STOUTENBEEK'S TE VEEL BEWIJS DE UITSLAG VAN ONZE PRIJSVRAAG MODEHUIS DE Ve O UW Erw fin MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDJE RIJDEN BONT ALLERLEI PLEIN 10 HAARLEM Gemeenschappelijk ontbijt KOST ANDERHALVE STUITER IS ALS GOUD ZO ZUIVER No. 16. 19 APRIL 1935. DE EERSTE HEEMSTEEDSCHE COURANT 5 Door J. v. d. HOEVEN. Alle bewijzen waren tegen Parker, dat moest inspecteur Jameson erkennen. En toch, het wilde er niet bij hem in, dat dat jongemens de dader van die geheimzinnige misdaad was. Parkers vriend, Williams, was dood gevonden in zijn studiekamer, een vertrek, dat aan de straat lag en waardoor Williams vrienden meestal het huis betraden. Ongegeneerd wipten zij door het venster binnen om Williams het opendoen te besparen, want de oude huis houdster was te doof om de bel te horen. Mrs. Bel, de huishoudster, had voor den rechter-commissaris een voor Parker zeer be zwarend getuigenis afgelegd. Het was er wel met moeite uitgehaald, want ook zij had ver steld gestaan van de mogelijkheid, dat een aardige jongeman als Parker tot zo iets in staat geweest was. Maar het was nu eenmaal een teit, dat zij, binnenkomend met de thee, beide mannen in een hevige woordenwisseling en dreigende houding tegen elkaar had aangetrof fen. Het was om dat meisje geweest, natuurlijk, wier portret Parker in de hand hield en juist verscheurde toen zij binnentrad en een eind aan de woordenwisseling maakte. Parker had zich woedend afgewend en de kamer verlaten, zoals hij blijkbaar gekomen was, door het venster. Bij haar weten was er die middag en avond niemand anders op bezoek geweest. Ook meneer King niet, die anders geregeld bij Williams over de vloer kwam, maar die dag trouwens naar Londen geweest was. Kings getuigenis was ook al vrij bezwarend voor Parker geweest. Deze had hem verteld, dat hij woedend was op Williams, die hem op unfaire wijze de genegenheid van een weder zijdse vriendin had weten te ontfutselen. En van Parkers onverzoenlijke aard had King menig frappant staaltje gegeven: stille wateren heb ben diepe gronden, men zou het Parker niet hebben aangezien, maar de waarheid moest ge zegd worden. Jameson had 't zijne gedacht van de ver klaring van den „eerlijk" opbiechtenden jonge man, die overigens een veel minder openhartige indruk maakte dan de verdachte. Een op merking van Parker, aan welke de rechter commissaris geen aandacht had geschonken, had Jameson de oren doen spitsen. „King is die dag niet naar Londen geweest; wel de dag tevoren," had Parlcer verklaard. Jameson had dit punt onderzocht en was tot de slotsom gekomen, dat Parkers verklaring waarheid bevatte. Daarna was Jameson zijn licht gaan opsteken bij Miss Parkins, het meisje, dat de aanleiding had gegeven tot de twist tussen Parker en Williams. Over Kings verhou ding tot het slachtoffer van de misdaad was haar weinig meer bekend, dan dat King vrij diep in het krijt had gestaan bij Williams, i rouwens dat zou wel uit de nagelaten stukken van den ongelukkige gebleken zijn, meende zij. Jameson ueed hier het zwijgen aan toe. Hij stelde zich onmiddellijk na het bezoek op de hoogte van dit belangrijke punt en kwam tot de ontdekking, dat in de door den vermoorde nagelaten papieren geen enkel stuk voorkwam, waaruit van een schuld van King aan Williams zou blijken. Met uitzondering van een kladje dan, waarop een bedrag zevenhonderd en vijttig pond sterling en Kings naam voor kwamen. Na nog enig verder onderzoek, achtte Jameson