
rend, dat Ambrosius er
vol bewondering naar .keek en toen volgde
d bovenste helft van 't Kerstmannetje,
zij oud, indrukwekkend gezicht met z'n
Imgen grijzen baard. En toen wist Am
brosius, dat die lichte wolk 't Kerstman
netje vergezeld had, want 't heele zolder
kamertje was er van verlicht.
„Ambrosius", begon 't Kerstmannetje
„jij moet me vannacht helpen en als je
goed doet, dan mag je 'n wensch doen
die ik in vervulling zal laten gaan."
„Zeg maar wat ik voor U doen kan"
fluisterde Ambrosius, die nog niet beko
men was van dit onverwachte bezoek.
„Luister", zei 't Kerstmannetje, en hij
wees naar zijn besneeuwde schoenen, „zie
je mijn voeten? Ze glinsteren zóó erg, dat
m'n oogen er pijn van doen; ze zijn bevro
ren en jij moet ze ontdooien, want ik heb
vannacht nog een groot karwei te doen.
Ik moet in alle huizen nog iets gaan bren
gen. Vrede bij de slapende menschen."
Ambrosius begreep, dat 't Kerstmannetje
er erg aan toe moest zijn; met den grootst
mogelijken spoed begon hij de sneeuw van
de voeten af te halen; makkelijk ging Jat
echter niet, want 't was één harde klomp
ijs geworden. Ambrosius de geduldige wist
er echter wel raad op. Hij legde vlug 'n
vuurtje aan, gaf 't Kerstmannetje 'n lekkei
bakje koffie en deed voorzichtig de res'
van z'n werk. Na 'n half uur was hij zóó
ver gevorderd, dat de mooie blauwleerer
muiltjes al te voorschijn kwamen.
„Dat heb ik er nou van, als ik naar die
eigenwijze maankindertjes luister", klaag
Je 't Kerstmannetje. „Ze waren niet tev re
en vóór ik m'n nieuwe pantoffeltjes aan
deed. Ze zijn wel mooi, maar ik wist wel,
lat ik er spijt van zou hebben. Had ik m'n
•varme sloffen maar hier. Ambrosius,
niet zoo hard wrijven, jongen, ik begin m'n
voeten al weer te voelen; gelukkig maar,
dat jij nog op was. Ik zie je zoo dikwijls
bezig vanuit de hoogte."
Ambrosius, de oude geleerde, voelde da'
't zweet hem op 't voorhoofd stond, maar
toch had hij 'n blij gezicht, want hij was
bijna klaar met 't werk.
„Wat ga je doen, Ambrosius?" vroeg 't
Kerstmannetje, toen zijn voeten weer ont
dooid waren, „wat ga je er omheen win
den?"
„Een konijnenvel", lachte Ambrosius, „'1
zal U tegen verdere rampen behoeden, en
zonder iets te zeggen deed hij daarna zijn
eigen dikke pantoffels uit, de pantoffels
waar hij zelf altijd zoo zuinig op was ge
weest en deed ze aan de voeten van 't
Kerstmannetje.
„Ambrosius", zei 't Kerstmannetje ont
roerd, „je bent nog beter dan fk dnchf,
ik zal je veel geluk geven. Zeg me wat ie
't liefste hebt."
Nu werd Ambrosius verlegen. Hij wist
niet, of hij wel zeggen mocht, wat Hj zoo
graag wenschte, maar 't Kerstmannetje
raadde zijn gedachten.
„Ik weet dat de sterren je vrienden zijn"
sprak 't Kerstmannetje, „maar 't zijn ook
mijn vrienden. Vraag me gerust alles wat
ie wilt. Je leven is nuttig geweest, ik zal
ie voor alles beloonen."
Toen vertelde Ambrosius iets aan 't
Kerstmannetje van wat er altijd in z'n
hart was omgegaan, dat hij zoo graag nog
"ens een beroemd sterrenkundige had wil
len zijn.
„Je zult 't worden", voorspelde 't
Kerstmannetje en hij maakte met Ambro
sius een afspraak, waarover ze beiden erg
veel pleizier hadden. En toen 't Kerstman
netje weer weg ging, 't raam uit, preces
zooals hij gekomen was, toen vergat hij m
z'n haast en in z'n pleizier om zijn mooie
oantoffeltjes van blauw leer mee te nemen
Ambrosius w'lde ze hem nog nagoolen
maar 't was al te laat, 't Kerstmannetje
was al heel ver weg.