zijn gegevens voldoende om zijn slag te slaan. Toen King weer voor den rechter-commissaris verscheen om nog enige inlichtingen te geven voor het vooronderzoek gesloten werd, was hij verwonderd daar, behalve den verdachte, ook Miss Perkins aan te tretfen. De reden voor haar tegenwoordigheid werd hem duidelijk door de eerste vraag van den rechter. „Hoeveel bedroeg meneer Kings schuld aan meneer Williams?" vroeg hij aan Miss Perkins. „Zevenhonderd en vijftig pond," luidde het antwoord. „Hoe zal ik het nou hebben!" riep King ver ontwaardigd: „lk heb nooit iets van Williams geleend." De rechter wendde zich tot Jameson. „Dit papier is door U gevonden onder de na gelaten stukken, nietwaar?" Jameson gaf een bevestigend antwoord. „Buiten medeweten van Miss Perkins," merkte de rechter op, met een doordringende blik op King. „Hetzeltde bedrag staat hierop met uw naam. In Williams hand, daar is niet aan te twijfelen." „Uekheid!" riep King, met een hoogrode kleur op het gelaat, „lk herhaal, dat ik hem nooit een cent schuldig ben geweest." „Natuurlijk, evenals dat U op de dag van de misdaad in Londen was, meneer King," merkte Jameson op. „Jammer, dat ik het bewijs in han den heb, dat dit een leugen was." „Bewijs? Hoe kan dat?" vroeg King met bevende stem. Zijn tegenwoordigheid van geest was ge broken door het dubbele bewijs van zijn leugen achtigheid. Toen Parker de volgende dag uit de hechte nis werd ontslagen, vroeg hij Jameson hoe deze op het idee gekomen was, dat King vermoedelijk de dader was. „Ten eerste beviel me zijn uiterlijk niet," was het antwoord: „En ten tweede, waarom liet hij zo duidelijk uitkomen, dat hij die dag in Londen was geweest? Niemand vroeg hem naar een alibi; hij had het dus niet zelf in het geding moeten brengen." De bijzondere Prijsvraag, die door ons is uit geschreven ter gelegenheid van de Heemsteedse Winkelweek, is, evenals alle voorgaanden, een groot succes geweest. Plaatsgebrek is helaas oorzaak, dat wij op deze Prijsvraag en de gevallen uitslag maar op heel bescheiden schaal kunnen ingaan. Wat deze prijsvraag ons echter geleerd heeft is, dat het publiek de etalages geheel anders beoordeeld heeft dan de jury-leden. Zulks is echter heel begrijpelijk, omdat het publiek in de regel uitsluitend zal kijken naar een mooie etalage, terwijl de jury met verschillende andere omstandigheden rekening heeft moeten houden. Het resultaat van onze Prijsvraag is, dat met grote meerderheid van stemmen de etalage van de firma D. VAN AMERONGEN Zn. Raadhuisstraat 28 door onze lezers als de mooiste is bevonden. AMERIKA'S „LANGE MANNEN". Door A. DOLEMAN. De „National Society of long Fellows", de „Nationale vereniging van lange mannen", is een der merkwaardigste verenigingen, die ooit in Amerika opgericht werden. Weliswaar heb ben de Amerikaanse „lange mannen" in de verste verte niets te maken met de „lange mannen" van den Pruisischen soldatenkoning, of het moest zijn, dat zij de ongewone lichaamslengte gemeen hebben. Verenigingen worden meestal opgericht, om bepaalde belangen te behartigen, en ook Phil. E. Zimmermann uit Topeka, wien de merkwaardige vereniging zijn ontstaan te danken heeft, richtte deze op, opdat de grootste mannen van Amerika gemeenschappelijk hun zorgen kunnen bespreken en hun rechten ver dedigen. En deze zorgen zijn werkelijk niet gering. Men moet eerst de beschrijvingen van alle tragische ondervindingen van zo'n langen man hebben gehoord, om te weten hoeveel hij te verduren heeftZijn grootste zorg is namelijk, dat hij, waar hij ook komt, te kleine bedden vindt. Op reis in de slaapwagens, in de hotels en pensions altijd zijn de bedden te kort en blijft er niets anders over dan diagonaal te slapen. Daarbij komen nog de steeds te krap genomen lakens en dekens. Is het niet bijna tragisch te noemen, wanneer altijd de lange benen van zo'n ongelukkige onder het vederdek of de deken te voorschijn komen, omdat deze te kort zijn? Tenslotte heeft toch iedere Ameri kaanse staatsburger er recht op, onder een vol doende lange deken rustig te slapen. En dus was de eerste taak van de vereniging, om een veldtocht onder de textielfabrikanten te onder nemen, waarbij inderdaad bereikt werd, dat ook enige firma's besloten, lakens en dekens langer te maken. Het is ook aan de activiteit van de vereniging te danken, zo deelt de president Zimmermann in zijn laatste jaarverslag mede, dat verscheidene grote hotels bijzondere kamers voor de lange mensen in Amerika hebben in gericht, waarin niet alleen de bedden, maar in de bijbehorende badkamers zelfs de badkuipen van groter formaat zijn dan gewoonlijk. PLECHTIGE BIJZETTING VAN EEN POSTDUIF. Een dezer dagen werd te Londen een post duif plechtig ten grave gedragen. Met ernstige gezichten volgden meerdere vroegere front soldaten de baar. Het waren de manschappen Van deze etalage gaven wij in ons vorig num mer een kleine beschrijving. Het doet ons buitengewoon groot genoegen, dat de Waardevolle Prijs van VIJF en TWINTIG GULDEN welke door ons voor deze prijsvraag is beschik baar gesteld, is toegekend geworden aan den heer M. MOOREN Billitonstraat 16 aan wien wij de WAARDEBON ad F 25.— bereids hebben toegezonden. Zoals wij in de voorwaarden tot deelname hebben medegedeeld, moet deze bon derhalve worden ingeruild bij de vleeshandel D. VAN AMERONGEN Zn. Raadhuisstraat 28 van een batterij, die gedurende de oorlog in Noord-Frankrijk stond. De kanonniers vonden op een goede dag de nu bijgezette duif die al zeer spoedig met de soldaten vriendschap sloot. Zij werd ingedeeld bij de ordonnance-troepen en bracht onvermoeid bevelen van den commandant iiaar de vuurlinie. Aan haar flinkheid was 't te danken dat de batterij aan wie ze behoorde, met grote moeite de gevangenschap ontliep. Op het laatste ogen blik kwam zij in de slag bij de Somme met het bevel tot terugtrekken aan. Nauwelijks hadden de artilleristen de stelling verlaten, of de Duitse troepen waren reeds aangekomen. De duif, „Kolonel Fearless", zoals zij door het hele regiment om haar moed genoemd werd, liet zich zelfs door het zwaarste trommelvuur niet afschrikken om haar zware dienst te ver richten. Bij een van deze vluchten verloor zij een oog. Na het einde van de oorlog werd zij mede naar Engeland genomen en hier is zij nu gestorven. Op haar grafsteen staat: „Den levenden ter herinnering aan een kleine held haftige helpster der Britse Artilleristen." - Vind je ook niet dat Amy zich tegenwoordig veel beter kleedt? Vroeger had ze er geen geld voor - Ja, maar ze heeft een nieuw adres, waar voor weinig geld leuke en ELEGANTE MODELLEN worden verkocht Betere Confectie tegen voordelige prijzen KLEEDING VOOR DE WERKENDE VROUW. Niet alleen practisch, maar óók elegant moet de kleeding van de werkende vrouw zijn. We ge bruiken er stevig materiaal voor. dat liefst gemak Het eerste uur beslissend voor de verdere dag. Door G. C. M. SCHW. Het is heel gemakkelijk gezegd, dat een, huis