In den tijd die daarop volgde verbaasde
Ambrosius de wereld doo-r z'n voorspel'm-
gen. Eerst moesten de andere geleerden er
om lachen; als 't waar was, dan gebeurden
er de gekste dingen met de sterren, ze zou
Jen op plaatsen komen te staan waar nie
mand ooit aan gedacht had, maar niemand
geloofde hem, totdat zijn eerste voorspel
ling uitkwam. Spoedig daarop volgden e-
nieuwe en toen begon men te gslooven lal
Ambrosius werkelijk heel geleerd moes?
zijn. Hij was ineens beroemd en rijk.
Toch bleef hij even eenvoudig als vroe
ger; hij kocht ijl,leen een paar nieuwe
kameelharen pantoffels en zette de muiltjes
van blauw leer voorzichtig weg en als ei
soms eens iemand aan hem vroeg, hoe 't
'och kwam dat hij alleen zooveel over ae
sterren wist, dan schudde hij geheimzinnig
et z'n grijze hoofd. Maar als hij dan
alleen was, dan haalde hij de blauwe pan
toffeltjes te voorschijn en keek er naar, zóo
lang en zoo vol vertrouwen, dat 't Kerst
mannetje, dat hem in stilte gadesloeg, er
ontroerd van werd, net als de sterren, die
precies gingen staan, waar Ambrosius 't
?wild had.
In een land, twaalt
dagreizen hier vandaan
woonde een man, die
Partanos heette. Vroeger
was hij heel rijk geweest,
maar 'n aardbeving ver
nielde zijn landerijen,
storm verwoestte zijn
vloot en vijandelijke soldaten ontroofden
hem het laatste dat hij nog bezat.
En zoo was hij er eindelijk toe gekomen
om geheel alleen te gaan wonen in de don
kere diepte van een heel oud bosch, heel
illeen met de dieren, de boomen en de
■o<reltjes.
Een holle boom was zijn woning en zijn
meubelen had hij zelf gemaakt van ruw
hout.
Maar eens per jaar, als het Kerstmis
werd, dan voelde hij zijn eenzaamheid en
dan snakte hij naar iets, dat hem kon her
inneren aan vroegere, blijde dagen.
En 't scheen dat er iemand was mis
schien was het wel een geheimzinnig too
/enaar die zijn stillen wensch verhoorde
en in vervuiling deed gaan, want toen voot
artanos het derde Kerstfeest in het bosch
ras aangebroken, stond er 's morgens
vroeg niet ver van den hollen boom '"en
zwaarbeladen Kerstboom, met allerlei lek
kernijen er aan. Er waren pasteitjes bij en
roombroodjes en groote doozen chocolade
en onder den boom stond een pot met een
gebraden haas en daarnaast lag een heele
hoop van het geurigste fruit.
Partanos begreep er niets van, maar lane
dacht hij niet over het geval na, en hij be
sloot maar het heele zaakje op te eten
Vóór het donker werd, was de heele
Kerstboom al leeeueplunderd. Den volgen
den ochtend echter was de
boom wéér heelemaal volgela
den met allerlei lekkers, maar
dezen keer lag er een brieije.
En op dat briefje was het
volgende geschreven;
„Beste Partanos. lederen
morgen opnieuw zal de boom
lekkernijen voortb"Qr>een. Je
moogt daarvan eten zooveel als je mr.ar
wilt, maar je moet beloven om datgene,
wat je juist het lekkerste vindt, te '.aten
hangen en dat weg te geven aan een bede
laar, die voortaan iederen morgen langs
je woning zal komen."
Eerst dacht Partanos, dat het héél ge
makkelijk zou zijn die voorwaarde te ver
vullen, maar op den duur viel het hem
allesbehalve mee om telkens het lekkerste
weg te moeten geven.
En zoo kwam het dat hij op een goeden
dag zoo dom was om een beetje te smok
kelen.
In den boom namelijk hing ook een busje
leverpastei, waar hij juist erg veel trek
in had.
„Kom, kom dacht hij, ,,'t zal zoo'n
vaart niet loopen. Ik vind op 't oogenblik
de leverpastei het allerlekkerste, die neem
'k en ik geef den bedelaar er een dubbele
portie van iets anders voor in de plaats."
Maar nauwelijks had hij 't busje open
gemaakt, of alle andere spijzen aan den
Kerstboom veranderden óók in leverpastei.
En den volgenden dag, toen Partanos
ring kijken, hing de boom wéér heelemaal
vol met leverpastei en zoo ging het iederen
dag opnieuw. De bedelaar echter kwam
nooit meer te voorschijn.
Jullie begrijpt, dat Partanos zijn vme-
■»eren misstap betreurde. Jaren achter
elkaar hing de Kerstboom vol met busies
leverpastei en 't werd zóó erg,
dat de eenzame grijsaard geen
leverpastei meer kon zien.