vrouw 's morgens steeds opgewekt en vrolijk moet beginnen, doch de practijk leert meer malen, dat dit niet altijd mogelijk is. De wekker loopt meestal reeds om zeven uur af en dan gebeurt het meermalen, dat men zich min of meer geïrriteerd gevoelt, omdat men lang niet altijd voldoende nachtrust heeft gehad. Men is geneigd om zich over allerlei kleine tegenslagen te ergeren en had zo dolgraag nog even willen doorslapen. Soms draait men zich nog even om, slaapt weer in en bemerkt met schrik, dat men zich reusachtig moet haasten, om te zorgen, dat alles gereed is. voor hen die op tijd naar hun bezigheden of naar hun werk moeten. Een kwartiertje te laat haalt men in dat korte tijds bestek zo moeilijk in, waarom dan ook beter de verstandigste weg gevolgd kan worden en men, zodra de wekker het waarschuwende sein laat horen, opstaat. Wij weten wel dat dit heel gemakkelijk gezegd kan worden, doch dat huisvrouwen 's morgens vaak nog lang niet uitgerust zijn, doch dat éne kwartiertje, dat men nog weer even in slaapt, maakt het niet beter. Verder hangt er zoveel van af om te zorgen, dat man en kinderen rustig kunnen ontbijten en de boterhammen, die meegenomen moeten worden, gereed liggen om in acte- of schooltassen gedaan te worden. Als een huisvrouw te Ia'at is, heeft zij geen tijd behoorlijk voor alles te zorgen. De een na de ander vraagt haar iets, want zoals dit vrij wel in ieder gezin is, is het de vrouw of moeder die alles moet weten. Is zij haastig, dan volgen er ongeduldige antwoorden of er worden ver schillende kleine dingen vergeten, zodat het een onrustig heen en weer lopen wordt, waardoor allerminst de goede stemming in de hand ge werkt wordt. De huisvrouw, die al tijdig met haar werk zaamheden kan beginnen, behoeft zich niet on gerust te maken, dat een der huisgenoten te Iaat weggaat, dat de thee ongenietbaar of de pap niet gaar is, maar zal kalm en beheerst voor alles weten te zorgen. Indien men over weinig hulp beschikt, dan is het verstandig om 's avonds reeds de ontbijttafel te dekken, dat spaart 's morgens veel tijd. Een aardig gekleurd ontbijtlaken en een in bonte kleuren versierd ontbijtservies, maken het geheel zo gezellig, de aanschaffing behoeft niet duur te zijn, doch het verhoogt de sfeer. Men kan dus aanstonds als men gekleed is, beginnen met thee te zetten en, indien er kinde ren zijn, pap koken. Terwijl dit geschiedt wor den de boterhammen gesneden en alles is ge reed voor man en kinderen om te beginnen. Wordt er aan het ontbijt havermout gegeten, dan neemt men gemakshalve „vlugkokende", die in enkele minuten gereed is. Indien zulks enigszins mogelijk is, moet ge zamenlijk ontbeten worden, althans moet de moeder rustig met de kinderen ontbijten, indien de heer des huizes later weggaat. Het ontbijt kan eenvoudig zijn, doch evenals de andere maaltijden keurig verzorgd. Geen schaaltjes na gebruik schots en scheef, geen broodplank met aangesneden brood op een hoek van de tafel. Boterhammen worden in de keuken gesneden óf de huisvrouw plaatst de dienbak naast zich, waarin de broodplank een plaatsje vindt en waarin na afloop de ontbijtboel kan worden gezet om gelijk naar de keuken te worden gebracht. Het is altijd prettig om afwisseling te brengen in hetgeen op de ontbijttafel komt, al is het nog zo eenvoudig. In de eerste plaats wordt niet al leen wit brood gegeven, waaraan door de be werking zoveel onttrokken is, dat het veel min der voedzaam is dan bruin- en roggebrood. Een stevig ontbijt is nodig, om de dag te beginnen en de gewoonte van velen, om niet te eten voor men de deur uitgaat, is verkeerd. Kaas is een uitstekend voedingsmiddel, dat nog veel te weinig naar waarde wordt geschat. Het is vol strekt niet noodzakelijk om juist de duurdere soorten te nemen, waarvan de volvette 45 r/r vet bevat en de magere 20 Deze laatste toch is goedkoper en bevat behalve het, zij het dan ook geringere vetpercentage, nog een hoeveelheid eiwit. Kaas moest trouwens veel meer bij de bereiding van spijzen gebruikt worden en ook van tijd tot tijd na de hoofdmaaltijd in blokjes gesneden worden gegeten in plaats van een toespijs. De Hollandse huisvrouwen moeten er allen toe medewerken om te zorgen, dat het afzetgebied groter wordt in het belang van hen, die bij de zuivelindustrie betrokken zijn. Als zij allen de handen ineenslaan en hiertoe een steentje bij dragen, dan dienen zij een nationaal belang. Kinderen zijn veelal moeilijk met eten, daarom moet de moeder telkens variatie weten te brengen in het ontbijt. Het bord pap wordt nu eens met chocolade-hagelslag bestrooid, dan weer zijn het gehakte noten, terwijl er een andere keer weer een andere verrassing is, die hen tot eten animeert. De boterham wordt nu eens met plakjes appel of banaan, dan weer met geweekte vruchten, b.v. abrikozen of tutti-frutti belegd, terwijl appel moes en appelstroop eveneens gezond en voed zaam zijn. Men moet er streng de hand aan houden, dat het ontbijt rustig en regelmatig verloopt, en de kinderen niet op het laatste nippertje nog een les moeten leren of een vergeten som moeten maken, hetgeen hen trouwens niet rustig naai school doet gaan, doch een gevoel van onzeker heid geeft Het schoolwerk moet 's avonds ge maakt en de lessen zo nodig overhoord worden. Zowel voor de huisvrouw zelf als voor man en kinderen hangt er veel 'van af, dat het eerste uur rustig, zonder onnodige emoties verloopt, want een goed begin is het halve werk. Alle par tijen beginnen hun dagtaak veel opgewekter en met veel meer lust, als de stemming in huis 's morgens prettig is en niet door overhaast ge- jaag bedorven wordt. Iedere huisvrouw zal er gaarne een kwar tiertje vroeger voor opstaan om hiertoe mede te werken en zal als allen weg zijn, met frisse moed beginnen aan de dagtaak, die haar wacht. DE STRIJD TEGEN DE MOTTEN. Het voornaamste voorbehoedmiddel tegen de motten is het volkomen schoonhouden van voorwerpen, die in kisten, koffers of kasten worden bewaard. Stof, die zich in naden of plooien of zakken verzameld, is een dorado voor motten, waar zij zich bij voorkeur nestelen. Kloppen, borstelen, luchten, vlekken uitmaken is het allernoodzakelijkste werk, dat gedaan moet worden, voordat winterkleren opgeborgen worden. Kamfer en mottenpoeder zijn goed, doch helpen niet afdoende in deze strijd tegen de motten. Beter is om de kledingstukken te be spuiten met een der vele in de handel verkrijg baar zijnde preparaten, welke met een sproeier uiterst fijn verdeeld worden op de kleding stukken, daarna worden deze in zakken van courantenpapier genaaid. Het papier moet even wel niet van oude couranten zijn, doch van vers bedrukte, waarvan de onaangename geur van de drukinkt niet in de smaak der motten valt. 17. Wat was er gebéurd? Wel, terwijl meneer Pimpelmans met den agent stond te redekavelen, had de schimmel een hele wagen vol sappige groenten ontdekt. Jan de groenten- boer had namelijk zijn wagen in de steek ge laten om naar de voorstelling van meneer Pimpelmans te kijken. „Ha!" had „Bleke Bet" gedacht, „dat zal smaken!" 