Eerst na den vijfden Kerst
dag, die daarop volgde, scheen
hij voldoende voor zijn daad
geboet te hebben, daar er var
dien dag af verandering in
kwam en er naast de lever-
nastei ook weer aardbeien
jam aan den Kerstboom
groeide.
KERSTBOOMVERSIERING EN WAAR
ZE VANDAAN KOMT.
Velen vragen zich niet af, waar de ver
sierselen van hun Kerstboom vandaan ko
men. Elk jaar opnieuw wordt er een groote
hoeveelheid van verbruikt in alle landen,
waar de Kerstboom tot de Kerstgebruiken
behoort. Oorspronkelijk werden deze ver
sierselen gemaakt in Duitschland, in de
dorpen van Thüringen en Franken, waar
geheele gezinnen zich bezighielden met het
vervaardigen der teere voorwerpen. Voor
al de omgeving van Sonneberg en Neu
renberg was een middelpunt van deze be
werkelijke en weinig loonende huisvlijt;
deze streken zijn ook in de geheele wereld
bekend om hun speelgoedindustrie. Oude
voorbeelden worden nagemaakt, nieuwe
uitgedacht, en elk jaar worden zij op de
beide groote jaarmarkten te Leipzig ten
toongesteld, om van daaruit door de
groothandelaars en exporteurs naar ge
heel Europa te worden verkocht.
De wijze van versiering van den Kerst
boom is zeer verschillend. Oudere men
schen geven dikwijls de voorkeur aan het
aesthetisch effect van kaarslicht op een
overvloed van zilverdraad, doch waar er
kinderen in huis zijn, vindt men gewoonlijk
een meer kleurige versiering, waarbij ook
snoepgoed niet ontbreekt Bollen en ket
tingen van gekleurd glas worden afgewis
seld door voorwerpen, die de kinderen zeil
wekenlang uitgeknipt, geplakt, verzilverd
en verguld hebben. Velen geven er ook
de voorkeur aan, niet elk jaar een gehee'
nieuwe Kerstboomversiering te koopen
doch zooveel mogelijk de versierselen ui;
vroegere jaren opnieuw te gebruiken, mei
het oog op de daaraan verbonden herin
neringen. Anderen versieren den Kerst
boom zoo min mogelijk o' maken zelfs uit
sluitend gebruik van kaarsen. Het is ook
wel aan te raden, den Kerstboom niet te
overladen, zelfs niet voor kinderen, omdat
dan de schoonheid van den donkergroenen
boom op zichzelf niet meer uitkomt. Even
onnatuurlijk is het gebruik van electrische
gloeilampjes op "en Kerstboom; deze mag
slechts verlicht worden door het zachte
licht der kaarsjes, terwijl ook de kamer
niet te licht mag zijn.
KERSTGESCHENKFN IN HET OUD-
ROMEINSCHE RIJK.
Ter gelegenheid van den winterzonne
wende vierde men ook in het oude Rome
een feest, de Saturnalia, dat evenals het
Germaansche Joelfeest, door Kerstmis ver
drongen is. De Saturnalia waren feesten
van uitgelaten vreugde; alle standsver
schillen hielden op en de meesters dienden
hun slaven op dien dag. Tot de gebruiken
behoorde ook het wisselen van geschen
ken; bij voorkeur gaf men poppen, was
kaarsen en noten; deze gebruiken zijn dus
niet speciaal met het Kerstfeest verbonden.
Ook nuttige zaken werden ten geschenke
gegeven; zoo spreekt Martialis van noti
tieboekjes uit citroenhout of ivoor, schrijf
tafels, een ivoren kastje voor het bewaren
va gouden munten, tandenstokers, haar
spelden, parasols, pruiken en gekleurde
zeep.
KERST VARIA.
SCANDINAVISCHE KERSTGEBRUIKEN.
Ieder land heeft zijn eigen Kerstgebrui
ken. Zoo wordt in Zweden en Noorwegen
de Kerstboom reeds op den eersten Ad
ventszondag opgesteld. Eiken dag komt er
één lichtje bij, totdat op Kerstmis de ge
heele boom verlicht is. Gedurende deze
dagen staan alle huizen open voor de
zwervers, die hartelijk ontvangen worden
aan de steeds gedekte tafel. Ook de die
ren, vooral de vogels, worden met liefde
verzorgd, terwijl allen er naar streven,
vrede te verspreiden en te behouden, wat
een zeer prijzenswaardige trek van het
feest is. Oude twisten worden vóór Kerst
mis bijgelegd en lang gekoesterde wrok
uit de harten verdreven.
Niei
HEE
GED
v;
a
Schoi