18. En de schimmel aan 't schransen! En toen Jan even later grinnikend naar zijn wagen terugkeerde, had „Bet" nagenoeg de hele wagen leeggegeten! Bet stond er met 'n dood onschuldig gezicht en een buik zo rond als 'n tonnetje bijOch, wat ging de arme Jan te keer. 19. Wit van woede greep hij mijnheer Pim pelmans bij z'n jasje, en schudde hem heen en weer, zodat z'n hoed nu eens vóór, dan weer achter op z'n hoofd kwam te staan. „Denk je, dat ik die ouwe knol de kost geef?" riep hij. Toen voegde de agent zich in het gesprek. kelijk gereinigd moet kunnen worden. Óvergooiers zijn buitengewoon geschikt. Ze flatteeren haast iedereen en we kunnen er steeds ren andere blouse onder dragen, waardoor het lijkt also! we eiken keer iets anders aan hebben. Het modelletje rechts is vervaardigd van een stevige, niet te lichte stof. waarvan ook de cein uur gemaakt is. I inks een vlotte, losse jurk van een soepele -tot, waarvan de revers met een afstekende kleur gevoerd zijn GOEDE KNIPPATRONEN 1 dtronen Kunnen oei oriel aangevraagd worde: net bijsluiting van 10.5b w oostzegels aan de vloderedactrice var dit olaa Roeiofsstraat lOï e 's-Gravenhage. Is men in het bezit van een motvrije kast, dan mag men dit zeer op prijs stellen. Deze wordt grondig schoongemaakt, de blikken ran den gecontroleerd om te zien of hier of daar geen opening is, daarna met terpentijn uitnemen en de kledingstukken kunnen er in worden op geborgen. Een flinke kist kan eveneens voor dit doel worden ingericht, indien men de binnenkant met blik laat bekleden of zulks zelf doet. Men neemt de maat van alle kanten en bestelt stuk ken blik op de juiste grote in een ijzerwinkel, daarna wordt dit tegen de bodem, zijkanten en deksel gespijkerd en de kist voorzien van een sluiting, waardoor de motten niet naar binnen kunnen komen. Deze uitgaaf behoeft slechts éénmaal gedaan te worden, de kist heeft men jaren en jaren en in het najaar komt men niet tot de ontdekking, dat ongewenste gasten zich te gced hebben gedaan aan de winterkleding. Het spreekt vanzelf, dat kledingstukken, die in mottenkisten of kasten bewaard worden, vooral grondig schoongemaakt en bespoten moeten worden en men ze eveneens in courantenpapier kan wikkelen. Komt men tot de onaangename ontdekking, dat wollen kledingstukken reeds vóór het op bergen door motten zijn aangetast, dan moeten deze eerst uitgeborsteld worden en daarna op gestreken over natte doeken. Tapijten waar mot in is, worden grondig ge klopt of met de stofzuiger bewerkt, daarna op de verkeerde kant belegd met doeken, die nat gemaakt zijn in water en ammoniak, waarover men met een heet ijzer strijkt. In de strijd tegen de motten is de grootste voorzorg geboden, willen zij de huisvrouw niet te vlug af zijn, daarom kan men niet genoeg maatregelen nemen. Kloppen, borstelen, luchten, is een der gebiedendste eisen, om te trachten hen te verjagen I KINDERVERTELLING DOOR G. TH. ROTMAN 20. „Ik zou maar betalen, meneer, dan bent U overal van af!" zei hij, waarop meneer Pim pelmans den groentenboer zuchtend een paar briefjes van tien in z'n handen stopte. Jan grin nikte vergenoegd; nog nooit was hij zo gauw uitverkocht geweest. „Als de bles weer es honger heeft, houd ik me gerecommandeerd, meneer!" zei hij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Eerste Heemsteedsche Courant | 1935 | | pagina 3